EP stemt over akkoord EG-Zwitserland inzake belastingheffing op spaargelden
José Manuel GARCIA-MARGALLO Y MARFIL (EVP/ED, E)
Verslag over het voorstel voor een besluit betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Europese Gemeenschap waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, en van het bijbehorende memorandum van overeenstemming
Doc.: A5-0169/2004
Procedure : Wetgevende raadpleging
Debat : geen
Stemming: 30 maart 2004
Verslag aangenomen
De regels voor belasting op spaartegoeden zijn niet geharmoniseerd. Dit leidt tot een verstoring van de interne markt en tot spaarvlucht uit de lidstaten met de hoogste belastingen. Om dit tegen te gaan, is Europese wetgeving vereist. Richtlijn 2003/48/EG voorziet in de volgende regeling: wanneer een persoon die ingezetene is van lidstaat A een spaartegoed aanhoudt in lidstaat B, dient lidstaat B de belastingdienst van lidstaat A te informeren over dit tegoed. Voor Oostenrijk, België en Luxemburg is een overgangsregeling voorzien waarbij het bankgeheim niet wordt geschonden. Deze landen zullen een bronbelasting invoeren, wat wil zeggen dat zij belasting zullen heffen op de spaartegoeden van onderdanen van andere lidstaten. Een gedeelte van de geïnde belastinggelden zullen zij overmaken aan de landen waar de rekeninghouders ingezetenen van zijn.
Een EU-regeling heeft weinig zin als derde landen niet meedoen. Het gevaar bestaat immers, dat er spaarvlucht optreedt vanuit de EG naar een derde land als Zwitserland. Een voorwaarde voor de inwerkingtreding van bovenstaande richtlijn is dan ook, dat derde landen soortgelijke maatregelen nemen. In oktober 2001 heeft de Raad daarom de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen met de Verenigde Staten, Zwitserland, Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino, de Nederlandse Antillen en Aruba, en de van het Verenigd Koninkrijk afhankelijke gebieden.
Wat nu voorligt, is een ontwerpovereenkomst met Zwitserland. Dat land gaat akkoord met de invoering van een bronbelasting op spaartegoeden van EU-onderdanen. Vijfenzeventig procent van de bronheffing zal worden overgemaakt aan de lidstaat waar de rekeninghouder is gevestigd.
Het EP gaat akkoord met deze overeenkomst, hoewel het een automatische uitwisseling van gegevens tussen de belastingdiensten een beter middel vindt dan de invoering van een bronheffing. De leden merken nog op, dat de sluiting van een overeenkomst met Zwitserland niet gekoppeld mag worden aan lopende onderhandelingen met andere partijen.