Afspraken tussen de Commissie en het Parlement bij aantreden Barroso
Gezamenlijke ontwerpresolutie over de goedkeuring van de nieuwe Commissie
Doc.: RC6-0151/2004
Debat en stemming : 18 november 2004
Ontwerpresolutie goedgekeurd (478-84-98)
Het Europees Parlement spreekt zijn voldoening uit over de door voorzitter Barroso ondernomen stappen die hebben geleid tot de presentatie van zijn nieuwe team op 4 november. Het Parlement betreurt echter dat er tot dusver geen afdoende oplossing is gevonden voor het potentiële probleem van belangenconflicten. Daarom wil het Parlement dat er stappen worden ondernomen om de procedures te verduidelijken waarmee de gedragscode zal worden toegepast.
Het EP verlangt voorts dat de kaderovereenkomst tussen de Commissie en het Parlement, waarin de bilaterale betrekkingen tussen deze twee instellingen worden geregeld, zo spoedig mogelijk wordt herzien op basis van de toezeggingen die de heer Barroso namens de nieuwe Commissie heeft gedaan.
Het EP verzoekt op basis van deze toezeggingen de volgende punten in die overeenkomst op te nemen:
-
-indien het EP een lid van de Commissie het vertrouwen weigert, zal de voorzitter van de Commissie nagaan of het wenselijk is het betrokken lid te verzoeken af te treden. De voorzitter zal het aftreden van het lid in kwestie verlangen of zijn weigering om dit te doen motiveren in het Parlement;
-in geval van aftreden zal de plaatsvervangende Commissaris niet in een officiële hoedanigheid verschijnen in het Parlement of de Raad totdat zijn of haar benoeming is goedgekeurd via de gebruikelijke procedure in het Parlement (hoorzitting en stemming in de plenaire vergadering);
-indien de voorzitter de portefeuilles in de Commissie herverdeelt gedurende zijn ambtstermijn, zal dezelfde procedure worden toegepast op de betrokken Commissarissen;
-de voorzitter van de Commissie is volledig verantwoordelijk voor de vaststelling van een belangenconflict waardoor een Commissaris niet in staat is zijn of haar taken te vervullen. Evenzo is de voorzitter verantwoordelijk voor alle te nemen maatregelen in die omstandigheden;
-het meerjarenwerkprogramma van de Unie zal worden opgesteld door de Commissie op basis van nauwe samenwerking en coördinatie met het Europees Parlement;
-er moet voor worden gezorgd dat de aanwezigheid van de Commissie op plenaire vergaderingen en vergaderingen van de parlementaire commissies van het EP een prioriteit wordt voor Commissarissen. Overeengekomen wordt dat de Commissie het Europees Parlement onmiddellijk in kennis stelt van haar besluiten, voorstellen en initiatieven;
-de voorzitter van de Commissie en de voor interinstitutionele betrekkingen verantwoordelijke vice-voorzitter moeten in de context van de permanente dialoog met het Parlement regelmatige contacten onderhouden met de Conferentie van voorzitters,
-een verbintenis tot het ondernemen van stappen indien het Parlement de Commissie verzoekt een wetgevingsvoorstel in te dienen overeenkomstig artikel 192 van het Verdrag. In elk geval dient de Commissie het EP regelmatig in te lichten over de stappen die zij denkt te ondernemen in antwoord op standpunten van het Parlement;
-herziening van verordening 1049/01, met het doel betere regels op te stellen over de transparantie van vertrouwelijke documenten en van de voorbereiding van wetgeving, comitologie en de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving in de lidstaten;
-de gedragscode voor Commissarissen wordt aan het EP toegezonden voor advies en met dit advies zal rekening worden gehouden,
-de Commissie dient alle noodzakelijke stappen te ondernemen om te waarborgen dat het EP beter geïnformeerd wordt over wetgeving van de Unie en over internationale overeenkomsten zodra hierover onderhandelingen worden geopend.