EP akkoord met overeenkomst EU/Zwitserland ter bestrijding financiële fraude

dinsdag 22 februari 2005, Herbert BÖSCH

Herbert BÖSCH (PES, AT)

Verslag over het voorstel voor een besluit betreffende de ondertekening van de overeenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, ter bestrijding van fraude en andere illegale activiteiten die hun financiële belangen schaden

Doc.: A6-0013/2005

Procedure : Wetgevende raadpleging

Debat : geen

Stemming : 22 februari 2005

Verslag aangenomen

Het Parlement hecht zijn goedkeuring aan het sluiten van de overeenkomst voor samenwerking tussen de EG en Zwitserland ter bestrijding van fraude.

De overeenkomst voorziet in administratieve en juridische samenwerking met betrekking tot witwaspraktijken, ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen en bepaalde financiële belangen van de lidstaten. De overeenkomst heeft betrekking op:

  • indirecte belastingen (BTW en accijnzen) en douane-overtredingen (met inbegrip van smokkel);
  • corruptie en omkoperij;
  • witwassen van de opbrengst van activiteiten die onder de overeenkomst vallen;
  • andere witwaspraktijken, met inbegrip van met name fiscale fraude en grootscheepse smokkel.

    Directe belastingen vallen buiten de werkingssfeer van de overeenkomst.

    De overeenkomst bevat bepalingen over onderzoek, bevriezing en confiscatie van activa. De verdragsluitende partijen zijn verplicht samen te werken in onderzoek en informatieverstrekking met betrekking tot de terreinen die onder de overeenkomst vallen, zoals bank- en financiële gegevens, die op verzoek of uit eigen beweging worden verstrekt. Er gelden vereenvoudigde procedures voor verzoeken om juridische bijstand, op grond waarvan gerechtelijke instanties van een verdragsluitende partij rechtstreeks contact kunnen opnemen met de gerechtelijke instanties van de andere partij buiten de diplomatieke kanalen om. De obstakels waarop onderzoekers stuiten door het Zwitserse bankgeheim worden uit de weg geruimd: het bankgeheim mag niet worden aangevoerd als reden om een verzoek tot wederzijdse bijstand te weigeren. Strafrechtelijke procedures worden wederzijds erkend.