EP debatteert over toetreding van Roemenië en Bulgarije
Geoffrey VAN ORDEN (EVP-ED, UK)
Aanbeveling over het verzoek om toetreding tot de EU van de Republiek Bulgarije
Doc.: A6-0082/2005
Procedure : Instemming
Geoffrey VAN ORDEN (EVP-ED, UK)
Verslag over het verzoek van de Republiek Bulgarije om het lidmaatschap van de Europese Unie
Doc.: A6-0078/2005
Procedure : Initiatief
Pierre MOSCOVICI (PES, FR)
Aanbeveling over het verzoek om toetreding tot de EU van de Republiek Roemenië
Doc.: A6-0083/2005
Procedure : Instemming
Stemming in commissie : 59-2-9
Pierre MOSCOVICI (PES, FR)
Verslag over het verzoek van de Republiek Roemenië om het lidmaatschap van de Europese Unie
Doc.: A6-0077/2005
Procedure : Initiatief
Reimer BÖGE (EVP-ED, DE) en Bárbara DÜHRKOP DÜHRKOP (PES, ES)
Verslag over de financiële gevolgen van de toetreding van Roemenië en Bulgarije
Doc.: A6-0090/2005
Procedure : Initiatief
Debat : 12 april 2005
Stemming : 13 april 2005
Debat
De Rapporteurs
Geoffrey VAN ORDEN (EVP-ED, UK), rapporteur voor Bulgarije, stelt dat "Bulgarije op de drempel van het lidmaatschap staat." Hij merkt wel op dat het toetredingsverdrag dat op 25 april ondertekend zal worden op een aantal punten niet identiek is aan eerdere toetredingsverdragen. Zo bevat het verdrag een vrijwaringclausule die het mogelijk maakt de toetreding uit te stellen. De rapporteur meldt dat iedereen in Bulgarije uitkijkt naar de toetreding, maar ontkent niet dat de regering blijk moet geven van zijn wil om politieke hervormingen door te voeren. Aandachtsgebieden zijn onder meer justitie en politie, de integratie van de Romagemeenschap en de bestrijding van georganiseerde misdaad en smokkel. De laatste jaren is er sprake van een intensivering van de politieke hervormingen in Bulgarije. Van Orden is dan ook voorstander van een positieve stem voor het verzoek tot toetreding van het land.
Pierre MOSCOVICI (PES, FR), rapporteur voor Roemenië
De Commissie heeft een gunstig advies gegeven over de toetreding. Een loskoppeling van de stemming over beide landen moet worden vermeden. Moscovici verzoekt het Parlement zijn goedkeuring te geven aan de toetreding van Roemenië. Hij constateert een positieve houding bij de Roemeense regering. Natuurlijk zijn er nog problemen: met betrekking tot de grenscontrole, de mededinging, het milieu, corruptie, de positie van minderheden, de hervorming van de rechterlijke macht, versterking van het plaatselijke en regionale bestuur. Er zijn echter instrumenten om hiermee om te gaan: de EU kan bijvoorbeeld gebruik maken van de vrijwaringsclausules. De toepassing van de vrijwaringsclausules moet niet worden gezien als straf, maar als aanmoediging.
Wat gebeurt er na de ondertekening van de toetredingsverdragen? Tussen de goedkeuring door het EP en de toetreding zit de uitzonderlijk lange periode van twintig maanden. Het is van belang dat de Commissie en de Raad het EP volledig betrekken bij het verdere proces. De Commissie heeft dit toegezegd, de Raad is minder eenduidig. Moscovici verwacht vandaag een bevestiging van het engagement, zowel van de Commissie als van de Raad.
Bárbara DÜHRKOP DÜHRKOP (PES, ES) bespreekt de financiële gevolgen van de toetreding van Bulgarije. Zij noemt het financiële pakket dat terug te vinden is in het rapport van de Raad uit 2004 rechtvaardig is. Het Europees Parlement verwijt de Raad een gebrek aan loyaliteit. Dührkop Dührkop stelt dat de Raad door de afwijzing van de begrotingsbevoegdheden van het Parlement een heel slecht signaal afgeeft. Zij verwijst daarmee naar de toekomstige onderhandelingen over de financiële perspectieven.
Reimer BÖGE (EVP-ED, DE)
De rechten van het EP in de begrotingsprocedure moeten worden gevrijwaard. Helaas heeft de Raad geen lering getrokken uit de eerdere uitbreiding van de Unie. De rechten van het Parlement zijn geen peanuts die men terzijde kan schuiven. Voor Bulgarije en Roemenië zal tussen 2007 en 2013 € 44,5 mrd nodig zijn. Het probleem is dat, wanneer er geen nieuwe financiële perspectieven komen, de afspraken met betrekking tot Roemenië en Bulgarije de prerogatieven van het Parlement aantasten.
De Raad
Nicolas SCHMIT omschrijft de toetreding van Bulgarije en Roemenië als "een toetreding tot waarden, tot een Europees model waardoor burgers worden verbonden." Hij wil een Europa op basis van sociale rechten en stelt dat de Europese grondwet daarvoor een solidere basis zal bieden. Hierbij heeft het Europees Parlement volgens de Raad naast haar adviesfunctie ook de belangrijke taak het uitbreidingsproces de nodige politieke legitimiteit te bieden.
Bulgarije en Roemenië verdienen het nodige respect voor wat ze momenteel al gedaan hebben, maar zullen in de toekomst inspanningen moeten blijven leveren en hervormingen moeten blijven doorvoeren. Het acquis moet gevolgd worden. "Er zijn," aldus Schmit, "geen binnenwegen mogelijk."
Wat de financiële gevolgen van de uitbreiding betreft zijn de onderhandelingen identiek aan die met de tien nieuwe lidstaten: er worden financiële enveloppen voor een periode van drie jaar uitgewerkt en daarna is de normale procedure van toepassing. Schmit betreurt het dat er geen financieel akkoord met het Parlement werd bereikt, maar benadrukt dat het interinstitutioneel akkoord volledig gerespecteerd blijft.
De Commissie
De Commissie heeft in februari een gunstig advies gegeven over de toetreding van voornoemde landen. Rehn beklemtoont dat de voltooiing van de toetredingsverdragen inhoudt dat er overeenstemming is bereikt over de voorwaarden voor toetreding. Dit betekent niet dat Bulgarije en Roemenië op hun lauweren kunnen rusten. De klok tikt. Beide landen worden nauwlettend gevolgd. Rehn geeft het EP de garantie dat, mocht de Commissie van mening zijn dat een van beide landen onvoldoende vorderingen boekt, het Parlement wordt geraadpleegd over uitstel van de toetreding met één jaar. De Commissie zal steeds ernstig rekening houden met de mening van het EP, in het bijzonder in november 2005, wanneer de Commissie een volgend vooruitgangsrapport zal publiceren.
Bulgarije heeft gestage vooruitgang geboekt. Desalniettemin zal het land het tempo in de hervormingen moeten volhouden, met name met betrekking tot de hervorming van de rechterlijke macht en de strijd tegen de corruptie en de georganiseerde misdaad. Roemenië moet het tempo opvoeren, met name wat betreft de bestrijding van de georganiseerde misdaad, de hervorming van de rechterlijke macht, het milieu en het mededingingsbeleid. Maar Roemenië is goed op weg: er is vooruitgang geboekt op het terrein van de politiële samenwerking, het land heeft een plan voor het mededingingsbeleid ingediend en heeft tijdig alle stukken die de EC verlangde, ingediend.
Wat de financiering van de uitbreiding betreft, stelt de Commissie zich op het standpunt dat de overeengekomen bedragen reeds zijn neergelegd in de toetredingsverdragen. De financiële perspectieven 2007-2013 zijn niet uitgesplitst naar bedragen per lidstaat. Rehn vraagt de parlementariërs om hun steun.
Nederlandse en Vlaamse parlementsleden
Albert Jan MAAT i (EVP-ED, NL)
Er is geen twijfel mogelijk dat Roemenië en Bulgarije op termijn bij de Europese Unie behoren. Maar vanuit het oogpunt van de landbouw moet Maat constateren dat de financiering in ieder geval nog niet geregeld is. Het is vast niet de bedoeling van de Raad om de toetreding over de ruggen van het platteland van de 25 huidige lidstaten te financieren.
Het tweede punt betreft het functioneren van deze landen in een nieuwe Unie. Terecht werden er vanuit de Commissie vraagtekens gezet bij de grenscontrole. De EU heeft juist een hoog niveau kunnen bereiken dankzij een uitstekend beleid op het terrein van de voedselveiligheid. Op dat terrein schiet Roemenië ver te kort. Grote delen van Roemenië zijn nog niet klaar om hun producten op de gemeenschappelijke Europese markt te doen komen. Maat complimenteert Bulgarije met zijn hervormingsprogramma en de kwestie van de eigendomsrechten. Ook het programma voor de plattelandsontwikkeling is goed uitgevoerd. Een kritische noot over Roemenië: dat land is er niet in geslaagd voldoende SAPARD-gelden te besteden om juist die plattelandsontwikkeling op gang te brengen.
Wie een vergelijking trekt met voorgaande toetredingen, moet gewoon reëel zijn. Bulgarije komt redelijk in de buurt van de tien landen die het laatst zijn toegetreden, maar Roemenië niet. Maat verwijst daarbij naar de plattelandsontwikkeling, het landbouwbeleid, het gevaar van dierziekten en de wetgeving op het terrein van voedselveiligheid.
Jan Marinus WIERSMA i (PES, NL)
Tussen nu en de datum van toetreding die thans voorzien wordt, liggen nog twintig maanden, terwijl een flink aantal vragen nog open ligt. De stand van zaken in Roemenië is voor de PES de grootste zorg. Een aantal noodzakelijke hervormingen in het openbaar bestuur en de rechtspraak moet met voorrang worden doorgevoerd. De strijd tegen de corruptie verdient grotere voortvarendheid en er zijn betere garanties nodig rond de vrijheid en onafhankelijkheid van de pers.
Net als de Raad en de Europese Commissie wil de PES-fractie ten aanzien van Bulgarije, maar vooral ten aanzien van Roemenie, druk op de ketel te houden zodat noodzakelijke hervormingen ook daadwerkelijk doorgang vinden.
Wiersma spreekt dan ook van een voorwaardelijke instemming met de toetreding. Nog steeds bestaat de mogelijkheid dat veiligheidsclausules in werking zullen treden om de Unie te beschermen tegen de negatieve effecten van eventuele tekortkomingen. Mocht een van beide landen te zeer in gebreke blijven, dan kan de toetreding zelfs worden uitgesteld.
Met recht vraagt het EP aan de Raad en de Commissie om het Parlement tot aan de dag van toetreding volledig te associëren in de monitoring en het besluitvormingsproces. Blijkens de verklaringen zijn Raad en Commissie daartoe bereid. Dit betekent winst voor de democratische controle op het uitbreidingsproces. Wiersma spreekt van een politieke afspraak: mocht het Parlement redenen krijgen om de voortgang of de gereedheid van Roemenië of Bulgarije te betwijfelen, dan kunnen Raad en Commissie deze stellingname, willen zij een ernstige politieke confrontatie vermijden, nauwelijks negeren. De instemming van de PES-fractie met de toetreding is ook een politieke afspraak met de toetredingskandidaten zelf. Het EP zal zich ook de komende anderhalf jaar intensief met hen bezighouden. Uiteindelijk zal de inzet van Bulgarije en Roemenië zelf de doorslag geven.
Joost LAGENDIJK i (GROENEN/EVA, NL)
In december 2004 hebben de Groenen tegen het rapport Moscovici gestemd, omdat het veel te positief van toon was. De oude regering in Roemenië was deel van het probleem en niet van de oplossing. Gelukkig is er nu een nieuwe regering aangetreden die serieus de problemen aanpakt. De immuniteit van voormalige ministers en parlementsleden is opgeheven en naar verwachting beginnen binnenkort processen tegen hooggeplaatste personen die verdacht worden van corruptie. Lagendijk zegt 'ja' tegen de nieuwe regering, maar het is een voorwaardelijk ja. Het Europees Parlement moet ook na morgen betrokken blijven bij het toetredingsproces. Mocht het nodig zijn om gebruik te maken van de uitstelclausules, dan zal het EP daar volop bij betrokken zijn. Ook de Roemeense en Bulgaarse parlementen zullen letten op wat het EP zal zeggen.
Erik MEIJER i (EVL/NGL, NL) is voorstander van de toetreding van Bulgarije en Roemenië op voorwaarde dat beide landen snel aan de nodige voorwaarden voldoen op het gebied van politiek, rechtsstelsel en milieu. Zolang deze landen echter in het gebreke blijven, moet de mogelijkheid tot uitstel blijven bestaan. Het besluit tot opschorting van de toetreding mag niet enkel een instrument van de Raad zijn. Meijer is kritisch over de grote armoede en werkloosheid onder de Romabevolking. Roemenië staat nog veel meer ter discussie door de milieuvervuiling die er veroorzaakt wordt door het gebruik van giftige stoffen bij het delven van grondstoffen door buitenlandse firma's. Bovendien werkt Roemenië ook het Internationaal Gerechtshof in Den Haag tegen.
Bas BELDER i (IND/DEM, NL)
Het rapport van collega Moscovici over het verzoek van Roemenië tot toetreding tot de EU munt uit door helderheid en eerlijkheid. Resultaten én tekortkomingen in deze cruciale fase van Boekarests lange en moeilijke weg naar Brussel komen beide aan bod. Met name onderstreept de rapporteur de nog uitstaande Europese verplichtingen van de Roemeense regering. Niet voor niets prijken justitiële en bestuurlijke hervormingen alsmede de bestrijding van corruptie daarbij bovenaan. Belder twijfelt niet aan de integriteit en inzet van de nieuwe Roemeense minister van Justitie, mevrouw Monica Macovei. Zij ontmoet evenwel veel tegenstand, tot in haar eigen departement toe. Belder zou een openlijke steunbetuiging van de Europese Commissie aan haar adres toejuichen. Daarnaast zou de Commissie de Roemeense regering kunnen aansporen tot een nieuwe anticorruptiecampagne, in navolging van de "Geef geen smeergeld!"-campagne.
Annemie NEYTS-UYTTEBROECK (ALDE/ADLE, BE) heeft enerzijds vragen bij de paraatheid van Roemenië op het vlak van justitie, bestrijding van corruptie en bewaking van de buitengrenzen, maar waardeert anderzijds de grote inspanningen die de huidige regering zich getroost om de achterstand weg te werken. Verder spreekt ze haar waardering uit over de verzekering van Commissie en Raad dat het Parlement betrokken zal blijven bij de opvolging van de vorderingen van beide landen.
Nogmaals de Raad
Nicolas SCHMIT
Zouden Bulgarije en Roemenië de vooruitgang hebben geboekt die ze hebben geboekt als ze geen perspectief op toetreding hadden gehad? Schmit is ervan overtuigd, dat de Commissie niet het pad van de minste weerstand zal volgen, maar de vorderingen goed zal monitoren. De vrijwaringsmaatregelen verschillen van die die bij vorige uitbreidingen zijn overeengekomen. De Raad zal het standpunt van het Parlement serieus nemen, en dat is geen stijlfiguur. De rechten van het Parlement worden gehandhaafd. Dit moet sowieso, op basis van het Verdrag en het interinstitutioneel akkoord.
Nogmaals de Commissie
Olli REHN deelt de bezorgdheid en vindt het daarom zo belangrijk het momentum vast te houden en de twee kandidaat-lidstaten aan te moedigen hun hervormingen voort te zetten. Met betrekking tot de positie van de Hongaarse minderheid in Roemenië valt een positieve ontwikkeling waar te nemen. De Hongaren hebben het recht gekregen zich in hun moedertaal uit te drukken voor de rechtbank. Hun positie is verbeterd in het onderwijs, de administratie en het rechtsstelsel. Zowel Roemenië als Bulgarije zijn begonnen met de tenuitvoerlegging van de nationale strategie inzake de verbetering van de levensomstandigheden van de Roma. Ten aanzien van de veiligheid van kerncentrales, zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent de sluitingsdata van sommige centrales.
De Commissie verbindt zich ertoe het standpunt van het Parlement ernstig in overweging te nemen. Rehn stelt zich met betrekking tot de uitstelclausule een toestemmingsprocedure voor. Een dergelijke procedure is niet juridisch bindend, maar Rehn doet expliciet een politieke toezegging. Het eindresultaat van de onderhandelingen ligt nu in handen van Roemenië en Bulgarije zelf.