Gesjoemel met aanbestedingsprocedure HSL

dinsdag 14 september 2004

Grote bouwondernemingen maakten onderling afspraken over wie gedeelten van de HSL mocht aanleggen. En de overheid schoof aan toen bleek dat het allemaal te duur werd. Het resulteerde in een slim schaakspel van de bouwondernemingen waarbij de overheid uiteindelijk mat werd gezet. Dat bleek uit de verhoren van de tijdelijke commissie Infrastructuurprojecten. Gisteren werden de directie van de projectgroep HSL-Zuid en enkele topmensen van VolkerWessel en Strukton verhoord.

Uit de verhoren kwam het volgende beeld naar voren: de projectgroep HSL-Zuid had besloten de onderbouw van het traject in vijf stukken aan te besteden. In totaal zou het volgens de projectgroep gaan om zo'n 3,9 miljard gulden. Dat bedrag was op basis van een eigen kostenraming vastgesteld en door accountantskantoor Lloyd nagerekend. De conclusie was dat de raming te laag was, maar dat de overschrijdingen binnen de risicomarges vielen. Geen reden voor het Projectbureau om de kostenraming bij te stellen in ieder geval.

Ondertussen zat de bouwwereld niet stil. Bouwondernemers maakten afspraken in welke bouwcombinaties wie waarop zou inschrijven. In september 1999 vond de aanbesteeding plaats. De laagste aanschrijving was 1,7 miljard gulden duurder dan de kostenraming van 3,9 miljard, dus maar liefst 57 procent meer. 'Het was een gigantische teleurstelling', aldus de heer Konter, voormalig directeur van de projectgroep HSL-Zuid: 'inderdaad, ik voelde me gefopt'. Maar de bouwonderners verklaarden voor de commissie: die 3,9 miljard was ook veel te laag.

De aanbestedingsprocedure werd stopgezet en Konter stapte naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) i omdat hij, zoals nu blijkt terecht, verboden vooroverleg vermoedde. De NMa liet echter weten geen mankracht te hebben de zaak uit te zoeken. Omdat in de ogen van de bouwondernemingen de aanbestedingsprocedure onrechtmatig was stopgezet, stapten zij naar de Raad van Arbitrage in de bouw voor een uitspraak.

In afwachting van een uitspraak van Raad van Arbitrage probeerden Projectgroep en bouwbedrijven over de prijs te praten. In het geheim weliswaar en zonder dat er verslagen van werden gemaakt, want er mocht geen 'flinter bewijs' zijn, aldus Konter. Er werd gepraat over besparingen of versoberingen zoals het gebruik van minder beton, geen perrons, het schrappen van elektrische installaties en het bekorten van de bouwtijd. Ook onverzekerbare risico's zoals onvoorzienbare weersomstandigheden zou de staat overnemen.

De uitspraak van de Raad van Arbitrage was dat het stopzetten van de aanbestedingsprocedure inderdaad onrechtmatig was en dat overheid en bouwondernemingen om de tafel moesten gaan zitten. Dat betekende dat de in het geheim doorgevoerde besparingen nu dus een officieel tintje kregen. De voorstellen tot besparing en versobering werden overgenomen en al snel kwam men een aanneemsom van 4,4 miljard gulden overeen, slechts 0,5 milard meer dan de oorspronkelijke raming.

Maar in werkelijkheid waren kosten en risico's naar een later tijdstip doorgeschoven. En dat klopte, minister de Boer i werd in 2002 met forse overschrijdingen geconfronteerd

bron: anp, novum-nieuws, de volkskrant en het financieele dagblad, 14 september 2004


verwant nieuws

meer over

zie ook

  • parlementaire enquête bouwnijverheid

    Uit de enqu te bleek dat er sprake was van grootschalige fraude in de bouw. Door onderlinge prijsafspraken was de staat vele miljoenen misgelopen. De doorgaans passieve houding van personen op hoge posities in het bedrijfsleven, het landsbestuur en bij toezichthoudende instanties zorgde ervoor dat dit systeem jarenlang in stand kon blijven.