Speech Bolkestein voor Verbond van Verzekeraars: "Europa en Verzekeringen"

donderdag 18 maart 2004

Dames en heren,

Allereerst maak ik van de gelegenheid gebruik het Verbond van Verzekeraars te danken voor het zo nadrukkelijk centraal stellen van Europa. Het Verbond en de collega's van het CEA komen vaak bij mij langs om het standpunt van de sector toe te lichten. Het is mij een genoegen nu eens bij u langs te komen.

In mijn presentatie zal ik ingaan op een oer-Nederlands product dat ons vandaag bindt: verzekeringen. Er zijn niet veel landen waar de bevolking zo goed verzekerd door het leven gaat. Per inwoner wordt er in Nederland aan non-life verzekeringen meer dan 1000 euro per jaar betaald: meer dan 50% boven het Europese gemiddelde.

De Nederlandse thuismarkt wordt al lange tijd gekenmerkt als groot, liberaal en innovatief. Een markt met veel buitenlandse aanbieders. Nederland heeft zelf ook een aantal mondiale spelers van formaat in het veld staan, gewend aan een stevige internationale concurrentie. De aanstaande uitbreiding van Europa schept nieuwe kansen.

In mijn rol binnen de Europese Commissie is het slechten van Europese binnenmuren mijn vaste agenda. Het vervolg van mijn presentatie spitst zich toe op de noodzaak van meer integratie binnen de verzekeringssector en de prioriteiten die ik daarbij zie.

Noodzaak voor integratie

De centrale vraag is natuurlijk of Europese initiatieven gericht op meer integratie wel nodig zijn. Aan Europese regelgeving zijn duidelijke voordelen verbonden. Deze is namelijk voor iedereen dezelfde. Kunt u zich voorstellen hoe nieuw ontwikkelde pan-Europese verzekeringssegmenten, zoals bijvoorbeeld catastrofe verzekeringen, zich zonder Europees kader ontwikkelen? De slangenkuil van overlappende regelgeving en uiteenlopend toezicht zou dit soort innovatieve ontwikkelingen direct liquideren.

Alternatieven, zoals zelfregulering op nationaal niveau en convenanten overeengekomen tussen overheden en federaties, werken in elke lidstaat verschillend uit. Te vaak worden deze onder het hoofdstuk 'publieke bescherming' gepresenteerd maar dienen ze feitelijk ter bescherming van nationale markten en de min of meer op dat moment toevallig aanwezige aanbieders op die markten.

De ervaring leert dat te weinig concurrentie ondernemers lui maakt en de kosten doet stijgen. De verzekeringssector is hierop geen uitzondering. Meer integratie binnen Europa zorgt voor meer concurrentie, een betere allocatie van schaarse middelen en een hogere economische groei in elke lidstaat. Zonder integratie is economische groei suboptimaal.

Daarbij geldt dat integratie in de markt voor financiële diensten een basisvoorwaarde is voor integratie, innovatie en verbeterde doelmatigheid in andere sectoren. Conservatieve schattingen van het effect van integratie van financiële diensten duiden op een rechtstreeks toerekenbaar effect van 130 miljard euro extra groei in het Europees nationaal product. Het uiteindelijke effect voor de economie als geheel wordt vele malen groter geschat.

In de huidige situatie waar Europa een te lage groei laat zien en Nederland zelfs onderaan de lijst bungelt kunnen we het ons eenvoudigweg niet permitteren deze winst aan ons voorbij te laten gaan. Vanuit het warme bad van sociale welvaart moet niet lijdzaam worden toegekeken wat er om ons heen gebeurt.

We moeten zelf stappen zetten en actief economische groei nastreven. Beloning in de vorm van instandhouding van een sociaal stelsel, kan niet zonder inspanning worden bereikt. Dit schept een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor overheid en bedrijfsleven.

Rol verzekeraars in integratie

Verzekeraars hebben een belangrijke positie in dit speelveld. Zeker in een tijd dat de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat ter discussie staat en we zien dat overheden steeds meer terugtreden uit de sociale verzekeringsmarkt. Met het wegnemen van fictief in stand gehouden barrières nationaal en internationaal - kunnen verzekeraars hun producten eenvoudiger in binnen- en buitenland afzetten; bedrijven en consumenten kunnen op hun beurt hun verzekeringsportefeuilles efficiënter en goedkoper inrichten en kiezen uit een ruimer aanbod van meer innovatieve producten.

Tot zover de theorie.

Focus nationaal

Dan de praktijk.

Het wegnemen van barrières voor rechtstreekse grensoverschrijdende aanbieding is één van de routes naar meer integratie en efficiency binnen Europa. Tegelijk moeten we bedenken dat 95% van de verzekeraars puur lokaal op nationale markten opereert. Er zijn een aantal min of meer logische oorzaken daarvoor, zoals bekendheid met de aanbieder, fysieke bereikbaarheid en natuurlijk ook verschillen in taal, contractrecht, aansprakelijkheid en fiscale behandeling. Maar uit het feit dat vraag en aanbod op dit moment niet grensoverschrijdend plaatshebben, mag niet de conclusie worden getrokken dat er geen behoefte aan is. Het startpunt van Europa is nu eenmaal een gefragmenteerde markt. Dat is geen keuze of behoefte, maar historische realiteit!

De dominantie van lokaal aanbod houdt ook verband met de lage arbeidsmobiliteit binnen Europa, zeker in vergelijking met de 6 keer zo hoge mobiliteit in de Verenigde Staten. Naar verwachting zal de mobiliteit binnen Europa de komende jaren toenemen en daarmee ook de vraag naar meer grensoverschrijdende aanbieding van verzekeringsproducten.

Op dit moment moeten dynamische werknemers bij een carrièrestap binnen de Unie feitelijk hun gehele financiële huishouden opnieuw vormgeven naar lokale normen. Een dergelijke automatische rem op mobiliteit is onaanvaardbaar. Bedrijven opereren steeds internationaler; werknemers zullen in die ontwikkeling moeten kunnen volgen.

Europa heeft op sommige terreinen al flinke stappen gezet op weg naar integratie. Eerder vandaag is het één en ander gezegd over de WAM Richtlijnen, bedoeld om de mobiliteit van automobilisten te bevorderen. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Ter illustratie van een nog steeds overheersende nationale focus, het voorbeeld van een grote Nederlandse verzekeraar die in haar algemene polisvoorwaarden van een autoverzekering nog steeds meldt dat de verzekering eindigt 'zodra het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald'.

Zo worden Europese burgers gehinderd in een andere lidstaat te gaan wonen en werken! De WAM richtlijn uit 1990 verbood een dergelijke beëindiging al. Het nieuwste voorstel voor de 5de WAM richtlijn veegt voor alle duidelijkheid nogmaals expliciet de vloer aan met deze nog steeds in omgang zijnde clausule.

Hoe tot meer integratie te komen?

Tot zover de noodzaak tot meer integratie te komen. De vraag is vervolgens wat nu de meest geëigende route is voor het wegnemen van de barrières voor integratie. Moeten toekomstige initiatieven in de verzekeringssector meer in de richting van 'vrijheid van dienstverrichting' gaan en dus focussen op het wegnemen van belemmeringen voor grensoverschrijding? En, zo ja, voor welke onderdelen van de verzekeringssector? De Richtlijn Verzekeringsbemiddeling is hier een voorbeeld van. Het maakt het voor tussenpersonen gemakkelijker in het buitenland actief te zijn en daarmee hun klanten te volgen. Op deze wijze kunnen verzekeraars hun producten ook op andere markten introduceren _ als ze willen.

Of ligt de oplossing meer in het nastreven van de 'vrijheid van vestiging' en het eenvoudiger maken van fysieke aanwezigheid op lokaal niveau in de verschillende lidstaten? Zelf denk ik dat beide strategieën elkaar niet bij voorbaat hoeven uit te sluiten. Er zijn producten - zoals levensverzekeringen, pensioenen en herverzekeringen - waarbij direct grensoverschrijdend aanbod goed past. Het wegnemen van barrières voor dit grensoverschrijdende aanbod zou in die gevallen prioriteit moeten krijgen. Daarnaast kan ook worden gedacht aan het meer integreren van back-office activiteiten van pan-Europese verzekeraars en het daarop beter laten aansluiten van het toezichtskader.

Voor andere verzekeringsproducten waarbij fysieke afstand tussen verzekeraar en verzekerde van doorslaggevende betekenis is, zou meer de nadruk op de vrijheid van vestiging kunnen worden gelegd. De meest eenvoudige manier is natuurlijk het doen van een overname en het gebruiken van een bestaand afzetkanaal. Naast kleine stapjes in Europa hebben grote Nederlandse spelers het afgelopen decennium op deze wijze een ruk naar het westen gemaakt. Er is dus schijnbaar behoefte aan!

Als vrijheid van vestiging de voorkeur van partijen is, is een belangrijke kans collectief te investeren in een betere en meer doelmatige inrichting van het Europese bedrijfsleven onlangs in de kiem gesmoord. Het bereikte compromis over de Overnamerichtlijn, waarbij beschermingsconstructies grotendeels worden ontzien, maakt buitenlandse overnames tot dure operaties met een ongewis eindresultaat. Bedrijven die willen groeien, zullen hun toekomst nu meer en meer moeten zoeken in rechtstreekse grensoverschrijdende aanbieding. Met het slappe compromis is druk op de Europese Commissie gelegd met meer vergaande voorstellen te komen om belemmeringen voor grensoverschrijdend aanbod weg te nemen.

Europese initiatieven

Elke dag dat bedrijven en consumenten de toegang wordt onthouden tot een meer competitieve Europese markt heeft een prijskaartje. We hebben binnen Europa al enige ervaring met het integreren van financiële diensten. Het meest veelomvattende pakket maatregelen verzameld in het Actieplan Financiële Diensten is evenwel nog jong en belangrijke maatregelen zijn nog niet geïmplementeerd in de lidstaten. Maar ik moet zeggen dat in korte tijd een behoorlijke inhaalslag is gemaakt: 90% van de maatregelen is afgerond.

Het is duidelijk dat de implementatie van financiële regelgeving waarover Ministers het in Brussel en in Den Haag eens zijn geworden veel energie en inspanning van de sector heeft vereist. We moeten ervoor zorgen dat niemand bij het inhalen de macht over het stuur verliest. Het is dan ook goed eerst terug te kijken, en met alle betrokkenen te beoordelen of de juiste aanpak is gekozen en de beoogde doestellingen zijn bereikt voordat nieuwe initiatieven worden gepresenteerd.

Vandaag heeft de heer Swalef al gerefereerd aan de groep Europese verzekeringsexperts. Deze groep heeft van de Commissie de opdracht gekregen de staat van financiële integratie op te maken in het licht van de afronding van het Actieplan. Vertegenwoordigers van het Verbond en de CEA zijn dat wil zeggen op persoonlijke titel - nauw bij dit proces betrokken. De bevindingen van de groep zullen eind april worden opengesteld voor publieke consultatie. Ik nodig u allen graag uit uw opmerkingen, kritiek en suggesties aan de Europese Commissie kenbaar te maken. Dit kan tot begin september. Aan de hand van de rapporten en uw reacties zal de Commissie in het najaar de belangrijkste thema's identificeren en naar verwachting begin 2005 haar standpunt hierover bepalen.

U zult begrijpen dat ik de vertrouwelijkheid van de discussies binnen de groepen moet respecteren en niet vooruit kan lopen op conclusies. Ik kan u echter al wel melden dat deze exercitie niet moet worden gezien als de voorbode van wederom een snelle inhaalslag. Afgezien van reeds aangekondigde initiatieven, zoals op het terrein van herverzekeringen, solvabiliteit, verslaggeving en corporate governance, zal de Commissie niet op korte termijn met een nieuw alomvattend pakket aan initiatieven komen: geen Actieplan deel 2 dus. De sector heeft duidelijk de tijd nodig alle recente wetgevende initiatieven vanuit Brussel en Den Haag te implementeren. Die tijd krijgt ze dan ook. Ook moet de gelegenheid worden gegeven meer nadrukkelijk op de correcte toepassing van al deze nieuwe regels toe te zien zowel binnen ondernemingen zelf, als door de toezichthouders. De Commissie zal zich hier niet onbetuigd laten.

Buiten de reeds aangekondigde initiatieven, moet de prioriteit de komende jaren vooral liggen in het achterhalen van de oorzaken van fragmentatie in specifieke producten of sectoren. Hierbij zullen we en dat benadruk ik uitvoerig de voor- en nadelen verbonden aan het opheffen van de fragmentatie overwegen. Subsidiariteit en proportionaliteit zijn essentieel. De Commissie heeft reeds aangekondigd dat een uitvoerige impact analyse standaard onderdeel zal uitmaken van alle nieuwe voorstellen. Ook zal de Commissie dat spreekt vanzelf - haar beleid ten aanzien van transparantie en consultatie continueren. Alleen die terreinen waar de grootste winst valt te behalen zullen met prioriteit worden aangepakt. Waar geen winst valt te behalen, of verlies wordt verwacht, blijft Brussel stil.

De zorg die ook vandaag meermaals werd geuit ten aanzien van zinloze regelgeving en stijgende administratieve lasten, is terecht. Maar laat u niet meedeinen in het sentiment dat er een vloedgolf aan administratieve lasten uit Brussel komt. Wat wij doen in de Interne Markt is het afstorten van een enorme bak met 25 verschillende wetboeken in ruil voor één nieuw exemplaar dat direct in heel Europa kan worden toegepast. Waar nationale overheden de kaderregelgeving gebruikt voor een kerstboom aan gedetailleerde regelgeving, is dit hun eigen verantwoordelijkheid. Waar u vindt dat Europese regelgeving het doel voorbij schiet of in verhouding te hoge administratieve lasten met zicht brengt, laat ons dat weten.

De verzekeringsrichtlijnen

Dit brengt mij heel kort op de verzekeringsrichtlijnen zelf. Vele maatregelen in het Actieplan op het terrein van verzekeringen zijn inmiddels afgerond. Maar het magnus opus, de 2de Solvabiliteitsrichtlijn staat nog in de stijgers. In de loop van 2005 zal de Commissie met haar kadervoorstel naar buiten komen. Tot die tijd zullen alle belanghebbenden door ons en door de toezichthouders veelvuldig worden geconsulteerd.

Verder verwachten we in mei dit jaar met ons voorstel voor een Richtlijn Herverzekeringen naar buiten te komen. Dit zal een fundamentele verandering betekenen in een sector die cruciaal is voor de financiële stabiliteit, maar een sterk versnipperd toezicht kent.

Tot slot de Europese richtlijn Pensioenfondsen die vorig jaar is aangenomen. De richtlijn pensioenfondsen moet er simpelweg voor zorgen dat alle partijen optimaal kunnen profiteren van de Europese interne markt. Pensioenfondsen kunnen dan eenvoudiger pan-Europees opereren en de arbeidsmobiliteit van werknemers zal een flinke duw in de rug krijgen.

Verzekeraars die dat willen, kunnen ervoor kiezen pensioencontracten onder de richtlijn te laten vallen. In dat geval zullen zij gelijk behandeld worden als pensioenfondsen. Dit betekent dat ook verzekeraars dan het 'prudent person' principe voor beleggingen kunnen toepassen, mits deze activiteit goed gescheiden van het normale verzekeringsbedrijf plaatsvindt.

Conclusie

Dames en heren, laat ik afronden.

Met het Actieplan Financiële Diensten is een belangrijke stap gezet naar een interne markt voor financiële diensten in Europa. Maar we zijn er nog niet. Zo moet de richtlijn pensioenfondsen nog worden geïmplementeerd, en staat de Richtlijn Herverzekeringen en wat later de 2de Solvabiliteitsrichtlijn voor de deur. Verder zal het komende jaar in het teken staan van enkele belangrijke keuzes voor de toekomst. Is integratie binnen de verzekeringssector het meest gebaat bij het wegnemen van barrières voor grensoverschrijdende aanbieding, of kan worden volstaan met het slechten van toetredingsdrempels?

Ik haak graag aan bij dat wat men vroeger in Scheveningse visserskringen zei: 'Al ziet men vrouw en toren staan, dan is de reis nog niet gedaan'. Verzekeraars zijn van nature voorzichtig, dat begrijp ik. En ik begrijp dat het financieel best goed gaat met of zonder meegeconsolideerde dochters. Maar de op het eerste gezicht meest voor de hand liggende strategische keuze is niet altijd de veiligste zeker niet op langere termijn.

Zou het niet spijtig zijn geweest wanneer Michiel de Ruyter en Piet Hein aan wal waren gebleven? Of indien Columbus zich had laten overtuigen dat Amerika niet bestond omdat zijn collega's er nog nooit waren geweest? De Nederlandse verzekeringssector heeft het binnen haar macht toonaangevend te zijn binnen Europa. Aan u de keuze om die uitdaging aan te gaan en de kapers voor de kust te slim af te zijn.

Ik dank u voor uw aandacht.