Raad bevestigt akkoord over milieuaansprakelijkheid (en)
De Raad en het Europees Parlement hebben een akkoord (1) bereikt over een ontwerp-richtlijn die tot doel heeft een wettelijk kader betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade tot stand te brengen. Dit akkoord moet nu bevestigd worden door het Parlement (absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen) en de Raad (gekwalificeerde meerderheid van stemmen) alvorens de richtlijn kan worden aangenomen.
De ontwerp-richtlijn heeft ten doel milieuschade te voorkomen, en stoelt op het beginsel "de vervuiler betaalt": elke preventieve of herstellende maatregel moet worden getroffen en betaald door de exploitant wiens activiteit schade veroorzaakte of een dreiging vormde voor het milieu. Dit moet exploitanten ertoe aanzetten de risico's van milieuschade zo ver mogelijk terug te dringen.
De werkingssfeer van dit instrument omvat schade aan bodem, wateren en biodiversiteit. Economische schade is uitgesloten.
Voor bepaalde in een bijlage genoemde beroepsactiviteiten met een hoog risico wordt alle milieuschade gedekt en geldt strikte aansprakelijkheid. Voor andere beroepsactiviteiten wordt uitsluitend schade aan beschermde soorten en habitats gedekt indien de exploitant schuld of nalatigheid kan worden verweten.
De ontwerp-richtlijn voorziet tevens in de mogelijkheid dat de betrokkenen verzoeken om maatregelen, in samenwerking tussen de lidstaten in geval van grensoverschrijdende vervuiling en in de ontwikkeling van financiëlezekerheidsinstrumenten. De bepalingen hebben geen terugwerkende kracht.
In het bemiddelingscomité zijn de volgende kwesties opgelost:
€? de mogelijkheid dat de exploitant zijn aansprakelijkheid beperkt krachtens de voorwaarden van de internationale verdragen inzake de beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen en inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart, die in het kader van een Commissieverslag 9 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn kan worden herzien;
€? herstelmaatregelen moeten als uiterste middel worden beschouwd;
€? de Commissie moet op grond van haar (6 jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn te presenteren) verslag over de voorwaarden voor financiële zekerheid, nagaan of voorstellen inzake een systeem van geharmoniseerde verplichte financiële zekerheid moeten worden ingediend;
€? in haar verslag over de uitsluitingen moet de Commissie ook met het verband tussen de aansprakelijkheid van reders en bijdragen van de afnemers van olie rekening houden in het licht van eventuele relevante onderzoeken door het Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie.
Gememoreerd wordt dat de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt op 13 juni 2003 heeft vastgesteld.
(1) Via een briefwisseling in het kader van de bemiddelingsprocedure.