Prof.Drs. J. (Jacques) Wallage

foto Prof.Drs. J. (Jacques) Wallage
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Met dank overgenomen van Parlement.com.

PvdA-bestuurder en politicus die van jongs af aan politiek actief was. Socioloog uit een joods middenstandsgezin. Werd al op jonge leeftijd wethouder van Groningen. In de Tweede Kamer aanvankelijk onderwijsspecialist en woordvoerder Zuid-Afrikabeleid. Goed, spreekvaardig debater. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers i, eerst van onderwijs en daarna van sociale zaken, bracht hij belangrijke wetgeving in het Staatsblad, zoals de Wet op de basisvorming en de Wet voorzieningen gehandicapten. Onderhandelde in 1994 over de vorming van het eerste paarse kabinet. Na een vierjarige periode fractievoorzitter te zijn geweest, werd hij burgemeester van Groningen. Stond als zodanig ruim tien jaar goed aangeschreven. Is nu honorair hoogleraar.

PvdA
functie(s) in de periode 1981-1998: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, staatssecretaris

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Jacques (Jacques)

geboorteplaats en -datum
Apeldoorn, 27 september 1946

2.

Partij/stroming

partij(en)
PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 1964

3.

Hoofdfuncties/beroepen (11/15)

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 10 juni 1981 tot 7 november 1989
  • staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen (belast met basis- en speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs), van 7 november 1989 tot 9 juni 1993
  • staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (belast met sociale zekerheid en emancipatiebeleid), van 9 juni 1993 tot 22 augustus 1994
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 mei 1994 tot 26 augustus 1998
  • waarnemend fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 29 juli 1994 tot 30 augustus 1994
  • fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 augustus 1994 tot 6 mei 1998
  • fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 mei 1998 tot 10 juli 1998
  • burgemeester van Groningen, van 1 oktober 1998 tot 1 juli 2009
  • ambteloos, vanaf 1 juli 2009 (vervult diverse deeltijdfuncties)
  • bijzonder hoogleraar integratie en openbaar bestuur, ISW (Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid), Rijksuniversiteit Groningen, van september 2009 tot 1 oktober 2014 (vanwege het Groninger Universiteitsfonds)
  • honorair hoogleraar 'transities in het openbaar bestuur', Rijksuniversiteit Groningen, vanaf 1 oktober 2014

(in)formateurschap(pen)
  • informateur, van 5 juli 2010 tot 21 juli 2010 (samen met U. Rosenthal)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties

huidige
  • voorzitter Raad van Toezicht Groninger Museum, vanaf 1 januari 2022
  • lid bestuur Stichting Rookpreventie Jeugd

vorige (2/48)
  • voorzitter 'Aan Tafel', dialoog over gevolgen gaswinning in Groningen, van januari 2014 tot 3 september 2015 (met Jan Kamminga)
  • co-voorzitter OFL (Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving), vanaf 2016

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.


afgeleide functies, presidia etc.
  • voorzitter vaste commissie voor het Wetenschapsbeleid (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 9 september 1986 tot 7 november 1989
  • voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 13 september 1994 tot 10 juli 1998

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër (3/6)
  • Bracht in 1985 met zijn fractiegenoot Joop Worrell het in 1981 door Van Kemenade, Meijer en Worrell ingediende initiatiefwetsvoorstel Kaderwet Volwasseneneducatie in het Staatsblad. Deze wet regelt de vorming en opleiding van volwassenen die gericht is op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing en van het maatschappelijk functioneren van volwassenen door ontwikkeling van kennis van sociale, culturele, technische en huishoudelijke vaardigheden. Jaarlijks moet de minister een plan indienen over de stand van zaken van de volwasseneneducatie. Er komt een landelijk ontwikkelingscentrum en een educatief centrum. (16.689)
  • Interpelleerde op 2 maart 1989 minister Deetman over diens positie als minister van Onderwijs en Wetenschappen, met name vanwege de problemen bij de uitvoering van de Wet op de studiefinanciering
  • Interpelleerde op 22 maart 1995 samen met Louise Groenman (D66) staatssecretaris Kohnstamm over het spreidingsbeleid nieuwkomers en gettovorming grote steden

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Bracht in 1991 een nota en in 1992 een vervolgnota uit over het profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs. Scholen moeten een aansprekende leer- en werkomgeving kunnen scheppen, afgestemd op de behoeften van deze tijd, op leerbehoeften van jongeren en professionele behoeften van leraren. De aansluiting van voortgezet onderwwijs op beroepsonderwijs moet worden versterkt. Het onderscheid tussen 6-jarig v.w.o. en 5-jarig h.a.v.o. blijft gehandhaafd. (22.645)
  • Besloot in 1993 tot overgang van het formatiebudgetsysteem naar lump-sum-financiering van scholen in het voortgezet onderwijs met ingang van het schooljaar 1996/1997. Tevens wordt verdere verzelfstandiging van scholen aangekondigd. (21.140, nr.13)
  • Wijzigde in 1994 het door zijn voorganger in 1992 ingediende wetsvoorstel herinrichting Algemene Bijstandswet drastisch. Gemeenten krijgen een grotere verantwoordelijkheid bij de uitvoering van de wet. Het landelijk normensysteem wordt vereenvoudigd: personen van 21 jaar en ouder ontvangen als basisbedrag 50 procent van het netto-minimumloon voor alleenstaanden, 70 procent voor alleenstaande ouders en 100 procent voor echtparen en samenwonenden. Het wetsvoorstel werd in 1995 door minister Melkert in het Staatsblad gebracht.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/12)
  • Bracht in 1993 samen met de staatssecretarissen Heerma en Simons de Wet voorzieningen gehandicapten (Stb. 545) tot stand, waarbij de uitvoering van de woon- en vervoersvoorzieningen voor gehandicapten werden overgeheveld naar de gemeenten. De voorzieningen worden ondergebracht in de AWBZ, ook voorzieningen voor gehandicapten van 65 jaar en ouder vallen onder de wet. (22.815)
  • Bracht in 1993 samen met minister De Vries een wet (Stb. 750) tot stand inzake het terugdringen van ziekteverzuim. Deze wet verplicht werkgevers de eerste zes weken van het ziekteverzuim minimaal 70% van het loon door te betalen (voor bedrijven van minder dan 15 werknemers geldt dat voor twee weken). De werkgever is tot zes weken verantwoordelijk voor de controle van de zieke werknemer, daarna neemt de bedrijfsvereniging de controle en uitbetaling van de uitkering over. (22.899)
  • Bracht in 1994 een wijziging (Stb. 496) van de Pensioen- en spaarfondsenwet tot stand. Hierdoor komt er een wettelijk recht op waarde-overdracht van pensioenen en een verbod op het uitsluiten van deeltijdwerkers uit pensioenregelingen. Tevens wordt het partnerpensioen onder de bescherming van wet gebracht. De Pensioenkamer wordt opgeheven. Het wetsvoorstel was in 1993 ingediend door staatssecretaris Ter Veld. (23.123)

als (in)formateur
  • Kreeg op 5 juli 2010 het verzoek om, gelet op het eindverslag van de informateur en de daarin vervatte conclusie, samen met prof.dr. U. Rosenthal, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van de spoedige totstandkoming van een kabinet van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. Op 21 juli concludeerden zij dat de inhoudelijke verschillen daarvoor te groot waren.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • In 1995 tekende zich een richtingenstrijd in de PvdA af tussen hem en partijvoorzitter Rottenberg. In een interview noemde Rottenberg hem onder meer een goed fractievoorzitter, maar ook een schoolmeester die een parafencultuur in stand hield. Getrouwen van beide 'kemphanen' werden aangeduid als 'Wallagianen' en 'Rottenbergianen'.
  • Was in 1998 onderhandelaar van de PvdA bij de kabinetsformatie, maar werd na afronding daarvan benoemd tot burgemeester van Groningen en verliet de Tweede Kamer
  • In het in 2008 verschenen rapport van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwing werden kritische beschouwingen gewijd aan zijn beleid als staatssecretaris van Onderwijs. Het wetsvoorstel over de basisvorming werd een compromis van een compromis van een compromis genoemd, waardoor eerdere bedoelingen verwaterd waren geraakt. Volgens SGP-Tweede Kamerlid Van der Vlies werd het wetsvoorstel door de Tweede Kamer geloodst door alle partijen iets te gunnen: het CDA het bestaande scholenbestand, de VVD het gymnasium, de kleine christelijke partijen de kerndoelen, de PvdA de basisvorming in het voortgezet onderwijs. "Het vervelende is dat dat niet allemaal [kon] en zeker niet tegelijk", zei Van der Vlies.

uit de privésfeer
  • Was in Groningen actief in de studentenbeweging
  • Zijn vader kwam uit Stadskanaal en had met zijn broers een winkel in galanterieën op de Rademarkt in de stad Groningen. De Grootouders Cohen hadden voor de oorlog een slagerij in de Folkingestraat in Groningen.

verkiezingen
  • Was in 1994 en 1998 bij de Tweede Kamerverkiezingen nummer 2 op de PvdA-kandidatenlijst

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • NRC Handelsblad, 13 juni 1987
  • H. Visser, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1983)
  • T. van Rijckevorsel en H. Enkelaar, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1988)
  • Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1995)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.