Dr. B. (Bert) de Vries

foto Dr. B. (Bert) de Vries
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: IISG/Nico Naeff
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Groningse antirevolutionair die al na vier jaar Tweede Kamerlidmaatschap voorzitter werd van de toen grootste regeringsfractie, het CDA. Werkte voor hij in 1978 sociaal-economisch fractiewoordvoerder werd bij Philips en de Erasmus Universiteit. Wist als fractieleider tijdens de kabinetten-Lubbers I en II zijn grote fractie bijeen te houden onder meer door dissidenten geen ruimte te geven. Speelde in het derde kabinet-Lubbers i als minister van Sociale Zaken een belangrijke rol bij het voorkomen van conflicten over onder andere de WAO-problematiek. Nadien parttime hoogleraar en voorzitter van de Sociale Verzekeringsbank en het ABP. Ook enige tijd waarnemend partijvoorzitter. In zijn partij typisch een man van het midden. Had vanwege zijn saaie imago als bijnaam 'de Stofjas'.

CDA
functie(s) in de periode 1978-1994: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, partijvoorzitter

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Berend (Bert)

geboorteplaats en -datum
Groningen, 29 maart 1938

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 11 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), van 11 oktober 1980 tot november 2010

3.

Hoofdfuncties/beroepen (10/13)

  • wetenschappelijk hoofdmedewerker sociale faculteit, Nederlandse Economische Hogeschool (later Erasmus Universiteit) te Rotterdam, van 1968 tot 22 november 1978
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 21 november 1978 tot 7 november 1989
  • fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 4 november 1982 tot 22 mei 1986
  • waarnemend fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 22 mei 1986 tot 25 juli 1986
  • fractievoorzitter CDA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 juli 1986 tot 7 september 1989
  • minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 7 november 1989 tot 22 augustus 1994
  • minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ad interim, van 19 september 1990 tot 27 september 1990 (na het aftreden van minister Braks)
  • deeltijd-hoogleraar onderzoekscentrum financieel-economisch beleid, Erasmus Universiteit Rotterdam, van oktober 1994 tot 1998 (1 dag per week)
  • voorzitter bestuur SVB (Sociale Verzekeringsbank), van november 1994 tot 1 januari 1999 (parttime)
  • voorzitter bestuur ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds), van juni 1997 tot 1 september 2001 (parttime)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties

vorige (4/24)
  • voorzitter CPC (Centrale Plancommissie), van 1 januari 2001 tot 1 september 2007
  • lid Raad van Commissarissen TUI (Travel Unie Internationaal), Nederland, van 18 oktober 2001 tot 2003
  • voorzitter Raad van Commissarissen "Doctors Pension Funds Services", van 2006 tot 2012
  • voorzitter commissie fundamentele herbezinning Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), van februari 2008 tot oktober 2008

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.


afgeleide functies, presidia etc.
voorzitter vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 16 september 1986 tot 7 november 1989

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Tweede Kamer aanvankelijk bezig met ambtenarenzaken (arbeidsvoorwaarden, pensioenen), sociale zaken (inkomensbeleid, sociale zekerheid, werkgelegenheid) en economische zaken (prijsbeleid, steunverlening bedrijven, regionaal-economisch beleid, Noord-Nederland).

opvallend stemgedrag
  • Behoorde in 1979 tot de vijf leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel Aanpassing aan de richtlijn van de EG inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen stemden

als bewindspersoon (beleidsmatig) (5/6)
  • Een door hem en staatssecretaris Kosto in 1992 in de Tweede Kamer met succes verdedigd wetsvoorstel over herziening van het ontslagrecht werd in 1996 door het opvolgende kabinet ingetrokken. (21.479)
  • Het door hem en staatssecretaris Kosto verdedigde wetsvoorstel inzake een individueel klachtrecht voor werknemers werd in september 1992 door de Tweede Kamer verworpen. De fracties van CDA, VVD, RPF en CD stemden tegen.
  • Was op 23 januari 1993 de architect van het zgn. Bami-akkoord over aanpassing van de WAO ('bami-akkoord' sloeg op het feit dat tijdens het overleg in huize De Vries een maaltijd van de afhaal-Chinees werd genuttigd). Dit akkoord tussen PvdA en CDA doorkruiste een eerder door CDA en VVD over aanpassing van de WAO gesloten overeenkomst en voorkwam de val van het derde kabinet-Lubbers.
  • Bracht in 1993 tegelijk met de begroting de Nota 'Meer werk, weer werk' uit
  • Diende in 1994 het wetsvoorstel Arbeidstijdenwet in. Dit voorstel werd in 1995 door minister Melkert in het Staatsblad gebracht. (23.646)

als bewindspersoon (wetgeving) (5/12)
  • Bracht in 1993 samen met minister Maij-Weggen de Wet vaartijden en bemanningsstrekte binnenvaart (Stb. 368) tot stand. In het belang van de arbeidsbescherming en van de veiligheid van de vaart kunnen regels worden gesteld aan de rusttijden van bemanningsleden, alsmede aan de samenstelling van de bemanning. Deze regels worden bij algemene maatregel van bestuur nader vastgesteld. De gezagvoerend schipper en de eigenaar zijn verplicht tot naleving. (22.494)
  • Bracht in 1993 samen met staatssecretaris Wallage een wet (Stb. 750) tot stand inzake het terugdringen van ziekteverzuim. Deze wet verplicht werkgevers de eerste zes weken van het ziekteverzuim minimaal 70% van het loon door te betalen (voor bedrijven van minder dan 15 werknemers geldt dat voor twee weken). De werkgever is tot zes weken verantwoordelijk voor de controle van de zieke werknemer, daarna neemt de bedrijfsvereniging de controle en uitbetaling van de uitkering over. (22.899)
  • Bracht in 1993 een wijziging (Stb. 757) van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) tot stand in verband met de tenuitvoerlegging van een EG-richtlijn. Op basis van een EG-kaderrichtlijn worden algemene bepalingen en maatregelen vastgesteld om de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers op het werk te verzekeren en op minimumniveau te harmoniseren. Ieder bedrijf moet zorgen voor preventiezorg en bedrijfshulpverleners aanstellen. De werkgever moet verder zorgen voor scholing van het personeel op het gebied van veiligheid, welzijn en gezondheid. Iedere werknemer krijgt het recht zich periodiek medisch te laten onderzoeken en recht op medezeggenschap over arbeidsomstandigheden. De wijziging behelst tevens maatregelen om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te beperken. (22.898)
  • Bracht in 1994 met staatssecretaris Kosto een wijziging (Stb. 134) van het Burgerlijk Wetboek in verband met de positie van gewetensbezwaarde werknemers tot stand. Als een werknemer op grond van een persoonlijk normbesef onoverkomelijke hinder ziet in het verrichten van werkzaamheden, moet allereerst gezocht worden naar vervangende passende arbeid. Eventuele gewetensbezwaren dienen dan wel tijdens de sollicitatieprocedure aan de orde zijn gesteld. Als geen andere passende arbeid voor handen is, moet de normale ontslagprocedure worden gevolgd, waarbij de rechter een billijke schadevergoeding kan toekennen of herstel van de dienstbetrekking kan gelasten. (22.392)
  • Bracht in 1994 een wijziging (Stb. 361) van de Jeugdwerkgarantiewet tot stand, die 'leegloop' (wel een dienstbetrekking en loon, maar geen feitelijke plaatsing op een garantieplaats) moet tegengaan. Er komt meer ruimte voor een voorbereidingsfase voor jongeren die nog niet geplaatst kunnen worden, waarin onder meer scholing mogelijk is. Daarvoor komt een ander beloningsniveau, dat een duidelijke prikkel bevat om door te stromen naar een garantieplaats. (23.453)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (5/9)
  • Lanceerde in 1987 de zogenaamde "Bert-norm": de collectieve uitgaven zouden op 60% van het nationaal inkomen gehandhaafd moeten blijven. Zette zich hiermee af tegen verdere terugdringing van de publieke sector ten opzichte van de private sector, zoals sommige van zijn partijgenoten en de VVD wensten.
  • Probeerde als minister in de periode 1991-1994 vaak een bemiddelende rol te spelen tussen de kritische CDA-Tweede Kamerfractie onder leiding van Brinkman en het kabinet. Wees wensen van Brinkman tot verdere ingrepen in de sociale zekerheid en tot ontkoppeling van uitkeringen en het minimumloon af.
  • Toonde zich na zijn ministerschap steeds vaker een kritisch beoordelaar van het sociale beleid van CDA en de kabinetten-Balkenende. Hij schreef daarover het boek "Overmoed en onbehagen" (2005) dat in de top van het CDA groot onbehagen veroorzaakte.
  • Was medeondertekenaar van een open brief van 27 CDA'ers, onder wie Cees Veerman, Herman Wijffels, Hanja Maij-Weggen en Frans Andriessen, die de CDA-fractie opriep af te zien van vorming van een kabinet met gedoogsteun van de PVV. De brief werd gepubliceerd in NRC Handelsblad van 28/29 augustus 2010.
  • Bedankte in november 2010 voor het CDA uit onvrede over de samenwerking met de PVV en over de in zijn ogen rechtse koers van het CDA

uit de privésfeer
  • Was werkstudent
  • Als wetenschappelijk medewerker was hij een kennis van professor Albeda. In de jaren dat Albeda minister was, woonde hij soms het zondagse overleg van de minister met CDA-fractievoorzitter Lubbers bij.

verkiezingen
  • In 1986 en 1989 nummer 2 op de CDA-kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
  • "de Stofjas"
  • "de Drogist" (bijnaam in CDA-kringen)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Marc Chavannes, "De erfopvolger van Kuyper en Romme", NRC Handelsblad, 20 november 1982
  • H. Visser, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1983)
  • Lex Oomkes, "Een niet te onderschatten schim", Trouw, 15 november 1990
  • "De Vries is zo rekbaar als de Martinitoren; Profiel van Bert de Vries", NRC Handelsblad, 17 augustus 1992
  • Mark Kranenburg, "'Ik vond dat we heel wat hadden gepresteerd'; Bert de Vries over twaalf jaar politiek en het 'merkwaardig constante' beleid van paars", NRC Handelsblad, 17 september 1994

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.