Dr. H.J. (Huib) van Mook

foto Dr. H.J. (Huib) van Mook
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Koloniaal bestuurder en minister. Behoorde in het interbellum tot de vooruitstrevende krachten in Nederlands-Indië rond het blad 'De Stuw'. Ondanks zijn opvattingen werd hij topambtenaar bij het Indische Gouvernement. Week na de inval van Japan uit naar Australië en ging van daar naar Londen en werd minister van Koloniën. Na 1945 de hoogste Nederlandse gezagsdrager in Nederlands-Indië. Bedacht het concept van federale staat Indonesië dat deel van een Nederlands-Indonesische Unie zou worden. Toen dat niet via onderhandelingen kon worden bereikt, werd hij voorstander van gewapend optreden. Nam in 1948 uit onvrede over de Indiëpolitiek van de naoorlogse kabinetten verbitterd ontslag. Werd daarna hoogleraar in de Verenigde Staten.

Partijloos
functie(s) in de periode 1941-1948: minister, Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Hubertus Johannes (Huib)

geboorteplaats en -datum
Semarang (Ned.-Indië), 30 mei 1894

overlijdensplaats en -datum
L'Isle-sur-la-Sorgue (Frankrijk), 10 mei 1965

2.

Partij/stroming

stroming(en)
links-liberaal

partij(en)
partijloos

3.

Hoofdfuncties/beroepen (7/12)

  • lid Volksraad van Nederlands-Indië, van 15 juni 1931 tot 1 juli 1934
  • hoofdambtenaar Bureau voor Economische Zaken te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 1 juli 1934 tot augustus 1937
  • directeur departement van Economische Zaken te Buitenzorg (Ned.-Indië), van 31 augustus 1937 tot november 1941
  • luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 1 januari 1942 tot 21 mei 1942 (benoemd bij Gouvernementsbesluit van 29 december 1941; verbleef in Australië)
  • minister van Koloniën, van 21 mei 1942 tot 23 februari 1945 (reeds op 20 november 1941 benoemd, maar die benoeming werd weer ingetrokken)
  • luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 14 september 1944 tot 3 november 1948 (verbleef in 1944-1945 in Australië)
  • hoogleraar politieke wetenschappen, University of California te Berkeley (VS), van juli 1949 tot juli 1951

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties (2/3)

  • voorzitter adviescommissie van de Verenigde Naties voor bestuurlijke problemen der ontwikkelingslanden, 1951
  • docent ISS (Institute of Social Studies) te 's-Gravenhage

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Droeg als minister van Koloniën de politieke verantwoordelijkheid voor de zgn. 7-december-rede (7 december 1942) van koningin Wilhelmina over de naoorlogse verhoudingen tussen Nederland en de overzeese rijksdelen. Was feitelijk zelf de auteur van die rede.

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1943 het Overgangsbesluit Algemeen Bestuur Nederlands-Indië (Stb. D65) en het Overgangsbesluit Indische Staatsregeling (Stb. D66) tot stand

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/15)
  • Verloor in 1948 het vertrouwen van KVP, VVD en CHU, en van de linkervleugel van de PvdA
  • Tijdens de kabinetsformatie van 1948 werd besloten tot zijn vervanging door Beel, wat op 12 augustus 1948 leidde tot een brief van minister Sassen waarin hem werd gevraagd een andere diplomatieke functie te aanvaarden. Hij had eerder zelf aangegeven ontslag te willen nemen, maar toonde zich niettemin zeer verontwaardigd over de handelwijze van minister Sassen. Diende uiteindelijk op 11 oktober 1948 zelf - gedesillusioneerd en verbitterd - zijn ontslag in (per 1 november). Weigerde hierna een benoeming tot ambassadeur.
  • Na zijn aftreden bepleitte met name Drees hem tot minister van staat te benoemen. Een meerderheid van het kabinet wees dit echter af.

uit de privésfeer (3/4)
  • Tijdens zijn studie sterk beïnvloed door de progressieve Leidse richting in de Indologie van de hoogleraren Snouck Hurgronje en Van Vollenhoven
  • Zijn echtgenote was geboren in Djokjakarta en was een dochter van een onderwijzer
  • Zijn vader was wethouder van Soerabaja

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • T. van den Berge, "H.J. van Mook. Een vrij en gelukkig Indonesië" (2014)
  • H.W. von der Dunk, "Mook, Hubertus Johannes van (1894-1965)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 405
  • L. de Jong "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel IX (eerste helft), 348
  • "Van Mook synoniem met Batavia", in: P.F. Maas en J.M.M.J. Clerx (red.), Het kabinet-Drees-Van Schaik 1948-1951, Band C Koude Oorlog, dekolonisatie en integratie, 405-408

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.