Mr. I. (Irene) Vorrink

foto Mr. I. (Irene) Vorrink
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Nonconformistische PvdA-senator en enige vrouwelijke minister in het kabinet-Den Uyl i. Dochter van PvdA-voorman Koos Vorrink i. Deskundig op het gebied van het sociaal recht en actief in Nieuw Links i. Als minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne presenteerde zij diverse nota' s en bracht zijn enkele milieuwetten tot stand. Liberaliseerde verder de drugswetgeving, waarbij meer onderscheid werd gemaakt tussen hard- en softdrugs. Voorvechtster van vrouwenemancipatie. Verzette zich als minister openlijk tegen het besluit van haar collega Van Agt om het Openbaar Ministerie te gelasten de abortuskliniek 'Bloemenhove' te sluiten. Haar wethouderschap van Amsterdam werd geen succes en was van korte duur.

PvdA
functie(s) in de periode 1969-1977: lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Irene (Irene)

geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 7 januari 1918

overlijdensplaats en -datum
Leek (Gr.), 21 augustus 1996 (overleden op haar vakantieadres)

2.

Partij/stroming

partij(en)
PvdA (Partij van de Arbeid)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (6/11)

  • griffier Raad van Beroep en Ambtenarengerecht te Amsterdam, van 1 november 1965 tot 1969
  • ondervoorzitter Raad van Beroep en Ambtenarengerecht te Amsterdam, van 1969 tot mei 1973
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1969 tot 11 mei 1973
  • minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, van 11 mei 1973 tot 19 december 1977
  • lid gemeenteraad van Amsterdam, van 6 september 1978 tot 1 september 1979
  • wethouder (van openbare gezondheid, milieuhygiëne, kunstzaken en vrouwemancipatie) van Amsterdam, van 6 september 1978 tot 1 september 1979

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties

  • kroonlid SVR (Sociale Verzekeringsraad), vanaf 16 februari 1982 (nog in september 1987)
  • plaatsvervangend kroonlid SER (Sociaal-Economische Raad), vanaf juli 1982

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was woordvoerster sociale zaken en justitie van de PvdA-Eerste Kamerfractie

opvallend stemgedrag (0/3)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/10)
  • Bracht in 1976 de Nota milieuhygiënische normen uit. Om te komen tot een beter wettelijk kader zijn normeringen wenselijk. Uitgangspunten van het vergunningenbeleid moeten zoveel mogelijk in de wet worden vastgelegd, maar ook moeten nadere regels via gedelegeerde wetgeving kunnen worden gesteld. Om betere sturing mogelijk te maken, moet de centrale overheid een belangrijker rol krijgen bij het bepalen van kaders. Ook internationale afspraken zijn van belang, met name voor de aanpak van grensoverschrijdende milieuvervuiling. (14.318)
  • Bracht in 1977 samen met de staatssecretarissen Zeevalking en Meijer de Nota Uitgangspunten voor een beleid inzake de hulpverlening aan drugverslaafden uit. Door de toename van het aantal drugsgebruikers en verslaafden, is een hulpverleningsbeleid geboden. Hulpzoekers moeten snel geholpen kunnen worden, de hulp moet laagdrempelig zijn, en professionele en niet-professionele hulp dienen elkaar te kunnen vinden. De hulpverlening moet ingebed zijn in en aansluiting hebben met de gezondheidszorg, justitiële hulp en maatschappelijke dienstverlening en dient te gecentraliseerd worden aangeboden. (14.417)
  • Diende in 1977 samen met minister Westerterp en staatssecretaris Brinkhorst een wetsvoorstel in tot goedkeuring van de in december 1976 in Bonn tot stand gekomen overeenkomst over bescherming van de Rijn tegen chemische verontreiniging (14.663)

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1976 de Wet chemische afvalstoffen (Stb. 214) tot stand, die regels bevat over het tegengaan van verontreiniging door chemische afvalstoffen en afgewerkte olie. Er komt een regeling voor afvalverwijdering en een meldingsplicht bij verwijdering en bewaring. Ter financiering van de uitvoering komen er heffingen. (12.662)
  • Bracht in 1976 samen met minister Van Agt een wijziging (Stb. 424) van de Opiumwet tot stand. Door deze wijziging wordt de strafbaarstelling van handel in amfetaminen aanzienlijk verhoogd, worden amfetaminen en pepmiddelen onder de werking van de Opiumwet gebracht en wordt een onderscheid gemaakt tussen handel in hennepproducten (softdrugs) en in drugs met een onaanvaardbaar risico (harddrugs). Het in bezit hebben van hennepproducten wordt een overtreding in plaats van een misdrijf. (13.407)
  • Bracht in 1977 de Afvalstoffenwet (Stb. 455) tot stand, die regels bevatte over de verwerking van huishoudelijk afval, autowrakken en andere afvalstoffen, waarbij met name voor de provincie een centrale rol werd weggelegd. De wet schrijft opstelling van een indicatief meerjarenprogramma voor. (13.364)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/5)
  • Was in november 1972 kandidaat-bewindspersoon voor Sociale Zaken in het deelkabinet-Den Uyl/Van Mierlo
  • Verzette zich in 1976 krachtig (en met succes) tegen de door minister Van Agt voorgestane sluiting van de Bloemenhove-abortuskliniek in Heemstede door actievoerders vanuit het Catshuis telefonisch op de hoogte te stellen van het op handen zijnde politie-ingrijpen
  • Was de eerste vrouwelijke wethouder van Amsterdam

uit de privésfeer (3/7)
  • Haar zoon Koos Zwart kreeg begin jaren'70 bekendheid vanwege de 'beursberichten' in het politieke VARA-radioprogramma 'In de Rooie Haan', waarin hij prijsschommelingen van hasj en wiet meedeelde
  • Haar (tweede) partner was rechter in de Centrale Raad van Beroep. Hij was een kleinzoon van F.W.N. Hugenholtz, Tweede Kamerlid voor de SDAP.
  • Kleindochter van J.A. Bergmeijer, bestuurder van de SDAP

verkiezingen
  • Stond bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1967 op de dertiende (onverkiesbare) plaats op de PvdA-kandidatenlijst in Noord-Holland
  • Werd in 1969 en 1971 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep III: Noord-Holland en Friesland

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • De Tijd, 25 september 1987
  • F. Groeneveld, "Irene Vorrink (1918 - 1996); Eigenzinnig politica", NRC Handelsblad, 23 augustus 1996
  • J. Martens, "Vorrink, Irene (1918-1996), in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland
  • "Irene Vorrink 1918-1996", Trouw, 23 augustus 1996

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.