Jhr.Mr. G.L.M.H. (Gustave) Ruijs van Beerenbroek

foto Jhr.Mr. G.L.M.H. (Gustave) Ruijs van Beerenbroek
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Verburg, M.E., Geschiedenis van het Ministerie van Justitie, deel 1, 1798-1898
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Rooms-katholiek voorman aan het einde van de negentiende eeuw. Dominerend lid van de rechterzijde. Rechter in Maastricht, die vanaf 1880 als afgevaardigde van het gelijknamige district in de Tweede Kamer kwam. Maakte deel uit van de parlementaire enquêtecommissie naar de toestanden in fabrieken en werkplaatsen i en was als minister van Justitie in het kabinet-Mackay i verantwoordelijk voor de eerste Arbeidswet (1889). Werd later Commissaris van de Koningin in Limburg. Vader van Charles Ruijs de Beerenbrouck i. Stond bekend als een echte regent, met veel afstand tot gewone mensen.

Bahlmannianen ('Centrum'), Katholieken
functie(s) in de periode 1880-1926: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, staatsraad in buitengewone dienst, Commissaris van de Koning(in)

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Gustave Louis Marie Hubert (Gustave)

wijziging in naam en/of titulatuur
  • Jhr.Mr. G.L.M.H. Ruijs van Beerenbroek, tot 21 maart 1895
  • Jhr.Mr. G.L.M.H. Ruijs de Beerenbrouck, vanaf 21 maart 1895

geboorteplaats en -datum
Roermond, 26 september 1842

overlijdensplaats en -datum
Born, 6 februari 1926

2.

Partij/stroming

stroming(en)
R.K. (Rooms-Katholieken) (conservatief)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (13/15)

  • rechter Arrondissementsrecht te Maastricht, van 15 mei 1877 tot 1 januari 1888
  • lid gemeenteraad van Maastricht, van 1880 tot 1888
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 6 december 1880 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Maastricht)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Maastricht)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Maastricht)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 23 december 1887 (voor het kiesdistrict Maastricht)
  • vicepresident Arrondissementsrechtbank te Maastricht, van 1 januari 1888 tot 20 april 1888
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 februari 1888 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Maastricht)
  • minister van Justitie, van 21 april 1888 tot 21 augustus 1891
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 juli 1892 tot 7 oktober 1893 (voor het kiesdistrict Roermond)
  • voorzitter R.K.-Kamerclub, Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 27 september 1892 tot 7 oktober 1893
  • Commissaris der Koningin in Limburg, van 1 november 1893 tot 16 mei 1918 (benoemd bij K.B. van 1 oktober 1893)
  • staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State, van 1 augustus 1903 tot 6 februari 1926 (benoemd bij K.B. van 14 juli 1903)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties (2/8)

  • lid Raad van Commissarissen Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen ("S.S."), omstreeks 1915
  • lid College van Curatoren Rijks Landbouw-Hoogeschool te Wageningen, van 8 januari 1918 tot februari 1923

afgeleide functies, presidia etc. (2/4)
  • (tijdelijk) ondervoorzitter van de ministerraad (kabinet-Mackay), van 21 april 1888 tot 21 augustus 1891
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1893 tot april 1893

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
beschermheer Vereeniging tot bevordering van tuin- en landbouw in Limburg, omstreeks 1901

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Tweede Kamer bezig met justitiële onderwerpen, buitenlandse zaken en spoorwegaangelegenheden

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • In 1889 verwierp de Eerste Kamer met 34 tegen 12 stemmen een door hem verdedigd wetsvoorstel inzake verzekering van de toepassing van toegelaten vrijheidsbeneming, omdat de meerderheid de regeling voor aanhouding bij heterdaad te omslachtig vond. In 1890 werd een nieuw wetsvoorstel wel aanvaard.

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1889 samen met minister Havelaar de Boterwet tot stand, die bepalingen bevatte over het tegengaan van bedrog in de boterhandel. Margarine (kunstboter) mocht alleen worden verkocht als duidelijk was aangegeven dat het niet om zuivere boter ging.
  • Bracht in 1889 de wet houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatige en gevaarlijke arbeid van jeugdige personen en van vrouwen (Arbeidswet) tot stand. Daarmee kwam er een verbod op kinderarbeid, werd de arbeid van jeugdigen (tot 16 jaar) en vrouwen geregeld en werd de Arbeidsinspectie ingesteld.
  • Bracht in 1890 een wet houdende opneming van verbodsbepaling in het Wetboek van Strafrecht tegen het dragen van wapens (Wapenwet) tot stand. Hierdoor werd een al sinds 1810 bestaand verbod opnieuw strafbaar gesteld (omdat dit in het nieuwe Wetboek van Strafrecht was verzuimd) en uitgebreid tot het dragen van vuur-, slag- of steekwapens op de openbare weg of op voor publiek toegankelijke ruimten.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Ten onrechte vermeld BWN dat hij lid van de Raad van Voogdij over de minderjarige koningin Wilhelmina was
  • Zou door de liberale minister Tak van Poortvliet in 1893 tot Commissaris van de Koningin zijn benoemd, omdat die daarmee een lastige tegenstander in de Tweede Kamer kwijt was

uit de privésfeer
  • Bracht in 1889 een fusie tot stand tussen de Christelijke Limburgsche Boerenbond en de Limburgsche Landbouwbond
  • Zijn vader was districtscommissaris en Gedeputeerde van Limburg (1817-1818 en 1847-1862)

verkiezingen (3/6)
  • Werd in 1886 en 1887 bij de algemene verkiezingen samen met L.F.H.C. Ruland in de eerste stemmingsronde gekozen
  • Versloeg in 1888 jhr. L.F.H. Michiels van Kessenich
  • Versloeg in 1892 bij een tussentijdse verkiezing in het district Roermond L. Geradts

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • G.A.M. Beekelaar, "Ruijs van Beerenbroek, Jhr. Gustave Lodewijk Marie Hubert (1842-1926)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 487
  • G.A.M. Beekelaar, "Gustave Ruijs de Beerenbrouck (1842-1926), commissaris der Koningin 1893-1918 en Charles Ruijs de Beerenbrouck (1873-1936), commissaris der koningin, mei-augustus 1918", in: J.H.M. Wieland e.a. (red.), "De Gouverneurs in de beide Limburgen 1815-1989" (Maastricht, 1989) 265

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.