J.J. Rochussen
Typische vertegenwoordiger van de Amsterdamse handelswereld, die zowel onder Willem II als Willem III minister was. Vertrouweling van die beide koningen. In 1843 één van de eerste ministers die door de Tweede Kamer tot aftreden werd gedwongen, hoewel hij zich wel bereid had getoond daarmee samen te werken. Als Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië i in de jaren 1845-1851 actief bij het onder Nederlands gezag brengen van de buitengewesten. Werd in 1858 leider van een kabinet i en minister van Koloniën. Zijn conservatieve koloniale beleid - hij verdedigde het cultuurstelsel met door de regering uitgegeven contracten - vond echter weinig instemming en leidde tot zijn val. Rijzige gestalte, aangenaam in de omgang, die in de Kamer vaak, lang en bewegelijk sprak.
Regeringsgezind ten tijde van Willem I en Willem II, Conservatieven
functie(s) in de periode 1840-1869: lid Tweede Kamer, minister, Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië
Inhoudsopgave van deze pagina:
Jan Jacob
geboorteplaats en -datum
Etten (Brabant), 23 oktober 1797
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 21 januari 1871stroming(en)
-
-regeringsgezind (ten tijde van Willem I en Willem II)
-
-conservatief-liberaal (met name op koloniaal gebied conservatief)
-
-secretaris Kamer van Koophandel en fabrieken te Amsterdam, van 22 januari 1826 tot 10 augustus 1826
-
-entreposeur (beheerder) entrepôtdok te Amsterdam, van 10 augustus 1826 tot 18 juli 1828
-
-directeur entrepôtdok te Amsterdam, van 18 juli 1828 tot 31 juli 1840
-
-minister van Financiën, van 31 juli 1840 tot 25 juni 1843
-
-buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Brussel, van 1 juli 1843 tot februari 1845 (benoemd bij K.B. van 25 juni 1843)
-
-Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, van 30 september 1845 tot 12 mei 1851 (benoemd bij K.B. van 5 februari 1845)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1852 tot 26 april 1853 (voor het kiesdistrict Alkmaar)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juni 1853 tot 28 januari 1857 (voor het kiesdistrict Alkmaar)
-
-minister van Koloniën, van 18 maart 1858 tot 1 januari 1861 (benoemd bij K.B. van 12 maart 1858)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 november 1864 tot 1 oktober 1866 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 november 1866 tot 3 januari 1868 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 februari 1868 tot 20 september 1869 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
ambtstitel
-
-minister van staat, van 25 juni 1843 tot 21 januari 1871
(in)formateurschap(pen)
-
-kabinetsformateur (samen met J.K. baron van Goltstein), van 3 maart 1858 tot 12 maart 1858
-
-kabinetsformateur (samen met S. baron van Heemstra), van 3 maart 1861 tot 6 maart 1861 (nam zelf geen zitting)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-onderhandelaar over het scheepvaartverdrag te Berlijn, van 8 maart 1837 tot 1838
-
-commissaris des Konings bij de Nederlandsche Handelmaatschappij, van mei 1853 tot 29 maart 1858
afgeleide functies, presidia etc. (2/5)
-
-lid Commissie omtrent de bescheiden betreffende de Limburg-Luxemburgsche aangelegenheden (Tweede Kamer der Staten-Generaal), maart 1868
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1869 tot juni 1869
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
als parlementariër (3/5)-
-Stemde in 1866 tegen de motie-Keuchenius, waarin afkeuring werd uitgesproken over het vertrek van minister Mijer vanwege diens benoeming tot Gouverneur-Generaal
-
-Stemde in 1867 vóór de begroting van Buitenlandse Zaken
-
-Stemde op 23 maart 1868 tegen de motie-Blussé van Oud-Alblas, die uitsprak dat de Kamerontbinding van 1867 niet in het landsbelang was geweest
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-De door hem in 1858 en 1860 ingediende wetsvoorstellen tot afschaffing van de slavernij in West-Indië kregen onvoldoende steun in de Tweede Kamer en bleven onafgedaan
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1841 een nieuwe Instructiewet voor de Rekenkamer in het Staatsblad. Hierdoor komen alle uitgaven en ontvangsten van het Rijk onder controle van de Rekenkamer. De rijksrekening moet worden gecontroleerd op rechtmatigheid en doelmatigheid. Er komt een vast voorzitterschap. De Algemene Rekenkamer telt zeven leden.
-
-Bracht in 1859 de wet tot geleidelijke afschaffing van de slavernij in Nederlands-Oost-Indië tot stand
-
-Verdedigde op 17 juni 1843 nog wel met succes een wetsvoorstel over uitgifte van schatkistbiljetten. Slechts één lid stemde tegen.
-
-Tegen zijn zin nam de Tweede Kamer op 11 mei 1860 met 43 tegen 21 stemmen een motie-Wintgens aan, waarin op wettelijke regeling van de uitgifte van contrecten voor de suikercultures werd gevraagd en daarmee op afschaffing van het cultuurstelsel
-
-Bood zijn ontslag aan, nadat de Tweede Kamer op 14 december 1860 zijn begroting had verworpen. De Kamer verlangde een wettelijke regeling van de verlening van suikercontracten, en daartoe was hij niet bereid. Bovendien verklaarde een Tweede Kamermeerderheid dat de met een onderneming afgesloten contracten voor suikercultures op Java niet in het landsbelang waren geweest.
uit de privésfeer
-
-Zijn tweede echtgenote was een Creoolse
-
-Zijn vader was lid van het departementaal bestuur van Brabant en van Provinciale Staten van Noord-Brabant, afdelingschef bij het ministerie van Financiën en directeur der accijnzen te Amsterdam
-
-Zijn jongste dochter trouwde later (toen J.J. Rochussen al was overleden) met jhr. A.P.C. van Karnebeek
verkiezingen (3/8)
-
-Versloeg in november 1864 bij een tussentijdse verkiezing in het district Amsterdam D.A. van Heemskerk Veeckens
-
-Werd in 1866 bij de algemene verkiezingen na herstemming samen met H.A. Insinger en M.J. Pijnappel gekozen. Zij versloegen P.Ph. van Bosse en J. van Swieten (lib.)
-
-Werd in 1868 bij de algemene verkiezingen samen met G.C.J. van Reenen, H.A. Insinger, M.J. Pijnappel en M.H. Godefroi gekozen. Zij versloegen P.Ph. van Bosse, J.R. Thorbecke, J. Heemskerk Bzn. en Th.J. Stieljes (lib.).
niet-aanvaarde politieke functies
-
-minister van Buitenlandse Zaken, maart 1861
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-Sagittarius, "Parlementaire Portretten. De aftredende helft van de Tweede Kamer der Staten-Generaal" (1869)
-
-Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel II, 1217
-
-M.A. van Rhede van der Kloot, "Gouverneurs-Generaal en Commissarissen-Generaal van Nederlandsch-Indië 1661-1888"
-
-R. Reinsma (ed.), "De autobiografie van Jan Jacob Rochussen (1797-1871)", in: Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap LXXIII (1959)
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.