Mr. Th.H. (Theo) Bot
Acht jaar KVP-bewindsman in diverse kabinetten. Werd na een bestuurlijk-ambtelijke loopbaan in Indonesië en op Buitenlandse Zaken staatssecretaris voor Nieuw-Guinea in het kabinet-De Quay i. Als minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in het kabinet-Marijnen i was hij het middelpunt van het conflict over de omroepkwestie. Werd naderhand onder meer door KVP-fractievoorzitter Schmelzer bekritiseerd vanwege de wijze waarop hij die kwestie had behandeld. Werd in het kabinet-Cals i niettemin verrassend (de eerste) minister voor Ontwikkelingshulp en bleef dat in het kabinet-Zijlstra i. Na zijn politieke loopbaan diplomaat.
KVP
functie(s) in de periode 1959-1967: lid Tweede Kamer, staatssecretaris, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
Theodorus Hendrikus (Theo)
geboorteplaats en -datum
Dordrecht, 20 juli 1911
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 24 september 1984partij(en)
KVP (Katholieke Volkspartij)
-
-chef directie westelijke samenwerking en NAVO en WEU (rang: raadadviseur in algemene dienst), ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1 maart 1954 tot 23 november 1959
-
-staatssecretaris van Binnenlandse Zaken (belast met aangelegenheden betreffende Nederlands Nieuw-Guinea), van 23 november 1959 tot 24 juli 1963
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 2 juli 1963 tot 24 juli 1963
-
-minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van 24 juli 1963 tot 14 april 1965
-
-minister zonder portefeuille, belast met de aangelegenheden betreffende de hulp aan ontwikkelingslanden, van 14 april 1965 tot 5 april 1967
-
-ambteloos, van april 1967 tot januari 1968
-
-buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur te Ottawa, van 17 januari 1968 tot juli 1973 (benoemd in september 1967)
-
-buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur te Wenen, tevens permanent vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden bij de IAEA (Internationaal Atoomenergie Agentschap), van juli 1973 tot 1 augustus 1976
gevangenschap/internering
Japans krijgsgevangene op Java en in Birma en Thailand, van 8 maart 1942 tot 30 september 1945
takenpakket (minister)
-
-Tijdens zijn ministerschap van O.K. en W. was staatssecretaris Grosheide, binnen de door hem als minister gestelde grenzen, verantwoordelijk voor het gehele onderwijsbeleid, met uitzondering van het wetenschappelijk onderwijs. Staatssecretaris Van de Laar had jeugdvorming, sport en kunsten in zijn takenpakket. Hijzelf hield zich naast wetenschappelijk onderwijs en wetenschapsbeleid, vooral bezig met het omroepbeleid.
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-voorzitter Nederlandse delegatie bij de Beheersraad van UNICEF
-
-voorzitter Stichting Nationale Commissie internationale jaar van het kind 1979
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/4)-
-Diende in 1961 met minister Toxopeus een Tienjarenplan in voor verwezenlijking van zelfbestuur en zelfbeschikking van Nederlands Nieuw-Guinea
-
-Installeerde op 24 december 1963 een door hem ingestelde Pacificatiecommissie televisie-aangelegenheden, die moest adviseren over de bezetting van het tweede televisienet. De uit politici, omroepbestuurders en concessie-aanvragers bestaande commissie onder leiding van mr. G.E. Langemeijer moest uiterlijk 30 juni 1965 advies uitbrengen.
-
-Bracht in 1966 de Nota inzake de hulp aan minder ontwikkelde landen uit. Daarin werd de nadruk gelegd op een internationaal gecoördineerd beleid en een structurele ontwikkelingsstrategie die verandering in het wereldeconomisch beeld mede tot oogmerk had. Nederland zou zich gaan inzetten voor veranderingen in het wereldhandelsbestel, waarin ook ontwikkelingslanden een plaats moesten krijgen. (8.671)
als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
-
-Bracht in 1962 een wet tot instelling van een bijstandskorps van burgerlijke rijksambtenaren voor Nieuw-Guinea tot stand (6.502)
-
-Bracht in 1964 als minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de Machtigingswet technische Rijkshogeschool te Enschede (Stb. 324) tot stand. (7.582)
-
-Bracht in 1964 samen met minister Scholten de Wet installaties Noordzee ('anti-REM-wet') (Stb. 447) tot stand, waardoor installaties op kunstmatige eilanden die gebouwd zijn op het Continentale Plat onder het vigerende recht worden gebracht. Met de wet kan worden opgetreden tegen uitzending door de commerciële zender TV-Noordzee vanaf het REM-eiland, hetgeen ook gebeurt. (7.643)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (3/4)-
-Was in 1963 aanvankelijk voorbestemd om minister van Maatschappelijk Werk te worden. Nadat de ARP geen geschikte kandidaat voor O.K. en W. kon vinden en er een ruil plaatsvond met de VVD, waarbij Verkeer en Waterstaat naar de ARP en Maatschappelijk Werk naar de VVD ging, werd hij minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
-
-Slaagde er in 1965 niet in een voorstel voor een ontwerp-Omroepwet door het kabinet aanvaard te krijgen, wat leidde tot de val van het kabinet-Marijnen. Kritiek op hem was onder meer dat hij zich door de Tweede Kamer aan een datum (1 maart) had laten binden, onvoldoende en te laat aandacht had gegeven aan de kwestie, te weinig luisterde naar collega's en te weinig inhoudelijke kennis had om tot oplossingen te komen.
-
-Was in 1967 lange tijd beoogd minister voor Ontwikkelingshulp, maar de post ging in de laatste fase naar de CHU
uit de privésfeer
-
-Werd als Japans krijgsgevangene tewerkgesteld bij de aanleg van de Birma-spoorlijn
-
-Een broer van hem was rector-directeur van het Jezuïeteninternaat te Zeist
-
-Zijn echtgenote verbleef tijdens de oorlog in een interneringskamp nabij Batavia
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-Wie is dat? 1956
-
-"'Een fascinerende opgave'. De nieuwe staatssecretaris voor Nieuw-Guinea", De Tijd, 16 december 1959
-
-"Mr Th.H. Bot: 'Werk van voorganger, mr. Cals, verder uitbouwen", De Tijd, 13 augustus 1963
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.