Mr. P.Ph. (Pieter) van Bosse

foto Mr. P.Ph. (Pieter) van Bosse
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: privécollecte D.J. van Eck
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vooraanstaande liberaal die tussen 1848 en 1871 in acht kabinetten minister was, waarvan zes keer van Financiën. Wisselde dat af met het Tweede Kamerlidmaatschap. Oorspronkelijk fabrikant en advocaat. Combineerde in 1848 de ambten van staatsraad en tijdelijke minister. Liberaliseerde als minister onder Thorbecke i (1849-1853) de handel en scheepvaart. Was echter geen volbloed Thorbeckiaan i en trad tussen 1858 en 1866 toe tot enkele gemengde kabinetten. Leidde in 1868 zelf een kabinet i en werd daarna in Thorbecke's derde kabinet minister van Koloniën. Die post had hij ook in het kabinet-Kappeyne van de Coppello i. Was toen al op vrij hoge leeftijd (68 jaar) en overleed anderhalf jaar later. Praktische, nuchtere en bekwame minister.

Liberalen, Pragmatisch liberalen
functie(s) in de periode 1848-1879: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Pieter Philip (Pieter)

geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 16 december 1809

overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 21 februari 1879

2.

Partij/stroming

stroming(en)
liberaal

3.

Hoofdfuncties/beroepen (17/20)

  • hoofd afdeling in- en uitvoerrechten (rang: referendaris), ministerie van Financiën, van 1 februari 1844 tot 3 juni 1848
  • lid Raad van State, van 3 juni 1848 tot 21 november 1848
  • tijdelijk minister van Financiën, van 3 juni 1848 tot 21 november 1848
  • minister van Financiën, van 21 november 1848 tot 19 april 1853
  • (voorlopig) minister voor de Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der Rooms-Katholieke, van 15 juli 1852 tot 19 april 1853
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juni 1853 tot 18 maart 1858 (voor het kiesdistrict Rotterdam)
  • lid gemeenteraad van 's-Gravenhage, van 1 september 1857 tot 29 juni 1858
  • minister van Financiën, van 18 maart 1858 tot 23 februari 1860 (benoemd bij K.B. van 12 maart 1858)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 april 1860 tot 10 februari 1866 (voor het kiesdistrict Zutphen)
  • minister van Financiën, van 10 februari 1866 tot 1 juni 1866
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 februari 1868 tot 3 juni 1868 (voor het kiesdistrict Dordrecht)
  • minister van Financiën, van 4 juni 1868 tot 4 januari 1871 (benoemd per 3 juni 1868)
  • minister voor de Zaken van de Hervormde en andere Erediensten, behalve die der Rooms-Katholieke, van 4 juni 1868 tot 1 september 1868 (ministerie opgeheven bij K.B. van 29 juli 1868)
  • minister van Koloniën, van 4 januari 1871 tot 6 juli 1872
  • minister van Binnenlandse Zaken ad interim, van 4 juni 1872 tot 6 juli 1872 (verving Thorbecke op 4 juni vanwege diens ziekte en na zijn overlijden)
  • ambteloos, van 6 juli 1872 tot 3 november 1877
  • minister van Koloniën, van 3 november 1877 tot 21 februari 1879

ambtstitel
  • minister van staat, van 6 juli 1872 tot 21 februari 1879

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties

president Commissie van Toezicht Koninklijke Muziekschool te 's-Gravenhage, vanaf 14 maart 1865 (nog in 1873)

afgeleide functies, presidia etc. (2/13)
  • tijdelijk voorzitter van de ministerraad, van 19 mei 1866 tot 3 juni 1866
  • tijdelijk voorzitter van de ministerraad, van 5 juni 1872 tot 5 juli 1872 (na het overlijden van Thorbecke)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër (3/7)
  • Stemde in 1862 tegen het wetsvoorstel tot afschaffing van de slavernij in Suriname
  • Stemde in 1863 als één van de weinige liberalen tegen de ontwerp-Wet op het middelbaar onderwijs
  • Stemde op 23 maart 1868 vóór de motie-Blussé van Oud-Alblas, die uitsprak dat de Kamerontbinding van 1867 niet in het landsbelang was geweest

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/7)
  • Diende in 1869 een wetsvoorstel in om de Raad van State te belasten met de beroepsrechtspraak in belastingzaken. Dit voorstel werd in 1870 door de Tweede Kamer verworpen.
  • Diende in 1870 een wetsvoorstel in tot invoering van een inkomstenbelasting en tot opheffing van de patentbelasting. Dit voorstel werd in 1871 door zijn opvolger ingetrokken.
  • Benoemde in 1871 J. Loudon tot Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië

als bewindspersoon (wetgeving) (3/8)
  • Bracht in 1865 een nieuwe Muntwet (de 'tientjeswet') tot stand, waarbij een bimetale standaard werd ingevoerd. Basis is het Gouden Tienguldenstuk (de 'Gouden Willem'), maar zilveren munten blijven de gewone betaalmiddelen. Zilveren munten mogen alleen door de staat worden aangemunt.
  • Bracht in 1869 de wet tot afschaffing van het zegelrecht op gedrukte stukken en adverteniën in nieuwspapieren (dagbladzegel) tot stand. Door afschaffing van deze belasting konden dagbladen in prijs worden verlaagd. Koning Willem III, die bevreesd was voor politieke onruststokerij door dagbladen, probeerde tevergeefs de Eerste Kamer te bewegen het wetsvoorstel te verwerpen.
  • Bracht in 1870 de Wet op de grondbelasting tot stand. De bestaande, ingewikkelde regels voor de grondbelasting werden gecodificeerd en er vond een hertaxatie plaats van de bebouwde eigendommen.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Was in het eerste kabinet-Thorbecke naast Thorbecke de enige liberaal, maar behoorde niet tot diens getrouwen (de Thorbeckianen).
  • Liet tijdens een Tweede Kamerdebat achter de regeringstafel openlijk van zijn afkeuring blijken over de verdediging van de ontwerp-Indische Muntwet door zijn collega Pahud
  • Werd in september 1856 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet. Hij versloeg in de vierde stemmingsronde W.L.F.Ch. ridder van Rappard met 35 tegen 30 stemmen.

uit de privésfeer
  • Een zoon van hem was gehuwd met een dochter van J.J. Wetstein Pfister, lid Algemene Rekenkamer

verkiezingen (3/9)
  • Was in 1866 bij de algemene verkiezingen verliezend kandidaat in het district Gouda (tegenstanders waren M.A.F.H. Hoffmann en jhr. W.M. de Brauw) en in het district Delft (tegenstanders waren J. van Kuyk en C. Hoekwater). Werd in het district Gorinchem na herstemming verslagen door G. Simons (cons.) en in het district Amsterdam na herstemming door J.J. Rochussen, H.A. Insinger en M.J. Pijnappel.
  • Werd in 1868 in het district Dordrecht in de eerste stemmingsronde gekozen. Tegenkandidaten die niet werden gekozen, waren onder anderen M. Bichon van IJsselmonde en G. Groen van Prinsterer (beiden a.r.). Was verliezend kandidaat in het district Gouda (tegenstanders waren M.A.F.H. Hoffmann en jhr. W.M. de Brauw) en in het district Amsterdam (kreeg 49 procent van de stemmen).
  • Werd in 1877 bij de periodieke verkiezingen in het district Gouda verslagen door M. Bichon van IJsselmonde (a.r.)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 258
  • J. Viersen, "Mr. P.Ph. van Bosse, minister, parlementariër, adviseur" (Deventer 1990)
  • J. Viersen, "Minister Mr. P.P. van Bosse en de fiscale wetgeving rond het midden van de 19e eeuw" (1997)
  • Ned. Patriciaat, 1963

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.