Verordening 2020/1784 - Betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (herschikking)

1.

Wettekst

2.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 405/40

 

VERORDENING (EU) 2020/1784 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 25 november 2020

inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken)

(herschikking)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2) ,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad (3) is vroeger gewijzigd. Aangezien nieuwe, ingrijpende wijzigingen nodig zijn, moet ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van die verordening worden overgegaan.

 

(2)

De Unie heeft zich ten doel gesteld de Unie in stand te houden en te ontwikkelen als een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is. Met het oog op de totstandbrenging van een dergelijke ruimte dient de Unie, naast andere maatregelen, de maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken te nemen die nodig zijn voor de goede werking van de interne markt.

 

(3)

Voor de goede werking van de interne markt en de ontwikkeling van een ruimte van burgerlijk recht in de Unie is het nodig de verzending en de betekening en kennisgeving tussen de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken verder te verbeteren en te versnellen, en daarbij een hoog veiligheids- en beschermingsniveau bij de verzending van dergelijke stukken te verzekeren, de rechten van degene voor wie het stuk bestemd is te eerbiedigen en de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens te beschermen. Deze verordening heeft ten doel gerechtelijke procedures doeltreffender te maken en sneller te laten verlopen door de procedures voor de betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in de Unie te vereenvoudigen en te stroomlijnen, en tevens een bijdrage te leveren aan de beperking van vertragingen en kosten voor personen en ondernemingen. Meer rechtszekerheid en eenvoudigere, gestroomlijnde en gedigitaliseerde procedures zullen personen en ondernemingen aanmoedigen om grensoverschrijdende transacties aan te gaan, waardoor de handel binnen de Unie een impuls krijgt, hetgeen ten goede komt aan de werking van de interne markt.

 

(4)

Deze verordening stelt regels vast inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken. Zij mag niet van toepassing zijn op de betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in andere zaken, zoals fiscale, douane- en/of administratieve zaken.

 

(5)

Grensoverschrijdende betekening en kennisgeving moeten worden opgevat als betekening en kennisgeving van een lidstaat aan een andere lidstaat.

 

(6)

Deze verordening mag niet van toepassing zijn op de betekening of kennisgeving van stukken aan een gemachtigde vertegenwoordiger van een partij in de lidstaat van het forum, maar wel op de betekening of kennisgeving van stukken aan een partij in een andere lidstaat indien die betekening of kennisgeving is vereist uit hoofde van het recht van de lidstaat van het forum, ongeacht of een betekening of kennisgeving van het stuk aan de vertegenwoordiger van de partij heeft plaatsgevonden.

 

(7)

Wanneer een geadresseerde geen bekend adres in de lidstaat van het forum heeft voor de betekening of kennisgeving, maar wel een of meer bekende adressen in een of meer andere lidstaten heeft, moet het stuk voor betekening of kennisgeving uit hoofde van deze verordening aan die andere lidstaat worden toegezonden. Die situatie mag niet worden opgevat als een binnenlandse betekening of kennisgeving binnen de lidstaat van het forum. Met name mag het stuk aan de geadresseerde niet worden betekend, of mag er hem geen kennis van worden gegeven, door middel van een fictieve betekening of kennisgeving, zoals een aankondiging posten op het mededelingenbord van het gerecht of de toevoeging van het stuk aan het procesdossier.

 

(8)

Voor de toepassing van deze verordening moet de term “buitengerechtelijke stukken” geacht worden zowel door een overheidsinstantie of ambtenaar opgestelde of gewaarmerkte stukken te omvatten als andere stukken waarvan de formele toezending aan een geadresseerde in een andere lidstaat noodzakelijk is met het oog op het uitoefenen, bewijzen of waarborgen van een recht of vordering in het burgerlijke of handelsrecht. De term “buitengerechtelijke stukken” mag niet worden geacht stukken te omvatten die bestuurlijke instanties hebben afgegeven ten behoeve van administratieve procedures.

 

(9)

Met het oog op de doelmatigheid en de snelheid van de gerechtelijke procedures in burgerlijke zaken is het nodig dat de verzending van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken tussen door de lidstaten aangewezen plaatselijke instanties rechtstreeks en op snelle wijze geschiedt. De lidstaten moeten afzonderlijke verzendende instanties en ontvangende instanties kunnen aanwijzen, dan wel één of meer instanties die beide functies vervullen gedurende vijf jaar. Het moet echter mogelijk zijn die aanwijzing om de vijf jaar te verlengen.

 

(10)

Om te zorgen voor een snelle verzending van stukken tussen lidstaten met het oog op betekening of kennisgeving, moet gebruik worden gemaakt van geschikte moderne communicatietechnologieën, mits bepaalde voorwaarden inzake de integriteit en betrouwbaarheid van het ontvangen stuk in acht worden genomen. Daarom moet alle communicatie en uitwisseling van stukken tussen de door de lidstaten aangewezen instanties en organen in de regel worden uitgevoerd via een veilig en betrouwbaar gedecentraliseerd IT-systeem, dat uit nationale IT-systemen bestaat die onderling zijn verbonden en op technisch vlak interoperabel zijn, bijvoorbeeld, en zonder afbreuk te doen aan verdere technologische vooruitgang, gebaseerd op e-CODEX. Dienovereenkomstig moet een gedecentraliseerd IT-systeem worden opgezet voor de uitwisseling van gegevens uit hoofde van deze verordening. Het gedecentraliseerd karakter van dat IT-systeem zou alleen gegevensuitwisseling tussen één lidstaat en een andere mogelijk maken, zonder dat een van de instellingen van de Unie bij die uitwisseling betrokken is.

 

(11)

Onverminderd de mogelijke toekomstige technologische vooruitgang mogen het veilige gedecentraliseerde IT-systeem en de onderdelen ervan niet noodzakelijkerwijs worden opgevat als een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4).

 

(12)

De Commissie moet verantwoordelijk zijn voor het creëren, onderhouden en verder ontwikkelen van referentie-implementatiesoftware die de lidstaten desgewenst in plaats van een nationaal IT-systeem moeten kunnen gebruiken overeenkomstig de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen. De Commissie moet de referentie-implementatiesoftware ontwerpen, ontwikkelen en onderhouden conform de voorschriften en beginselen inzake gegevensbescherming van Verordeningen (EU) 2018/1725 (5) en (EU) 2016/679 (6) van het Europees Parlement en de Raad, met name de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen. De referentie-implementatiesoftware moet ook passende technische maatregelen omvatten en de nodige organisatorische maatregelen mogelijk maken om een mate van veiligheid en interoperabiliteit te waarborgen die geschikt is voor de uitwisseling van informatie in het kader van de betekening en de kennisgeving van stukken.

 

(13)

In verband met de onderdelen van het gedecentraliseerde IT-systeem die onder de verantwoordelijkheid van de Unie vallen, moet de beheerentiteit over voldoende middelen beschikken om de goede werking van dat systeem te verzekeren.

 

(14)

De uit hoofde van het nationale recht bevoegde autoriteit(en) moet(en) als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2016/679 belast zijn met de verwerking van persoonsgegevens die zij uit hoofde van deze verordening uitvoer(t)(en) met het oog op de verzending van stukken tussen lidstaten.

 

(15)

Verzending via het gedecentraliseerde IT-systeem kan onmogelijk worden als gevolg van verstoring van het systeem. Het is mogelijk dat andere communicatiemiddelen ook geschikter zijn in uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld situaties waarin het omzetten van omvangrijke documentatie in elektronische vorm een onevenredige administratieve belasting zou betekenen voor de verzendende instantie of waarin het originele stuk in papieren vorm nodig is om de authenticiteit ervan te beoordelen. Indien het gedecentraliseerde IT-systeem niet wordt gebruikt, moet de verzending met de meest geschikte alternatieve middelen geschieden. Dergelijke alternatieve middelen moeten onder meer inhouden dat de verzending zo snel mogelijk en op een veilige manier geschiedt met andere veilige elektronische middelen of per postdienst.

 

(16)

Om elektronische grensoverschrijdende verzending van stukken via het gedecentraliseerde IT-systeem te bevorderen, mag aan dergelijke stukken geen rechtsgevolg worden ontzegd en mogen dergelijke stukken niet ontoelaatbaar worden geacht als bewijs in de procedure louter omdat ze in elektronische vorm zijn. Dat beginsel moet evenwel de beoordeling van de rechtsgevolgen van dergelijke stukken of de toelaatbaarheid ervan als bewijsmiddel overeenkomstig het nationale recht onverlet laten. Het mag evenmin afbreuk doen aan het nationale recht inzake de omzetting van stukken.

 

(17)

Om de verzending en de betekening of kennisgeving van stukken tussen de lidstaten te vergemakkelijken, moeten de in bijlage I opgenomen formulieren worden gebruikt. Het te verzenden stuk moet vergezeld gaan van een aanvraag die met gebruikmaking van formulier A in bijlage I is opgesteld. Het formulier moet in de officiële taal van de aangezochte lidstaat worden ingevuld of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat zijn, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht, of in een andere taal die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te kunnen aanvaarden. Elke lidstaat moet de officiële taal of talen van de Unie, andere dan zijn eigen taal of talen, die hij kan aanvaarden, aangeven.

 

(18)

Een ontvangstbevestiging door middel van formulier D in bijlage I moet automatisch aan de verzendende instantie worden toegezonden via het gedecentraliseerde IT-systeem of met andere middelen, zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen zeven dagen na de ontvangst van het stuk.

 

(19)

Bij ontvangst van een certificaat van niet-betekening of niet-kennisgeving van stukken is het belangrijk dat de verzendende instantie weet of de autoriteiten van de aangezochte lidstaat aanvragen bij bevolkingsregisters of andere databanken, zo die registers of databanken bestaan, hebben ingediend om een nieuw adres van de persoon voor wie de stukken bestemd zijn te achterhalen. Daarom moeten de lidstaten de Commissie meedelen of hun autoriteiten dergelijke aanvragen op eigen initiatief indienen als het in de aanvraag voor betekening of kennisgeving vermelde adres niet correct is. Deze verordening mag de autoriteiten van de lidstaten echter niet verplichten om dergelijke aanvragen in te dienen.

 

(20)

Indien een aanvraag voor betekening of kennisgeving niet aan de hand van de toegezonden gegevens of stukken kan worden uitgevoerd, indien deze buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt, indien niet-naleving van de formele voorwaarden de betekening of kennisgeving onmogelijk maakt, of indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving is verzonden naar een ontvangende instantie die niet territoriaal bevoegd is, moet de ontvangende instantie de in deze verordening vastgestelde stappen ondernemen zonder een ongerechtvaardigde, onredelijke of onnodige vertraging gezien de specifieke omstandigheden, met inbegrip van de communicatiemiddelen waarover de ontvangende instantie beschikt.

 

(21)

Het is met het oog op de snelheid van de verzending vereist dat de betekening of kennisgeving van een stuk binnen enkele dagen na ontvangst van het stuk geschiedt. De betekening of kennisgeving van stukken moet zo spoedig mogelijk plaatsvinden en in ieder geval binnen een maand na de ontvangst ervan door de ontvangende instantie.

 

(22)

De ontvangende instantie moet al het nodige blijven doen voor de betekening of kennisgeving van het stuk, zelfs indien betekening of kennisgeving binnen een maand na ontvangst van het stuk niet mogelijk was, bijvoorbeeld omdat de verweerder door vakantie niet thuis was of om zakelijke redenen niet op kantoor was. Om een in tijd onbeperkte verplichting voor de ontvangende instantie om het nodige te doen voor de betekening of kennisgeving van een stuk te vermijden, moet de verzendende instantie evenwel met gebruikmaking van formulier A in bijlage I een uiterste termijn kunnen opnemen waarna de betekening of kennisgeving niet langer nodig is.

 

(23)

De omstandigheden waarin het mogelijk is het te betekenen of ter kennis te geven stuk te weigeren, moet tot uitzonderlijke situaties worden beperkt, teneinde de doeltreffendheid van deze verordening te waarborgen.

 

(24)

De ontvangende instantie moet in alle gevallen waarin het te betekenen of ter kennis te geven stuk niet in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats van betekening of kennisgeving is gesteld, de geadresseerde er door middel van formulier L in bijlage I schriftelijk van in kennis stellen dat hij kan weigeren het te betekenen of ter kennis te geven stuk te aanvaarden indien het niet is gesteld in een taal die hij begrijpt noch in de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats van betekening of kennisgeving. Dit moet ook gelden voor elke betekening of kennisgeving die volgt nadat de geadresseerde gebruik heeft gemaakt van zijn weigeringsrecht. Het weigeringsrecht moet ook gelden voor de betekening of kennisgeving door diplomatieke of consulaire ambtenaren, voor de betekening of kennisgeving door postdiensten, en voor elektronische en rechtstreekse betekening of kennisgeving. Het moet mogelijk zijn om de betekening of kennisgeving van het geweigerde stuk te regulariseren door aan de geadresseerde een vertaling van het stuk te betekenen of ter kennis te geven.

 

(25)

Indien een vertaling bij het te betekenen of ter kennis te geven stuk wordt gevoegd, moet zij gecertificeerd zijn of anderszins geschikt geacht voor een procedure overeenkomstig het recht van de lidstaat van herkomst. De vertaling moet ter beschikking worden gesteld van de lidstaat waar de betekening of kennisgeving moet plaatsvinden. De vertaling van stukken in een andere taal om de naleving van deze verordening te waarborgen, doet geen afbreuk aan het vermogen van de ontvanger om de juistheid van de vertaling te betwisten overeenkomstig het recht van de lidstaat van het forum.

 

(26)

Indien de geadresseerde heeft geweigerd het stuk te aanvaarden en de rechter of autoriteit waarbij de gerechtelijke procedure aanhangig is gemaakt, na verificatie besluit dat de weigering onterecht was, moet die rechter of autoriteit zoeken naar een geschikte manier om dat besluit overeenkomstig het nationale recht mee te delen aan de geadresseerde. Met het oog op de verificatie of de weigering terecht was, moet die rechter of autoriteit rekening houden met alle relevante informatie die in het dossier is opgenomen om de talenkennis van de geadresseerde vast te stellen. Bij het beoordelen van de talenkennis van de geadresseerde, zou de rechter of de autoriteit in voorkomend geval rekening kunnen houden met feitelijke gegevens zoals stukken die door de geadresseerde in de betrokken taal op schrift zijn gesteld, de vraag of diens beroep bepaalde taalvaardigheden veronderstelt, de vraag of hij een burger is van de lidstaat van het forum, of de vraag of hij voorheen gedurende langere tijd in die lidstaat verbleven heeft.

 

(27)

Gezien de verschillen tussen de lidstaten inzake procedureregels loopt de daadwerkelijke datum van betekening of kennisgeving van lidstaat tot lidstaat uiteen. In het licht van dergelijke situaties en de moeilijkheden die zich kunnen voordoen, moet deze verordening voorzien in een systeem waarbij de datum van betekening of kennisgeving bepaald wordt door het recht van de aangezochte lidstaat. Wanneer uit hoofde van het recht van een lidstaat een stuk echter binnen een bepaalde termijn moet worden betekend of ter kennis gegeven, wordt de datum die ten aanzien van de aanvrager in aanmerking moet worden genomen, bepaald door het recht van die lidstaat. Dat systeem van twee data bestaat slechts in een beperkt aantal lidstaten. Indien lidstaten dat systeem toepassen, moeten zij die informatie melden aan de Commissie, die die informatie elektronisch beschikbaar moet stellen via het bij Beschikking 2001/470/EG van de Raad (7) opgerichte Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken en op het Europees e-justitieportaal.

 

(28)

Om de toegang tot de rechter te vergemakkelijken moeten de lidstaten een enkele vaste vergoeding vastleggen voor het beroep op een deurwaarder of een uit hoofde van het recht van de aangezochte lidstaat bevoegde persoon. Die vergoeding moet de beginselen van evenredigheid en non-discriminatie in acht nemen. De verplichting van een enkele vaste vergoeding mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid voor de lidstaten om verschillende vergoedingen vast te leggen voor verschillende soorten betekening of kennisgeving, voor zover zij die beginselen in acht nemen.

 

(29)

Elke lidstaat moet de betekening of kennisgeving van stukken door postdiensten aan in een andere lidstaat verblijvende personen rechtstreeks bij aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging of op gelijkwaardige wijze kunnen verrichten. Het moet mogelijk zijn een openbare of particuliere postdienst te gebruiken voor de betekening of kennisgeving van stukken in verschillende briefvormen, daaronder begrepen briefbundels.

 

(30)

Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (8) moet rechtstreekse betekening of kennisgeving per post in het kader van deze verordening worden geacht geldig te zijn verricht, zelfs indien het stuk niet aan de geadresseerde in persoon is overhandigd, wanneer het stuk op het thuisadres van de geadresseerde is afgegeven aan een volwassene die deel uitmaakt van hetzelfde huishouden als de geadresseerde of daar door deze tewerkgesteld is, en die in staat en bereid is het stuk in ontvangst te nemen, tenzij het recht van de lidstaat van het forum enkel betekening of kennisgeving van dat stuk aan de geadresseerde in persoon toestaat.

 

(31)

Doeltreffendheid en snelheid in grensoverschrijdende gerechtelijke procedures vereisen directe, snelle en veilige kanalen voor de betekening of kennisgeving van stukken aan personen in andere lidstaten. Bijgevolg moet het mogelijk zijn stukken rechtstreeks langs elektronische weg te betekenen of ter kennis te geven aan een geadresseerde die een bekend adres voor betekening of kennisgeving in een andere lidstaat heeft. De voorwaarden voor het gebruik van een dergelijke rechtstreekse elektronische betekening of kennisgeving moeten ervoor zorgen dat elektronische betekening of kennisgeving alleen wordt verricht met elektronische middelen die uit hoofde van het recht van de lidstaat van het forum beschikbaar zijn voor de binnenlandse betekening of kennisgeving van stukken en moeten ervoor zorgen dat er goede waarborgen zijn voor de bescherming van de belangen van de geadresseerde, inclusief hoge technische normen en een voorschrift inzake de uitdrukkelijke toestemming van de geadresseerde.

 

(32)

Het moet voor een geadresseerde mogelijk zijn dat een stuk hem langs elektronische weg wordt betekend of ter kennis gegeven door middel van gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014, mits de geadresseerde vooraf uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om elektronische middelen te gebruiken voor de betekening of kennisgeving van stukken in gerechtelijke procedures. De uitdrukkelijke toestemming kan in dergelijke gevallen worden gegeven voor een specifieke procedure of als algemene toestemming om stukken tijdens gerechtelijke procedures langs die weg te betekenen of ter kennis te geven. Die toestemming zou ook kunnen worden gegeven indien procedurestukken uit hoofde van het recht van de lidstaat van het forum via een elektronisch systeem zouden kunnen worden betekend of ter kennis worden gegeven en de geadresseerde toestemming heeft gegeven voor het gebruik van dat systeem voor de betekening of kennisgeving van stukken voordat hem stukken via dat systeem zijn betekend of ter kennis zijn gegeven.

 

(33)

Een stuk zou aan de geadresseerde langs elektronische weg kunnen worden betekend of ter kennis gegeven zonder gebruikmaking van gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014, mits de geadresseerde vooraf aan de rechter of de autoriteit bij wie de procedure aanhangig is of aan de partij die in die procedure belast is met de betekening of kennisgeving, uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om tijdens die procedure e-mail verzonden naar een specifiek e-mailadres te gebruiken, en er bewijs is ontvangen dat de geadresseerde het stuk ook heeft ontvangen. De geadresseerde moet de ontvangst van het stuk bevestigen door een ondertekende ontvangstbevestiging terug te sturen of door een e-mail terug te sturen vanaf het door hem voor betekening of kennisgeving opgegeven e-mailadres. De ontvangstbevestiging zou ook elektronisch kunnen worden ondertekend. Om de veiligheid van verzending te waarborgen, zouden de lidstaten aanvullende voorwaarden kunnen vaststellen waaronder zij elektronische betekening of kennisgeving per e-mail zullen aanvaarden indien hun recht strengere voorwaarden aan betekening of kennisgeving per e-mail verbindt of indien hun recht geen betekening of kennisgeving per e-mail toestaat. Dergelijke voorwaarden zouden betrekking kunnen hebben op kwesties als de identificatie van de verzender en de ontvanger, de integriteit van de verzonden stukken en de bescherming van de verzending tegen inmenging door buitenstaanders.

 

(34)

Iedereen met een belang bij een specifiek rechtsgeding moet de betekening of kennisgeving van stukken rechtstreeks kunnen doen verrichten door de deurwaarders, ambtenaren of andere bevoegde personen in de lidstaat waarin men de betekening of kennisgeving wil verrichten, op voorwaarde dat dergelijke rechtstreekse betekening of kennisgeving is toegestaan uit hoofde van het recht van die lidstaat.

 

(35)

Indien het nationale recht en deze verordening de rechter toestaan uitspraak te doen zelfs zonder dat er een certificaat van betekening, kennisgeving of afgifte voor het gedinginleidend stuk of een daarmee gelijk te stellen stuk is ontvangen, moeten alle redelijke inspanningen worden gedaan om het certificaat via de bevoegde autoriteiten of instanties van de aangezochte lidstaat te verkrijgen voordat uitspraak wordt gedaan, met inachtneming van andere vereisten die de belangen van de verweerder beschermen. Tenzij dit onverenigbaar is met het nationale recht, moeten alle redelijke inspanningen worden gedaan om de verweerder wiens adres of account bekend is bij de rechter bij wie de zaak aanhangig is, met gebruikmaking van alle beschikbare communicatiemiddelen, met inbegrip van moderne communicatietechnologieën, mee te delen dat tegen hem een gerechtelijke procedure is ingesteld.

 

(36)

De Commissie moet een handleiding opstellen met informatie die relevant is voor de correcte toepassing van deze verordening. Die handleiding moet ter beschikking worden gesteld via het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken. De Commissie en de lidstaten moeten alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat de informatie in de handleiding actueel en volledig is, vooral wat de contactgegevens van de ontvangende en verzendende instanties betreft.

 

(37)

Voor de berekening van de in deze verordening bedoelde termijnen en uiterste termijnen moet Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (9) van toepassing zijn.

 

(38)

Teneinde de formulieren in bijlage I bij deze verordening bij te werken of technisch aan te passen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van wijzigingen van die bijlage. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (10). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

 

(39)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (11).

 

(40)

Deze verordening moet voorrang hebben op de bepalingen van door de lidstaten gesloten bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen, die hetzelfde toepassingsgebied hebben als deze verordening, met name het Verdrag van ’s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken in de betrekkingen tussen de lidstaten die partij zijn bij dat verdrag. Deze verordening belet lidstaten niet om overeenkomsten of regelingen te behouden of te sluiten om de toezending van stukken te versnellen of te vereenvoudigen, op voorwaarde dat die overeenkomsten of regelingen verenigbaar zijn met deze verordening.

 

(41)

De grondrechten en fundamentele vrijheden van alle betrokken personen, met name het recht op gelijke toegang tot de rechter, op non-discriminatie en op bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, moeten overeenkomstig het recht van de Unie ten volle in acht worden genomen en worden geëerbiedigd.

 

(42)

De op grond van deze verordening verzonden gegevens moeten gepaste bescherming krijgen. Dergelijke bescherming valt onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (12). Persoonsgegevens die niet relevant zijn voor de behandeling van een specifiek geval moeten onmiddellijk worden gewist.

 

(43)

Overeenkomstig de punten 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven moet de Commissie deze verordening evalueren op basis van overeenkomstig specifieke monitoringvoorschriften verzamelde informatie, om de daadwerkelijke effecten van deze verordening en de behoefte aan verdere acties na te gaan. Wanneer lidstaten gegevens verzamelen over de betekening of kennisgeving van stukken uit hoofde van deze verordening, met name informatie over het aantal verzonden en het aantal ontvangen aanvragen, het aantal gevallen waarin de verzending langs een andere weg dan het gedecentraliseerde IT-systeem is geschied, het aantal ontvangen certificaten van niet-betekening of niet-kennisgeving van stukken en het aantal door de verzendende instanties ontvangen kennisgevingen inzake weigering om taalredenen, moeten zij dergelijke gegevens voor monitoringdoeleinden aan de Commissie verstrekken. De door de Commissie als back-endsysteem ontwikkelde referentie-implementatiesoftware moet de voor monitoringdoeleinden benodigde gegevens programmagewijs verzamelen, en die gegevens moeten aan de Commissie worden toegezonden. Wanneer de lidstaten ervoor kiezen in plaats van de door de Commissie ontwikkelde referentie-implementatiesoftware een nationaal IT-systeem te gebruiken, kan dat systeem worden uitgerust om die gegevens programmagewijs te verzamelen en in dat geval moeten die gegevens aan de Commissie worden toegezonden.

 

(44)

Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt vanwege de verschillen tussen nationale regels over bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, maar vanwege de rechtstreekse toepasselijkheid en het bindend karakter van deze verordening beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

 

(45)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 geraadpleegd en heeft op 13 september 2019 een advies uitgebracht (13).

 

(46)

Om de bepalingen ervan toegankelijker en leesbaarder te maken, moet Verordening (EG) nr. 1393/2007 worden ingetrokken en vervangen door deze verordening.

 

(47)

Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland te kennen gegeven dat zij aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wensen deel te nemen.

 

(48)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze verordening is van toepassing op de grensoverschrijdende betekening of kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken. Deze verordening is, met name, niet van toepassing in fiscale, douane- of administratieve zaken of op de aansprakelijkheid van een lidstaat voor handelen of nalaten bij de uitoefening van het overheidsgezag (acta iure imperii).
  • 2. 
    Met uitzondering van artikel 7 is deze verordening niet van toepassing indien het adres van de persoon aan wie een stuk moet worden betekend of ter kennis gegeven, niet bekend is.
  • 3. 
    Deze verordening is niet van toepassing op de betekening of kennisgeving van een stuk in de lidstaat van het forum aan een vertegenwoordiger die gevolmachtigd is door de persoon aan wie een stuk moet worden betekend of ter kennis gegeven, ongeacht de verblijfplaats van die persoon.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

1)

“lidstaat van het forum”: de lidstaat waar de gerechtelijke procedure plaatsvindt;

 

2)

“gedecentraliseerd IT-systeem”: een netwerk van onder de eigen verantwoordelijkheid en het eigen beheer van elke lidstaat opererende nationale IT-systemen en interoperabele toegangspunten, dat de veilige en betrouwbare grensoverschrijdende uitwisseling van informatie tussen de nationale IT-systemen mogelijk maakt.

Artikel 3

Verzendende en ontvangende instanties

  • 1. 
    Elke lidstaat wijst de ambtenaren, autoriteiten of andere personen aan die bevoegd zijn gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken te verzenden ter betekening of kennisgeving in een andere lidstaat (“verzendende instanties”).
  • 2. 
    Elke lidstaat wijst de ambtenaren, autoriteiten of andere personen aan die bevoegd zijn van een andere lidstaat afkomstige gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken in ontvangst te nemen (“ontvangende instanties”).
  • 3. 
    De lidstaten kunnen afzonderlijke verzendende instanties en ontvangende instanties aanwijzen, dan wel één of meer instanties die beide functies vervullen. Lidstaten met een federaal karakter, lidstaten waarin verschillende rechtsstelsels gelden en lidstaten met autonome territoriale structuren kunnen meer dan één van dergelijke instanties aanwijzen. De aanwijzing is vijf jaar geldig en kan telkens met vijf jaar worden verlengd.
  • 4. 
    Elke lidstaat verstrekt de Commissie de volgende gegevens:
 

a)

de naam en het adres van de in de leden 2 en 3 bedoelde ontvangende instanties;

 

b)

de geografische gebieden waarin die ontvangende instanties bevoegd zijn;

 

c)

de wijze waarop die ontvangende instanties stukken kunnen ontvangen indien artikel 5, lid 4, van toepassing is, en

 

d)

de talen die kunnen worden gebruikt voor het invullen van de formulieren opgenomen in bijlage I.

De lidstaten stellen de Commissie van alle wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde gegevens in kennis.

Artikel 4

Centraal orgaan

Elke lidstaat wijst een centraal orgaan aan dat tot taak heeft:

 

a)

de verzendende instanties informatie te verschaffen;

 

b)

oplossingen te zoeken voor de problemen die zich bij de verzending van stukken ter betekening of kennisgeving kunnen voordoen;

 

c)

in uitzonderlijke omstandigheden, op verzoek van een verzendende instantie aan de bevoegde ontvangende instantie een aanvraag voor betekening of kennisgeving door te sturen.

Lidstaten met een federaal karakter, lidstaten waarin verschillende rechtsstelsels gelden en lidstaten met autonome territoriale structuren kunnen meer dan één centraal orgaan aanwijzen.

Artikel 5

Door verzendende instanties, ontvangende instanties en centrale organen te gebruiken communicatiemiddelen

  • 1. 
    Te betekenen of ter kennis te geven stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en mededelingen die op basis van de formulieren in bijlage I plaatsvinden tussen verzendende instanties en ontvangende instanties, tussen die instanties en de centrale organen, of tussen de centrale organen van de verschillende lidstaten, worden verzonden via een veilig en betrouwbaar gedecentraliseerd IT-systeem. Dat gedecentraliseerd IT-systeem is gebaseerd op een interoperabele oplossing, zoals e-CODEX.
  • 2. 
    Het algemene juridisch kader voor het gebruik van gekwalificeerde vertrouwensdiensten in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 is van toepassing op de te betekenen of ter kennis te geven stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en mededelingen die via het gedecentraliseerde IT-systeem worden verzonden.
  • 3. 
    Indien de in lid 1 van dit artikel bedoelde te betekenen of ter kennis te geven stukken, aanvragen, bevestigingen, ontvangstbewijzen, certificaten en andere mededelingen een zegel of handgeschreven handtekening vereisen of daarvan zijn voorzien, mogen in plaats daarvan gekwalificeerde elektronische zegels of gekwalificeerde elektronische handtekeningen als omschreven in Verordening (EU) nr. 910/2014, worden gebruikt.
  • 4. 
    Indien verzending overeenkomstig lid 1 niet mogelijk is wegens de verstoring van het gedecentraliseerde IT-systeem of wegens uitzonderlijke omstandigheden, vindt de verzending met behulp van de snelste, meest geschikte alternatieve middelen plaats, ermee rekening houdend dat betrouwbaarheid en veiligheid gewaarborgd moeten zijn.

Artikel 6

Rechtsgevolgen van elektronische stukken

Aan via het gedecentraliseerde IT-systeem verzonden stukken wordt geen rechtsgevolg ontzegd of zij worden in de procedure niet ontoelaatbaar als bewijsmiddel geacht louter omdat zij in elektronische vorm zijn.

Artikel 7

Bijstand bij het achterhalen van adressen

  • 1. 
    Indien het adres van de persoon aan wie het gerechtelijk of buitengerechtelijk stuk in een andere lidstaat moet worden betekend of ter kennis gegeven, niet bekend is, verleent die lidstaat bijstand bij het achterhalen van het adres op ten minste één van de volgende manieren:
 

a)

autoriteiten aanwijzen waarbij verzendende instanties verzoeken kunnen indienen tot het achterhalen van het adres van de persoon aan wie betekening of kennisgeving moet worden gedaan;

 

b)

personen uit andere lidstaten rechtstreeks bij bevolkingsregisters of andere voor het publiek toegankelijke databanken verzoeken, ook elektronisch, om informatie over adressen laten indienen door middel van een modelformulier dat op het Europees e-justitieportaal beschikbaar is, of

 

c)

via het Europees e-justitieportaal gedetailleerde informatie verstrekken over hoe de adressen gevonden kunnen worden van de personen aan wie betekening of kennisgeving moet worden gedaan.

  • 2. 
    Elke lidstaat verstrekt de Commissie de volgende informatie teneinde de informatie beschikbaar te maken via het Europees e-justitieportaal:
 

a)

de wijzen van bijstand die de lidstaat op grond van lid 1 op zijn grondgebied zal verlenen;

 

b)

in voorkomend geval, de naam en de contactgegevens van de in de lid 1, punten a) en b), bedoelde autoriteiten;

 

c)

of de autoriteiten van de aangezochte lidstaat op eigen initiatief bij bevolkingsregisters of andere databanken verzoeken om informatie over adressen indienen ingeval het adres in de aanvraag om betekening of kennisgeving niet correct is.

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen van de in de eerste alinea bedoelde informatie.

HOOFDSTUK II

GERECHTELIJKE STUKKEN

AFDELING 1

Verzending en betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken

Artikel 8

Verzending van stukken

  • 1. 
    De verzendende instanties en de ontvangende instanties zenden elkaar de gerechtelijke stukken zo spoedig mogelijk rechtstreeks toe.
  • 2. 
    Het te verzenden stuk gaat vergezeld van een aanvraag die volgens formulier A in bijlage I is opgesteld. Het formulier wordt in de officiële taal van de aangezochte lidstaat ingevuld of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat zijn, in de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht, of in een andere taal die de aangezochte lidstaat heeft verklaard te zullen aanvaarden.

Elke lidstaat deelt aan de Commissie, in voorkomend geval, mee in welke andere officiële talen van de Unie dan zijn eigen taal of talen het formulier mag worden ingevuld.

  • 3. 
    De uit hoofde van deze verordening verzonden stukken zijn vrijgesteld van vereisten inzake legalisatie of gelijkwaardige formaliteiten.
  • 4. 
    Indien de verzendende instantie verzoekt dat overeenkomstig artikel 5, lid 4, een afschrift van het verzonden stuk in papieren vorm samen met het in artikel 14 bedoelde certificaat wordt teruggezonden, zendt zij dat stuk in tweevoud op.

Artikel 9

Vertaling van stukken

  • 1. 
    De verzendende instantie waaraan de aanvrager het stuk ter verzending heeft doorgestuurd, stelt de aanvrager in kennis van het feit dat de geadresseerde kan weigeren het stuk te aanvaarden indien het niet in één van de in artikel 12, lid 1, bedoelde talen is gesteld.
  • 2. 
    De aanvrager draagt de eventuele kosten van vertaling vóór de verzending van het stuk, onverminderd eventuele latere verwijzingen in die kosten door de rechter of bevoegde autoriteit.

Artikel 10

Ontvangst van stukken door de ontvangende instantie

  • 1. 
    Bij ontvangst van een stuk zendt de ontvangende instantie de verzendende instantie automatisch en zo spoedig mogelijk een ontvangstbevestiging via het gedecentraliseerde IT-systeem; wordt die ontvangstbevestiging met andere middelen verzonden, dan geschiedt dit zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen zeven dagen na ontvangst door middel van formulier D in bijlage I.
  • 2. 
    Indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving niet aan de hand van de toegezonden gegevens of stukken kan worden uitgevoerd, neemt de ontvangende instantie zonder onnodige vertraging door middel van formulier E in bijlage I contact op met de verzendende instantie om de ontbrekende gegevens of stukken te verkrijgen.
  • 3. 
    Indien de aanvraag voor betekening of kennisgeving duidelijk buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt of indien de betekening of kennisgeving niet mogelijk is omdat niet aan de vormvoorschriften is voldaan, worden de aanvraag en de toegezonden stukken na ontvangst zonder onnodige vertraging aan de verzendende instantie teruggezonden, samen met een bericht van terugzending, door middel van formulier F in bijlage I.
  • 4. 
    Indien een ontvangende instantie een stuk ter betekening of kennisgeving ontvangt waarvoor zij voor de betekening of kennisgeving ervan niet territoriaal bevoegd is, stuurt zij dat stuk samen met de aanvraag zonder onnodige vertraging door aan de ontvangende instantie die in de aangezochte lidstaat territoriaal bevoegd is, indien de aanvraag aan de in artikel 8, lid 2, bedoelde voorwaarden voldoet. De ontvangende instantie stelt tegelijkertijd de verzendende instantie daarvan in kennis door middel van formulier G in bijlage I. Na ontvangst van het stuk en van de aanvraag door de ontvangende instantie die in de aangezochte lidstaat territoriaal bevoegd is, zendt die ontvangende instantie zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen zeven dagen na ontvangst een ontvangstbevestiging aan de verzendende instantie door middel van formulier H in bijlage I.

Artikel 11

Betekening of kennisgeving van stukken

  • 1. 
    De ontvangende instantie zorgt voor de betekening of kennisgeving van het stuk, hetzij overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat, hetzij in een specifieke, door de verzendende instantie gewenste vorm, mits die met het recht van de aangezochte lidstaat verenigbaar is.
  • 2. 
    De ontvangende instantie neemt de nodige stappen opdat het stuk zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen een maand na ontvangst ervan wordt betekend of ter kennis gegeven. Indien de betekening of kennisgeving niet heeft kunnen plaatsvinden binnen een maand na ontvangst van het stuk:
 

a)

brengt de ontvangende instantie de verzendende instantie daarvan onmiddellijk op de hoogte door middel van formulier K in bijlage I of, indien de verzendende instantie om informatie heeft verzocht door middel van formulier I in bijlage I, door middel van formulier J in bijlage I, en

 

b)

blijft de ontvangende instantie alle nodige stappen zetten voor de betekening of kennisgeving van het stuk indien betekening of kennisgeving binnen een redelijke termijn mogelijk lijkt, tenzij de verzendende instantie aangeeft dat de betekening of kennisgeving van het stuk niet meer nodig is.

Artikel 12

Weigering om een stuk te aanvaarden

  • 1. 
    De geadresseerde kan weigeren het te betekenen of ter kennis te geven stuk te aanvaarden indien het stuk niet is gesteld in één van de volgende talen of niet vergezeld gaat van een vertaling in één van de volgende talen:
 

a)

een taal die de geadresseerde begrijpt, of

 

b)

de officiële taal van de aangezochte lidstaat of, indien er verscheidene officiële talen in de aangezochte lidstaat zijn, de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats waar de betekening of kennisgeving moet worden verricht.

  • 2. 
    De ontvangende instantie stelt de geadresseerde in kennis van het in lid 1 bepaalde recht indien het stuk niet is gesteld in de in lid 1, punt b), bedoelde taal of vergezeld gaat van een vertaling in de in lid 1, punt b), bedoelde taal, door formulier L in bijlage I bij het te betekenen of ter kennis te geven stuk te voegen, hetgeen gebeurt in:
 

a)

de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat van herkomst, en

 

b)

een in lid 1, punt b), bedoelde taal.

Indien er aanwijzingen zijn dat de geadresseerde een officiële taal van een andere lidstaat begrijpt, wordt ook formulier L in bijlage I in die taal verstrekt.

Indien een lidstaat formulier L in bijlage I vertaalt naar een taal van een derde land, deelt hij die vertaling aan de Commissie mee zodat zij via het Europees e-justitieportaal beschikbaar is.

  • 3. 
    De geadresseerde kan weigeren het stuk te aanvaarden hetzij op het ogenblik van de betekening of kennisgeving hetzij binnen twee weken na de betekening of kennisgeving door een schriftelijke verklaring inzake de weigering van aanvaarding af te leggen. Daartoe kan de geadresseerde ofwel formulier L in bijlage I ofwel een schriftelijke verklaring dat hij de betekening of kennisgeving van het stuk weigert te aanvaarden vanwege de taal waarin het is gesteld, aan de ontvangende instantie terugzenden.
  • 4. 
    Indien de ontvangende instantie ervan op de hoogte is gesteld dat de geadresseerde op grond van de leden 1, 2 en 3 weigert het stuk te aanvaarden, stelt zij de verzendende instantie daar onmiddellijk van op de hoogte door middel van het certificaat van betekening of kennisgeving dan wel niet-betekening of niet-kennisgeving van stukken door middel van formulier K in bijlage I en zendt zij de aanvraag en, indien beschikbaar, elk stuk waarvan een vertaling wordt gevraagd, terug.
  • 5. 
    De betekening of kennisgeving van het geweigerde stuk kan worden geregulariseerd door dat stuk, samen met een vertaling in een taal als bedoeld in lid 1, overeenkomstig deze verordening te betekenen of ter kennis te geven aan de geadresseerde. In een dergelijk geval is de datum van betekening of kennisgeving van het stuk die waarop het stuk en zijn vertaling overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat is betekend of ter kennis is gegeven. Indien het recht van een lidstaat echter voorschrijft dat een stuk binnen een bepaalde termijn moet worden betekend of ter kennis worden gegeven, is de datum die ten aanzien van de aanvrager in aanmerking moet worden genomen, de datum van betekening of kennisgeving van het oorspronkelijke stuk als vastgesteld overeenkomstig artikel 13, lid 2.
  • 6. 
    De leden 1 tot en met 5 zijn ook van toepassing op de in afdeling 2 voorziene andere wijzen van verzending en betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken.
  • 7. 
    Voor de toepassing van de leden 1 en 2 stellen diplomatieke of consulaire ambtenaren in gevallen waarin de betekening of kennisgeving overeenkomstig artikel 17 is verricht, en de autoriteit of persoon in gevallen waarin de betekening of kennisgeving overeenkomstig artikel 18, 19 of 20 is verricht, de geadresseerde ervan in kennis dat hij kan weigeren het stuk te aanvaarden en dat ofwel formulier L in bijlage I ofwel een schriftelijke verklaring van weigering respectievelijk naar die ambtenaren of naar die autoriteit of persoon moet worden gezonden.

Artikel 13

Datum van betekening of kennisgeving

  • 1. 
    Onverminderd artikel 12, lid 5, is de datum van een betekening of kennisgeving die op grond van artikel 11 is verricht, de datum waarop het document overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat is betekend of ter kennis is gegeven.
  • 2. 
    Indien het recht van een lidstaat voorschrijft dat een stuk binnen een bepaalde termijn moet worden betekend of ter kennis moet worden gegeven, wordt de datum die ten aanzien van de aanvrager in aanmerking moet worden genomen, evenwel bepaald door het recht van die lidstaat.
  • 3. 
    Dit artikel is ook van toepassing op de in afdeling 2 voorziene andere wijzen van verzending en betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken.

Artikel 14

Certificaat van betekening of kennisgeving en afschrift van het stuk waarvan de betekening of kennisgeving is verricht

  • 1. 
    Wanneer alle formaliteiten met betrekking tot de betekening of kennisgeving van het stuk in kwestie zijn vervuld, stelt de ontvangende instantie door middel van formulier K in bijlage I een certificaat betreffende de vervulling van die formaliteiten op en zendt zij dit aan de verzendende instantie toe, samen met, in geval van toepassing van artikel 8, lid 4, een afschrift van het stuk waarvan de betekening of kennisgeving is verricht.
  • 2. 
    Het in lid 1 bedoelde certificaat wordt in de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat van herkomst ingevuld of in een andere taal die de lidstaat van herkomst heeft meegedeeld te zullen aanvaarden. Elke lidstaat geeft aan in welke andere officiële talen van de Unie dan zijn eigen taal of talen formulier K in bijlage I mag worden ingevuld.

Artikel 15

Kosten van betekening of kennisgeving

  • 1. 
    De betekening of kennisgeving van uit een lidstaat afkomstige gerechtelijke stukken geeft geen aanleiding tot enige verplichting tot betaling of terugbetaling van heffingen of kosten voor door de aangezochte lidstaat verleende diensten.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 betaalt de aanvrager de kosten voor het volgende, of betaalt die terug:
 

a)

beroep op een deurwaarder of op een uit hoofde van het recht van de aangezochte lidstaat bevoegde persoon;

 

b)

het gebruik van een bijzondere vorm van betekening of kennisgeving.

De lidstaten leggen een enkele vaste vergoeding vast voor het beroep op een deurwaarder of een uit hoofde van het recht van de aangezochte lidstaat bevoegde persoon. Die vergoeding is in overeenstemming met de beginselen van evenredigheid en non-discriminatie. De lidstaten delen de Commissie het bedrag van dergelijke vaste vergoedingen mee.

AFDELING 2

Andere wijzen van verzending en betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken

Artikel 16

Verzending langs consulaire of diplomatieke weg

In uitzonderlijke omstandigheden kan elke lidstaat diplomatieke of consulaire kanalen gebruiken om gerechtelijke stukken ter betekening of kennisgeving aan de ontvangende instanties of centrale organen van een andere lidstaat door te sturen.

Artikel 17

Betekening of kennisgeving door diplomatieke of consulaire ambtenaren

  • 1. 
    Elke lidstaat kan de betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken aan in een andere lidstaat verblijvende personen rechtstreeks, zonder gebruik van dwangmaatregelen, door zijn diplomatieke of consulaire ambtenaren doen verrichten.
  • 2. 
    Een lidstaat kan aan de Commissie meedelen dat hij zich tegen betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken als bedoeld in lid 1 op zijn grondgebied verzet, tenzij de stukken moeten worden betekend of ter kennis gegeven aan een onderdaan van de lidstaat van herkomst van dat stuk.

Artikel 18

Betekening of kennisgeving door postdiensten

De betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken aan in een andere lidstaat aanwezige personen kan rechtstreeks door postdiensten worden verricht bij aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging of op een gelijkwaardige wijze.

Artikel 19

Elektronische betekening of kennisgeving

  • 1. 
    Gerechtelijke stukken kunnen rechtstreeks aan een persoon die een bekend adres voor betekening of kennisgeving in een andere lidstaat heeft, worden betekend of ter kennis gegeven met elektronische middelen die uit hoofde van het recht van de lidstaat van het forum beschikbaar zijn voor de binnenlandse betekening of kennisgeving van stukken, op voorwaarde dat:
 

a)

de stukken worden verzonden en in ontvangst genomen met gebruikmaking van gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014, en de geadresseerde vooraf uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om elektronische middelen te gebruiken voor de betekening of kennisgeving van stukken in de loop van gerechtelijke procedures, of

 

b)

de geadresseerde de rechter of de autoriteit waarbij de procedure aanhangig is gemaakt of de partij die belast is met de betekening of kennisgeving van stukken in de procedure, vooraf uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor het gebruik van e-mail naar een specifiek e-mailadres voor de betekening of kennisgeving van stukken in de loop van die procedure, en de geadresseerde de ontvangst van het stuk bevestigt met een ontvangstbevestiging waarop de datum van ontvangst is vermeld.

  • 2. 
    Om de veiligheid van verzending te waarborgen kan elke lidstaat de aanvullende voorwaarden vaststellen waaronder hij de in lid 1, punt b), bedoelde elektronische betekening of kennisgeving aanvaardt, indien zijn recht daaraan strengere voorwaarden verbindt of elektronische betekening of kennisgeving per e-mail niet toestaat.

Artikel 20

Rechtstreekse betekening of kennisgeving

  • 1. 
    Iedere belanghebbende bij een specifiek rechtsgeding mag de betekening of kennisgeving van gerechtelijke stukken rechtstreeks doen verrichten door de deurwaarders, ambtenaren of andere bevoegde personen van de lidstaat waarin men de betekening of kennisgeving wil verrichten, op voorwaarde dat dergelijke rechtstreekse betekening of kennisgeving is toegestaan door het recht van die lidstaat.
  • 2. 
    Een lidstaat die rechtstreekse betekening of kennisgeving toestaat, verstrekt de Commissie de informatie over welke beroepen of bevoegde personen de rechtstreekse betekening of kennisgeving van stukken op hun grondgebied mogen verrichten. De Commissie maakt die informatie via het Europees e-justitieportaal beschikbaar.

HOOFDSTUK III

BUITENGERECHTELIJKE STUKKEN

Artikel 21

Verzending en betekening of kennisgeving van buitengerechtelijke stukken

Buitengerechtelijke stukken kunnen overeenkomstig deze verordening worden verzonden naar en betekend of ter kennis gegeven in een andere lidstaat.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 22

Niet-verschenen verweerder

  • 1. 
    Indien een gedinginleidend stuk of een gelijkwaardig stuk uit hoofde van deze verordening ter betekening of kennisgeving naar een andere lidstaat moest worden gezonden en de verweerder niet is verschenen, houdt de rechter zijn beslissing aan totdat is gebleken dat de betekening of kennisgeving van het stuk respectievelijk de afgifte ervan voldoende tijdig is geschied zodat de verweerder de gelegenheid heeft gehad zich te verweren en dat:
 

a)

het stuk werd betekend of ter kennis gegeven met inachtneming van de door het recht van de aangezochte lidstaat voorgeschreven vormen voor de betekening of kennisgeving van stukken in binnenlandse rechtszaken aan zich op het grondgebied van die lidstaat bevindende personen, of

 

b)

het stuk daadwerkelijk is afgegeven aan de verweerder in persoon of aan zijn verblijfplaats op een andere in deze verordening geregelde wijze.

  • 2. 
    Niettegenstaande lid 1 kan elke lidstaat de Commissie meedelen dat een rechter een beslissing mag vellen, zelfs wanneer geen certificaat van betekening, kennisgeving of afgifte van het gedinginleidend stuk of gelijkwaardig stuk is ontvangen, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

het stuk is op één van de in deze verordening geregelde wijzen verzonden;

 

b)

sedert het tijdstip van verzending van het stuk is een termijn verlopen die door de rechter in die specifieke zaak als voldoende wordt beschouwd, doch die ten minste zes maanden bedraagt;

 

c)

hoewel daartoe bij de bevoegde autoriteiten of organen van de aangezochte lidstaat elke redelijke inspanning is verricht, werd geen enkel certificaat ontvangen.

Die informatie wordt via het Europees e-justitieportaal beschikbaar gemaakt.

  • 3. 
    Niettegenstaande de leden 1 en 2 kunnen rechters in gemotiveerde spoedeisende gevallen voorlopige of bewarende maatregelen bevelen.
  • 4. 
    Indien een gedinginleidend stuk of een gelijkwaardig stuk overeenkomstig deze verordening ter betekening of kennisgeving naar een andere lidstaat moest worden gezonden en de verweerder bij verstek is veroordeeld, kan de rechter, indien de termijn waarbinnen een rechtsmiddel had moeten worden aangewend is verstreken, de verweerder toestaan het rechtsmiddel alsnog aan te wenden, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de verweerder wist buiten zijn schuld niet voldoende tijdig van het stuk om zich te kunnen verweren of niet voldoende tijdig van de beslissing om daartegen een rechtsmiddel aan te kunnen wenden, en

 

b)

de grieven van de verweerder zijn, naar het aanvankelijk oordeel van de rechter, niet van elke grond ontbloot.

Een verzoek om alsnog een rechtsmiddel te kunnen aanwenden, kan slechts worden ingediend binnen een redelijke termijn na het tijdstip waarop de verweerder van de beslissing kennis heeft gekregen.

Elke lidstaat kan de Commissie meedelen dat een verzoek om alsnog een rechtsmiddel te kunnen aanwenden niet ontvankelijk zal zijn indien het is ingediend na het verstrijken van een in die mededeling door de lidstaat gestelde termijn. Die termijn is echter in geen geval korter dan één jaar te rekenen vanaf de dag waarop de beslissing is gegeven. Die informatie wordt via het Europees e-justitieportaal beschikbaar gemaakt.

  • 5. 
    Lid 4 is niet van toepassing op beslissingen betreffende de staat of bekwaamheid van personen.

Artikel 23

Wijziging van bijlage I

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 24 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I om de daarin vervatte formulieren bij te werken of technisch aan te passen.

Artikel 24

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 23 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 22 december 2020. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 23 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een op grond van artikel 23 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 25

Vaststelling van uitvoeringshandelingen door de Commissie

  • 1. 
    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot invoering van het gedecentraliseerde IT-systeem, waarbij de volgende zaken worden geregeld:
 

a)

de technische specificaties ter bepaling van de methoden voor communicatie langs elektronische weg voor de doeleinden van het gedecentraliseerde IT-systeem;

 

b)

de technische specificaties voor communicatieprotocollen;

 

c)

de doelstellingen inzake informatiebeveiliging en relevante technische maatregelen ter waarborging van minimumnormen voor informatiebeveiliging voor het verwerken en verstrekken van informatie binnen het gedecentraliseerde IT-systeem;

 

d)

de minimumbeschikbaarheidsdoelstellingen en mogelijke daarmee verband houdende technische vereisten voor de door het gedecentraliseerde IT-systeem verstrekte diensten;

 

e)

het instellen van een uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaande stuurgroep die de exploitatie en het onderhoud van het gedecentraliseerde IT-systeem moet waarborgen om de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken.

  • 2. 
    De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden uiterlijk op 23 maart 2022 vastgesteld volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 26

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 27

Referentie-implementatiesoftware

  • 1. 
    De Commissie is verantwoordelijk voor het creëren, onderhouden en verder ontwikkelen van referentie-implementatiesoftware die de lidstaten eventueel in plaats van een nationaal IT-systeem als back-endsysteem wensen te gebruiken. Het creëren, onderhouden en verder ontwikkelen van de referentie-implementatiesoftware worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie.
  • 2. 
    De Commissie levert, onderhoudt en ondersteunt de implementatie van de aan de toegangspunten onderliggende softwarecomponenten kosteloos.

Artikel 28

Kosten van het gedecentraliseerde IT-systeem

  • 1. 
    Elke lidstaat draagt de kosten van de installatie, de exploitatie en het onderhoud van zijn toegangspunten waardoor de nationale IT-systemen in het kader van het gedecentraliseerde IT-systeem zijn verbonden.
  • 2. 
    Elke lidstaat draagt de kosten in verband met het zodanig invoeren en aanpassen van zijn nationale IT-systemen dat deze interoperabel zijn met de toegangspunten, en draagt de kosten van het beheer, de exploitatie en het onderhoud van die systemen.
  • 3. 
    De leden 1 en 2 doen geen afbreuk aan de mogelijkheid van lidstaten om in het kader van de financiële programma’s van de Unie subsidies aan te vragen ter ondersteuning van de in die leden bedoelde activiteiten.

Artikel 29

Verband met overeenkomsten of regelingen tussen lidstaten

  • 1. 
    Voor de aangelegenheden waarop zij van toepassing is, heeft deze verordening voorrang op andersluidende bepalingen van door de lidstaten gesloten bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen, en met name het Verdrag van ’s-Gravenhage van 15 november 1965 inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken, wat betreft de betrekkingen tussen de lidstaten die daar partij bij zijn.
  • 2. 
    Deze verordening belet lidstaten niet overeenkomsten of regelingen te behouden of te sluiten om de verzending van stukken te versnellen of verder te vereenvoudigen, mits die overeenkomsten of regelingen met deze verordening verenigbaar zijn.
  • 3. 
    Elke lidstaat doet aan de Commissie het volgende toekomen:
 

a)

een exemplaar van elke in lid 2 bedoelde tussen de lidstaten gesloten overeenkomst of regeling, alsook ontwerpen van dergelijke overeenkomsten of regelingen die hij zich voorneemt vast te stellen, en

 

b)

elke opzegging of wijziging van die overeenkomsten of regelingen.

Artikel 30

Rechtsbijstand

Deze verordening heeft geen gevolgen voor de toepassing van artikel 24 van het Verdrag van ’s-Gravenhage van 1 maart 1954 betreffende de burgerlijke rechtsvordering of artikel 13 van het Verdrag van 25 oktober 1980 inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen tussen de lidstaten die partij zijn bij die verdragen.

Artikel 31

Bescherming van verzonden gegevens

  • 1. 
    Elke verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening, met inbegrip van de uitwisseling of doorgifte van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten, geschiedt conform Verordening (EU) 2016/679.

Elke uitwisseling of doorgifte van gegevens door de bevoegde autoriteiten van de Unie geschiedt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.

Persoonsgegevens die niet relevant zijn voor de behandeling van een specifiek geval, worden onmiddellijk gewist.

  • 2. 
    De uit hoofde van het nationale recht bevoegde autoriteit(en) wordt (worden) als verwerkingsverantwoordelijke(n) in de zin van Verordening (EU) 2016/679 beschouwd ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening
  • 3. 
    Niettegenstaande de leden 1 en 2 worden de uit hoofde van deze verordening verzonden gegevens door de ontvangende instantie alleen gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn verzonden.
  • 4. 
    De ontvangende instanties waarborgen dat dergelijke gegevens vertrouwelijk blijven overeenkomstig hun nationale recht.
  • 5. 
    De leden 3 en 4 doen geen afbreuk aan nationaal recht dat degenen wier gegevens het betreft, in staat stelt te worden ingelicht omtrent het gebruik van uit hoofde van deze verordening verzonden gegevens.
  • 6. 
    Deze verordening doet geen afbreuk aan Richtlijn 2002/58/EG.

Artikel 32

Eerbiediging van de grondrechten uit hoofde van het Unierecht

De grondrechten en fundamentele vrijheden van alle betrokken personen, en met name het recht op gelijke toegang tot de rechter, op non-discriminatie en op bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer, worden overeenkomstig het Unierecht ten volle in acht genomen en geëerbiedigd.

Artikel 33

Mededelingen, bekendmaking en handleiding

  • 1. 
    De lidstaten delen de Commissie de in de artikelen 3, 7, 12, 14, 17, 19, 20 en 22 bedoelde gegevens mee.

De lidstaten delen de Commissie mee of hun nationale recht vereist dat een stuk overeenkomstig hun recht binnen een bepaalde termijn als bedoeld in artikel 12, lid 5, en artikel 13, lid 2, moet worden betekend of ter kennis gegeven.

  • 2. 
    De lidstaten kunnen de Commissie ervan in kennis stellen dat zij het gedecentraliseerde IT-systeem eerder kunnen exploiteren dan bij deze verordening vereist. De Commissie stelt dergelijke informatie elektronisch ter beschikking, met name via het Europees e-justitieportaal.
  • 3. 
    De Commissie maakt de overeenkomstig lid 1 meegedeelde gegevens bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, met uitzondering van de adressen en overige contactgegevens van de instanties en centrale organen, en de geografische gebieden waarin zij bevoegd zijn.
  • 4. 
    De Commissie zorgt voor de opstelling en regelmatige bijwerking van een handleiding die de in lid 1 bedoelde gegevens bevat. Zij maakt de handleiding elektronisch beschikbaar, met name via het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken en op het Europees e-justitieportaal.

Artikel 34

Monitoring

  • 1. 
    Uiterlijk op 2 juli 2023 stelt de Commissie een gedetailleerd programma op voor monitoring van de outputs, resultaten en effecten van deze verordening.
  • 2. 
    In het monitoringprogramma wordt aangegeven welke actie de Commissie en de lidstaten moeten ondernemen om de outputs, resultaten en effecten van deze verordening te monitoren. Er wordt in vermeld wanneer de in lid 3 bedoelde gegevens voor het eerst moeten worden verzameld, met als uiterste datum 2 juli 2026, en met welke frequentie die gegevens daarna moeten worden verzameld.
  • 3. 
    De lidstaten verstrekken de volgende gegevens, indien beschikbaar, aan de Commissie met het oog op monitoring:
 

a)

het aantal overeenkomstig artikel 8 verzonden aanvragen voor betekening of kennisgeving van stukken;

 

b)

het aantal overeenkomstig artikel 11 uitgevoerde aanvragen voor betekening of kennisgeving van stukken;

 

c)

het aantal gevallen waarin de aanvraag voor betekening of kennisgeving van stukken langs een andere weg dan via het gedecentraliseerde IT-systeem is verzonden, overeenkomstig artikel 5, lid 4;

 

d)

het aantal ontvangen certificaten van niet-betekening of niet-kennisgeving van stukken;

 

e)

het aantal door de verzendende instanties ontvangen weigeringen van stukken om redenen van de taal.

  • 4. 
    De referentie-implementatiesoftware en, indien zo uitgerust, het nationale back-endsysteem verzamelen programmagewijs de in lid 3, punten a), b) en d), bedoelde gegevens en zenden deze regelmatig toe aan de Commissie.

Artikel 35

Evaluatie

  • 1. 
    Uiterlijk vijf jaar na de datum met ingang waarvan artikel 5 overeenkomstig artikel 37, lid 2, van toepassing is voert de Commissie een evaluatie van deze verordening uit en doet zij over de belangrijkste bevindingen verslag aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité, indien passend vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
  • 2. 
    De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag.

Artikel 36

Intrekking

  • 1. 
    Verordening (EG) nr. 1393/2007 wordt ingetrokken met ingang van de datum van toepassing van deze verordening, met uitzondering van de artikelen 4 en 6 van Verordening (EG) nr. 1393/2007, die worden ingetrokken met ingang van de in artikel 37, lid 2, van deze verordening bedoelde datum van toepassing van de artikelen 5, 8 en 10.
  • 2. 
    Elke verwijzing naar de ingetrokken verordening wordt gelezen als een verwijzing naar deze verordening en wordt gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 37

Inwerkingtreding en toepassing

  • 1. 
    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2022.

  • 2. 
    De artikelen 5, 8 en 10 zijn van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de periode van drie jaar na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 25 bedoelde uitvoeringshandelingen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 25 november 2020.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 13 februari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 4 november 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 23 november 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
  • (7) 
    Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).
  • (8) 
    Arrest van het Hof van Justitie van 2 maart 2017, Andrew Marcus Henderson tegen Novo Banco SA, C-354/15, ECLI:EU:C:2017:157.
  • (9) 
    Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
 

BIJLAGE I

FORMULIER A

 

AANVRAAG OM BETEKENING OF KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (1))

Dossiernummer van de verzendende instantie:

  • 1. 
    VERZENDENDE INSTANTIE
 

1.1.

Naam:

 

1.2.

Adres:

 

1.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

1.2.2.

Postcode en plaats:

 

1.2.3.

Land:

 

1.3.

Tel.:

 

1.4.

Fax ((*)):

 

1.5.

E-mail:

  • 2. 
    ONTVANGENDE INSTANTIE
 

2.1.

Naam:

 

2.2.

Adres:

 

2.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

2.2.2.

Postcode en plaats:

 

2.2.3.

Land:

 

2.3.

Tel.:

 

2.4.

Fax  ((*)):

 

2.5.

E-mail:

  • 3. 
    AANVRAGER(S) (2)
 

3.1.

Naam:

 

3.2.

Adres:

 

3.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

3.2.2.

Postcode en plaats:

 

3.2.3.

Land:

 

3.3.

Tel.  ((*)):

 

3.4.

Fax  ((*)):

 

3.5.

E-mail  ((*)):

  • 4. 
    GEADRESSEERDE
 

4.1.

Naam:

 

4.1.1.

Geboortedatum, indien beschikbaar:

 

4.2.

Adres:

 

4.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

4.2.2.

Postcode en plaats:

 

4.2.3.

Land:

 

4.3.

Tel.  ((*)):

 

4.4.

Fax  ((*)):

 

4.5.

E-mail  ((*)):

 

4.6.

Persoonlijk identificatienummer/socialezekerheidsnummer/organisatienummer/gelijkwaardig kenmerk  ((*)):

 

4.7.

Overige informatie in verband met de geadresseerde  ((*)):

  • 5. 
    WIJZE VAN BETEKENING OF KENNISGEVING
 

5.1.

Volgens het recht van de aangezochte lidstaat ☐

 

5.2.

Op de volgende bijzondere wijze: ☐

 

5.2.1.

Indien deze wijze onverenigbaar is met het recht van de aangezochte lidstaat, moet de betekening of kennisgeving van het stuk/de stukken geschieden volgens het recht van de aangezochte lidstaat:

 

5.2.1.1.

ja ☐

 

5.2.1.2.

neen ☐

  • 6. 
    STUK WAARVAN BETEKENING OF KENNISGEVING MOET GESCHIEDEN
 

6.1.

Soort stuk

 

6.1.1.

gerechtelijk ☐

 

6.1.1.1.

gedinginleidend stuk ☐

 

6.1.1.2.

rechterlijke beslissing ☐

 

6.1.1.3.

hoger beroep, cassatie, verzet ☐

 

6.1.1.4.

andere (omschrijven a.u.b.):

 

6.1.2.

buitengerechtelijk ☐

 

6.2.

Datum of uiterste termijn, waarna de betekening of kennisgeving niet meer nodig is  ((*)):

… (dag) … (maand) … (jaar)

 

6.3.

Taal van het stuk:

 

6.3.1.

origineel BG ☐, ES ☐, CS ☐, DE ☐, ET ☐, EL ☐, EN ☐, FR ☐, GA ☐, HR ☐, IT ☐, LV ☐, LT ☐, HU ☐, MT ☐, NL ☐, PL ☐, PT ☐, RO ☐, SK ☐, SL ☐, FI ☐, SV ☐, andere ☐ (omschrijven a.u.b.)

 

6.3.2.

vertaling  ((*)) BG ☐, ES ☐, CS ☐, DE ☐, ET ☐, EL ☐, EN ☐, FR ☐, GA ☐, HR ☐, IT ☐, LV ☐, LT ☐, HU ☐, MT ☐, NL ☐, PL ☐, PT ☐, RO ☐, SK ☐, SL ☐, FI ☐, SV ☐, andere ☐ (omschrijven a.u.b.)

 

6.4.

Aantal bijgevoegde documenten:

  • 7. 
    TAAL VAN DE INFORMATIE AAN DE GEADRESSEERDE OVER HET RECHT OM HET STUK TE WEIGEREN

Gelieve voor de toepassing van artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 aan te geven in welke van de volgende talen, naast de taal van de aangezochte lidstaat, de informatie moet worden verstrekt:

 

7.1.

Officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat van herkomst (3): BG ☐, ES ☐, CZ ☐, DE ☐, ET ☐, EL ☐, EN ☐, FR ☐, GA ☐, HR ☐, IT ☐, LV ☐, LT ☐, HU ☐, MT ☐, NL ☐, PL ☐, PT ☐, RO ☐, SK ☐, SL ☐, FI ☐, SV ☐

 

7.2.

Officiële taal van een andere lidstaat die de geadresseerde mogelijk begrijpt: BG ☐, ES ☐, CZ ☐, DE ☐, ET ☐, EL ☐, EN ☐, FR ☐, GA ☐, HR ☐, IT ☐, LV ☐, LT ☐, HU ☐, MT ☐, NL ☐, PL ☐, PT ☐, RO ☐, SK ☐, SL ☐, FI ☐, SV ☐

  • 8. 
    TERUGZENDING VAN EEN KOPIE VAN HET STUK MET HET CERTIFICAAT VAN BETEKENING OF KENNISGEVING (artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784)
 

8.1.

Ja (gelieve in dat geval twee exemplaren te verzenden van het stuk waarvan betekening of kennisgeving moet plaatsvinden) ☐

 

8.2.

Neen ☐

  • 9. 
    REDENEN OM NIET VIA HET GEDECENTRALISEERDE IT-SYSTEEM TE VERZENDEN (artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784) (4)

Elektronische verzending was niet mogelijk wegens:

 

verstoring van het IT-systeem

 

uitzonderlijke omstandigheden

 

1.

Op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 dient u zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het stuk al het nodige te doen voor de betekening of kennisgeving ervan. Indien de betekening of kennisgeving niet binnen een maand na ontvangst ervan heeft kunnen plaatsvinden, moet u dat feit voor deze instantie vermelden in punt 2 van het certificaat van betekening of kennisgeving dan wel niet-betekening of niet-kennisgeving van stukken.

2.

Indien u niet kunt voldoen aan deze aanvraag om betekening of kennisgeving op basis van de verzonden informatie of stukken, dient u op grond van artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 contact op te nemen met deze instantie om de ontbrekende informatie of stukken te verkrijgen door middel van formulier E in bijlage I bij Verordening (EU) 2020/1784.

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER B (5)

 

VERZOEK OM HET ADRES VAST TE STELLEN VAN DE PERSOON AAN WIE EEN STUK MOET WORDEN BETEKEND OF TER KENNIS GEGEVEN

(Artikel 7, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (6)  (7)

Dossiernummer van de verzendende instantie:

  • 1. 
    VERZENDENDE INSTANTIE
 

1.1.

Naam:

 

1.2.

Adres:

 

1.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

1.2.2.

Postcode en plaats:

 

1.2.3.

Land:

 

1.3.

Tel. ((*)):

 

1.4.

Fax  ((*)):

 

1.5.

E-mail:

  • 2. 
    AANGEZOCHTE AUTORITEIT
 

2.1.

Naam:

 

2.2.

Adres:

 

2.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

2.2.2.

Postcode en plaats:

 

2.2.3.

Land:

 

2.3.

Tel.  ((*)):

 

2.4.

Fax  ((*)):

 

2.5.

E-mail:

  • 3. 
    GEADRESSEERDE
 

3.1.

Naam:

 

3.2.

Laatste bekende adres:

 

3.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

3.2.2.

Postcode en plaats:

 

3.2.3.

Land:

 

3.3.

Bekende persoonlijke gegevens van de geadresseerde (indien het een natuurlijke persoon betreft), voor zover beschikbaar:

 

3.3.1.

Naam bij geboorte:

 

3.3.2.

Andere bekende naam/namen:

 

3.3.3.

Geboorteplaats en -datum:

 

3.3.4.

Persoonlijk identificatienummer/socialezekerheidsnummer/gelijkwaardig kenmerk:

 

3.3.5.

Geboortenaam van de moeder of de vader:

 

3.3.6.

Andere informatie:

 

3.4.

Bekende gegevens van de geadresseerde (indien het een rechtspersoon betreft), voor zover beschikbaar:

 

3.4.1.

Registratienummer of gelijkwaardig kenmerk:

 

3.4.2.

Naam/namen van het lid/de leden van het bestuur/de vertegenwoordiger:

 

3.5.

Tel.  ((*)):

 

3.6.

Fax  ((*)):

 

3.7.

E-mail  ((*)):

 

3.8.

Andere informatie, voor zover beschikbaar:

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER C (8)

 

ANTWOORD OP HET VERZOEK OM HET ADRES TE ACHTERHALEN VAN DE PERSOON AAN WIE EEN STUK MOET WORDEN BETEKEND OF TER KENNIS GEGEVEN

(Artikel 7, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken) (de betekening en de kennisgeving van stukken) (9)  (10)

Dossiernummer van de aangezochte autoriteit:

Dossiernummer van de verzendende instantie:

  • 1. 
    GEADRESSEERDE
 

1.1.

Naam:

 

1.2.

Bekend adres:

 

1.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

1.2.2.

Postcode en plaats:

 

1.2.3.

Land:

 

1.3.

Er kon geen adres worden achterhaald ☐

 

1.4.

Andere informatie:

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER D

 

ONTVANGSTBEVESTIGING

(Artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (11)

 

Deze ontvangstbevestiging moet via het gedecentraliseerde IT-systeem of anders zo spoedig mogelijk na ontvangst van het stuk en in ieder geval binnen zeven dagen na ontvangst worden verzonden (12).

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie:

Geadresseerde:

  • 1. 
    DATUM VAN ONTVANGST:

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER E

 

VERZOEK OM AANVULLENDE INFORMATIE OF STUKKEN TEN BEHOEVE VAN DE BETEKENING OF KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (13))

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie:

Geadresseerde:

 

1.

De aanvraag kan niet worden uitgevoerd zonder de volgende aanvullende informatie:

 

1.1.

Naam van de geadresseerde ((*)):

 

1.2.

Geboortedatum  ((*)):

 

1.3.

Persoonlijk identificatienummer/socialezekerheidsnummer/organisatienummer/gelijkwaardig kenmerk  ((*)):

 

1.4.

Andere (omschrijven a.u.b.):

 

2.

De aanvraag kan niet worden uitgevoerd zonder de volgende stukken:

 

2.1.

Stukken waarvan betekening of kennisgeving moet geschieden  ((*)):

 

2.2.

Bewijs van betaling  ((*)):

 

2.3.

Andere (omschrijven a.u.b.):

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER F

 

BERICHT VAN TERUGZENDING VAN AANVRAAG EN STUK

(Artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (14)

 

De aanvraag en het stuk moeten na ontvangst worden teruggezonden.

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie:

Geadresseerde:

  • 1. 
    REDEN VOOR TERUGZENDING:
 

1.1.

De aanvraag valt duidelijk buiten het toepassingsgebied van de verordening:

 

1.1.1.

het adres is onbekend ☐

 

1.1.2.

het betreft geen burgerlijke of handelszaak ☐

 

1.1.3.

de betekening of kennisgeving vindt niet plaats vanuit één lidstaat naar een andere lidstaat ☐

 

1.1.4.

andere (omschrijven a.u.b.):

 

1.2.

De betekening of kennisgeving is niet mogelijk omdat niet voldaan is aan de vormvoorschriften: ☐

 

1.2.1.

het stuk is niet goed leesbaar ☐

 

1.2.2.

de taal waarin het formulier is ingevuld, is onjuist ☐

 

1.2.3.

andere (omschrijven a.u.b.):

 

1.3.

De wijze van betekening of kennisgeving is onverenigbaar met het recht van de aangezochte lidstaat (artikel 11, lid 1, van Verordening (EU)2020/1784) ☐

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER G

 

BERICHT VAN DOORSTURING VAN AANVRAAG EN STUK NAAR DE JUISTE ONTVANGENDE INSTANTIE

(Artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (15)

 

De aanvraag en het stuk zijn doorgestuurd aan de volgende ontvangende instantie, die territoriaal bevoegd is voor de betekening of kennisgeving:

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie:

Geadresseerde:

  • 1. 
    JUISTE ONTVANGENDE INSTANTIE
 

1.1.

Naam:

 

1.2.

Adres:

 

1.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

1.2.2.

Postcode en plaats:

 

1.2.3.

Land:

 

1.3.

Tel. :

 

1.4.

Fax ((*)):

 

1.5.

E-mail:

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER H

 

ONTVANGSTBEVESTIGING AAN DE VERZENDENDE INSTANTIE DOOR DE JUISTE ONTVANGENDE INSTANTIE MET TERRITORIALE BEVOEGDHEID

(Artikel 10, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (16)

 

Deze ontvangstbevestiging moet via het gedecentraliseerde IT-systeem of anders zo spoedig mogelijk na ontvangst van het stuk en in ieder geval binnen zeven dagen na ontvangst worden verzonden (17).

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie:

Geadresseerde:

 
 

DATUM VAN ONTVANGST:

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER I (18)

 

VERZOEK OM INFORMATIE OVER DE BETEKENING OF KENNISGEVING DAN WEL NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (19))

 

Betekening of kennisgeving van het stuk moet zo spoedig mogelijk geschieden. Indien de betekening of kennisgeving niet heeft kunnen plaatsvinden binnen een maand na de ontvangst, moet de ontvangende instantie de verzendende instantie daarvan in kennis stellen.

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie (indien beschikbaar):

  • 1. 
    DE AANVRAAG IS VERZONDEN MAAR ER IS GEEN INFORMATIE ONTVANGEN OVER DE BETEKENING OF KENNISGEVING DAN WEL NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING
 

1.1.

De aanvraag is verzonden ☐

datum: …

 

1.2.

De ontvangstbevestiging is ontvangen ☐

datum: …

 

1.3.

Er is andere informatie ontvangen ☐

  • 2. 
    VERZENDENDE INSTANTIE
 

2.1.

Naam:

Gegevens 2.2. tot en met 2.6. zijn facultatief indien een kopie van de aanvraag om betekening of kennisgeving van stukken is bijgevoegd:

 

2.2.

Adres:

 

2.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

2.2.2.

Postcode en plaats:

 

2.3.

Land:

 

2.4.

Tel.:

 

2.5.

Fax ((*)):

 

2.6.

E-mail:

  • 3. 
    ONTVANGENDE INSTANTIE
 

3.1.

Naam:

De volgende gegevens zijn facultatief indien een kopie van de aanvraag om betekening of kennisgeving van stukken is bijgevoegd:

 

3.2.

Adres:

 

3.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

3.2.2.

Postcode en plaats:

 

3.3.

Land:

 

3.4.

Tel.:

 

3.5.

Fax  ((*)):

 

3.6.

E-mail:

  • 4. 
    GEADRESSEERDE
 

4.1.

Naam:

 

4.1.1.

Geboortedatum, indien beschikbaar:

De volgende gegevens zijn facultatief indien een kopie van de aanvraag om betekening of kennisgeving van stukken is bijgevoegd:

 

4.2.

Adres:

 

4.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

4.2.2.

Postcode en plaats:

 

4.2.3.

Land:

 

4.3.

Tel.  ((*)):

 

4.4.

Fax  ((*)):

 

4.5.

E-mail  ((*)):

 

4.6.

Persoonlijk identificatienummer/socialezekerheidsnummer/organisatienummer/gelijkwaardig kenmerk  ((*)):

 

4.7.

Overige informatie in verband met de geadresseerde  ((*)):

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER J (20)

 

ANTWOORD OP HET VERZOEK OM INFORMATIE OVER DE BETEKENING OF KENNISGEVING DAN WEL NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (21)

Dossiernummer van de aangezochte autoriteit:

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Geadresseerde:

  • 1. 
    INFORMATIE OVER DE STAND VAN ZAKEN VAN DE BETEKENING OF KENNISGEVING VAN HET STUK/DE STUKKEN
 

1.1.

De aanvraag is niet ontvangen ☐

 

1.2.

De aanvraag kan om de volgende redenen niet binnen één maand na ontvangst worden uitgevoerd:

 

1.2.1.

Het huidige adres van de geadresseerde is nog niet achterhaald ☐

 

1.2.2.

De betekening of kennisgeving is gaande — de stukken zijn aan de geadresseerde toegezonden, maar er is nog geen ontvangstbevestiging ☐

 

1.2.3.

De betekening of kennisgeving is gaande — de stukken zijn aan de geadresseerde toegezonden, maar de termijn voor weigering is nog niet verstreken ☐

 

1.2.4.

Nog niet alle mogelijkheden voor betekening of kennisgeving zijn uitgeput ☐

 

1.2.5.

De betekening of kennisgeving is al uitgevoerd; zie bijgaande kopie van het certificaat ☐

 

1.2.6.

Verzoek beantwoord op … (datum). Antwoord bijgevoegd ☐

 

1.2.7.

Verzoek om aanvullende informatie of aanvullend stuk is nog in behandeling ☐

 

1.2.8.

Andere ☐

 

1.3.

Vermoedelijk zal de aanvraag worden uitgevoerd op …

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER K

 

CERTIFICAAT VAN BETEKENING OF KENNISGEVING DAN WEL NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING VAN STUKKEN

(Artikel 11, lid 2, artikel 12, lid 4, en artikel 14 van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (22))

 

De betekening of kennisgeving van het stuk moet zo spoedig mogelijk geschieden. Indien de betekening of kennisgeving niet binnen een maand na ontvangst ervan heeft kunnen plaatsvinden, moet de ontvangende instantie de verzendende instantie daarvan in kennis stellen (artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784).

Dossiernummer van de verzendende instantie:

Dossiernummer van de ontvangende instantie:

Geadresseerde:

  • 1. 
    VOLTOOIING VAN BETEKENING OF KENNISGEVING (artikel 14)
 

1.1.

Datum en adres van betekening of kennisgeving:

 

1.2.

Het stuk is

 

1.2.1.

betekend of ter kennis gegeven overeenkomstig het recht van de aangezochte lidstaat, namelijk:

 

1.2.1.1.

afgegeven aan: ☐

 

1.2.1.1.1.

de geadresseerde in persoon ☐

 

1.2.1.1.2.

een andere persoon ☐

 

1.2.1.1.2.1.

Naam:

 

1.2.1.1.2.2.

Adres:

 

1.2.1.1.2.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

1.2.1.1.2.2.2.

Postcode en plaats:

 

1.2.1.1.2.2.3.

Land:

 

1.2.1.1.2.3.

Relatie tot de geadresseerde:

familie ☐ werknemer ☐ andere ☐

 

1.2.1.1.3

.Adres van de geadresseerde ☐

 

1.2.1.1.4.

een ander adres (omschrijven a.u.b.) ☐ (23)

 

1.2.1.2.

betekening of kennisgeving door postdiensten ☐

 

1.2.1.2.1.

zonder ontvangstbevestiging ☐

 

1.2.1.2.2.

met bijgevoegde ontvangstbevestiging ☐

 

1.2.1.2.2.1.

van de geadresseerde ☐

 

1.2.1.2.2.2.

van een andere persoon ☐

 

1.2.1.2.2.2.1.

Naam:

 

1.2.1.2.2.2.2.

Adres:

 

1.2.1.2.2.2.2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

1.2.1.2.2.2.2.2.

Postcode en plaats:

 

1.2.1.2.2.2.2.3.

Land:

 

1.2.1.2.2.2.3.

Aard van de relatie met de geadresseerde:

familie ☐ werknemer ☐ andere ☐

 

1.2.1.3.

elektronische betekening of kennisgeving (wijze omschrijven a.u.b.): ☐

 

1.2.1.4.

betekening of kennisgeving op andere wijze (omschrijven a.u.b.): ☐

 

1.2.2.

betekening of kennisgeving is op de volgende bijzondere wijze geschied (omschrijven a.u.b.): ☐

 

1.3.

Aan de geadresseerde van het stuk is overeenkomstig artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784+, schriftelijk meegedeeld dat de geadresseerde mag weigeren het stuk te aanvaarden indien het niet gesteld is in, of vergezeld gaat van een vertaling in, ofwel een taal die hij begrijpt ofwel de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats van betekening of kennisgeving.

  • 2. 
    MEDEDELING OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 11, LID 2, VAN VERORDENING (EU) 2020/1784

De betekening of kennisgeving van het stuk heeft niet binnen een maand na de datum van ontvangst kunnen plaatsvinden ☐

  • 3. 
    WEIGERING VAN HET STUK (artikel 12, lid 4, van Verordening (EU) 2020/1784)
 

3.1.

De geadresseerde heeft geweigerd het stuk te aanvaarden vanwege de gebruikte taal ☐

 

3.1.1.

Datum van de poging tot betekening of kennisgeving:

 

3.1.2.

Datum van de weigering, indien beschikbaar:

 

3.2.

Het stuk is bij dit certificaat gevoegd.

 

3.2.1.

Ja ☐

 

3.2.2.

Neen ☐

  • 4. 
    REDEN VOOR DE NIET-BETEKENING OF NIET-KENNISGEVING VAN HET STUK
 

4.1.

Adres onbekend

 

4.1.1.

Er zijn stappen ondernomen om het adres vast te stellen (24): ja ☐ neen ☐

 

4.2.

Geadresseerde onvindbaar ☐

 

4.3.

Het stuk kon niet worden betekend of er kon geen kennis van worden gegeven vóór de in punt 6.2 genoemde datum of uiterste termijn in de aanvraag om betekening of kennisgeving van stukken (formulier A) ☐

 

4.4.

Andere (omschrijven a.u.b.) ☐

 

4.5.

Het stuk is bij dit certificaat gevoegd ja ☐ neen ☐

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

FORMULIER L

 

MEDEDELING AAN DE GEADRESSEERDE OVER ZIJN RECHT OM TE WEIGEREN EEN STUK TE AANVAARDEN

(Artikel 12, leden 2 en 3, van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken) (25))

Geadresseerde:

  • I. 
    MEDEDELING AAN DE GEADRESSEERDE

Het bijgevoegde stuk is betekend of ter kennis gegeven overeenkomstig Verordening (EU) 2020/1784.

U kunt weigeren het bijgevoegde stuk te aanvaarden indien het niet gesteld is in, of vergezeld gaat van een vertaling in, ofwel een taal die u begrijpt ofwel de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats van betekening of kennisgeving.

Indien u dit recht wenst uit te oefenen, moet u ofwel onmiddellijk bij de betekening of kennisgeving van het stuk die betekening of kennisgeving weigeren te aanvaarden ten aanzien van de persoon die de betekening of kennisgeving verricht, ofwel binnen twee weken na de betekening of kennisgeving het door u ingevulde formulier of een schriftelijke verklaring waarin u weigert het bijgevoegde stuk te aanvaarden vanwege de taal waarin het is gesteld, terugzenden naar het onderstaande adres.

Indien u weigert het bijgevoegde stuk te aanvaarden maar de rechter of autoriteit waarbij de gerechtelijke procedure in het kader waarvan de betekening of kennisgeving nodig was, aanhangig is gemaakt, vervolgens beslist dat de weigering niet gerechtvaardigd was, kan die rechter of autoriteit de rechtsgevolgen toepassen waarin het recht van de lidstaat van het forum voorziet in geval van ongerechtvaardigde weigering, zoals het geldig verklaren van de betekening of kennisgeving.

II.   ADRES WAARNAAR HET FORMULIER MOET WORDEN TERUGGEZONDEN (26):

 

1.

Naam:

 

2.

Adres:

 

2.1.

Straat en nummer/postbus:

 

2.2.

Postcode en plaats:

 

2.3.

Land:

 

3.

Dossiernummer:

 

4.

Tel.:

 

5.

Fax ((*))

 

6.

E-mail:

III.   VERKLARING VAN DE GEADRESSEERDE (27):

Ik weiger het stuk te aanvaarden omdat het niet gesteld is in, of vergezeld gaat van een vertaling in, ofwel een taal die ik begrijp ofwel in de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats van betekening of kennisgeving.

Ik begrijp de volgende taal (talen):

 

Bulgaars

Litouws

Spaans

Hongaars

Tsjechisch

Maltees

Duits

Nederlands

Ests

Pools

Grieks

Portugees

Engels

Roemeens

Frans

Slowaaks

Iers

Sloveens

Kroatisch

Fins

Italiaans

Zweeds

Lets

Overige ☐ (preciseren a.u.b.): …

Gedaan te:

Datum:

Handtekening en/of stempel, of elektronische handtekening en/of elektronisch zegel:

 

((*))  Facultatief.

  • (2) 
    Indien er meer dan één aanvrager is, gelieve de in punten 3.1 tot en met 3.5 gevraagde gegevens te vermelden.
  • (3) 
    Dit punt is uitsluitend van toepassing op lidstaten met meer dan één officiële taal.
  • (4) 
    Dit punt geldt pas vanaf de datum van toepassing van het gedecentraliseerde IT-systeem overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784.
  • (5) 
    Het gebruik van dit formulier is facultatief.
  • (7) 
    Dit formulier is uitsluitend van toepassing op lidstaten die bijstand verlenen overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2020/1784.

((*))  Facultatief.

  • (8) 
    Het gebruik van dit formulier is facultatief.
  • Dit formulier is uitsluitend van toepassing op lidstaten die bijstand verlenen overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2020/1784.
  • De verplichting om de ontvangstbevestiging via het gedecentraliseerde IT-systeem te verzenden geldt pas vanaf de datum van toepassing van het gedecentraliseerde IT-systeem overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784.

((*))  Facultatief.

((*))  Facultatief.

  • De verplichting om de ontvangstbevestiging via het gedecentraliseerde IT-systeem te verzenden geldt pas vanaf de datum van toepassing van het gedecentraliseerde IT-systeem overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2020/1784.
  • Het gebruik van dit formulier is facultatief.

((*))  Facultatief.

  • Het gebruik van dit formulier is facultatief.
  • Adres dat door de ontvangende instantie is vastgesteld overeenkomstig artikel 7, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2020/1784.
  • Dit punt is uitsluitend van toepassing op lidstaten die bijstand verlenen overeenkomstig artikel 7, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2020/1784.
  • Moet worden ingevuld door de instantie die de betekening of kennisgeving verricht.

((*))  Facultatief.

  • Moet worden ingevuld en ondertekend door de geadresseerde.
 

BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

 

Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (“de betekening en de kennisgeving van stukken”), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79)

 

Verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van bepaalde verordeningen, besluiten en beschikkingen op het gebied van vrij verkeer van goederen, vrij verkeer van personen, vennootschapsrecht, mededingingsbeleid, landbouw, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, vervoersbeleid, energie, belastingen, statistieken, trans-Europese netwerken, rechtswezen en grondrechten, justitie, vrijheid en veiligheid, milieu, douane-unie, externe betrekkingen, buitenlands en veiligheids- en defensiebeleid en instellingen, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 1)

Enkel wijzigingen van bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1393/2007

 

BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

 

Verordening (EG) nr. 1393/2007

Deze verordening

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 3

Artikel 1, lid 3

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5, leden 2, 3 en 4

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 4, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 4, lid 2

Artikel 5, lid 1

Artikel 4, lid 3

Artikel 8, lid 2

Artikel 4, lid 4

Artikel 8, lid 3

Artikel 4, lid 5

Artikel 8, lid 4

Artikel 5

Artikel 9

Artikel 6

Artikel 10

Artikel 7

Artikel 11

Artikel 8, lid 1

Artikel 12, leden 1, 2 en 3

Artikel 8, lid 2

Artikel 12, lid 4

Artikel 8, lid 3

Artikel 12, lid 5

Artikel 8, lid 4

Artikel 12, lid 6

Artikel 8, lid 5

Artikel 12, lid 7

Artikel 9

Artikel 13

Artikel 10

Artikel 14

Artikel 11

Artikel 15

Artikel 12

Artikel 16

Artikel 13

Artikel 17

Artikel 14

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 15

Artikel 20, lid 1

Artikel 20, lid 2

Artikel 16

Artikel 21

Artikel 17

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 18

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 19

Artikel 22

Artikel 20

Artikel 29

Artikel 21

Artikel 30

Artikel 31, lid 1

Artikel 31, lid 2

Artikel 22, lid 1

Artikel 31, lid 3

Artikel 22, lid 2

Artikel 31, lid 4

Artikel 22, lid 3

Artikel 31, lid 5

Artikel 22, lid 4

Artikel 31, lid 6

Artikel 32

Artikel 23, lid 1

Artikel 33, lid 1

Artikel 33, lid 2

Artikel 23, lid 2

Artikel 33, lid 3

Artikel 23, lid 3

Artikel 33, lid 4

Artikel 34

Artikel 24

Artikel 35, lid 1

Artikel 35, lid 2

Artikel 25

Artikel 36

Artikel 26

Artikel 37

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage III

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.