Uitvoeringsverordening 2020/1208 - Structuur, de indeling, de indieningsprocedure en de beoordeling van de informatie die door de lidstaten is verstrekt op grond van Verordening 2018/1999 en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 749/2014 van de Commissie

1.

Wettekst

26.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 278/1

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1208 VAN DE COMMISSIE

van 7 augustus 2020

betreffende de structuur, de indeling, de indieningsprocedure en de beoordeling van de informatie die door de lidstaten is verstrekt op grond van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 749/2014 van de Commissie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (1), en met name artikel 19, lid 5, artikel 26, lid 7, artikel 37, lid 6, artikel 38, lid 4, en artikel 39, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het in Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) vastgestelde bewakings- en rapporteringssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen voorziet in een basiskader voor de bewaking en rapportering van broeikasgasemissies uit hoofde van het klimaatbeleid. De bepalingen van dat systeem zijn volledig geïntegreerd in Verordening (EU) 2018/1999, waarbij Verordening (EU) nr. 525/2013 met ingang van 1 januari 2021 wordt ingetrokken. In het kader van dat systeem moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de rapportering over nationale adaptatiemaatregelen, het gebruik van de opbrengsten uit veilingen, financiële en technologische ondersteuning voor ontwikkelingslanden, geschatte broeikasgasinventarissen, broeikasgasinventarissen en geboekte broeikasgasemissies en -verwijderingen, alsmede voorschriften inzake nationale inventarisatiesystemen, algehele evaluatie, en rapportering over beleidslijnen en maatregelen en prognoses.

 

(2)

Het geïntegreerde bewakings- en rapporteringssysteem voor broeikasgasinventarissen, prognoses en beleidslijnen en maatregelen, met inbegrip van nationale systemen, draagt bij tot het waarborgen van de consistentie van gegevens tussen emissietrends in het verleden, emissietrends in de toekomst, en de effecten van beleidslijnen en maatregelen voor de verwezenlijking van de doelstellingen inzake de mitigatie van de klimaatverandering. Daarnaast bestaat er een wezenlijk verband tussen de rapportering door de lidstaten over de nationale broeikasgasinventaris en de nationale inventarisatiesystemen, die de institutionele, juridische en procedurele regelingen voor de raming van de broeikasgasemissies vormen. Bovendien wordt tijdens het proces van de algehele evaluatie de kwaliteit van de ingediende nationale inventarisgegevens gecontroleerd. Het is daarom passend de voorschriften inzake nationale inventarisatiesystemen, de algehele evaluatie, de systemen voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses, en de rapporteringsverplichtingen van de lidstaten op grond van hoofdstuk 4 van Verordening (EU) 2018/1999 in één uitvoeringsverordening op te nemen.

 

(3)

Bij Besluit 18/CMA.1 heeft de Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) (3), die fungeert als vergadering van de Partijen bij de Overeenkomst van Parijs (4) inzake klimaatverandering, goedgekeurd op 12 december 2015 tijdens de afsluiting van de 21e Conferentie van de partijen bij het UNFCCC (de “Overeenkomst van Parijs”), de modaliteiten, procedures en richtsnoeren voor het kader voor transparantie van maatregelen en ondersteuning vastgesteld, waarin onder meer de rapportering over broeikasgasinventarissen, beleidslijnen en maatregelen, prognoses, effecten en adaptatie, en ondersteuning voor ontwikkelingslanden zijn vastgelegd. De EU en haar lidstaten moeten de genoemde informatie uiterlijk op 31 december 2024 overeenkomstig deze modaliteiten, procedures en richtsnoeren meedelen.

 

(4)

Krachtens Verordening (EU) 2018/1999 zijn de lidstaten ertoe verplicht tweejaarlijkse verslagen in te dienen bij de Commissie met informatie over hun nationale planning en strategieën voor de adaptatie aan de klimaatverandering, overeenkomstig de rapporteringsvereisten die in het kader van het UNFCCC en de Overeenkomst van Parijs zijn overeengekomen. Deze informatie zal worden gebruikt om de voortgang en de ondernomen acties met betrekking tot de adaptatie aan de klimaatverandering te monitoren, om input en ondersteuning te bieden voor de uitvoering en de evaluatie van de adaptatiestrategie van de Unie, om de beoordeling van de door de EU geboekte vooruitgang in de richting van de adaptatiedoelstelling van de Overeenkomst van Parijs te vergemakkelijken, en om de lidstaten en de Europese Unie in staat te stellen goede praktijken uit te wisselen en te beoordelen wat hun behoeften zijn en hoe goed zij zijn voorbereid om de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden. In overeenstemming met internationale rapporteringsregelingen moeten de lidstaten ook overzichten of voorbeelden van goede praktijken met betrekking tot subnationale activiteiten verstrekken om meer bekendheid te geven aan adaptatiemaatregelen op andere bestuursniveaus en de EU in staat te stellen dergelijke maatregelen beter te bevorderen.

 

(5)

Gezien de in het verleden opgedane ervaringen met de rapportering over het gebruik van de opbrengsten uit de veiling van emissierechten, is het noodzakelijk dat de lidstaten, die verslag uitbrengen over het gebruik van het financiële waarde-equivalent van hun veilingopbrengsten, waarden rapporteren die representatief zijn voor hun uitgaven overeenkomstig de artikelen 3 quinquies en 10 van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (5).

 

(6)

De rapportering door de lidstaten over de financiële en technologische ondersteuning voor ontwikkelingslanden moet zo gedetailleerd mogelijk zijn en moet worden verstrekt op het niveau van de programma’s of activiteiten. Informatie met de vermelding “voor zover beschikbaar” hoeft alleen te worden gerapporteerd als zij voor de lidstaten beschikbaar is op het moment dat het verslag in het rapporteringssysteem wordt ingevoerd. Een lidstaat hoeft de tabel over de geplande verlening van ondersteuning niet in te vullen en in te dienen indien de relevante informatie niet voor de volledige tabel beschikbaar is, onder meer als gevolg van nog lopende of in behandeling zijnde begrotingsprocedures. Omwille van de consistentie moeten de lidstaten ook gebruik kunnen maken van het rapporteringsformaat dat hoort bij het kennisgevingssysteem van de crediteurlanden (Creditor Reporting System, CRS), zoals ingevoerd door de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand (DAC) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Overeenkomstig Besluit 18/CMA.1 verstrekken de lidstaten op vrijwillige basis informatie aan het UNFCCC over het subsidie-equivalent. Om de samenhang met de rapportering op internationaal niveau te waarborgen, moeten de in deze verordening vervatte rapporteringsvereisten voor zover mogelijk worden afgestemd op de relevante besluiten van de Conferentie van de partijen die als vergadering van de Partijen bij de Overeenkomst van Parijs fungeert, en op de relevante methodologische wijzigingen van de DAC van de OESO, zodra deze beschikbaar zijn.

 

(7)

Het sectorale toepassingsgebied van de geschatte inventaris is een korte samenvatting van het gedetailleerdere sectorale toepassingsgebied van de totale broeikasgasinventaris. Dit zorgt ervoor dat de in de geschatte inventaris voor het jaar t-1 gerapporteerde emissie- en verwijderingsramingen overeenstemmen met de ramingen van de broeikasgasinventaris die in het jaar t-2 zijn gerapporteerd. De sector landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) is een integrerend deel van de jaarlijkse inventaris, en de lidstaten moeten ramingen van emissies en verwijderingen uit de LULUCF-sector opnemen in hun geschatte broeikasgasinventaris.

 

(8)

Om de transparantie van de emissiereductieverbintenissen te waarborgen, te zorgen voor een voortdurende kwaliteitsverbetering en het proces van de technische evaluatie door deskundigen te vergemakkelijken, is het nodig dat de verslagen van de lidstaten veel technische details en informatie bevatten. Bij Verordening (EU) 2018/1999 zijn daarnaast verslagleggingsvereisten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad (6) en Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad (7) in de rapportering over de jaarlijkse broeikasgasinventaris opgenomen, waarbij recht wordt gedaan aan de vijfjarige cyclus voor de nalevingscontrole van die verordeningen door middel van een uitgebreid evaluatieproces in 2027 en 2032. Daarom is het noodzakelijk de structuur, het formaat en het proces te specificeren voor de rapportering over het beoogde gebruik van flexibiliteit en over afgesloten overdrachten van emissierechten en het gebruik van de resulterende opbrengsten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/842, en de vereisten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/841 op te nemen in de rapportering over prognoses. Bij de rapportering van informatie over de afgesloten overdrachten op grond van Verordening (EU) 2018/841 en Verordening (EU) 2018/842, zullen de gerapporteerde afzonderlijke prijzen voor de afgesloten overdrachten niet openbaar worden gemaakt, terwijl het bereik van de betaalde prijzen per eenheid, d.w.z. de laagste en de hoogste prijs voor alle door de lidstaten gerapporteerde transacties, wel beschikbaar moet worden gesteld.

 

(9)

Voor een tijdige en effectieve nakoming van de door de Conferentie van de partijen bij de Overeenkomst van Parijs vastgestelde verplichtingen moeten tijdschema’s voor de samenwerking en coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten bij het opstellen van het broeikasgasinventarisatierapport van de Unie en de beoordeling door het UNFCCC worden vastgesteld. Voor een tijdige en effectieve tenuitvoerlegging van de algehele evaluatie van de broeikasgasinventarissen van de lidstaten is het tevens noodzakelijk de procedure en het tijdschema voor de uitvoering daarvan vast te stellen.

 

(10)

De lidstaten moeten nationale inventarisatiesystemen opzetten en gebruiken om de kwaliteit van de inventaris te waarborgen en te verbeteren door middel van de planning, de voorbereiding en het beheer van inventarisatieactiviteiten, waaronder het verzamelen van activiteitsgegevens, het op de juiste wijze selecteren van methoden en emissiefactoren, het ramen van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen, het uitvoeren van de onzekerheidsbeoordeling en activiteiten op het gebied van kwaliteitsborging en kwaliteitscontrole, en het uitvoeren van procedures voor de controle van de inventarisgegevens op nationaal niveau. Om de hoge kwaliteit van de nationale inventarisatiesystemen vanaf de vorige periode te handhaven, moeten de lidstaten dezelfde normen voor de planning, de voorbereiding en het beheer van de inventaris blijven toepassen, zoals neergelegd in de artikelen 27, 28 en 29.

 

(11)

De regels inzake systemen voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses moeten overeenstemmen met de desbetreffende door de instanties van het UNFCCC of van de Overeenkomst van Parijs vastgestelde besluiten. Aangezien in Besluit 18/CMA.1 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC die fungeert als vergadering van de Partijen bij de Overeenkomst van Parijs om informatie wordt verzocht die nodig is om toe te kunnen zien op de geboekte vooruitgang met betrekking tot de nationaal bepaalde bijdragen zoals bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst van Parijs, moeten de lidstaten de relevante informatie over hun institutionele, administratieve en procedurele regelingen voor de binnenlandse uitvoering van de nationaal bepaalde bijdrage van de Unie indienen.

 

(12)

De rapportering over luchtverontreinigende stoffen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad (8) en die over broeikasgassen gaan grotendeels uit van soortgelijke benaderingen, met inbegrip van de door de lidstaten gehanteerde methoden. Daarom wordt bij de rapportering over beleidslijnen en maatregelen en prognoses en de systemen daarvoor overeenkomstig hoofdstuk VI van deze verordening een consistente methodologische aanpak ondersteund door rekening te houden met de uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/2284 gerapporteerde beleidslijnen en maatregelen en prognoses.

 

(13)

Het in artikel 28 van Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde e-platform moet door de lidstaten en de Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, worden gebruikt voor de rapportering over alle dimensies van de energie-unie. De Commissie neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat de via het e-platform verstrekte informatie door het centrale punt voor gegevenstoezending van de Commissie wordt geleid en aldus wordt uitgewisseld met de desbetreffende gekoppelde rapporteringssystemen zoals Reportnet van het Europees Milieuagentschap.

 

(14)

Om te zorgen voor consistentie met de datum van toepassing van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) 2018/1999, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2021.

 

(15)

Overeenkomstig de artikelen 57 en 58 van Verordening (EU) 2018/1999 wordt Verordening (EU) nr. 525/2013 met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken, met uitzondering van artikel 7, artikel 17, lid 1, onder a) en d), en artikel 19 van die verordening, die van toepassing zullen zijn op de verslagen met gegevens voor de jaren 2019 en 2020. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 749/2014 moet daarom met ingang van 1 januari 2021 worden ingetrokken, maar de artikelen 3 tot en met 18 en 27 tot en met 43 ervan moeten van kracht blijven voor de verslagen die gegevens voor die jaren bevatten.

 

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden voorschriften vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EU) 2018/1999 ten aanzien van:

 

a)

de rapportering door de lidstaten over nationale adaptatiemaatregelen, het gebruik van veilingopbrengsten en financiële en technologische ondersteuning voor ontwikkelingslanden op grond van artikel 19 van Verordening (EU) 2018/1999;

 

b)

de rapportering door de lidstaten over de geschatte inventarissen van broeikasgassen (of BKG’s), de broeikasgasinventarissen en de geboekte broeikasgasemissies en -verwijderingen op grond van artikel 26 van Verordening (EU) 2018/1999;

 

c)

vereisten inzake de opzet, het gebruik en de werking van nationale inventarisatiesystemen op grond van artikel 37 van Verordening (EU) 2018/1999;

 

d)

het tijdschema en de procedure voor de uitvoering van de algehele evaluatie op grond van artikel 38 van Verordening (EU) 2018/1999;

 

e)

de rapportering door de lidstaten over de nationale systemen voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses op grond van artikel 39 van Verordening (EU) 2018/1999.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de verslagen die de lidstaten indienen met de voor het jaar 2021 en volgende vereiste gegevens.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

1.

“gemeenschappelijke rapporteringstabel” of “CRT” (common reporting table): een tabel voor informatie over antropogene emissies van broeikasgassen per bron en verwijderingen van broeikasgassen per put die is opgenomen in bijlage II bij Besluit 24/CP.19 van de Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) (Besluit 24/CP.19);

 

2.

“referentiebenadering”: de referentiebenadering van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC), zoals opgenomen in de IPCC-richtsnoeren van 2006 inzake nationale broeikasgasinventarissen (“IPCC-richtsnoeren van 2006”);

 

3.

“benadering 1”: de basismethode voor de raming van onzekerheden, zoals opgenomen in de IPCC-richtsnoeren van 2006;

 

4.

“hoofdcategorie”: een categorie die een significante invloed heeft op de totale inventaris van broeikasgassen van een lidstaat of de Unie wat het absolute niveau van de emissies en verwijderingen, de trend in emissies en verwijderingen, of onzekerheid inzake emissies en verwijderingen betreft;

 

5.

“sectorale benadering”: de sectorale benadering van de IPCC, zoals uiteengezet in de IPCC-richtsnoeren van 2006;

 

6.

“ontwerp voor broeikasgasinventarisatiedocumenten”: het ontwerp in het aanhangsel van de in bijlage I bij Besluit 24/CP.19 opgenomen UNFCCC-richtsnoeren voor de rapportering over jaarlijkse broeikasgasinventarissen;

 

7.

“transparantie-MPR’s”: de modaliteiten, procedures en richtsnoeren voor het in artikel 13 van de Overeenkomst van Parijs bedoelde kader voor transparantie van maatregelen en ondersteuning, zoals opgenomen in de bijlage bij Besluit 18/CMA.1 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC die als vergadering van de Partijen bij de Overeenkomst van Parijs fungeert;

 

8.

“richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen”: de richtsnoeren zoals bedoeld in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1044 van de Commissie (9);

 

9.

“herberekening”: een procedure voor het opnieuw ramen, overeenkomstig de richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen, van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen van eerder ingediende broeikasgasinventarissen ten gevolge van gewijzigde methoden, wijzigingen in de manier waarop emissiefactoren en activiteitsgegevens worden verzameld en gebruikt, of de toevoeging van nieuwe categorieën bronnen of putten.

HOOFDSTUK II

RAPPORTERING DOOR DE LIDSTATEN OVER NATIONALE ADAPTATIEMAATREGELEN, OPBRENGSTEN UIT VEILINGEN EN ONDERSTEUNING VOOR ONTWIKKELINGSLANDEN

Artikel 4

Informatie over nationale adaptatiemaatregelen

De lidstaten rapporteren de informatie over hun nationale adaptatiemaatregelen op grond van artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1999 volgens het in bijlage I bij deze verordening beschreven formaat.

Artikel 5

Informatie over het gebruik van de opbrengsten uit veilingen

De lidstaten rapporteren de informatie over het gebruik van de opbrengsten uit de veiling van emissierechten op grond van artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1999 volgens de in bijlage II bij deze verordening beschreven formaten.

Artikel 6

Informatie over financiële en technologische ondersteuning voor ontwikkelingslanden

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren kwantitatieve informatie over openbare en door de lidstaat bijeengebrachte financiële middelen, zoals bedoeld in bijlage VIII, deel 2, onder a), i), bij Verordening (EU) 2018/1999, alsmede de beschikbare informatie over activiteiten van de lidstaat op het gebied van door de overheid gefinancierde projecten voor de overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor ontwikkelingslanden in het kader van het UNFCCC, zoals bedoeld in bijlage VIII, deel 2, onder a), iii), bij die verordening, volgens de door de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ingevoerde gemeenschappelijke tabel voor de rapportering aan het kennisgevingssysteem van de crediteurlanden (Creditor Reporting System, CRS) of volgens de in bijlage III bij deze verordening beschreven formaten.
  • 2. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage VIII, deel 2, onder a), ii), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde kwalitatieve methodologische informatie, waarmee de kwantitatieve informatie is berekend, volgens het in bijlage IV bij deze verordening beschreven formaat.
  • 3. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage VIII, deel 2, onder b), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde beschikbare informatie over de geplande verlening van ondersteuning volgens het in bijlage V bij deze verordening beschreven formaat.

HOOFDSTUK III

RAPPORTERING DOOR DE LIDSTATEN OVER GESCHATTE BROEIKASGASINVENTARISSEN, BROEIKASGASINVENTARISSEN EN GEBOEKTE BROEIKASGASEMISSIES EN -VERWIJDERINGEN

Artikel 7

Rapportering over geschatte broeikasgasinventarissen

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren hun geschatte broeikasgasinventarissen op grond van artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1999 volgens het in bijlage VI beschreven formaat:
 

a)

op een niveau van uitsplitsing van categorieën dat de activiteitsgegevens en methoden voor de opstelling van de ramingen voor het jaar X-1 weerspiegelt;

 

b)

in afzonderlijke kolommen, uitgesplitst in emissies die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen en emissies die onder Verordening (EU) 2018/842 vallen, per broncategorie, indien beschikbaar.

  • 2. 
    De lidstaten verstrekken toelichtingen, onder meer over de belangrijkste oorzaken van de voornaamste wijzigingen in de volgens het in bijlage VI beschreven formaat gerapporteerde emissies en verwijderingen ten opzichte van de recentste gerapporteerde definitieve broeikasgasinventaris.

Artikel 8

Algemene regels voor de rapportering over broeikasgasinventarissen

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie door middel van het invullen, overeenkomstig de richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen en de voorschriften van deze verordening, van:
 

a)

de gemeenschappelijke rapporteringstabellen door, afhankelijk van de beschikbaarheid van de benodigde software, een volledige set rekenbladen of XML-bestanden (Extensible Markup Language) te verstrekken, die het onder Verordening (EU) 2018/1999 vallende grondgebied van die lidstaat beslaan;

 

b)

de in de artikelen 9 tot en met 23 van deze verordening gespecificeerde informatie.

  • 2. 
    De lidstaten stellen het in artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde nationale inventarisatierapport (“nationaal inventarisatierapport”, “NIR”) op op basis van het ontwerp voor broeikasgasinventarisatiedocumenten en met inachtneming van de voorschriften van deze verordening. De lidstaten nemen de op grond van de artikelen 9, 10, 12 en 14 tot en met 18 van deze verordening gerapporteerde informatie op in het nationale inventarisatierapport of in een afzonderlijke bijlage bij het nationale inventarisatierapport en vermelden overeenkomstig bijlage VII duidelijk waar deze informatie beschikbaar is.

Artikel 9

Rapportering over herberekeningen

De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder d), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde redenen voor herberekeningen van broeikasgasemissies en -verwijderingen in de jaren 1990, 2005 en X-3, en geven een schriftelijke beschrijving van de manier waarop de consistentie van de tijdreeksen voor alle gerapporteerde jaren wordt bewaakt, in de vorm van een ontwerp van het specifieke samenvattende hoofdstuk over herberekeningen van het nationale inventarisatierapport.

Artikel 10

Rapportering over de uitvoering van aanbevelingen

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder g), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over de stappen die zijn genomen om de ramingen van de inventarislijsten te verbeteren volgens de in bijlage VIII bij deze verordening beschreven formaten.
  • 2. 
    In hun in lid 1 bedoelde verslagen behandelen de lidstaten zowel kwesties die voor het eerst aan de orde worden gesteld in desbetreffende recentste beoordelingsverslagen als kwesties die al in eerdere beoordelingsverslagen voorkwamen.

Artikel 11

Rapportering over inventarisatiemethoden, emissiefactoren en over de daarmee samenhangende methodologische beschrijvingen voor de hoofdcategorieën van de Unie

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken de volgende informatie voor de opstelling van het in bijlage V, deel 1, onder m), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde inventarisatierapport van de Unie:
 

a)

beknopte informatie over de methoden en emissiefactoren die zijn gebruikt voor de hoofdcategorieën van de Unie in de desbetreffende XML-bestanden van de gemeenschappelijke rapporteringstabellen;

 

b)

voor die hoofdcategorieën van de Unie waarvoor geen informatie over methoden en emissiefactoren in de gemeenschappelijke rapporteringstabellen is opgenomen, informatie overeenkomstig bijlage IX, deel 3, bij deze verordening;

 

c)

bijgewerkte beknopte methodologische beschrijvingen voor de hoofdcategorieën van de Unie, volgens in bijlage IX, deel 4, beschreven formaat.

  • 2. 
    Met het oog op de in lid 1 bedoelde rapportering verstrekt de Commissie de lidstaten het volgende:
 

a)

uiterlijk op 31 oktober, de lijst van de recentste hoofdcategorieën van de Unie, volgens het in bijlage IX, deel 1, beschreven formaat;

 

b)

uiterlijk op 28 februari, de in lid 2, onder a), bedoelde bijgewerkte lijst waarin de wijzigingen duidelijk zijn gemarkeerd;

 

c)

indien beschikbaar, uiterlijk op 31 oktober informatie over de inventarisatiemethoden, de emissiefactoren en de beknopte methodologische beschrijvingen volgens het in bijlage IX, deel 2, beschreven formaat;

 

d)

uiterlijk op 28 februari, de bijgewerkte informatie zoals bedoeld in lid 2, onder c).

Artikel 12

Rapportering over onzekerheid en volledigheid

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren ten minste de in bijlage V, deel 1, onder m), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde onzekerheidsramingen bij benadering 1 volgens het in bijlage X bij deze verordening beschreven formaat.
  • 2. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder m), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over de algemene volledigheidsbeoordeling in het nationale inventarisatierapport, waarbij zij specificeren:
 

a)

de categorieën die zijn gerapporteerd als “niet geraamd” (NE, not estimated), zoals gedefinieerd in de transparantie-MPR’s, en gedetailleerde toelichtingen op het gebruik van deze aanduiding, in het bijzonder wanneer in de richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen voorzien is in methoden voor de raming van broeikasgassen;

 

b)

de geografische reikwijdte van de broeikasgasinventaris en eventuele verschillen tussen de geografische reikwijdte uit hoofde van het UNFCCC en de Overeenkomst van Parijs enerzijds en die uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1999 anderzijds.

Artikel 13

Rapportering over indicatoren

De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder e), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over indicatoren volgens het in bijlage XI beschreven formaat.

Artikel 14

Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde emissies met gegevens uit het emissiehandelssysteem van de EU

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder h), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie volgens het in bijlage XII bij deze verordening beschreven formaat.
  • 2. 
    De lidstaten verstrekken informatie in tekstvorm over de resultaten van de in bijlage V, deel 1, onder i), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde controles.

Artikel 15

Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde gegevens over luchtverontreinigende stoffen

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken informatie in tekstvorm over de resultaten van de in bijlage V, deel 1, onder j), i), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde controles en over de samenhang met de gegevens krachtens bijlage V, deel 1, onder b), bij Verordening (EU) 2018/1999, waarbij zij specificeren:
 

a)

of de ramingen van de emissies van koolstofmonoxide (CO), zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische stoffen in inventarissen die de lidstaat heeft ingediend op grond van Richtlijn (EU) 2016/2284, stroken met de overeenkomstige ramingen in broeikasgasinventarissen op grond van Verordening (EU) 2018/1999;

 

b)

op welke data de verslagen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/2284 zijn ingediend die zijn vergeleken met de op grond van Verordening (EU) 2018/1999 ingediende inventaris.

  • 2. 
    Wanneer de in lid 1 bedoelde controles resulteren in verschillen tussen de krachtens Verordening (EU) 2018/1999 en de krachtens Richtlijn (EU) 2016/2284 gerapporteerde totale emissies van meer dan ± 5 % voor een bepaalde luchtverontreinigende stof (exclusief de sector landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF)), rapporteren de betrokken lidstaten, naast de in lid 1 bedoelde informatie in tekstvorm, nadere informatie over die luchtverontreinigende stof volgens het in bijlage XIII bij deze verordening beschreven formaat.
  • 3. 
    De lidstaten kunnen volstaan met de in lid 1 bedoelde informatie als het in lid 2 bedoelde verschil van meer dan ± 5 % het gevolg is van de correctie van fouten of van verschillen in geografische dekking of werkingssfeer van de respectieve rechtsinstrumenten.

Artikel 16

Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde gegevens betreffende gefluoreerde broeikasgassen

De lidstaten verstrekken informatie in tekstvorm over de resultaten van de in bijlage V, deel 1, onder j), ii), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde controles, waarbij zij specificeren:

 

a)

welke controles de lidstaat heeft uitgevoerd met betrekking tot de mate van gedetailleerdheid, de gegevenssets en de voorgelegde informatie die zijn vergeleken;

 

b)

wat de voornaamste resultaten van de controles en de verklaringen voor de belangrijkste inconsistenties zijn;

 

c)

of en hoe gebruik is gemaakt van de gegevens die door exploitanten zijn verzameld op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad (10);

 

d)

de redenen waarom de controles niet relevant werden geacht, indien deze controles niet zijn uitgevoerd.

Artikel 17

Rapportering over de consistentie met energiestatistieken

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren informatie over de resultaten van de in bijlage V, deel 1, onder j), iii), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde controles in tekstvorm, waarbij zij de verschillen specificeren tussen de referentiebenadering zoals berekend op basis van de gegevens in de broeikasgasinventaris en de referentiebenadering zoals berekend op basis van de overeenkomstig artikel 4 van en bijlage B bij Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad (11) gerapporteerde energiestatistieken.
  • 2. 
    De lidstaten rapporteren overeenkomstig bijlage XIV bij deze verordening kwantitatieve informatie en uitleg over verschillen van meer dan ± 2 % van het totale nationale zichtbare verbruik van fossiele brandstoffen op geaggregeerd niveau voor alle categorieën fossiele brandstoffen voor het jaar X-2, zoals bedoeld in lid 1.

Artikel 18

Rapportering over veranderingen in de beschrijvingen van nationale inventarisatiesystemen of registers

De lidstaten vermelden in de desbetreffende hoofdstukken van het nationale inventarisatierapport duidelijk of er sinds de indiening van het vorige nationale inventarisatierapport veranderingen zijn aangebracht in de beschrijving van hun nationale inventarisatiesystemen of, in voorkomend geval, van hun nationale registers zoals bedoeld in bijlage V, deel 1, onder k) en l), bij Verordening (EU) 2018/1999.

Artikel 19

Rapportering over onder Verordening (EU) 2018/842 vallende broeikasgasemissies

De lidstaten rapporteren de antropogene emissies van de in bijlage V, deel 2, bij Verordening (EU) 2018/1999 vermelde broeikasgassen die binnen het in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2018/842 omschreven toepassingsgebied vallen, zoals bedoeld in bijlage V, deel 1, onder a), bij Verordening (EU) 2018/1999, alsmede actualiseringen van die informatie zoals bedoeld in bijlage V, deel 1, onder d), bij die verordening, volgens het in bijlage XV bij deze verordening beschreven formaat.

Artikel 20

Rapportering van beknopte informatie over afgesloten overdrachten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/841

De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder f), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde beknopte informatie over afgesloten overdrachten op grond van de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU) 2018/841, volgens het in bijlage XVI bij deze verordening beschreven formaat. Nadat de Commissie de overeenkomstig dit lid verstrekte informatie heeft bijeengebracht, wordt binnen drie maanden na ontvangst van de verslagen van de lidstaten een samenvatting van de genoemde informatie in elektronische vorm beschikbaar gesteld. In deze samenvatting wordt het bereik van de betaalde prijzen per transactie met landcompensatie-eenheden aangegeven.

Artikel 21

Rapportering over beknopte informatie over afgesloten overdrachten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder f), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde beknopte informatie over afgesloten overdrachten op grond van artikel 5 van Verordening (EU) 2018/842, volgens het in tabel 1 van bijlage XVII bij deze verordening beschreven formaat. Nadat de Commissie de overeenkomstig dit lid verstrekte informatie heeft bijeengebracht, wordt binnen drie maanden na ontvangst van de verslagen van de lidstaten een samenvatting van de genoemde informatie in elektronische vorm beschikbaar gesteld. In deze samenvatting wordt het bereik van de betaalde prijzen per transactie met de jaarlijkse emissieruimte aangegeven.
  • 2. 
    Binnen de twee perioden tussen de bekendmaking van de in artikel 38, lid 4, bedoelde uitvoeringshandelingen en het begin van de in artikel 38, lid 6, van Verordening (EU) 2018/1999 vastgestelde procedure voor de nalevingscontrole overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2018/842, kunnen de lidstaten op de 15e dag van elke maand bij de Commissie verslag uitbrengen over de krachtens artikel 5 van Verordening (EU) 2018/842 afgesloten overdrachten, volgens het in tabel 2 van bijlage XVII bij deze verordening beschreven formaat. Nadat de Commissie de overeenkomstig dit lid verstrekte informatie heeft bijeengebracht, wordt tijdig een samenvatting ervan in elektronische vorm beschikbaar gesteld.

Artikel 22

Rapportering van informatie over het beoogde gebruik van de flexibiliteit overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder n), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over het beoogde gebruik van de flexibiliteit zoals bedoeld in artikel 5, leden 4 en 5, en artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2018/842, volgens het in bijlage XVIII bij deze verordening beschreven formaat.
  • 2. 
    Binnen de twee perioden tussen de bekendmaking van de in artikel 38, lid 4, bedoelde uitvoeringshandelingen en het begin van de in artikel 38, lid 6, van Verordening (EU) 2018/1999 vastgestelde procedure voor de nalevingscontrole overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2018/842, kunnen de lidstaten op de 15e dag van elke maand bij de Commissie verslag uitbrengen over het beoogde gebruik van de flexibiliteit zoals geboden in artikel 5, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2018/842, volgens het in tabel 1 van bijlage XVIII bij deze verordening beschreven formaat. Nadat de Commissie de overeenkomstig dit lid verstrekte informatie heeft bijeengebracht, wordt uiterlijk aan het einde van de hierboven bedoelde maand een samenvatting ervan in elektronische vorm beschikbaar gesteld.
  • 3. 
    De uit hoofde van de leden 1 en 2 van dit artikel gerapporteerde informatie omvat niet de eventuele uit hoofde van artikel 21 gerapporteerde afgesloten overdrachten.

Artikel 23

Rapportering over het gebruik van de opbrengsten uit veilingen op grond van Verordening (EU) 2018/842

De lidstaten rapporteren de in bijlage V, deel 1, onder n), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over het gebruik van de opbrengsten overeenkomstig artikel 5, lid 6, van Verordening (EU) 2018/842, volgens het in bijlage XIX bij deze verordening beschreven formaat.

Artikel 24

Rapportering over geboekte broeikasgasemissies en -verwijderingen

De lidstaten rapporteren geboekte broeikasgasemissies en -verwijderingen op grond van artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) 2018/1999 volgens het in bijlage XX beschreven formaat.

Artikel 25

Tijdschema’s voor de samenwerking en coördinatie bij het opstellen van het broeikasgasinventarisatierapport van de Unie en de UNFCCC-beoordeling

  • 1. 
    De lidstaten en de Commissie werken samen bij en coördineren de opstelling van de broeikasgasinventaris van de Unie en het inventarisatierapport van de Unie overeenkomstig de termijnen van bijlage XXI.
  • 2. 
    Wanneer een lidstaat zijn inventaris opnieuw indient bij het secretariaat van het UNFCCC, doet die lidstaat de Commissie uiterlijk één week na de hernieuwde indiening een samenvatting toekomen van de wijzigingen in de opnieuw ingediende inventaris.
  • 3. 
    Tijdens de beoordeling van de inventaris van de Unie door het UNFCCC verstrekken de lidstaten, op verzoek van de Commissie, de Commissie zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen van de UNFCCC-beoordelaars.

HOOFDSTUK IV

VEREISTEN VOOR DE OPZET, HET GEBRUIK EN DE WERKING VAN NATIONALE INVENTARISATIESYSTEMEN

Artikel 26

Rapportering van nationale inventarisatiesystemen

Bij de tenuitvoerlegging van de nationale inventarisatiesystemen krachtens artikel 37 van Verordening (EU) 2018/1999 doet elke lidstaat het volgende:

 

a)

de institutionele, juridische en procedurele regelingen opstellen en handhaven die nodig zijn voor de uitvoering van de functies overeenkomstig de artikelen 27, 28 en 29 door de overheidsinstanties en andere entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van alle functies;

 

b)

zorgen voor voldoende capaciteit voor de tijdige uitvoering van de functies overeenkomstig de artikelen 27, 28 en 29, met inbegrip van het verzamelen van gegevens voor het ramen van de antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen, alsmede voor regelingen om de technische bekwaamheid te waarborgen van het personeel dat betrokken is bij het proces van het opstellen van de inventaris.

Artikel 27

Inventarisplanning

  • 1. 
    In het kader van de inventarisplanning doet elke lidstaat het volgende:
 

a)

één nationale entiteit aanwijzen die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor de nationale inventaris en de post- en elektronische adressen daarvan bekendmaken;

 

b)

specifieke verantwoordelijkheden in het kader van het proces van het opstellen van de inventaris vastleggen en toewijzen, onder meer met betrekking tot de keuze van methoden, de gegevensverzameling, met name het verkrijgen van activiteitsgegevens en emissiefactoren van statistische diensten en andere entiteiten, de verwerking en archivering, en de kwaliteitscontrole en kwaliteitsborging;

 

c)

een kwaliteitsborgingsplan en een kwaliteitscontroleplan voor de inventaris opstellen waarin specifieke kwaliteitscontroleprocedures worden beschreven die tijdens het proces van het opstellen van de inventaris moeten worden toegepast, de uitvoering van de algemene kwaliteitsborgingsprocedures vergemakkelijken en kwaliteitsdoelstellingen vaststellen;

 

d)

overwegen processen in te stellen voor de officiële beoordeling en goedkeuring van de inventaris voordat deze wordt ingediend, indien relevant met inbegrip van eventuele herberekeningen, en voor het reageren op kwesties die bij de beoordelingsprocessen ten aanzien van de inventaris naar voren komen.

  • 2. 
    In het kader van de inventarisplanning beziet elke lidstaat, voor zover relevant, op welke manieren de kwaliteit van activiteitsgegevens, emissiefactoren, methoden en andere relevante technische elementen van de inventarissen te verbeteren zijn. Informatie die is verkregen bij de uitvoering van het kwaliteitsborging- en kwaliteitscontroleplan, bij beoordelingen uit hoofde van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 525/2013, artikel 38 van Verordening (EU) 2018/1999 en het UNFCCC, wordt in voorkomend geval in aanmerking genomen bij het opstellen en/of herzien van het kwaliteitsborgings- en het kwaliteitscontroleplan en de kwaliteitsdoelstellingen.

Artikel 28

Opstellen van de inventaris

  • 1. 
    Overeenkomstig de richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen doet elke lidstaat het volgende:
 

a)

hoofdcategorieën aanwijzen en ramingen opstellen onder toepassing van geschikte methoden voor de raming van emissies en verwijderingen uit de hoofdcategorieën;

 

b)

voldoende activiteitsgegevens, procesinformatie en emissiefactoren verzamelen die nodig zijn ter ondersteuning van de geselecteerde methoden voor de raming van de antropogene emissies per bron en de verwijderingen per put van broeikasgassen;

 

c)

een kwantitatieve raming opstellen van de met de inventaris verbonden onzekerheid, voor elke categorie en voor de inventaris als geheel, alsmede herberekeningen van eerder ingediende ramingen van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen;

 

d)

de nationale inventaris samenstellen en algemene procedures voor de kwaliteitscontrole van de inventaris ten uitvoer leggen, overeenkomstig het eigen kwaliteitsborgings- en kwaliteitscontroleplan.

  • 2. 
    In het kader van de opstelling van zijn inventaris doet elke lidstaat waar passend het volgende:
 

a)

categoriespecifieke kwaliteitscontroleprocedures toepassen voor hoofdcategorieën en voor afzonderlijke categorieën waarvoor significante methodologische en/of gegevensherzieningen hebben plaatsgevonden, overeenkomstig de richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen;

 

b)

voorafgaand aan de indiening van de inventaris voorzien in een basale evaluatie ervan door een onafhankelijke derde of door personeelsleden die niet betrokken waren bij het opstellen van de inventaris, overeenkomstig de in artikel 27, lid 1, onder c), bedoelde geplande kwaliteitsborgingsprocedures;

 

c)

voorzien in een uitgebreidere evaluatie voor hoofdcategorieën en categorieën waar zich belangrijke wijzigingen in de methoden hebben voorgedaan;

 

d)

op basis van de evaluaties en overeenkomstig de transparantie-MPR’s en artikel 38 van Verordening (EU) 2018/1999, en aan de hand van periodieke interne evaluaties van het proces van het opstellen van de inventaris, het proces van de planning van de inventaris opnieuw beoordelen om de vastgestelde kwaliteitsdoelstellingen zoals bedoeld in artikel 27, lid 1, onder c), van deze verordening, te verwezenlijken.

Artikel 29

Inventarisbeheer

  • 1. 
    In het kader van zijn inventarisbeheer doet elke lidstaat het volgende:
 

a)

elk jaar voor de gerapporteerde tijdreeksen de inventarisinformatie archiveren, met inbegrip van: alle uitgesplitste emissiefactoren, activiteitsgegevens en documentatie over de wijze waarop deze zijn gegenereerd en samengevoegd; interne documentatie over kwaliteitsborgings- en kwaliteitscontroleprocedures, externe en interne evaluaties, documentatie over de belangrijkste jaarlijkse bronnen en de identificatie van de belangrijkste bronnen, alsmede voorgenomen verbeteringen van de inventaris;

 

b)

evaluatieteams in het kader van de MPR’s en van artikel 38 van Verordening (EU) 2018/1999 toegang verlenen tot alle gearchiveerde informatie die door de lidstaat is gebruikt bij het opstellen van de inventaris, rekening houdend met de regels inzake de vertrouwelijkheid per land;

 

c)

tijdig reageren op vragen om de inventarisinformatie toe te lichten, zoals die tijdens de verschillende fasen van het proces van de evaluatie van de inventarisinformatie worden gesteld, alsmede op verzoeken om informatie over het nationale systeem.

  • 2. 
    In het kader van zijn inventarisbeheer zorgt elke lidstaat er in voorkomend geval voor dat de verzamelde gearchiveerde informatie gemakkelijk toegankelijk is.

HOOFDSTUK V

PROCEDURE EN TIJDSCHEMA VOOR DE ALGEHELE EVALUATIE

Artikel 30

Procedure voor de algehele evaluatie

  • 1. 
    Bij het uitvoeren van de in artikel 38, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde algehele evaluatie (of “evaluatie”) worden de Commissie en het Europees Milieuagentschap bijgestaan door een evaluatieteam van technische deskundigen en volgen zij de in bijlage XXII vastgestelde procedure.
  • 2. 
    Het Europees Milieuagentschap verricht de secretariaatstaken voor de algehele evaluaties, zoals gespecificeerd in bijlage XXII.
  • 3. 
    De Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, selecteert een voldoende aantal evaluatiedeskundigen voor de desbetreffende inventarissectoren. De geselecteerde evaluatiedeskundigen hebben ervaring op het gebied van de opstelling van broeikasgasinventarissen en zijn, indien mogelijk, bij voorkeur actief in de beoordeling van de emissies van broeikasgassen. Technische deskundigen die betrokken waren bij de opstelling van de broeikasgasinventaris van een lidstaat, of onderdaan zijn van die lidstaat, nemen niet deel aan de beoordeling van die inventaris.
  • 4. 
    De algehele evaluaties zijn beoordelingen op basis van stukken en gecentraliseerde beoordelingen, zoals gespecificeerd in bijlage XXII. Daarnaast kunnen, op aanbeveling van het evaluatieteam van technische deskundigen en in overleg met de betrokken lidstaat, bezoeken aan de betrokken lidstaat worden georganiseerd.
  • 5. 
    De controles op grond van artikel 38, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2018/1999 omvatten, in voorkomend geval, de in bijlage XXII gespecificeerde informatie.
  • 6. 
    De in artikel 38, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde controles omvatten, in voorkomend geval, een grondig onderzoek naar de consistentie van de geboekte emissies en verwijderingen met de voorschriften van de Unie.
  • 7. 
    De algehele evaluatie omvat waar passend ook controles om na te gaan of verbeterpunten die voor een lidstaat aan het licht zijn gekomen in een beoordeling door de Unie of krachtens het UNFCCC ook voor andere lidstaten een verbeterpunt kunnen vormen.
  • 8. 
    De evaluatie van de broeikasgasinventarissen wordt voor alle betrokken lidstaten op consistente en objectieve wijze uitgevoerd.

Artikel 31

Technische correcties

  • 1. 
    Een technische correctie van een raming van emissies in de zin van artikel 38, lid 2, onder d), van Verordening (EU) 2018/1999 wordt noodzakelijk geacht als een onder- of overschatting de in lid 2 van dit artikel vastgestelde significantiedrempel overschrijdt. Nadere gegevens met betrekking tot de technische correcties zijn opgenomen in bijlage XXII bij deze verordening.
  • 2. 
    De significantiedrempel voor een bepaalde bron of put bedraagt 0,05 % van de totale nationale broeikasgasemissies van een lidstaat (exclusief LULUCF) voor het jaar van de onderzochte inventaris, of, indien dat lager is, 500 kt CO2-equivalent.
  • 3. 
    Naar aanleiding van een bevinding van de Commissie die tijdens de evaluatie aan een lidstaat is meegedeeld, kan de lidstaat verzoeken om wijziging van zijn ramingen van emissies of zijn geboekte emissies en verwijderingen door herziene ramingen te verstrekken. Indien het technische evaluatieteam een herziene raming passend acht, wordt deze samen met een motivering opgenomen in het in artikel 32 bedoelde beoordelingsverslag.

Artikel 32

Uiteindelijke beoordelingsverslagen

De Commissie brengt de betrokken lidstaat op de hoogte van het einde van de algehele evaluatie en verstrekt de lidstaat uiterlijk op respectievelijk 30 augustus 2027 en 30 augustus 2032 een uiteindelijk beoordelingsverslag.

Artikel 33

Samenwerking met de lidstaten

  • 1. 
    De lidstaten
 

a)

nemen deel aan de evaluatie overeenkomstig het in bijlage XXII vastgestelde schema;

 

b)

wijzen een nationaal contactpunt voor de evaluatie door de Unie aan;

 

c)

nemen deel aan en vergemakkelijken de organisatie van een bezoek ter plaatse, voor zover nodig;

 

d)

verstrekken in voorkomend geval antwoorden en aanvullende informatie en opmerkingen over de beoordelingsverslagen.

  • 2. 
    Op verzoek van de lidstaten neemt de Commissie in het in artikel 32 bedoelde uiteindelijke beoordelingsverslag opmerkingen op over de bevindingen in het kader van de evaluatie.
  • 3. 
    De Commissie deelt de lidstaten mee hoe het op grond van artikel 30 geselecteerde beoordelingsteam van technische deskundigen is samengesteld.

Artikel 34

Tijdschema voor de algehele evaluaties

De algehele evaluatie wordt uitgevoerd overeenkomstig het tijdschema in bijlage XXII.

HOOFDSTUK VI

BELEIDSLIJNEN EN MAATREGELEN EN PROGNOSES

Artikel 35

Indieningsprocedure voor de rapportering

De lidstaten gebruiken voor de indiening van de informatie op grond van dit hoofdstuk het in artikel 28 van het in Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde e-platform en de bijbehorende instrumenten en modellen van de Commissie, die overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1999 wordt bijgestaan door het Europees Milieuagentschap.

Artikel 36

Rapportering over nationale systemen voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses

De lidstaten verstrekken de in bijlage VI, onder a), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde beschrijvingen van hun nationale systemen voor de rapportering van beleidslijnen en maatregelen, of groepen maatregelen, en prognoses, volgens het in bijlage XXIII bij deze verordening beschreven formaat.

Artikel 37

Rapportering over nationale beleidslijnen en maatregelen

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in bijlage VI, onder c), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over hun nationale beleidslijnen en maatregelen, of groepen van maatregelen, volgens de in bijlage XXIV bij deze verordening beschreven formaten.
  • 2. 
    De lidstaten verstrekken de volgende informatie in tekstvorm:
 

a)

de actualiseringen met betrekking tot hun langetermijnstrategieën zoals bedoeld in bijlage VI, onder b), bij Verordening (EU) 2018/1999;

 

b)

geplande aanvullende beleidslijnen en maatregelen zoals bedoeld in bijlage VI, onder d), bij Verordening (EU) 2018/1999;

 

c)

relaties tussen de verschillende beleidslijnen en maatregelen en de wijze waarop die beleidslijnen en maatregelen bijdragen tot de verschillende prognosescenario’s, zoals bedoeld bijlage VI, onder e), bij Verordening (EU) 2018/1999.

Artikel 38

Rapportering over nationale prognoses

  • 1. 
    De lidstaten rapporteren de in artikel 18, lid 1, onder b), van en bijlage VII, onder a), bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde informatie over hun nationale prognoses van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put, uitgesplitst naar gas of groep van gassen, volgens het in bijlage XXV bij deze verordening beschreven formaat.
  • 2. 
    De lidstaten verstrekken de in bijlage VII bij Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde aanvullende informatie over hun nationale prognoses van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put in tekstvorm, waarbij zij het volgende specificeren:
 

a)

de resultaten van de prognose voor de totale emissies van broeikasgassen, de emissies die vallen onder de respectievelijk onder Verordening (EU) 2018/842 en Richtlijn 2003/87/EG vallende emissies, en de geprognosticeerde emissies per bron en de verwijderingen per put uit hoofde van Verordening (EU) 2018/841, overeenkomstig punt b) van bijlage VII bij Verordening (EU) 2018/1999;

 

b)

de resultaten van de op grond van bijlage VII, onder d), bij Verordening (EU) 2018/1999 uitgevoerde gevoeligheidsanalyse

 

1.

voor de totale gerapporteerde broeikasgasemissies, samen met een korte uitleg over welke parameters zijn veranderd, en hoe;

 

2.

uitgesplitst naar de totale emissies die vallen onder respectievelijk Richtlijn 2003/87/EG en Verordening (EU) 2018/842, en de geprognosticeerde emissies per bron en verwijderingen per put overeenkomstig Verordening (EU) 2018/841, voor zover die informatie beschikbaar is;

 

c)

het jaar van de inventarisatie (referentiejaar) en het jaar van het inventarisatierapport dat is gebruikt als uitgangspunt voor de prognoses;

 

d)

de voor de prognoses gebruikte methoden, met inbegrip van een korte beschrijving van de gebruikte modellen en hun sectoraal, geografisch en temporeel toepassingsgebied, referenties naar meer informatie over de modellen en informatie over de gegevensbronnen, de belangrijkste exogene aannames en de parameters waarvan gebruik is gemaakt, overeenkomstig bijlage VII, onder e), van Verordening (EU) 2018/1999.

  • 3. 
    In de overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1999 te verstrekken verslagen over de prognoses houden de lidstaten rekening met de geharmoniseerde waarden voor de belangrijkste parameters voor prognoses — ten minste voor de invoerprijzen voor olie, gas en steenkool en voor de koolstofprijzen in het kader van het Europese emissiehandelssysteem zoals neergelegd in Richtlijn 2003/87/EG — die de Commissie in overleg met de lidstaten twaalf maanden voor de uiterste datum voor de indiening van de verslagen heeft aanbevolen.

HOOFDSTUK VII

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 39

Intrekking

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 749/2014 wordt, met inachtneming van de in artikel 40 van deze verordening vastgestelde overgangsbepalingen ingetrokken met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 40

Overgangsbepaling

In afwijking van artikel 39 van deze verordening blijven de artikelen 3 tot en met 18 en 27 tot en met 43 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 749/2014 van toepassing op de verslagen met de gegevens die vereist zijn voor de jaren 2019 en 2020.

Artikel 41

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13).
  • (3) 
    Goedgekeurd bij Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).
  • (4) 
    Goedgekeurd bij Besluit (EU) 2016/1841 van de Raad van 5 oktober 2016 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 282 van 19.10.2016, blz. 1).
  • (5) 
    Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2018/841 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 en Besluit nr. 529/2013/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26).
  • (8) 
    Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PB L 344 van 17.12.2016, blz. 1).
  • (9) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1044 van de Commissie van 8 mei 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft waarden voor het aardopwarmingsvermogen en de richtsnoeren voor inventarisering en wat betreft het inventarisatiesysteem van de Unie, en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 666/2014 van de Commissie (PB L 230 van 17.7.2020, blz. 1).
  • Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195).
 

BIJLAGE I

Informatie over nationale adaptatiemaatregelen op grond van artikel 4

  • 1. 
    Nationale omstandigheden, effecten, kwetsbaarheden, risico’s en adaptatievermogen (1)
 
 

1.1

Nationale omstandigheden die van belang zijn voor adaptatiemaatregelen:

a)

biogeofysische kenmerken;

 

b)

demografie;

 

c)

economie en infrastructuur.

 
 

1.2

Kader voor klimaatmonitoring en -modellering:

a)

belangrijkste activiteiten op het gebied van klimaatmonitoring, modellering, prognoses en scenario’s;

 

b)

belangrijkste benaderingen, methodologieën en instrumenten, en de daaraan verbonden onzekerheden en uitdagingen.

 
 

1.3

Beoordeling van effecten, kwetsbaarheid en risico’s in verband met het klimaat, met inbegrip van het adaptatievermogen:

a)

overzicht van de klimaatgerelateerde risico’s uit tabel 1 (2) waarvan is vastgesteld dat zij zich voor hebben gedaan, alsmede van de bestaande druk (3);

 

b)

identificatie van de belangrijkste klimaatgerelateerde gevaren uit de lijst in tabel 1 en de belangrijkste betroffen sectoren (4)

Tabel 1 - Classificatie van klimaatgerelateerde gevaren (5)

 
 

Gerelateerd aan de temperatuur

Gerelateerd aan de wind

Gerelateerd aan het water

Gerelateerd aan de vaste massa

Chronisch

Veranderende temperatuur (lucht, zoet water, zeewater)

Veranderende windpatronen

Veranderende neerslagpatronen en -soorten (regen, hagel, sneeuw/ijs)

Kusterosie

   

Neerslag en/of hydrologische variabiliteit

Bodemaantasting (inclusief woestijnvorming)

Temperatuurvariabiliteit

 

Oceaanverzuring

Bodemerosie

Wegsmelten van de permafrost

 

Zoutintrusie

Bodemvloeiing

   

Zeespiegelstijging

 
   

Verandering zeeijsbedekking

 
   

Waterschaarste

 

Acuut

Hittegolf

Cycloon

Droogte

Lawine

Koudegolf/vorst

Storm (met inbegrip van sneeuwstormen, stof- en zandstormen)

Zware neerslag (regen, hagel, sneeuw/ijs)

Aardverschuiving

Natuurbrand

Tornado

Overstroming (van kustgebieden, van rivieren, door regenval, door grondwater, of plotseling optredend)

Verzakking

   

Sneeuw- en ijsbelasting

 
   

Doorbraak van gletsjermeer

 
 

c)

Voor elke belangrijke betroffen sector, een overzicht van de volgende aspecten, ingedeeld volgens een kwalitatieve schaal hoog/gemiddeld/laag/niet van toepassing, naar gelang het geval met een toelichting (6):

 

i.

waargenomen effecten van de belangrijkste gevaren, met inbegrip van veranderingen in frequentie en omvang;

 

ii.

de waarschijnlijkheid dat de belangrijkste gevaren zich zullen voordoen en de blootstelling aan die gevaren onder de toekomstige klimaatsomstandigheden, daarbij uitgaande van de best beschikbare wetenschappelijke kennis op het gebied van klimaatmodellering;

 

iii.

kwetsbaarheid, met inbegrip van adaptatievermogen;

 

iv.

risico van mogelijke toekomstige effecten.

  • 2. 
    Juridische en beleidskaders en institutionele regelingen
 
 

2.1

Juridische en beleidskaders en regelingen, met inbegrip van nationale adaptatiestrategieën (NAS), nationale adaptatieplannen (NAP) (7) en eventuele sectorale adaptatieplannen.

 
 

2.2

Overzicht van institutionele regelingen en governance op nationaal niveau voor:

a)

beoordeling van de kwetsbaarheid en de risico’s in verband met het klimaat;

 

b)

planning, uitvoering, monitoring, evaluatie en herziening van het adaptatiebeleid (8);

 

c)

integratie van de effecten van en de bestendigheid tegen klimaatverandering in milieubeoordelingsprocedures;

 

d)

vergaring, eigendom en hergebruik van relevante gegevens (zoals gegevens over schade bij klimaatgerelateerde rampen of gegevens over risico’s) en de toegang tot die gegevens;

 

e)

integratie van de effecten van klimaatverandering en adaptieplanning in de risicobeheerskaders voor rampen en vice versa (9).

 
 

2.3.

Overzicht van institutionele regelingen en governance op subnationaal (10) niveau:

a)

wettelijke voorschriften en strategische documenten;

 

b)

netwerken of andere samenwerkingsverbanden tussen nationale overheden op het gebied van adaptatie;

 

c)

voorbeelden van goede praktijken met betrekking tot netwerken of andere samenwerkingsverbanden tussen lokale en regionale overheden op het gebied van adaptatie.

  • 3. 
    Strategieën, beleidslijnen, plannen en doelstellingen voor adaptatie
 
 

3.1

Prioriteiten voor adaptatie

 
 

3.2

Uitdagingen, lacunes en belemmeringen voor adaptatie (11)

 
 

3.3

Samenvattingen van nationale strategieën, beleidslijnen, plannen en inspanningen, met de nadruk op taak- en doelstellingen, geplande acties (12), begroting en tijdschema (13)

 
 

3.4

Overzicht van de inhoud van subnationale strategieën, beleidslijnen, plannen en inspanningen

 
 

3.5

Overzicht van de inspanningen om de adaptatie aan de klimaatverandering te integreren in sectorale beleidslijnen, plannen en programma’s, met inbegrip van strategieën en actieplannen voor rampenrisicobeheer

 
 

3.6

Betrokkenheid van belanghebbenden

Overzicht van de maatregelen in het kader van het adaptatiebeleid op nationaal niveau en voorbeelden van goede praktijken op de subnationale niveaus om samen te werken met:

 

a)

belanghebbenden die bijzonder kwetsbaar zijn voor de effecten van de klimaatverandering;

 

b)

de particuliere sector (14).

  • 4. 
    Monitoring en evaluatie van adaptatiemaatregelen en -processen
 
 

4.1

Monitoring- en evaluatiemethodologie (15) met betrekking tot:

a)

vermindering van de effectenm kwetsbaarheden en risico’s in verband met het klimaat en versterking van de adaptatiecapaciteit;

 

b)

uitvoering van adaptatiemaatregelen.

 
 

4.2

Stand van zaken bij de uitvoering van de uit hoofde van de punten 3.3 tot en met 3.6 geplande maatregelen, met inbegrip van een overzicht over het subnationale niveau en de uitkering van financiële middelen voor versterking van de klimaatbestendigheid. De rapportering over de financiering moet het volgende omvatten:

a)

uitgaven die bestemd zijn voor adaptatie aan de klimaatverandering, met inbegrip van rampenrisicobeheer,

 

b)

Voor zover mogelijk, het aandeel van de uitgaven dat wordt gebruikt ter ondersteuning van de adaptatie aan de klimaatverandering (16) in elke sector (17).

 
 

4.3

Evaluatie van de vooruitgang in de richting van (18):

a)

beperking van de effecten op en de kwetsbaarheden en de risico’s van het klimaat;

 

b)

versterking van het adaptatievermogen;

 

c)

verwezenlijking van de prioriteiten voor adaptatie;

 

d)

aanpak van belemmeringen voor adaptatie.

 
 

4.4

Stappen die zijn ondernomen om de volgende zaken te evalueren en bij te werken:

a)

kwetsbaarheids- en risicobeoordelingen;

 

b)

nationale strategieën, plannen en maatregelen voor adaptatie.

 
 

4.5

Overzicht van goede praktijken met betrekking tot de stappen die zijn ondernomen om subnationale plannen, beleidslijnen, strategieën en maatregelen voor adaptatie te evalueren en bij te werken.

  • 5. 
    Samenwerking, goede praktijken, synergieën, ervaringen en geleerde lessen op het gebied van adaptatie
 
 

5.1

Goede praktijken en geleerde lessen, ook op subnationaal niveau (19)

 
 

5.2

Synergieën van adaptatiemaatregelen met andere internationale kaders en/of verdragen, met name de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering

 
 

5.3

Samenwerking met de lidstaten van de Unie, internationale samenwerking en samenwerking met regionale en internationale organisaties (20):

a)

samenwerking voor de uitwisseling van informatie en de bevordering van wetenschap, instellingen en kennis op het gebied van adaptatie;

 

b)

samenwerking ter bevordering van adaptatiemaatregelen op subnationaal, nationaal, macroregionaal en internationaal niveau, met inbegrip van het aandachtsgebied, de schaal en de soorten samenwerking.

  • 6. 
    Alle overige informatie over de effecten van en de adaptatie aan de klimaatverandering
 
 

6.1

Belangrijkste contactgegevens van de nationale coördinator en organisatie

 
 

6.2

Relevante websites en sociale media die worden gebruikt voor communicatie over adaptatiemaatregelen op nationaal en subnationaal niveau, naar gelang het geval

 
 

6.3

Belangrijkste verslagen en publicaties op nationaal en subnationaal niveau

 
 

6.4

Andere relevante informatie.

 

  • (1) 
    “Adaptatievermogen” (“adaptive capacity”) zoals gedefinieerd in het vijfde evaluatieverslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering van de Verenigde Naties (IPCC AR5): “het vermogen van systemen, instellingen, mensen en andere organismen om zich aan te passen aan mogelijke schade, kansen te benutten of te reageren op gevolgen.”
  • (2) 
    De lijst is niet limitatief.
  • (3) 
    De lidstaten rapporteren de bestaande economische, sociale en milieudruk die waarschijnlijk aanzienlijk zal worden beïnvloed door de klimaatverandering: bv. verlies van biodiversiteit, slechte oogst, energiearmoede, werkloosheid, migratie.
  • (4) 
    De lidstaten kiezen de belangrijkste sectoren uit de volgende lijst: landbouw en voedselvoorziening, biodiversiteit (met inbegrip van op ecosystemen gebaseerde benaderingen), gebouwen, kustgebieden, civiele bescherming en beheer van noodsituaties, energie, financiën en verzekeringen, bosbouw, gezondheid, zee en visserij, vervoer, stedelijk, waterbeheer, ICT (informatie- en communicatietechnologie), ruimtelijke ordening, bedrijfsleven, industrie, toerisme, plattelandsontwikkeling, overige [preciseren].
  • (5) 
    In voorkomend geval houden de lidstaten ook rekening met secundaire effecten van deze gevaren, zoals bosbranden, de verspreiding van invasieve soorten en tropische ziekten, cascade-effecten en meerdere gevaren die zich gelijktijdig voordoen.
  • (6) 
    Bij de analyse volgens de punten i) tot en met iv) dient de huidige stand van de wetenschap met betrekking tot kwetsbaarheids- en risicoanalyse in aanmerking te worden genomen, zoals vastgesteld door de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering en in de recentste richtsnoeren van de Commissie voor het klimaatbestendig maken van door de Unie gefinancierde projecten.
  • (7) 
    De lidstaten dienen de titel, het jaar van goedkeuring en de status [vervangen/goedgekeurd/voltooid en voor goedkeuring ingediend/in ontwikkeling] van elke NAS en elk NAP te rapporteren.
  • (8) 
    In aanmerking te nemen aspecten zijn onder meer besluitvorming, planning en coördinatie met betrekking tot strategieën, beleidslijnen, plannen en doelen voor adaptatie, de aanpak van horizontale kwesties, bijstelling van prioriteiten en activiteiten op het gebied van adaptatie, de uitvoering van adaptatiemaatregelen, waaronder ook het ondersteunen van maatregelen om de negatieve effecten van de klimaatverandering te voorkomen, te minimaliseren en te boven te komen.
  • (9) 
    Met inbegrip van Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).
  • In deze bijlage worden onder “subnationaal” het lokale en het regionale niveau verstaan.
  • Met inbegrip van institutionele, bestuursmatige en andere belemmeringen die het adaptatievermogen, zoals in de kwetsbaarheidsbeoordeling vastgesteld, inperken.
  • Met inbegrip van op de natuur gebaseerde oplossingen en maatregelen die nevenvoordelen op het gebied van mitigatie en andere gewenste nevenvoordelen opleveren
  • De samenvattingen dienen ook in te gaan op de inspanningen om de bestendigheid te vergroten en de negatieve gevolgen van de klimaatverandering af te wenden, tot een minimum te beperken en aan te pakken, en toe te lichten hoe rekening is gehouden met genderperspectieven.
  • De lidstaten verstrekken een overzicht van de beschikbare informatie over plannen, prioriteiten, acties en programma’s van de particuliere sector, publiek-private partnerschappen en andere relevante particuliere initiatieven en/of projecten op het gebied van adaptatie.
  • De lidstaten rapporteren over benaderingen, gebruikte systemen, transparantie en indicatoren.
  • De extra investering die een project (dat hoe dan ook zou zijn uitgevoerd) klimaatbestendig maakt.
  • De lidstaten rapporteren over de investeringen in adaptatiemaatregelen in de volgende sectoren: landbouw en voedselvoorziening, biodiversiteit (met inbegrip van op ecosystemen gebaseerde benaderingen), gebouwen, kustgebieden, civiele bescherming en beheer van noodsituaties, energie, financiën en verzekeringen, bosbouw, gezondheid, zee en visserij, vervoer, stedelijk, waterbeheer, ICT (informatie- en communicatietechnologie), ruimtelijke ordening, bedrijfsleven, industrie, toerisme, plattelandsontwikkeling; overige [gelieve te preciseren].
  • Gebaseerd op de bij punt 4.1 gerapporteerde monitoring- en evaluatiemethodologie.
  • De lidstaten kunnen, in voorkomend geval, rapporteren over goede praktijken en geleerde lessen op de volgende gebieden: activiteiten en methodologieën op het gebied van klimaatmodellering; beoordeling van de klimaateffecten en de kwetsbaarheid en risico’s in verband met klimaatverandering, met inbegrip van het adaptatievermogen; institutionele regelingen en governance op nationaal niveau; veranderingen in het beleid en de regelgeving; coördinatiemechanismen; prioriteiten voor adaptatie; belemmeringen voor adaptatie; doelen en doelstellingen, ondernemingen, inspanningen, strategieën, beleidslijnen en plannen voor adaptatie; inspanningen om de adaptatie aan de klimaatverandering te integreren in beleidslijnen, plannen en programma’s met een sectoraal en ontwikkelingsgericht karakter; integratie van genderperspectieven in de adaptatie aan de klimaatverandering; integratie van inheemse, traditionele en lokale kennis in de adaptatie aan de klimaatverandering; betrokkenheid van belanghebbenden; communicatie over klimaatrisico’s; monitoring en evaluatie; versterking van het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke kennis; rampenrisicovermindering en rampenrisicobeheer, innovatieve adaptatieoplossingen en innovatieve financieringsmechanismen.
  • Met uitzondering van informatie over ondersteuning voor ontwikkelingslanden als bedoeld in bijlage VIII, deel 2, bij Verordening (EU) 2018/1999.
 

BIJLAGE II

Informatie over het gebruik van de opbrengsten uit veilingen op grond van artikel 5

Tabel 1a: Opbrengsten uit de veiling van emissierechten in het jaar X-1

 

1

 

Bedrag voor het jaar X-1

2

 

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

Opmerkingen

(bv. verklaring van hiaten, relevante nationale omstandigheden, wijzigingen sinds de laatste rapportering)

3

A

B

C

D

4

Totale opbrengst van de geveilde rechten (som van de rijen 5 en 6)

Som van B5+B6

Som van C5+C6

 

5

waarvan opbrengsten uit de veiling van emissierechten overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2003/87/EG

     

6

waarvan opbrengsten uit de veiling van emissierechten overeenkomstig artikel 3 quinquies, leden 1 of 2, van Richtlijn 2003/87/EG

     

Voetnoten:

 

(1)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

Tabel 1b: Gebruik van opbrengsten uit de veiling van emissierechten in het jaar X-1

 

1

 

In het jaar X-1 uitgekeerd totaal bedrag

Waarvan bedrag dat is uitgekeerd in jaar X-1 en in de jaren vóór X-1 als vastgelegd werd gerapporteerd

Totaal bedrag dat in het jaar X-1 is vastgelegd, maar niet uitgekeerd

In het jaar X-1 gebruikt financieel waarde-equivalent (2)

 

2

 

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

Opmerkingen

(bv. verklaring van hiaten, relevante nationale omstandigheden, wijzigingen sinds de laatste rapportering)

3

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

4

Totale opbrengsten uit de veiling van emissierechten of het financiële waarde-equivalent daarvan die worden gebruikt voor de doelstellingen genoemd in artikel 10, lid 3, en artikel 3 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG

                 

5

waarvan opbrengsten uit de veiling van emissierechten die worden gebruikt voor de doelstellingen genoemd in artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG (indien gegevens voor afzonderlijke rapportage beschikbaar zijn)

                 

6

waarvan opbrengsten uit de veiling van emissierechten die worden gebruikt voor de doelstellingen genoemd in artikel 3 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG (indien gegevens voor afzonderlijke rapportage beschikbaar zijn)

                 

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(2)

Door het “financiële waarde-equivalent” op te geven, rapporteren de lidstaten waarden die representatief zijn voor hun uitgaven overeenkomstig de artikelen 3 quinquies en 10 van Richtlijn 2003/87/EG en geven zij aan dat alle in de tabellen 2 tot en met 6 gerapporteerde waarden ook het financiële waarde-equivalent vertegenwoordigen.

Tabel 2: Gebruik van opbrengsten uit de veiling van emissierechten voor binnenlandse en Uniedoelstellingen overeenkomstig artikel 3 quinquies en artikel 10 van Richtlijn 2003/87/EG

 

1

Doelstelling waarvoor de opbrengsten zijn gebruikt

Korte beschrijving

Bedrag voor het jaar X-1

Status (2)

Opbrengsten overeenkomstig [Kruis de relevante kolom aan]

Soort gebruik (3)

Financieel instrument (4)

Uitvoerende instantie

Opmerkingen

2

Bv. titel van programma, activiteit, maatregel of project

M.i.v. verwijzing naar online bron met een uitgebreidere beschrijving, indien beschikbaar

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta (1)

Vastgelegd (maar niet uitgekeerd)/ uitgekeerd

Artikel 3 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG

Artikel 10 van Richtlijn 2003/87/EG

Kies het soort gebruik zoals bedoeld in Richtlijn 2003/87/EG

Kies: fiscaal, financieel ondersteuningsbeleid, binnenlands regelgevingsbeleid dat financiële ondersteuning stimuleert, overig

(Bv. bevoegd ministerie)

Bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt

3

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

4

                     

5

                     

(Voeg zo nodig rijen toe)

 

6

Totaalbedrag aan gebruikte opbrengsten of gebruikt financieel waarde-equivalent

 

Som van kolom C

Som van ko-lom D

             

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(2)

De lidstaten geven als onderdeel van hun rapport definities van “vastlegging” en “uitkering”. Indien een deel van het aangegeven bedrag is vastgelegd en een ander deel uitgekeerd in verband met een specifiek programma/project, moeten twee afzonderlijke rijen worden gebruikt. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de best passende categorie worden gekozen. In alle tabellen moeten dezelfde definities worden gebruikt.

In het algemeen zijn “vastgelegde” opbrengsten uit veilingen opbrengsten waarvan wettelijk is vastgelegd dat zij voor klimaat- en energiedoelen worden gebruikt, maar in sommige gevallen is het mogelijk dat zij op het moment van de rapportering nog niet zijn uitgegeven. “Uitgekeerde” opbrengsten zijn opbrengsten die zijn uitgegeven op het moment van de rapportering. In sommige gevallen kan “vastlegging” echter betrekking hebben op opbrengsten waarvan slechts voorlopig gepland is dat zij zullen worden gebruikt, en “uitkering” op opbrengsten die aan een specifieke nationale instantie voor een specifiek doel of aan een regionale overheid zijn overgedragen.

 

(3)

Categorieën van gebruik die in artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG worden genoemd:

financiering van onderzoek en ontwikkeling en demonstratieprojecten voor emissiereductie en adaptatie;

 

financiering van initiatieven in het kader van het Europees strategisch plan voor energietechnologie en de Europese technologieplatforms;

 

ontwikkeling van duurzame energie om te voldoen aan de toezegging van de Unie;

 

ontwikkeling van andere technologieën die bijdragen tot de overgang naar een veilige en duurzame koolstofarme economie;

 

ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de verwezenlijking van de toezegging van de Unie om de energie-efficiëntie op te voeren;

 

bevordering van vastlegging door bosbouw in de Unie;

 

milieutechnisch veilig afvangen en de geologische opslag van CO2;

 

aanmoediging van het overschakelen op vervoersvormen met een lage emissie en op vormen van openbaar vervoer;

 

financiering van onderzoek en ontwikkeling inzake energie-efficiëntie en schone technologieën;

 

maatregelen die tot doel hebben de energie-efficiëntie en isolatie te verbeteren of financiële steun te verlenen voor de aanpak van maatschappelijke aspecten in huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen;

 

de dekking van administratieve uitgaven voor het beheer van het EU-ETS;

 

bevordering van het verwerven van vaardigheden en het herverdelen van arbeid om bij te dragen aan een rechtvaardige overgang naar een koolstofarme economie;

 

andere reductie van de emissie van broeikasgassen;

 

adaptatie aan de effecten van klimaatverandering;

 

andere binnenlandse vormen van gebruik.

Categorieën die in artikel 3 quinquies, lid 4, maar niet uitdrukkelijk in artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG worden genoemd:

 

financiering van gemeenschappelijke projecten om de uitstoot van broeikasgassen door de luchtvaartsector te verminderen;

 

maatregelen ter voorkoming van ontbossing.

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruiksdoel bij verschilende soorten gebruik past, kunnen meerdere soorten worden geselecteerd; het vermelde bedrag mag echter niet worden vermenigvuldigd, maar extra rijen voor soorten gebruik moeten worden gekoppeld aan één vak voor dat bedrag.

 

(4)

Verschillende categorieën kunnen worden gekozen als verschillende financiële instrumenten relevant zijn voor het vermelde programma of project.

Tabel 3: Gebruik van opbrengsten uit de veiling van emissierechten voor internationale doelstellingen

 

1

   

In het jaar X-1 vastgelegd bedrag (2)

In het jaar X-1 uitgekeerd bedrag (2)

Opmerkingen

2

Gebruik van opbrengsten uit de veiling van emissierechten of het financiële waarde-equivalent voor internationale doelstellingen (3)

 

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

Bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie (3)

3

A

B

C

D

E

F

G

4

Totaal bedrag voor gebruik als bedoeld in artikel 10, lid 3, en artikel 3 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG voor de ondersteuning van andere derde landen dan ontwikkelingslanden

         

5

Totaal bedrag voor gebruik als bedoeld in artikel 10, lid 3, en artikel 3 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG voor de ondersteuning van ontwikkelingslanden

         

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(2)

De lidstaten geven als onderdeel van hun rapport definities van “vastlegging” en “uitkering”. Indien een deel van het aangegeven bedrag is vastgelegd en een ander deel uitgekeerd in verband met een specifiek programma/project, moeten twee afzonderlijke rijen worden gebruikt. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de passende categorie worden gekozen. In alle tabellen moeten dezelfde definities worden gebruikt.

 

(3)

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruik in meerdere rijen past, wordt de meest geschikte gekozen, en wordt het desbetreffende bedrag slechts één keer opgetekend. Begeleidende informatie in tekstvorm kan zo nodig meer uitleg over die toewijzingsbesluiten geven.

Tabel 4: Gebruik van opbrengsten uit de veiling van emissierechten ter ondersteuning van ontwikkelingslanden langs multilaterale weg overeenkomstig artikel 3 quinquies en artikel 10 van Richtlijn 2003/87/EG (1) (2)

 

1

 

Bedrag voor het jaar X-1

 

Status (4)

Soort ondersteuning (5)

Financieel instrument (6)

Sector (7)

Opmerkingen

2

 

1 000 EUR

1 000 in nationale Valuta (3)

 

kies: vastgelegd/uitgekeerd

kies: mitigatie, adaptatie, horizontaal, overig, informatie niet beschikbaar

kies: subsidie, zachte lening, harde lening, aandelenkapitaal, overig, informatie niet beschikbaar

kies: energie, vervoer, industrie, landbouw, bosbouw, water en sanitaire voorzieningen, sectoroverschrijdend, overig, informatie niet beschikbaar

bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie

3

A

B

C

D

E

F

G

H

I

4

Totaal bedrag voor ondersteuning van ontwikkelingslanden langs multilaterale weg

Som van Kolom B

Som van Kolom C

         

5

waarvan in voorkomend geval via multilaterale fondsen

   

         

6

Wereldfonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF) (artikel 10, lid 3, onder a), van Richtlijn 2003/87/EG)

   

         

7

Adaptatiefonds in het kader van het UNFCCC (Artikel 10, lid 3, onder a), van Richtlijn 2003/87/EG)

   

         

8

Speciaal klimaatveranderingsfonds (SCCF) in het kader van het UNFCCC

   

         

9

Groen Klimaatfonds in het kader van het UNFCCC

   

         

10

Fonds voor de minst ontwikkelde landen

   

         

11

UNFCCC-trustfonds voor aanvullende activiteiten

   

         

12

Voor multilaterale ondersteuning van REDD+-activiteiten

   

         

13

Andere multilaterale klimaatgerelateerde fondsen (vermeld welke)

   

         

14

waarvan in voorkomend geval via multilaterale financiële instellingen

   

         

15

Wereldmilieufonds

   

         

16

Wereldbank (8)

   

         

17

Internationale Financieringsmaatschappij (8)

   

         

18

Afrikaanse Ontwikkelingsbank (8)

   

         

19

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (8)

   

         

20

Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (8)

   

         

21

Andere multilaterale financiële instellingen of steunprogramma’s (vermeld welke) (8)

   

         

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruik in meerdere rijen past, wordt de meest geschikte gekozen, en wordt het desbetreffende bedrag slechts één keer opgetekend. Begeleidende informatie in tekstvorm kan zo nodig meer uitleg over die toewijzingsbesluiten geven.

 

(2)

De code “Informatie niet beschikbaar” kan worden gebruikt als er voor het desbetreffende vak absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(3)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(4)

Informatie over de status wordt, indien beschikbaar, uitgesplitst. De lidstaten geven als onderdeel van hun rapport definities van “vastlegging” en “uitkering”. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de passende categorie worden gekozen.

 

(5)

Te rapporteren indien die informatie beschikbaar is voor multilaterale fondsen of banken. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(6)

Kies het passende financiële instrument. Verschillende categorieën moeten worden gekozen als verschillende financiële instrumenten relevant zijn voor de desbetreffende rij. Meestal worden subsidies verleend aan multilaterale instellingen en andere categorieën zullen niet vaak van toepassing zijn. Er worden echter meer categorieën gebruikt met het oog op overeenstemming met de rapporteringsvereisten voor de tweejaarlijkse verslagen in het kader van het UNFCCC. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(7)

Verschillende toepasselijke sectoren kunnen worden gekozen. De lidstaten kunnen de sectorale onderverdeling vermelden, indien die gegevens beschikbaar zijn. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(8)

Alleen klimaatspecifieke financiële steun, zoals bv. aangegeven door OESO/DAC-indicatoren, wordt opgenomen in deze tabel.

Tabel 5: Gebruik van opbrengsten uit de veiling van emissierechten op grond van de artikelen 3 quinquies en 10 van Richtlijn 2003/87/EG voor bilaterale of regionale ondersteuning van ontwikkelingslanden (1) (2)

 

1

Titel van programma, activiteit, maatregel of project

Ontvangend land/regio

Bedrag voor het jaar X-1

 

Status (4)

Soort ondersteuning (5)

Sector (6)

Financieel instrument (7)

Uitvoerende instantie

Opmerkingen

2

   

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta (3)

 

kies: vastgelegd/uitgekeerd

kies: mitigatie, adaptatie, REDD+, horizontaal, overig, informatie niet beschikbaar

kies: energie, vervoer, industrie, landbouw, bosbouw, water en sanitaire voorzieningen, sectoroverschrijdend, overig, informatie niet beschikbaar

kies: subsidie, zachte lening, harde lening, aandelenkapitaal, directe investeringen in projecten, investeringsfondsen, fiscaal ondersteuningsbeleid, financieel ondersteuningsbeleid, overig, informatie niet beschikbaar

bv. overheidsministerie

bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie

3

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

4

       

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

   
 

(Voeg zo nodig rijen toe)

5

Totaal bedrag voor ondersteuning van ontwikkelingslanden langs bilaterale weg of als regionale ondersteuning

 

Som van kolom D

Som van kolom D

           

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruik in meerdere rijen zou passen, wordt de meest geschikte gekozen, en wordt het desbetreffende bedrag slechts één keer opgetekend. Begeleidende informatie in tekstvorm kan zo nodig meer uitleg over die toewijzingsbesluiten geven.

 

(2)

De code “Informatie niet beschikbaar” kan worden gebruikt als er voor het desbetreffende vak absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(3)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(4)

Informatie over de status wordt ten minste verstrekt in tabel 3; zij zou ook in deze tabel moeten worden verstrekt, indien beschikbaar, uitgesplitst. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de passende categorie worden gekozen.

 

(5)

Alleen klimaatspecifieke financiële steun, zoals bv. aangegeven door OESO/DAC-indicatoren, wordt opgenomen in deze tabel.

 

(6)

Verschillende toepasselijke sectoren kunnen worden gekozen. De lidstaten kunnen de sectorale onderverdeling vermelden, indien die gegevens beschikbaar zijn. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(7)

Kies het passende financiële instrument. Verschillende categorieën kunnen worden gekozen als verschillende financiële instrumenten relevant zijn voor de desbetreffende rij. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

Tabel 6: Door de lidstaten facultatief te vertrekken aanvullende informatie over binnenlands gebruik van opbrengsten, opgedeeld volgens het soort uitgaven (1)

 
 

In het jaar x-1 uitgekeerd totaal bedrag

In het jaar x-1 vastgelegd totaal bedrag

Overeenkomstige categorieën in tabel 2

Opmerkingen

Het bedrag van de opbrengsten dat wordt gebruikt voor de volgende uitgavencategorieën.

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing

Categorie in tabel 2

Aandeel van het bedrag uit de geselecteerde categorie in tabel 2

 

1

             

2

             

3

             

4

             

5

             

6

             

Uitgavencategorieën:

 

  • 1. 
    Directe steun voor mitigatie in sectoren die onder de EU-ETS vallen (2).
 

  • 2. 
    Indirecte steun voor mitigatie in sectoren die onder de EU-ETS vallen, bv. innovatie (3).
 

  • 3. 
    Directe steun voor mitigatie van binnenlandse/EU-emissies in sectoren die niet onder de EU-ETS vallen (4).
 

  • 4. 
    Indirecte steun voor mitigatie van binnenlandse/EU-emissies in sectoren die niet onder de EU-ETS vallen, bv. innovatie (5).
 

  • 5. 
    Compensatie van de kostenlast voor koolstof (6).
 

  • 6. 
    Niet met mitigatie verband houdende uitgaven, bv. adaptatie (7).

Voetnoten:

 

(1)

Deze tabel wordt gebruikt om te voorzien in een aanvullende uitsplitsing van de informatie over binnenlandse uitgaven, overeenkomstig de categorieën die doorgaans in internationale vergelijkingen worden gebruikt. Voor soorten gebruik die onder de artikelen 3 quinquies en 10 van Richtlijn 2003/87/EG vallen, kunnen de bedragen overlappen met de in tabel 2 gerapporteerde bedragen.

 

(2)

De in deze categorie gerapporteerde uitgaven kunnen betrekking hebben op het aandeel van de uitgaven dat relevant is voor ETS-sectoren die worden gerapporteerd in de volgende categorieën in tabel 2:

a)

ontwikkeling van duurzame energie om te voldoen aan de toezegging van de Unie;

 

b)

ontwikkeling van andere technologieën die bijdragen tot de overgang naar een veilige en duurzame koolstofarme economie;

 

c)

ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de verwezenlijking van de toezegging van de Unie om de energie-efficiëntie op te voeren;

 

d)

andere reductie van de emissie van broeikasgassen;

 

e)

financiering van gemeenschappelijke projecten om de uitstoot van broeikasgassen door de luchtvaartsector te verminderen.

 

(3)

De in deze categorie gerapporteerde uitgaven kunnen betrekking hebben op het aandeel van de uitgaven dat relevant is voor ETS-sectoren die worden gerapporteerd in de volgende categorieën in tabel 2:

a)

financiering van onderzoek en ontwikkeling en demonstratieprojecten voor emissiereductie en adaptatie;

 

b)

financiering van initiatieven in het kader van het Europees strategisch plan voor energietechnologie en de Europese technologieplatforms;

 

c)

milieutechnisch veilig afvangen en de geologische opslag van CO2;

 

d)

financiering van onderzoek en ontwikkeling inzake energie-efficiëntie en schone technologieën.

 

(4)

De in deze categorie gerapporteerde uitgaven kunnen betrekking hebben op het aandeel van de uitgaven dat relevant is voor niet-ETS-sectoren die worden gerapporteerd in de volgende categorieën in tabel 2:

a)

ontwikkeling van duurzame energie om te voldoen aan de toezegging van de Unie;

 

b)

ontwikkeling van andere technologieën die bijdragen tot de overgang naar een veilige en duurzame koolstofarme economie;

 

c)

ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de verwezenlijking van de toezegging van de Unie om de energie-efficiëntie op te voeren;

 

d)

bevordering van vastlegging door bosbouw in de Unie;

 

e)

aanmoediging van het overschakelen op vervoersvormen met een lage emissie en op vormen van openbaar vervoer;

 

f)

maatregelen die tot doel hebben de energie-efficiëntie en isolatie te verbeteren of financiële steun te verlenen voor de aanpak van maatschappelijke aspecten in huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen;

 

g)

andere reductie van de emissie van broeikasgassen;

 

h)

maatregelen ter voorkoming van ontbossing.

 

(5)

De in deze categorie gerapporteerde uitgaven kunnen betrekking hebben op het aandeel van de uitgaven dat relevant is voor niet-ETS-sectoren die worden gerapporteerd in de volgende categorieën in tabel 2:

a)

financiering van onderzoek en ontwikkeling en demonstratieprojecten voor emissiereductie en adaptatie;

 

b)

financiering van initiatieven in het kader van het Europees strategisch plan voor energietechnologie en de Europese technologieplatforms;

 

c)

financiering van onderzoek en ontwikkeling inzake energie-efficiëntie en schone technologieën.

 

(6)

De in deze categorie gerapporteerde uitgaven vallen buiten de reikwijdte van de in de artikel 10, lid 3, en artikel 3 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG genoemde doeleinden.

 

(7)

De in deze categorie gerapporteerde uitgaven kunnen betrekking hebben op de uitgaven die worden gerapporteerd in de volgende categorieën in tabel 2:

a)

de dekking van administratieve uitgaven voor het beheer van het EU-ETS;

 

b)

adaptatie aan de effecten van klimaatverandering;

 

c)

bevordering van het verwerven van vaardigheden en het herverdelen van arbeid om bij te dragen aan een rechtvaardige overgang naar een koolstofarme economie;

 

d)

andere binnenlandse vormen van gebruik.

 

BIJLAGE III

Informatie over financiële en technologische ondersteuning voor ontwikkelingslanden op grond van artikel 6, lid 1

Tabel 1: Langs bilaterale en regionale weg verstrekte ondersteuning door middel van vastgelegde en verstrekte openbare financiële middelen, in voorkomend geval met inbegrip van de ontwikkeling en overdracht van technologie en capaciteitsopbouw (1) (2)

 

Kanaal

Ontvanger

Titel van activiteit/ programma/ project/ enz.*

Financieringsbron

Financieel instrument

Soort ondersteuning

Sector

Vastgelegd bedrag (a)

Verstrekt bedrag (a)

Subsidie-equivalent* (a)(b)

Subsector* (c)

Technologieoverdracht/ Capaciteitsopbouw* (d)

Aanvullende informatie* (e)

Bilateraal/ Regionaal/ Overig (preciseren)

Regio/ Land

 

Officiële ontwikkelingshulp (ODA)/ Andere overheidsmiddelen (OOF)/ Overig (preciseren)

Subsidie/ Zachte lening/ Harde lening/ Aandelenkapitaal/ Garantie/ Verzekering/ Overig (preciseren)

Adaptatie/ Mitigatie/ Horizontaal

Energie/ Vervoer/ Industrie/ Landbouw/ Bosbouw/ Water en sanitaire voorzieningen/ Sectoroverschrijdend/ Overig (preciseren)

       

T/ C/ Beide/ N.v.t.

 

Voetnoten:

 

(1)

De met “*” gemarkeerde gegevens moeten worden ingevuld voor zover deze beschikbaar zijn.

 

(2)

De gegevens moeten worden vermeld per kalenderjaar (X-1).

(a)

Het bedrag moet in nationale valuta worden vermeld.

 

(b)

Deze gegevens moeten worden verstrekt zoals gerapporteerd aan de VN of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), in voorkomend geval overeenkomstig internationaal overeengekomen informatievereisten.

 

(c)

Bij de rapportering van gegevens op subsectoraal niveau kunnen de door de Commissie voor Ontwikkelingsbijstand (Development Assistance Committee; DAC) van de OESO ingevoerde vijfcijferige doelcodes voor de rapportering aan het kennisgevingssysteem van de crediteurlanden (Creditor Reporting System; DAC-CRS) worden gebruikt.

 

(d)

De lidstaten moeten “T” invullen indien de activiteit bijdraagt aan de doelstellingen inzake de ontwikkeling en overdracht van technologie, “C” indien zij bijdraagt aan de doelstellingen inzake capaciteitsopbouw, “Beide” indien zij horizontaal is en “N.v.t.” indien niet van toepassing.

 

(e)

Er moet aanvullende informatie worden verstrekt, zoals een link naar relevante documentatie van het programma of een beschrijving van het project.

Tabel 2: Langs multilaterale weg verstrekte ondersteuning door middel van vastgelegde en verstrekte openbare financiële middelen, in voorkomend geval met inbegrip van de ontwikkeling en overdracht van technologie en capaciteitsopbouw(1) (2)

 

Kanaal

Multilaterale instelling

Titel van activiteit/ programma/ project/ enz.*

Financieringsbron

Financieel instrument

Vastgelegd bedrag (a) (kernbijdragen/ algemene bijdragen)

Verstrekt bedrag (a) (kernbijdragen/ algemene bijdragen)

Vastgelegd bedrag (a) (klimaatspecifiek)

Verstrekt bedrag (a) (klimaat- specifiek)

Ontvanger*

Subsidie-equivalent* (a)(b)

Bijdragen/ Uitgaven* (c)

Multilateraal Multi- bilateraal/ Overig (preciseren)

   

Officiële ontwikkelingshulp (ODA)/ Andere overheidsmiddelen (OOF)/ Overig (preciseren)

Subsidie/ Zachte lening Harde lening/ Aandelenkapitaal/ Garantie/ Verzekering/ Overig (preciseren)

       

Mondiaal/ Regionaal/ Land

 

Bijdragen/ Uitgaven

 

Toegerekende multilaterale bijdrage* (d)

Financieel instrument

Soort ondersteuning*

Sector*

Subsector* (e)

Technologieoverdracht/ Capaciteitsopbouw* (f)

Aanvullende informatie* (g)

Ja/ Nee/ N.v.t.

Subsidie/ Zachte lening/ Harde lening/ Aandelenkapitaal Garantie/ Verzekering/ Beleidsmaatregel/ Overig (preciseren)

Adaptatie/ Mitigatie/ Horizontaal

Energie/ Vervoer/ Industrie/ Landbouw/ Bosbouw/ Water en sanitaire voorzieningen/ Sectoroverschrijdend/ Overig

 

T/ C/ Beide/ N.v.t.

 

Voetnoten:

 

(1)

De met “*” gemarkeerde gegevens moeten worden ingevuld voor zover deze beschikbaar zijn.

 

(2)

De gegevens moeten worden vermeld per kalenderjaar (X-1).

(a)

Het bedrag moet in nationale valuta worden vermeld.

 

(b)

Deze gegevens moeten worden verstrekt zoals gerapporteerd aan de VN of de OESO, in voorkomend geval overeenkomstig internationaal overeengekomen informatievereisten.

 

(c)

De lidstaten moeten vermelden of het gerapporteerde bedrag is gebaseerd op de “bijdrage” aan de multilaterale instelling of op het “aandeel in de uitgaven” van de financiële middelen van de multilaterale instelling.

 

(d)

De lidstaten moeten vermelden of het “klimaatspecifieke” bedrag is berekend op basis van de “Imputed Multilateral Shares” (toegerekende multilaterale aandelen) van de OESO.

 

(e)

De vijfcijferige CRS-doelcodes van de OESO-DAC kunnen worden gebruikt bij de rapportering van gegevens op subsectoraal niveau.

 

(f)

De lidstaten moeten “T” invullen indien de activiteit bijdraagt aan de doelstellingen inzake de ontwikkeling en overdracht van technologie, “C” indien zij bijdraagt aan de doelstellingen inzake capaciteitsopbouw, “Beide” indien zij horizontaal is en “N.v.t.” indien niet van toepassing.

 

(g)

Er moet aanvullende informatie worden verstrekt, zoals een link naar relevante documentatie van het programma en een beschrijving van het project.

Tabel 3: Informatie over door middel van overheidsmaatregelen gemobiliseerde financiële ondersteuning (1) (2)

 

Kanaal

Ontvanger

Titel van activititeit/ programma/ project/enz.

Soort overheidsmaatregel

Soort ondersteuning

Sector

Gemobiliseerd bedrag (a)

Subsector * (b)

Subsidie-equivalent* (a)(c)

Bedrag van de middelen die zijn gebruikt voor het mobiliseren van de ondersteuning*

Aanvullende informatie * (d)

Bilateraal/ Regionaal/ Multilateraal

Mondiaal/ Regio/ Land

 

Subsidie/ Zachte lening/ Harde lening/ Aandelenkapitaal/ Garantie/ Verzekering/ Capaciteitsopbouw/ Ontwikkeling en overdracht van technologie/ Overig (preciseren)

Adaptatie/ Mitigatie/ Horizontaal

Energie/ Vervoer/ Industrie/ Landbouw/ Bosbouw/ Water en sanitaire voorzieningen/ Sectoroverschrijdend/ Overig (preciseren)

         

Voetnoten:

 

(1)

De met “*” gemarkeerde gegevens moeten worden ingevuld voor zover deze beschikbaar zijn.

 

(2)

De gegevens moeten worden vermeld per kalenderjaar (X-1).

(a)

Het bedrag moet in nationale valuta worden vermeld.

 

(b)

De vijfcijferige CRS-doelcodes van de OESO-DAC kunnen worden gebruikt bij de rapportering van gegevens op subsectoraal niveau.

 

(c)

Deze gegevens moeten worden verstrekt zoals gerapporteerd aan de VN of de OESO, in voorkomend geval overeenkomstig internationaal overeengekomen informatievereisten.

 

(d)

Er moet aanvullende informatie worden verstrekt, zoals een link naar relevante documentatie van het programma of een beschrijving van het project.

Model 1: Informatie over door middel van overheidsmaatregelen gemobiliseerde financiële ondersteuning per activiteit (1) (2), te gebruiken als het voor een lidstaat onmogelijk is tabel 3 in te vullen

Titel van activiteit/programma/project/enz.

 
 
  • 1. 
    Kanaal
 
 
  • 2. 
    Ontvanger
 
 
  • 3. 
    Soort overheidsmaatregel
 
 
  • 4. 
    Soort ondersteuning
 
 
  • 5. 
    Sector
 
 
  • 6. 
    Gemobiliseerd bedrag (a)
 
 
  • 7. 
    Subsector * (b)
 
 
  • 8. 
    Subsidie-equivalent * (a)(c)
 
 
  • 9. 
    Bedrag van de middelen die zijn gebruikt voor het mobiliseren van de ondersteuning*
 
 
  • 10. 
    Aanvullende informatie * (d)
 
 

Voetnoten:

 

(1)

De met “*” gemarkeerde gegevens moeten worden ingevuld voor zover deze beschikbaar zijn.

 

(2)

De gegevens moeten worden vermeld per kalenderjaar (X-1).

(a)

Het bedrag moet in nationale valuta worden vermeld.

 

(b)

De vijfcijferige CRS-doelcodes van de OESO-DAC kunnen worden gebruikt bij de rapportering van gegevens op subsectoraal niveau.

 

(c)

Deze gegevens moeten worden verstrekt zoals gerapporteerd aan de VN of de OESO, in voorkomend geval overeenkomstig internationaal overeengekomen informatievereisten.

 

(d)

Er moet aanvullende informatie worden verstrekt, zoals een link naar relevante documentatie van het programma of een beschrijving van het project.

 

BIJLAGE IV

Kwalitatieve methodologische informatie op grond van artikel 6, lid 2

Model 1: Verstrekking van kwalitatieve methodologische informatie, voor zover van toepassing, en andere informatie over definities en methodologieën

  • 1. 
    Klimaatfinanciering
 
 
  • 2. 
    Nieuw en aanvullend
 
 
  • 3. 
    Ontwikkelingsland
 
 
  • 4. 
    Kernbijdragen/algemene bijdragen
 
 
  • 5. 
    Klimaatspecifiek
 
 
  • 6. 
    Financiële instrumenten (bv. subsidie, zachte lening, harde lening, aandelenkapitaal, garantie, verzekering, overig (specificeren))
 
 
  • 7. 
    Financieringsbron (officiële ontwikkelingshulp (ODA), andere overheidsmiddelen (OOF), overig)
 
 
  • 8. 
    Status (vastgelegd en verstrekt)
 
 
  • 9. 
    Gemobiliseerde ondersteuning (bv. i) vaststelling van een duidelijk oorzakelijk verband tussen een overheidsmaatregel en gemobiliseerde particuliere financiering, waarbij de activiteit zonder de door de partij genomen maatregel niet of niet op dezelfde schaal zou hebben plaatsgevonden; ii) gegevens over het tijdstip van meting (bv. tijdstip van vastlegging, tijdstip van uitkering) van de dankzij de overheidsmaatregel gemobiliseerde particuliere financiering, voor zover dit mogelijk is gezien het soort instrument of mechanisme dat voor de mobilisering is gebruikt; iii) gegevens over de afbakening die wordt gebruikt om vast te stellen of het om door overheidsmaatregelen gemobiliseerde financiering gaat)
 
 
  • 10. 
    Sector, subsector
 
 
  • 11. 
    Soort ondersteuning (mitigatie van klimaatverandering/adaptatie aan klimaatverandering/horizontale aanpak)
 
 
  • 12. 
    Openbare financiering/particuliere financiering (bv. in het bijzonder bij gemengde entiteiten of middelen)
 
 
  • 13. 
    Toepassing van de Rio-indicatoren (coëfficiënten)
 
 
  • 14. 
    Bepaling van het subsidie-equivalent van verstrekte ondersteuning en gemobiliseerde ondersteuning, indien gegevens over het subsidie-equivalent zijn vermeld
 
 
  • 15. 
    Gebruikte methoden voor het bepalen van de bedragen aan gemobiliseerde ondersteuning
 
 
  • 16. 
    Hoe dubbeltellingen zijn vermeden tussen de middelen die zijn opgegeven als vastgelegd of verstrekt, en de middelen die de verkrijgende Partij overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs heeft gebruikt ter verwezenlijking van haar nationaal bepaalde bijdrage
 
 
  • 17. 
    Een beschrijving van de systemen en processen die worden gebruikt voor de identificatie, opvolging en rapportering van vastgelegde, verstrekte en door middel van overheidsmaatregelen gemobiliseerde ondersteuning
 
 
  • 18. 
    Een beschrijving van de nationale systemen en institutionele regelingen voor het verstrekken van informatie over de geplande verstrekking van ondersteuning, met inbegrip van informatie over geplande activiteiten in verband met door de overheid gefinancierde projecten voor technologieoverdracht en projecten voor capaciteitsopbouw voor ontwikkelingslanden in het kader van het UNFCCC
 
 
  • 19. 
    Voor zover beschikbaar, een beschrijving van de nationale systemen en institutionele regelingen voor het verstrekken van ondersteuning voor technologieoverdracht en capaciteitsopbouw, onder meer over de onderliggende aannames, definities en methoden, die zijn gebruikt om informatie te verstrekken over de ondersteuning van technologieoverdracht en capaciteitsopbouw
 
 
  • 20. 
    Informatie over de kanalen en ondervonden belemmeringen, geleerde lessen en de maatregelen die zijn getroffen om deze hindernissen te overwinnen
 
 
  • 21. 
    Informatie over de wijze waarop is getracht ervoor te zorgen dat de vastgelegde, verstrekte en door middel van overheidsmaatregelen gemobiliseerde ondersteuning strookt met de langetermijndoelstellingen van de Overeenkomst van Parijs
 
 
  • 22. 
    Informatie over de wijze waarop de vastgelegde, verstrekte en gemobiliseerde ondersteuning gericht is ingezet om de ontwikkelingslanden te helpen bij hun inspanningen om de langetermijndoelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te bereiken, onder meer door hen te helpen bij inspanningen om financiële stromen in banen te leiden die passen bij het streven naar een lage uitstoot van broeikasgassen en een klimaatbestendige ontwikkeling
 
 
  • 23. 
    Informatie over de wijze waarop de verstrekte informatie een vooruitgang laat zien ten opzichte van de eerdere omvang van de verleende ondersteuning en de mobilisering van financiële middelen in het kader van de Overeenkomst van Parijs
 
 
  • 24. 
    De wijze waarop ervoor gezorgd zal worden dat de verstrekte en door middel van overheidsmaatregelen gemobiliseerde ondersteuning doeltreffend tegemoet komt aan de behoeften en prioriteiten van partijen die ontwikkelingslanden zijn bij de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs, zoals vastgesteld in door de landen zelf aangestuurde strategieën en instrumenten, zoals tweejaarlijkse transparantieverslagen, nationaal bepaalde bijdragen (NDC’s) en nationale adaptatieplannen
 
 
  • 25. 
    Informatie over acties en plannen om aanvullende klimaatfinanciering te mobiliseren in het kader van de wereldwijde inspanningen om klimaatfinanciering te mobiliseren uit een grote verscheidenheid van bronnen, onder meer over het verband tussen de toe te passen overheidsmaatregel en de gemobiliseerde particuliere financiering
 
 
  • 26. 
    Informatie over de rapportering over multilaterale financiering, met inbegrip van gegevens waaruit blijkt: i) of de gerapporteerde multilaterale financiering is gebaseerd op de bijdrage van de partij aan een multilaterale instelling en/of op het aandeel van de partij in de uitgaven van de multilaterale instelling; ii) of en hoe multilaterale financiering als klimaatspecifiek is gerapporteerd en hoe het klimaatspecifieke aandeel is berekend, bijvoorbeeld door gebruik te maken van bestaande internationale normen; iii) of multilaterale financiering als “kernbijdragen/algemene bijdragen” is gerapporteerd, met dien verstande dat het daadwerkelijke bedrag aan klimaatfinanciering waartoe zij zou bijdragen afhankelijk is van de programmeringskeuzes van de multilaterale instellingen; iv) of en hoe multilaterale financiering aan de rapporterende partij is toegerekend.
 
 
 

BIJLAGE V

Beschikbare informatie over de geplande verlening van ondersteuning op grond van artikel 6, lid 3

Tabel: beschikbare informatie over de geplande verlening van ondersteuning

 

Jaar/ periode

Ontvanger (a)

Titel van activiteit/ programma/ project

Volgens planning te verstrekken bedrag (b)

Soort ondersteuning

Technologieoverdracht/ Capaciteitsopbouw (c)

Aanvullende informatie (d)

 

Mondiaal/ Regio/ Land

   

Mitigatie/ Adaptatie/ Horizontaal

T/ C/ Beide/ N.v.t.

 

Voetnoten:

 

(a)

De lidstaten moeten informatie verstrekken over het ontvangende land/de ontvangende regio op het niveau van uitsplitsing dat de voorkeur geniet.

 

(b)

Indien mogelijk moeten de lidstaten het bedrag van de te verstrekken steun in nationale valuta vermelden (aanbevolen wordt om de nominale waarde op basis van vastleggingen op te geven).

 

(c)

De lidstaten moeten “T” invullen indien de activiteit bijdraagt aan de doelstellingen inzake de ontwikkeling en overdracht van technologie, “C” indien zij bijdraagt aan de doelstellingen inzake capaciteitsopbouw, “Beide” indien zij horizontaal is en “N.v.t.” indien niet van toepassing.

 

(d)

Er moet aanvullende informatie worden verstrekt, zoals een link naar relevante documentatie van het programma of een beschrijving van het project, dan wel beschikbare informatie overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de Overeenkomst van Parijs.

Model 1: Beschikbare informatie over de geplande verstrekking van ondersteuning per activiteit/programma/project, te gebruiken als het voor een lidstaat onmogelijk is tabel 1 in te vullen

Titel van activiteit/programma/project

 
 
  • 1. 
    Jaar
 
 
  • 2. 
    Ontvanger (a)
 
 
  • 3. 
    Te verstrekken bedrag volgens planning (b)
 
 
  • 4. 
    Soort ondersteuning
 
 
  • 5. 
    Technologieoverdracht/capaciteitsopbouw (c)
 
 
  • 6. 
    Aanvullende informatie (d)
 
 

Voetnoten:

 

(a)

De lidstaten moeten informatie verstrekken over het ontvangende land/de ontvangende regio op het niveau van uitsplitsing dat de voorkeur geniet.

 

(b)

Indien mogelijk moeten de lidstaten het bedrag van de te verstrekken steun in nationale valuta vermelden (aanbevolen wordt om de nominale waarde op basis van vastleggingen op te geven).

 

(c)

De lidstaten moeten “T” invullen indien de activiteit bijdraagt aan de doelstellingen inzake de ontwikkeling en overdracht van technologie, “C” indien zij bijdraagt aan de doelstellingen inzake capaciteitsopbouw, “Beide” indien zij horizontaal is en “N.v.t.” indien niet van toepassing.

 

(d)

Er moet aanvullende informatie worden verstrekt, zoals een link naar relevante documentatie van het programma of een beschrijving van het project, dan wel beschikbare informatie overeenkomstig artikel 9, lid 5, van de Overeenkomst van Parijs.

 

BIJLAGE VI

Rapportering over geschatte broeikasgasinventarissen op grond van artikel 7

 

Lidstaat:

 

Verslagjaar “t – 1”

 

Jaar van verslaglegging “t”

 
 

CATEGORIEËN BRONNEN EN PUTTEN

CO2 (1)

CH4

N2O

HFK’s

PFK’s

SF6

Niet-gespecificeerd mengsel van HFK’s en PFK’s

NF3

Totaal

 

ETS

Inspanningsverdeling (3)

VAN BROEIKASGASSEN

CO2-equivalent (kiloton)

 

CO2-equivalent (kiloton)

Totaal (netto-emissies) (1)

                       

1.

Energie

                       

A.

Verbranding van brandstoffen (sectorale benadering)

                       

1.

Energie-industrieën

                       

2.

Be- en verwerkende industrie en bouw

                       

3.

Vervoer

                       

4.

Overige sectoren

                       

5.

Overig

                       

B.

Diffuse emissie door brandstoffen

                       

1.

Vaste brandstoffen

                       

2.

Olie en aardgas

                       

C.

Vervoer en opslag van CO2

                       

2.

Industriële processen en gebruik van producten

                       

A.

Delfstoffenindustrie

                       

B.

Chemische industrie

                       

C.

Metaalindustrie

                       

D.

Niet-energetische producten uit brandstoffen en gebruik van oplosmiddelen

                       

E.

Elektronica-industrie

                       

F.

Gebruik van producten als vervangers van OAS

                       

G.

Vervaardiging en gebruik van andere producten

                       

H.

Overig

                       

3.

Landbouw

                       

A.

Darmgisting

                       

B.

Mestbeheer

                       

C.

Rijstteelt

                       

D.

Landbouwgrond

                       

E.

Verplicht afbranden van savannes

                       

F.

Verbranding van landbouwresten op het veld

                       

G.

Kalken

                       

H.

Toediening van ureum

                       

I.

Andere koolstofhoudende meststoffen

                       

J.

Overig

                       

4.

Landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (1)

                       

A.

Bosgrond

                       

B.

Bouwland

                       

C.

Grasland

                       

D.

Wetlands

                       

E.

Woongebieden

                       

F.

Overig land

                       

G.

Geoogste houtproducten

                       

H.

Overig

                       

5.

Afval

                       

A.

Verwijdering van vast afval

                       

B.

Biologische behandeling van vast afval

                       

C.

Verbranding en openluchtverbranding van afval

                       

D.

Behandeling en lozing van afvalwater

                       

E.

Overig

                       

6.

Overige (zoals gespecificeerd in samenvatting 1.A)

                       

Memorieposten:

                       

Internationale bunkers

                       

Luchtvaart

                       

Scheepvaart

                       
                         

CO2-emissies uit biomassa

                       

CO2-afvang

                       
                         

Indirect CO2  (2)

                       

Totale emissies in CO2-equivalent zonder landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw

       

Totale emissies in CO2-equivalent met landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw

       

Totale emissies in CO2-equivalent, met inbegrip van indirect CO2, zonder landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw

       

Totale emissies in CO2-equivalent, met inbegrip van indirect CO2, met landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw

       

Voetnoten:

 

(1)

Voor koolstofdioxide (CO2) van landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw moeten de netto-emissies/-verwijderingen worden gerapporteerd. Ten behoeve van de rapportering zijn de tekens voor verwijdering altijd negatief (–) en voor emissies altijd positief (+).

 

(2)

Voor lidstaten die indirect CO2 rapporteren, worden de nationale totalen verstrekt met en zonder indirect CO2.

 

(3)

Emissies die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2018/842 vallen.

 

Korte beschrijving van de belangrijkste factoren voor de toename of afname van de broeikasgasemissies in x-1 (proxy) ten opzichte van x-2 (inventaris). Gelieve een hyperlink naar de desbetreffende website in te voegen indien deze informatie algemeen beschikbaar is.

Ook kan informatie worden verstrekt over de onzekerheden die aan de ramingen voor de LULUCF-sector zijn verbonden.

 
 

BIJLAGE VII

Overzicht van de rapportering over broeikasgasinventarissen op grond van artikel 8, lid 2(1), (2)

 

[Artikel van] deze verordening

Informatie die moet worden verstrekt in het nationale inventarisatierapport (kruis aan)

Informatie die moet worden verstrekt in een afzonderlijke bijlage bij het NIR (kruis aan)

Hoofdstuk van het NIR of van afzonderlijke bijlage (preciseren)

Artikel 9 Rapportering over herberekeningen

Verplicht

Niet van toepassing

Hoofdstuk van het NIR over herberekeningen en verbeteringen

Artikel 10 Rapportering over de uitvoering van aanbevelingen in tabel 1 van bijlage VIII

Verplicht

Verplicht

Hoofdstuk van het NIR over herberekeningen en verbeteringen

Artikel 10 Rapportering over de uitvoering van aanbevelingen in tabel 2 van bijlage VIII

Niet van toepassing

Verplicht

 

Artikel 12, lid 1 Rapportering over onzekerheid

Niet van toepassing

Verplicht

 

Artikel 12, lid 2 Rapportering over volledigheid

Verplicht

Niet van toepassing

In de desbetreffende tabel van de CRT en in de desbetreffende hoofdstukken van het NIR

Artikel 14, lid 1, Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde emissies met gegevens uit de regeling voor de emissiehandel (bijlage XII-gegevens)

Niet van toepassing

Verplicht

 

Artikel 14, lid 2, Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde emissies met gegevens uit de regeling voor de emissiehandel (informatie in tekstvorm)

Mogelijk

Mogelijk

Indien in het NIR: in de desbetreffende onderdelen van het NIR

Artikel 15 Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde gegevens over luchtverontreinigende stoffen

Mogelijk

Mogelijk

Indien in het NIR: hoofdstuk van het NIR over “kwaliteitsborging, kwaliteitscontrole en het verificatieplan”

Artikel 16 Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde gegevens betreffende gefluoreerde broeikasgassen

Mogelijk

Mogelijk

Indien in het NIR: in de desbetreffende onderdelen van het NIR

Artikel 17 Rapportering over de consistentie met energiestatistieken

Mogelijk

Mogelijk

Indien in het NIR: in de desbetreffende onderdelen van het NIR

Artikel 18 Rapportering over veranderingen in de beschrijvingen van nationale inventarisatiesystemen of registers

Verplicht

Niet van toepassing

In de desbetreffende hoofdstukken van het NIR

Voetnoten:

 

(1)

Informatie die uiterlijk op 15 januari moet worden ingediend, wordt ingediend als ontwerp-hoofdstukken van het NIR of als respectievelijke afzonderlijke bijlagen.

 

(2)

De vermelding “mogelijk” betekent dat de lidstaten moeten kiezen of zij de informatie in het NIR of in een afzonderlijke bijlage bij het NIR rapporteren.

 

BIJLAGE VIII

Rapportering over de uitvoering van aanbevelingen op grond van artikel 10

Tabel 1: Formaat voor de rapportering van informatie over de stand van de uitvoering van elke aanbeveling die is opgenomen in het meest recentelijk gepubliceerde individuele UNFCCC-beoordelingsverslag, inclusief de redenen waarom die aanbeveling niet is uitgevoerd

 

Jaar van de recentste UNFCC-inventarisbeoordeling

CRT-categorie/onderwerp

Aanbeveling in de beoordeling

Beoordelingsverslag/paragraaf

Antwoord lidstaat/stand van uitvoering

Reden van niet-uitvoering

Hoofdstuk/onderdeel van het NIR

           

Tabel 2: Formaat voor het rapporteren van informatie over de stand van de uitvoering van elke aanbeveling, technische correctie of herziene raming die is opgenomen in het recentste beoordelingsverslag overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 749/2014 van de Commissie of overeenkomstig artikel 32 van deze verordening

 

Jaar van de recentste interne inventarisbeoordeling in de EU

CRT-categorie/onderwerp

Uit de beoordeling voortvloeiende aanbeveling, technische correctie of herziene raming

Beoordelingsverslag/paragraaf

Antwoord lidstaat/stand van uitvoering

Hoofdstuk/onderdeel van het NIR

         
 

BIJLAGE IX

Rapportering over inventarisatiemethoden, emissiefactoren en over de daarmee samenhangende methodologische beschrijvingen voor de hoofdcategorieën van de Unie op grond van artikel 11

 

Deel 1

Deel 2

Deel 3

Deel 4

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

Door de Commissie te verstrekken informatie

Door de lidstaten te rapporteren informatie

Identificatie van de hoofdcategorieën van de Unie

Informatie met betrekking tot de hoofdcategorieën van de Unie

 

uiterlijk op 31 oktober van het jaar voorafgaand aan de indiening en uiterlijk op 28 februari van het jaar van de indiening van de huidige inventaris

Voor de in kolom B genoemde hoofdcategorieën van de Unie, uiterlijk op 15 januari en 15 maart

Voor de in kolom A genoemde hoofdcategorieën van de Unie, uiterlijk op 15 januari en 15 maart

Lijst van de hoofdcategorieën van de Unie (a)

de hoofdcategorieën aankruisen waarvoor de informatie over methoden en emissiefactoren niet beschikbaar is of niet door de lidstaten in de CRT is gerapporteerd

aankruisen als het gaat om een nieuwe hoofdcategorie van de Unie ten opzichte van de vorige broeikasgasinventaris van de Unie

In de recentste inventaris van de lidstaat gebruikte methoden (b)

In de recentste inventaris van de lidstaat gebruikte emissiefactoren (b)

Beknopte methodologische beschrijvingen van de lidstaten in de recentste inventaris (c)

Referentie (onderdeelnummer) van de beschrijving in het definitieve NIR (c) (g)

aankruisen als het gaat om een nieuwe hoofdcategorie van de Unie ten opzichte van de recentste broeikasgasinventaris van de Unie (d)

In de recentste inventaris van de lidstaat gebruikte methoden (b)

In de recentste inventaris van de lidstaat gebruikte emissiefactoren (b)

aankruisen indien de methoden die zijn gebruikt in de recentste inventaris (kolom I) afwijken van de methoden die zijn gebruikt in de vorige inventaris (kolom D)

aankruisen indien de emissiefactoren die zijn gebruikt in de recentste inventaris (kolom J) afwijken van de emissiefactoren die zijn gebruikt in de vorige inventaris (kolom E)

Beknopte methodologische beschrijvingen in de recentste inventaris

aankruisen indien de methodologische beschrijvingen (kolom M) wezenlijk zijn veranderd ten opzichte van de vorige inventaris (kolom F)

Referentie (onderdeelnummer) van de beschrijving in het definitieve NIR (g)

Voetnoten:

 

(a)

De in de analyse van de hoofdcategorieën van de Unie gebruikte categorieën worden door de Commissie gespecificeerd aan de hand van een categoriecode, categorietitel, beoordeeld broeikasgas en, in voorkomend geval, brandstoftype. Bijvoorbeeld: 1.A.1.a, Publieke opwekking van elektriciteit en warmte, Gasvormige brandstoffen, CO2.

 

(b)

  • B) 
    Codes (afkortingen) voor “gebruikte methode” en “emissiefactoren” zoals gebruikt in de samenvatting inzake de gebruikte methoden en emissiefactoren bij de gemeenschappelijke rapporteringstabellen.
 

(c)

Informatie over de beschrijving van het voorgaande jaar dient uiterlijk op 31 oktober 2023 voor het eerst te worden opgenomen.

 

(d)

Kolom H dient door de Commissie te worden verstrekt.

 

(e)

De informatie in kolom F dient door de Commissie uiterlijk op 31 oktober 2023 voor het eerst te worden verstrekt.

 

(f)

Wijzigingen met betrekking tot de in de kolommen I, J, K en L gerapporteerde informatie hoeven in voorkomend geval alleen te worden gerapporteerd voor de in kolom B vermelde hoofdcategorieën.

 

(g)

Onder het “definitief NIR” wordt het recentste volledige NIR verstaan dat bij de EU is ingediend.

 

BIJLAGE X

Rapportering over onzekerheid en volledigheid op grond van artikel 12

 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

IPCC-categorie

Gas

Emissies of verwijderingen in referentiejaar

Emissies of verwijderingen in jaar x

Onzekerheid over activiteitsgegevens

Onzekerheid over emissiefactor/ramingparameter

Gecombineerde onzekerheid

Bijdrage aan de variantie per categorie in jaar x

Type A-gevoeligheid

Type B-gevoeligheid

Onzekerheid over de trend in de nationale emissies ten gevolge van onzekerheid over emissiefactor/ramingparameter

Onzekerheid over de trend in de nationale emissies ten gevolge van onzekerheid over activiteitsgegevens

Onzekerheid in de trend in de totale nationale emissies

   

Inputgegevens

Inputgegevens

Inputgegevens

Noot A

Inputgegevens

Noot A

   

Noot B

 

I * F

Noot C

Noot D

K2 + L2

   

Gg CO2-equivalent

Gg CO2-equivalent

%

%

%

 

%

%

%

%

%

Bv. 1.A.1. Energie-industrieën brandstof 1

CO2

                     

Bv. 1.A.1. Energie-industrieën brandstof 2

CO2

                     

Enz.

                     

Totaal

 

Σ C

Σ D

     

Σ H

       

Σ M

         

Onzekerheidspercentage van de totale inventaris:

       

Onzekerheid van de trend:

 

Bron:

IPPC-richtsnoeren van 2006, deel 1, tabel 3.2 Benadering 1 voor de berekening van de onzekerheid

 

BIJLAGE XI

Rapportering over indicatoren op grond van artikel 13

 

Nr.

Nomenclatuur in de indicatoren voor energie-efficiëntie van Eurostat

Indicator

Teller/noemer (1) (4)

Richtsnoeren/definities (2) (3)

Jaar X-2

1

TRANSFORMATIE B0

Specifieke CO2-emissie door elektriciteitscentrales (publiek en zelfopwekkers), t/TJ

CO2-emissie uit thermische elektriciteitscentrales (publiek en zelfopwekkers), kiloton

CO2-emissie door alle verbranding van fossiele brandstoffen voor de bruto-opwekking van elektriciteit en warmte door thermische elektriciteitscentrales en WKK-centrales (publiek en zelfopwekkers). De emissie door installaties die uitsluitend warmte produceren wordt niet meegerekend.

 

Alle door thermische elektriciteitscentrales (publiek en zelfopwekkers) geleverde producten, PJ

De bruto opgewekte elektriciteit en eventuele warmte die door thermische elektriciteitscentrales en WKK-centrales (warmte/krachtkoppeling) (publiek en zelfopwekkers) aan derden wordt verkocht. De productie door installaties die uitsluitend warmte produceren wordt niet meegerekend. Thermische elektriciteitscentrales van de publieke sector hebben als primaire activiteit de opwekking van elektriciteit (en warmte) die aan derden wordt verkocht. Ze kunnen particulieren of de overheid als eigenaar hebben. Thermische elektriciteitscentrales van zelfopwekkers hebben als een van hun activiteiten de opwekking van elektriciteit (en warmte) die volledig of gedeeltelijk voor eigen gebruik is en hun primaire activiteit ondersteunt. De bruto-elektriciteitsopwekking wordt gemeten aan de uitgang van de hoofdtransformatoren, d.w.z. het elektriciteitsverbruik in de hulpapparatuur van de installatie en in de transformatoren wordt meegerekend (bron: energiebalans).

 

2

TRANSFORMATIE E0

Specifieke CO2-emissie door installaties van zelfopwekkers, t/TJ

CO2-emissie door zelfopwekkers, kiloton

CO2-emissie door alle verbranding van fossiele brandstoffen voor de bruto-opwekking van elektriciteit en warmte door thermische elektriciteitscentrales en WKK-centrales van zelfopwekkers.

 

Alle door thermische elektriciteitscentrales van zelfopwekkers geleverde producten, PJ

De bruto opgewekte elektriciteit en eventuele warmte die door thermische elektriciteitscentrales en WKK-centrales van zelfopwekkers aan derden wordt verkocht. Thermische elektriciteitscentrales van zelfopwekkers hebben als een van hun activiteiten de opwekking van elektriciteit (en warmte) die volledig of gedeeltelijk voor eigen gebruik is en hun primaire activiteit ondersteunt. De bruto-elektriciteitsopwekking wordt gemeten aan de uitgang van de hoofdtransformatoren, d.w.z. het elektriciteitsverbruik in de hulpapparatuur van de installatie en in de transformatoren wordt meegerekend (bron: energiebalans).

 

3

INDUSTRIE A1.1

Totale CO2-intensiteit van de ijzer- en staalindustrie, t/miljoen EUR

Totale CO2-emissie door de ijzer- en staalindustrie, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van fossiele brandstoffen bij de productie van ijzer en staal, met inbegrip van verbranding voor de opwekking van elektriciteit en warmte (IPCC-broncategorie 1A2a), door het productieproces van ijzer en staal (IPCC-broncategorie 2C1) en door het productieproces van ferrolegeringen (IPCC-broncategorie 2C2).

 

Bruto toegevoegde waarde van de ijzer- en staalindustrie, miljard EUR

Bruto toegevoegde waarde in constante prijzen van 2016 bij de productie van ruwijzer en ruwstaal en van ferrolegeringen (NACE 27.1), de productie van buizen (NACE 27.2), de overige primaire verwerking van ijzer en staal (NACE (27.3), het gieten van ijzer (NACE 27.51) en het gieten van staal (NACE 27.52) (bron: nationale rekeningen).

 

4

INDUSTRIE A1.2

Energiegerelateerde CO2-intensiteit van de chemische industrie, t/miljoen EUR

Energiegerelateerde CO2-emissie door de chemische industrie, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van fossiele brandstoffen bij de productie van chemische stoffen en chemische producten, met inbegrip van verbranding voor de opwekking van elektriciteit en warmte (IPCC-broncategorie 1A2c).

 

Bruto toegevoegde waarde van de chemische industrie, miljard EUR

Bruto toegevoegde waarde in constante prijzen van 2016 bij de productie van chemische stoffen en chemische producten (NACE 24) (bron: nationale rekeningen).

 

5

INDUSTRIE A1.3

Energiegerelateerde CO2-intensiteit van de sector glas, aardewerk en bouwmaterialen, t/miljoen EUR

Energiegerelateerde CO2-emissie door de sector glas, aardewerk en bouwmaterialen, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van brandstoffen bij de productie van niet-metallische minerale producten (NACE 26), met inbegrip van verbranding voor de opwekking van elektriciteit en warmte.

 

Bruto toegevoegde waarde van de sector glas, aardewerk en bouwmaterialen, miljard EUR

Bruto toegevoegde waarde in constante prijzen van 2016 bij de productie van niet-metallische minerale producten (NACE 26) (bron: nationale rekeningen).

 

6

INDUSTRIE A1.4

Energiegerelateerde CO2-intensiteit van de voedings- en genotmiddelenindustrie, t/miljoen EUR

Energiegerelateerde CO2-emissie door de voedings- en genotmiddelenindustrie, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van fossiele brandstoffen bij de productie van voedings- en genotmiddelenindustrie, met inbegrip van verbranding voor de opwekking van elektriciteit en warmte (IPCC-broncategorie 1A2e).

 

Bruto toegevoegde waarde van de voedings- en genotmiddelenindustrie, miljard EUR

Bruto toegevoegde waarde in constante prijzen van 2016 bij de productie van voedingsmiddelen en dranken (NACE 15) en tabaksproducten (NACE 16) (bron: nationale rekeningen).

 

7

INDUSTRIE A1.5

Energiegerelateerde CO2-intensiteit van de papierindustrie en de grafische sector, t/miljoen EUR

Energiegerelateerde CO2-emissie door de papierindustrie en de grafische sector, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van fossiele brandstoffen bij de productie van pulp, papier en papierproducten en bij het uitgeven, drukken en reproduceren van vastgelegde media, met inbegrip van de emissie door verbranding voor de opwekking van elektriciteit en warmte (IPCC-broncategorie 1A2d).

 

Bruto toegevoegde waarde van de papierindustrie en de grafische sector, miljard EUR

Bruto toegevoegde waarde in constante prijzen van 2016 bij de productie van pulp, papier en papierproducten (NACE 21) en bij het uitgeven, drukken en reproduceren van vastgelegde media (NACE 22) (bron: nationale rekeningen).

 

8

HUISHOUDENS A0

Specifieke CO2-emissie door huishoudens voor ruimteverwarming, kg/m2

CO2-emissie van huishoudens voor ruimteverwarming, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van fossiele brandstoffen voor ruimteverwarming in huishoudens.

 

Oppervlakte van permanent bewoonde woningen, miljoen m2

Totaal oppervlakte van permanent bewoonde woningen.

 

9

DIENSTEN B0

Specifieke CO2-emissie door de commerciële en institutionele sector voor ruimteverwarming, kg/m2

CO2-emissie door ruimteverwarming in de commerciële en institutionele sector, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van fossiele brandstoffen voor ruimteverwarming in commerciële en institutionele gebouwen van de publieke en particuliere sector.

 

Oppervlakte van gebouwen voor diensten, miljoen m2

Totaal oppervlakte van gebouwen voor diensten (NACE 41, 50, 51, 52, 55, 63, 64, 65, 66, 67, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 80, 85, 90, 91, 92, 93, 99)

 

10

VERVOER B0

Specifieke dieselgerelateerde CO2-emissie door personenauto’s, g/km

CO2-emissie door personenauto’s met dieselmotor, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van diesel voor alle vervoersactiviteiten met personenauto’s (IPCC-broncategorie 1A3bi uitsluitend diesel)

 

Aantal kilometers van personenauto’s met dieselmotor, miljard km

Aantal kilometers dat is afgelegd door alle personenauto’s met dieselmotor die de openbare weg mogen gebruiken (bron: vervoersstatistieken).

 

11

VERVOER B0

Specifieke benzinegerelateerde CO2-emissie door personenauto’s, g/km

CO2-emissie door personenauto’s met benzinemotor, kiloton

CO2-emissie door de verbranding van benzine voor alle vervoersactiviteiten met personenauto’s (IPCC-broncategorie 1A3bi uitsluitend benzine)

 

Aantal kilometers van personenauto’s met benzinemotor, miljard km

Aantal kilometers dat is afgelegd door alle personenauto’s met benzinemotor die de openbare weg mogen gebruiken (bron: vervoersstatistieken).

 

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De lidstaten rapporteren de teller en de noemer als deze niet in de CRT zijn opgenomen.

 

(2)

De lidstaten dienen dit richtsnoer te volgen. Indien zij dit richtsnoer niet exact kunnen volgen of indien de teller en noemer niet volledig met elkaar overeenstemmen, vermelden de lidstaten dat duidelijk.

 

(3)

De verwijzingen naar IPCC-broncategorieën hebben betrekking op de IPCC-richtsnoeren voor nationale inventarissen van broeikasgassen van 2006.

 

(4)

Een miljard is duizend miljoen.

 

BIJLAGE XII

Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde emissies met gegevens uit de EU-regeling voor de emissiehandel op grond van artikel 14

 

Toewijzing van de geverifieerde emissies die krachtens Richtlijn 2003/87/EG zijn gerapporteerd door installaties en exploitanten aan de broncategorieën van de nationale broeikasgasinventaris

Lidstaat

Jaar van verslaglegging:

Basis voor gegevens: geverifieerde ETS-emissies en broeikasgasemissies zoals gerapporteerd in inventaris voor jaar X-2

 
 

Totale emissies (CO2-eq.)

 

Emissies volgens broeikasgasinventaris [kiloton CO2eq.] (3)

Geverifieerde emissies overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG [kiloton CO2eq.] (3)

Verhouding in % (Geverifieerde emissies/emissies volgens inventaris) (3)

Opmerking (2)

Broeikasgasemissies (voor BKG-inventaris: totale BKG-emissies, met inbegrip van indirecte CO2-emissies indien gerapporteerd, zonder LULUCF en met uitzondering van emissies uit de binnenlandse luchtvaart; voor Richtlijn 2003/87/EG: BKG-emissies door vaste installaties overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG)

       

CO2-emissies (voor BKG-inventaris: totale CO2-emissies, met inbegrip van indirecte CO2-emissies indien gerapporteerd, zonder LULUCF en met uitzondering van CO2-emissies uit de binnenlandse luchtvaart; voor Richtlijn 2003/87/EG: CO2-emissies door vaste installaties overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG)

       
 

Categorie (1)

CO2-emissies

Emissies volgens broeikasgasinventaris [kt] (3)

Geverifieerde emissies overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG [kt] (3)

Verhouding in % (Geverifieerde emissies/emissies volgens inventaris) (3)

Opmerking (2)

1.A

Verbranding van brandstoffen, totaal

       

1.A

Verbranding van brandstoffen, stationair

       

1.A.1

Energie-industrieën

       

1.A.1.a

Publieke opwekking van elektriciteit en warmte

       

1.A.1.b

Raffinage van aardolie

       

1.A.1.c

Productie van vaste brandstoffen en andere energie-industrieën

       

IJzer en staal (voor BKG-inventaris gecombineerde CRT- categorieën 1.A.2.a+ 2.C.1 + 1.A.1.c en andere relevante CRT-categorieën die emissies van ijzer en staal omvatten (bv. 1A1a, 1B1) (4))

       

1.A.2.

Be- en verwerkende industrie en bouw

       

1.A.2.a

IIzer en staal

       

1.A.2.b

Non-ferrometalen

       

1.A.2.c

Chemische stoffen

       

1.A.2.d

Pulp, papier en drukkerijwezen

       

1.A.2.e

Levensmiddelen, dranken en tabak

       

1.A.2.f

Niet-metaalhoudende mineralen

       

1.A.2.g

Overige

       

1.A.3.

Vervoer

       

1.A.3.e

Andere vormen van vervoer (vervoer via pijpleidingen)

       

1.A.4

Overige sectoren

       

1.A.4.a

Commercieel/institutioneel

       

1.A.4.c

Landbouw/Bosbouw/Visserij

       

1.B

Diffuse emissie door brandstoffen

       

1.C

Vervoer en opslag van CO2

       

1.C.1

Vervoer van CO2

       

1.C.2

Injectie en opslag

       

1.C.3

Overige

       

2.A

Minerale producten

       

2.A.1

Productie van cement

       

2.A.2

Productie van kalk

       

2.A.3

Productie van glas

       

2.A.4

Andere processen met gebruikmaking van carbonaten

       

2.B

Chemische industrie

       

2.B.1

Productie van ammoniak

       

2.B.3

Productie van adipinezuur (CO2)

       

2.B.4

Productie van caprolactam, glyoxal en glyoxylzuur

       

2.B.5

Productie van carbide

       

2.B.6

Productie van titaandioxide

       

2.B.7

Productie van natriumcarbonaat

       

2.B.8

Petrochemische productie en productie van roetzwart

       

2.C

Metaalproductie

       

2.C.1

Productie van ijzer en staal

       

2.C.2

Productie van ijzerlegeringen

       

2.C.3

Productie van aluminium

       

2.C.4

Productie van magnesium

       

2.C.5

Productie van lood

       

2.C.6

Productie van zink

       

2.C.7

Productie van andere metalen

       
 

Categorie (1)

N2O-emissies

Emissies volgens broeikasgasinventaris [kiloton CO2eq.] (3)

Geverifieerde emissies overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG [kiloton CO2eq.] (3)

Verhouding in % (Geverifieerde emissies/emissies volgens inventaris) (3)

Opmerking (2)

2.B.2

Productie van salpeterzuur

       

2.B.3

Productie van adipinezuur

       

2.B.4

Productie van caprolactam, glyoxal en glyoxylzuur

       
 

Categorie (1)

PFK-emissies

Emissies volgens broeikasgasinventaris [kiloton CO2eq.] (3)

Geverifieerde emissies overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG [kiloton CO2eq.] (3)

Verhouding in % (Geverifieerde emissies/emissies volgens inventaris) (3)

Opmerking (2)

2.C.3

Productie van aluminium

       

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De toewijzing van geverifieerde emissies aan uitgesplitste viercijferige inventariscategorieën moet worden gerapporteerd wanneer een dergelijke toewijzing van de geverifieerde emissies mogelijk is en emissies optreden. De volgende codes moeten worden gebruikt:

NO (not occurring) = geen; IE (included elsewhere) = elders opgenomen; C (confidential) = vertrouwelijk;

Negligible (verwaarloosbaar) = in de respectieve CRT-categorie kan een kleine hoeveelheid geverifieerde emissies voorkomen, maar de hoeveelheid is < 5 % van de categorie.

 

(2)

De kolom “opmerkingen” moet worden gebruikt voor een kort overzicht van de verrichte controles en als een lidstaat aanvullende toelichting wenst te verstrekken over de gerapporteerde toewijzing.

 

(3)

Gegevens voor kiloton en procenten te verstrekken tot één cijfer na de komma.

 

(4)

In te vullen op basis van de gecombineerde CRT-categorieën betreffende “IJzer en staal”, door iedere lidstaat afzonderlijk vast te stellen; de formule dient alleen ter illustratie.

 

BIJLAGE XIII

Rapportering over de consistentie van de gerapporteerde gegevens over luchtverontreinigende stoffen op grond van artikel 15

 

CATEGORIEËN EMISSIES

Emissies van vervuilende stof X gerapporteerd in de broeikasgasinventaris (in kt) (3)

Emissies van vervuilende stof X gerapporteerd krachtens Richtlijn 2016/2284/EG (NEC-richtlijn), versie X (in kt) (3)

Absoluut verschil in kiloton (1) (3)

Relatief verschil in % (2) (3)

Verklaring van het verschil

Nationaal totaal (exclusief LULUCF)

         

1.

Energie

         

A.

Verbranding van brandstoffen (sectorale benadering)

         

1.

Energie-industrieën

         

2.

Be- en verwerkende industrie en bouw

         

3.

Vervoer

         

4.

Overige sectoren

         

5.

Overig

         

B.

Diffuse emissie door brandstoffen

         

1.

Vaste brandstoffen

         

2.

Olie en aardgas en andere emissies uit de productie van energie

         

2.

Industriële processen en gebruik van producten

         

A.

Delfstoffenindustrie

         

B.

Chemische industrie

         

C.

Metaalindustrie

         

D.

Niet-energetische producten uit brandstoffen en gebruik van oplosmiddelen

         

G.

Vervaardiging en gebruik van andere producten

         

H.

Overig

         

3.

Landbouw

         

B.

Mestbeheer

         

D.

Landbouwgrond

         

F.

Verbranding van landbouwresten op het veld

         

J.

Overig

         

5.

Afval

         

A.

Verwijdering van vast afval

         

B.

Biologische behandeling van vast afval

         

C.

Verbranding en openluchtverbranding van afval

         

D.

Behandeling en lozing van afvalwater

         

E.

Overig

         

6.

Overig

         

Voetnoten:

 

(1)

In BKG-inventaris opgegeven emissies minus in NEC-inventaris opgegeven emissies

 

(2)

Verschil in kiloton gedeeld door in BKG-inventaris opgegeven emissies

 

(3)

Gegevens voor kiloton en procenten te verstrekken tot één cijfer na de komma

 

BIJLAGE XIV

Rapportering over de consistentie met energiestatistieken op grond van artikel 17(2)

 

BRANDSTOFTYPEN

In BKG-inventaris gerapporteerd zichtbaar verbruik

(TJ) (3)

Zichtbaar verbruik volgens gegevens die zijn gerapporteerd krachtens Verordening (EG) nr. 1099/2008

(TJ) (3)

Absoluut verschil (1)

(TJ) (3)

Relatief verschil (2)

% (3)

Verklaring van het verschil

Vloeibare fossiele brandstoffen

Primaire brandstoffen

Ruwe olie

         

Orimulsion

         

Aardgascondensaat

         

Secundaire brandstoffen

Benzine

         

Vliegtuigkerosine

         

Andere kerosine

         

Leisteenolie

         

Gasolie/dieselolie

         

Residuale stookolie

         

Vloeibaar petroleumgas (lpg)

         

Ethaan

         

Nafta

         

Bitumen

         

Smeermiddelen

         

Petroleumcokes

         

Raffinagegrondstoffen

         

Overige olie

         

Andere vloeibare fossiele brandstoffen

         

Totaal vloeibare fossiele brandstoffen

         

Vaste fossiele brandstoffen

Primaire brandstoffen

Antraciet

         

Cokeskolen

         

Andere bitumineuze kool

         

Subbitumineuze kool

         

Ligniet (bruinkool)

         

Bitumineuze leisteen en asfaltzand

         

Secundaire brandstoffen

Bruinkoolbriketten en steenkoolbriketten

         

Cokesoven/gascokes

         

Koolteer

         

Andere vaste fossiele brandstoffen

         

Totaal vaste fossiele brandstoffen

         

Gasvormige fossiele brandstoffen

Aardgas (droog)

         

Andere gasvormige fossiele brandstoffen

           

Totaal gasvormige fossiele brandstoffen

           

Afval (niet-biomassafractie)

         

Andere fossiele brandstoffen

           

Turf

             

Totaal

         

Voetnoten:

 

(1)

Zichtbaar verbruik gerapporteerd in BKG-inventaris minus zichtbaar verbruik volgens gegevens die zijn gerapporteerd krachtens Verordening (EG) nr. 1099/2008

 

(2)

Absoluut verschil gedeeld door zichtbaar verbruik gerapporteerd in BKG-inventaris

 

(3)

Gegevens voor TJ en procenten te verstrekken tot één cijfer na de komma.

 

BIJLAGE XV

Rapportering over onder Verordening (EU) 2018/842 vallende broeikasgasemissies op grond van artikel 19 (1)

 

A

 

X-2

X-3 (2)

X-4 (3)

X-5 (4)

X-6 (5)

B

Broeikasgasemissies

kiloton CO2eq.

kiloton CO2-eq.

kiloton CO2-eq.

kiloton CO2-eq.

kiloton CO2-eq.

C

Totale emissies van broeikasgassen zonder LULUCF (6)

         

D

Totale geverifieerde emissies door vaste installaties overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG (7)

         

E

CO2-emissies van 1.A.3.a Burgerluchtvaart

         

F

Totale ESR-emissies (= C-D-E)

         

G

Jaarlijkse emissieruimte voor het jaar X-2 zoals gedefinieerd in de uitvoeringshandeling krachtens artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2018/842

         

H

Verschil tussen de jaarlijkse emissieruimte en de gerapporteerde totale ESR-emissies (= G-F)

         

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De rapportering is verplicht in de jaren 2027 en 2032; de rapportering is facultatief in de jaren 2023, 2024, 2025, 2026, 2028, 2029, 2030 en 2031.

 

(2)

De rapportering over de emissies van het jaar X-3 is niet van toepassing in de jaren 2023 en 2028.

 

(3)

De rapportering over de emissies van het jaar X-4 is niet van toepassing in de jaren 2023, 2024, 2028 en 2029.

 

(4)

De rapportering over de emissies van het jaar X-5 is niet van toepassing in de jaren 2023, 2024, 2025, 2028, 2029 en 2030.

 

(5)

De rapportering over de emissies van het jaar X-6 is niet van toepassing in de jaren 2023, 2024, 2025, 2026, 2028, 2029, 2030 en 2031.

 

(6)

Totale broeikasgasemissies voor het grondgebied van de Unie, met inbegrip van indirecte CO2-emissies indien gerapporteerd, strokend met de totale broeikasgasemissies zonder LULUCF zoals gerapporteerd in de desbetreffende samenvattende tabel van de CRT voor hetzelfde jaar.

 

(7)

Overeenkomstig de in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG omschreven activiteiten in bijlage I bij die richtlijn, andere dan luchtvaartactiviteiten. De hier gerapporteerde gegevens zijn in overeenstemming met de geverifieerde emissies die vijf werkdagen voor de uiterste datum voor de indiening van deze bijlage zijn opgetekend in het in artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde transactielogboek van de EU.

 

BIJLAGE XVI

Rapportering van beknopte informatie over afgesloten overdrachten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/841 op grond van artikel 20

 

Informatie over de in het jaar X-1 afgesloten overdrachten (1)

Deel 1: Overzicht van de in het jaar X-1 afgesloten overdrachten

Aantal overdrachten

 

Totale door de rapporterende lidstaat in het jaar X-1 verkochte hoeveelheid (ton CO2-eq.)

 

Totale door de rapporterende lidstaat in het jaar X-1 verkregen hoeveelheid (ton CO2-eq.)

 

Deel 2: Informatie over specifieke overdrachten

Overdracht 1 (2)

 

Overgedragen hoeveelheid (ton CO2-eq.)

 

Betrokken verslagperiode (3)

 

Overdragende lidstaat

 

Verkrijgende lidstaat

 

Prijs per ton CO2-eq.

 

Datum van de overdrachtsovereenkomst

 

Jaar van de verwachte transactie in het register

 

Andere informatie (zoals gerelateerde mitigatieprojecten of -programma’s)

 

Notatie: X = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Bij wijze van uitzondering moet de rapportering in het eerste jaar van verslaglegging 2023 ook betrekking hebben op alle overdrachten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/841 die vóór 2022 zijn afgesloten.

 

(2)

Herhaal voor het aantal overdrachten in het jaar X-1.

 

(3)

Kies de verslagperiode 2021-2025 of de verslagperiode 2026-2030.

 

BIJLAGE XVII

Rapportering van beknopte informatie over afgesloten overdrachten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 op grond van artikel 21

Tabel 1: Rapportering van beknopte informatie over afgesloten overdrachten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 op grond van artikel 21, lid 1

 

Overzicht van de in het jaar X-1 afgesloten overdrachten (1)

Deel 1: Overzicht van de in het jaar X-1 afgesloten overdrachten

 

Aantal overdrachten

 
 

Totale hoeveelheid door de rapporterende lidstaat in het jaar X-1 verkochte jaarlijkse emissieruimte-eenheden (AEA’s)

 
 

Totale hoeveelheid door de rapporterende lidstaat in het jaar X-1 aangekochte jaarlijkse emissieruimte-eenheden (AEA’s)

 

Deel 2: Informatie over specifieke overdrachten

 

Overdracht 1 (2)

 

Aantal jaarlijkse emissieruimte-eenheden (AEA’s)

 
 

Bronjaar (3) van de overgedragen AEA’s (4)

 
 

Overdragende lidstaat

 
 

Verkrijgende lidstaat

 
 

Prijs per AEA

 
 

Datum van de overdrachtsovereenkomst

 
 

Jaar van de verwachte transactie in het register

 
 

Andere informatie (zoals gerelateerde mitigatieprojecten of -programma’s)

 

Notatie: X = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Een afgesloten overdracht is een overeenkomst die tussen twee of meer lidstaten is gesloten om jaarlijkse emissieruimte-eenheden over te dragen.

Bij wijze van uitzondering moet de rapportering in het eerste jaar van verslaglegging 2023 ook betrekking hebben op alle overdrachten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/842 die vóór 2022 zijn afgesloten.

 

(2)

Deel 2 reproduceren voor alle in het jaar X-1 afgesloten en nog niet eerder overeenkomstig artikel 26, lid 3, gerapporteerde overdrachten.

 

(3)

Het jaar van de gedebiteerde nalevingsrekening van de overdragende lidstaat.

 

(4)

Het bronjaar moet alleen worden vermeld in het verslag van een overdragende lidstaat. Verkrijgende lidstaten die rapporteren over afgesloten overdrachten hoeven het bronjaar niet te rapporteren.

Tabel 2: Rapportering van beknopte informatie over afgesloten overdrachten overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 op grond van artikel 21, lid 2 (*1)

 

Informatie over overdrachten die zijn afgesloten sinds 1 januari van het jaar X, respectievelijk sinds het vorige overeenkomstig artikel 21, lid 2, ingediende maandelijkse verslag

Deel 1: Overzicht van de tijdens de door het verslag bestreken periode afgesloten overdrachten

 

Aantal overdrachten

 

Deel 2: Informatie met betrekking tot specifieke overdrachten tijdens de door het verslag bestreken periode

 

Overdracht 1 (1)

 

Aantal jaarlijkse emissieruimte-eenheden (AEA’s)

 
 

Bronjaar (2) van de overgedragen AEA’s (3)

 
 

Overdragende lidstaat

 
 

Ontvangende lidstaat

 
     
 

Datum van de overdrachtsovereenkomst

 
 

Jaar van de verwachte transactie in het register

 
 

Andere informatie (zoals gerelateerde mitigatieprojecten of -programma’s)

 

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Deel 2 reproduceren voor alle overdrachten die zijn afgesloten sinds 1 januari van het jaar X, respectievelijk sinds de indiening van het vorige maandelijkse verslag.

 

(2)

Het jaar van de gedebiteerde nalevingsrekening van de overdragende lidstaat.

 

(3)

Het bronjaar moet alleen worden vermeld in het verslag van een overdragende lidstaat. Verkrijgende lidstaten die rapporteren over afgesloten overdrachten hoeven het bronjaar niet te rapporteren.

 

(*1)  Specifieke door de lidstaten overeenkomstig artikel 21, lid 2, van deze verordening gerapporteerde overdrachten hoeven voor het volgende jaar niet te worden gerapporteerd in deel 2 van deze tabel.

 

BIJLAGE XVIII

Rapportering van informatie over het beoogde gebruik van de flexibiliteit op grond van artikel 22

Tabel 1: Informatie over het beoogde gebruik van de flexibiliteit zoals bedoeld in artikel 5, leden 4 en 5, van Verordening (EU) 2018/842

 

Deel 1: Overzicht van beoogde overdrachten naar en van andere lidstaten (1)

 

Aantal categorieën beoogde overdrachten naar andere lidstaten zoals gespecificeerd in deel 2

 

Aantal categorieën beoogde overdrachten uit andere lidstaten, zoals gespecificeerd in deel 3

 

Totale hoeveelheid door de rapporterende lidstaat te verkopen jaarlijkse emissieruimte-eenheden (AEA’s)

 
 

Totale hoeveelheid door de rapporterende lidstaat te kopen jaarlijkse emissieruimte-eenheden (AEA’s)

 

Deel 2: Informatie met betrekking tot specifieke categorieën van beoogde overdrachten naar andere lidstaten

 

Categorie van de beoogde overdracht 1 (2)

 

Bronjaar (3) van de AEA’s waarvan de overdracht wordt beoogd

 
 

Soort overdracht (4)

 
 

Beoogde hoeveelheid over te dragen AEA’s

 
 

Verwachte minimumprijs per AEA in EUR (facultatieve informatie)

 
 

Andere relevante informatie (zoals gerelateerde mitigatieprojecten of -programma’s)

 

Deel 3: Informatie met betrekking tot specifieke categorieën van beoogde overdrachten uit andere lidstaten

 
 

Categorie van de beoogde overdracht 1 (5)

 

Beoogde hoeveelheid te verkrijgen AEA’s

 
 

Nalevingsjaar (6) van de AEA’s waarvan de verkrijging wordt beoogd

 
 

Verwachte maximumprijs per AEA in EUR (facultatieve informatie)

 
 

Andere relevante informatie (zoals gerelateerde mitigatieprojecten of -programma’s)

 

Voetnoten:

 

(1)

Som van de in deel 2 en deel 3 gerapporteerde specifieke categorieën beoogde overdrachten.

 

(2)

Reproduceer deel 2 voor alle categorieën beoogde overdrachten naar andere lidstaten (bv. verschillende soorten en bronjaren).

 

(3)

Het jaar van de gedebiteerde nalevingsrekening van de overdragende lidstaat.

 

(4)

De lidstaten dienen hier te onderscheiden tussen overdrachten krachtens artikel 5, lid 4, en overdrachten krachtens artikel 5, lid 5.

 

(5)

Deel 3 reproduceren voor alle categorieën beoogde overdrachten uit andere lidstaten (bv. verschillende nalevingsjaren)

 

(6)

Het jaar van de doel-nalevingsrekening van de verkrijgende lidstaat.

Tabel 2: Informatie over het beoogde gebruik van de flexibiliteit zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2018/842

 

Deel 1: Beknopte informatie over beoogde overdrachten in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen (1)

 

Aantal beoogde overdrachten in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen zoals gespecificeerd in deel 2

 
 

Totale hoeveelheid nettoverwijderingen waarvan de overdracht wordt beoogd in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen (ton CO2-eq.)

 

Deel 2: Informatie over specifieke beoogde overdrachten in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen

 

Beoogde overdracht in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen 1 (2)

 

Nalevingsjaar (3)

 
 

Hoeveelheid voor overdracht in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen te gebruiken nettoverwijderingen (ton CO2-eq.)

 
 

Overige relevante informatie

 

Voetnoten:

 

(1)

Som van specifieke beoogde overdrachten in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen zoals gerapporteerd in deel 2.

 

(2)

Deel 2 reproduceren voor alle beoogde overdrachten in verband met de naleving van LULUCF-verplichtingen, bv. uitgesplitst naar verwijderingsjaar.

 

(3)

Het jaar van de doel-nalevingsrekening, zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2018/842.

 

BIJLAGE XIX

Rapportering over het gebruik van de opbrengsten uit veilingen op grond van artikel 23

Tabel 1: Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten om de klimaatverandering aan te pakken in het jaar X-1

 
   

In het jaar X-1 uitgekeerd totaal bedrag

Waarvan bedrag dat is uitgekeerd in jaar X-1 en in de jaren vóór X-1 als vastgelegd werd gerapporteerd

Totaal bedrag dat in het jaar X-1 is vastgelegd, maar niet uitgekeerd

In het jaar X-1 gebruikt financieel waarde-equivalent (2)

 

2

Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten in het jaar X-1

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (1)

Opmerkingen

bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie

3

A

B

C

D

E

       

F

4

Totale bedrag van de opbrensten uit AEA-overdrachten of financieel waarde-equivalent, gebruikt in jaar X-1 om de klimaatverandering aan te pakken in de Unie of in derde landen

Som van B5+B6

Som van C5+C6

             

5

Waarvan het in jaar X-1 gebruikte bedrag om de klimaatverandering aan te pakken in de Unie (indien gegevens beschikbaar zijn voor afzonderlijke rapportering)

                 

6

Waarvan het in jaar X-1 gebruikte bedrag om de klimaatverandering aan te pakken in derde landen (indien gegevens beschikbaar zijn voor afzonderlijke rapportering)

                 

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Voor de omrekening tussen de valuta moet een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers worden gebruikt.

 

(2)

Door het “financiële waarde-equivalent” op te geven, geven de lidstaten aan dat alle in tabel 2-3 gerapporteerde waarden ook het financiële waarde-equivalent vertegenwoordigen.

Tabel 2: Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten (of het financiële waarde-equivalent daarvan) voor het aanpakken van de klimaatverandering in de Unie (1)

 

1

Lidsta(a)t(en) waar de opbrengsten zijn gebruikt

Doelstelling waarvoor de opbrengsten zijn gebruikt

Korte beschrijving

Bedrag voor het jaar X-1

Status (3)

Soort gebruik (4)

Financieel instrument (5)

Uitvoerende instantie

Opmerkingen

2

Kies een of meer lidstaten

Bv. titel van programma, activiteit, maatregel of project

M.i.v. verwijzing naar online bron met een uitgebreidere beschrijving, indien beschikbaar

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta (2)

 

Vastgelegd (d.w.z. bestemd om te worden gebruikt), maar niet uitgekeerd/uitgekeerd

Kies het soort gebruik

Kies het soort financieel instrument

Bv. bevoegd ministerie

Bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie

3

 

A

B

C

D

 

E

F

G

H

I

4

           

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

   

5

           

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

   

(Voeg zo nodig rijen toe)

6

Totale gebruikte opbrengsten of financieel waarde-equivalent

Som van kolom C

Som van kolom D

           

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Deze tabel wordt alleen gerapporteerd indien zij van toepassing is.

 

(2)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(3)

De lidstaten geven als onderdeel van hun rapport definities van “vastlegging” en “uitkering”. Indien een deel van het aangegeven bedrag is vastgelegd en een ander deel uitgekeerd in verband met een specifiek programma/project, moeten twee afzonderlijke rijen worden gebruikt. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de best passende categorie worden gekozen. In alle tabellen moeten dezelfde definities worden gebruikt.

In het algemeen zijn “vastgelegde” opbrengsten uit de overdracht van AEA’s opbrengsten waarvan wettelijk is vastgelegd dat zij voor klimaat- en energiedoelen worden gebruikt, maar in sommige gevallen is het mogelijk dat zij op het moment van de rapportering nog niet zijn uitgegeven. “Uitgekeerde” opbrengsten uit de overdracht van AEA’s zijn opbrengsten die zijn uitgegeven op het moment van de rapportering. In sommige gevallen kan “vastlegging” echter betrekking hebben op opbrengsten waarvan slechts voorlopig gepland is dat zij zullen worden gebruikt, en “uitkering” op opbrengsten die aan een specifieke nationale instantie voor een specifiek doel of aan een regionale overheid zijn overgedragen.

 

(4)

Te selecteren soorten gebruik:

financiering van onderzoek en ontwikkeling en demonstratieprojecten voor emissiereductie en adaptatie;

 

financiering van initiatieven in het kader van het Europees strategisch plan voor energietechnologie en de Europese technologieplatforms;

 

ontwikkeling van duurzame energie om te voldoen aan de toezegging van de Unie om tegen 2030 32 % duurzame energie te gebruiken;

 

ontwikkeling van andere technologieën die bijdragen tot de overgang naar een veilige en duurzame koolstofarme economie;

 

ontwikkeling van technologieën die bijdragen tot de verwezenlijking van de toezegging van de Unie om de energie-efficiëntie tegen 2030 met 32,5 % op te voeren; — bevordering van vastlegging door bosbouw in de Unie;

 

milieutechnisch veilig afvangen en de geologische opslag van CO2;

 

aanmoediging van het overschakelen op vervoersvormen met een lage emissie en op vormen van openbaar vervoer;

 

financiering van onderzoek en ontwikkeling inzake energie-efficiëntie en schone technologieën;

 

maatregelen die tot doel hebben de energie-efficiëntie en isolatie te verbeteren of financiële steun te verlenen voor de aanpak van maatschappelijke aspecten in huishoudens met een laag en gemiddeld inkomen;

 

dekking van administratieve uitgaven voor het beheer van de ETS-regeling.

 

andere reductie van de emissie van broeikasgassen;

 

adaptatie aan de effecten van klimaatverandering;

 

andere binnenlandse vormen van gebruik.

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruiksdoel bij verschilende soorten gebruik past, kunnen meerdere soorten worden geselecteerd; het vermelde bedrag mag echter niet worden vermenigvuldigd, maar extra rijen voor soorten gebruik moeten worden gekoppeld aan één vak voor dat bedrag.

Verschillende categorieën kunnen worden gekozen als verschillende financiële instrumenten relevant zijn voor het vermelde programma of project.

Tabel 3: Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten (of het financiële waarde-equivalent daarvan) voor het aanpakken van de klimaatverandering in derde landen (1) (2)

 

1

 

In het jaar X-1 vastgelegd bedrag (2)

In het jaar X-1 uitgekeerd bedrag (2)

Opmerkingen

2

Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten (of het financiële waarde-equivalent) voor internationale doelstellingen

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (3)

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta, indien van toepassing (3)

bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie (4)

3

A

C

D

E

F

G

4

Totaal bedrag dat wordt gebruikt voor ondersteuning voor derde landen die geen ontwikkelingsland zijn

         

5

Totaal bedrag dat wordt gebruikt voor ondersteuning voor ontwikkelingslanden

         

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruik in meerdere rijen past, wordt de meest geschikte gekozen, en wordt het desbetreffende bedrag slechts één keer opgetekend. Begeleidende informatie in tekstvorm kan zo nodig meer uitleg over die toewijzingsbesluiten geven.

 

(2)

Deze tabel wordt alleen gerapporteerd indien zij van toepassing is.

 

(3)

Voor de omrekening tussen de valuta moet een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers worden gebruikt.

 

(4)

De lidstaten geven als onderdeel van hun rapport definities van “vastlegging” en “uitkering”. Indien een deel van het aangegeven bedrag is vastgelegd en een ander deel uitgekeerd in verband met een specifiek programma/project, moeten twee afzonderlijke rijen worden gebruikt. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de passende categorie worden gekozen. In alle tabellen dienen dezelfde definities te worden gebruikt.

Tabel 4: Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten (of het financiële waarde-equivalent daarvan) voor de ondersteuning van ontwikkelingslanden langs multilaterale weg (1)

 

1

 

Bedrag voor het jaar X-1

Status (2)

Soort ondersteuning (3)

Financieel instrument (4)

Sector (5)

Opmerkingen

2

Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten voor de ondersteuning van ontwikkelingslanden langs multilaterale weg (6) (7)

1 000 EUR

1 000 in nationale Valuta (8)

 

kies: vastgelegd/uitgekeerd

kies: mitigatie, adaptatie, horizontaal, overig, informatie niet beschikbaar

kies: subsidie, zachte lening, harde lening, aandelenkapitaal, overig, informatie niet beschikbaar

kies: energie, vervoer, industrie, landbouw, bosbouw, water en sanitaire voorzieningen, sectoroverschrijdend, overig, informatie niet beschikbaar

bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie

3

A

B

C

 

E

F

G

H

I

4

Totaal bedrag voor ondersteuning van ontwikkelingslanden langs multilaterale weg

Som van Kolom B

Som van Kolom C

           

5

waarvan in voorkomend geval via multilaterale fondsen

               

6

Wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

7

Adaptatiefonds in het kader van het UNFCCC

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

8

Speciaal klimaatveranderingsfonds (SCCF) in het kader van het UNFCCC

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

9

Groen Klimaatfonds in het kader van het UNFCCC

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

10

Fonds voor de minst ontwikkelde landen

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

11

UNFCCC-trustfonds voor aanvullende activiteiten

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

12

Voor multilaterale ondersteuning van REDD+-activiteiten

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

13

Andere multilaterale klimaatgerelateerde fondsen (vermeld welke)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

14

waarvan in voorkomend geval via multilaterale financiële instellingen

               

15

Wereldmilieufonds

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

16

Wereldbank (9)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

17

Internationale Financieringsmaatschappij (9)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

18

Afrikaanse Ontwikkelingsbank (9)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

19

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (9)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

20

Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (9)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

21

Andere multilaterale financiële instellingen of steunprogramma’s (vermeld welke) (9)

     

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

 

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

Deze tabel dient alleen te worden gerapporteerd indien zij van toepassing is.

 

(2)

Informatie over de status wordt, indien beschikbaar, uitgesplitst. De lidstaten geven als onderdeel van hun rapport definities van “vastlegging” en “uitkering”. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de passende categorie worden gekozen.

 

(3)

Te rapporteren indien die informatie beschikbaar is voor multilaterale fondsen of banken. “Informatie niet beschikbaar” kan alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(4)

Kies het passende financiële instrument. Verschillende categorieën kunnen worden gekozen als verschillende financiële instrumenten relevant zijn voor de desbetreffende rij. Meestal worden subsidies verleend aan multilaterale instellingen en andere categorieën zullen niet vaak van toepassing zijn. Er worden echter meer categorieën gebruikt met het oog op overeenstemming met de rapporteringsvereisten voor de tweejaarlijkse verslagen in het kader van het UNFCCC. “Informatie niet beschikbaar” kan alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(5)

Verschillende toepasselijke sectoren kunnen worden gekozen. De lidstaten kunnen de sectorale onderverdeling vermelden, indien die gegevens beschikbaar zijn. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(6)

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruik in meerdere rijen past, wordt de meest geschikte gekozen, en wordt het desbetreffende bedrag slechts één keer opgetekend. Begeleidende informatie in tekstvorm kan zo nodig meer uitleg over die toewijzingsbesluiten geven.

 

(7)

De code “Informatie niet beschikbaar” kan worden gebruikt als er voor het desbetreffende vak absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(8)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

(9)

Alleen klimaatspecifieke financiële steun, zoals bv. aangegeven door OESO/DAC-indicatoren, wordt opgenomen in deze tabel.

Tabel 5: Gebruik van opbrengsten uit AEA-overdrachten (of het financiële waarde-equivalent daarvan) voor bilaterale of regionale ondersteuning voor ontwikkelingslanden (1) (2)

 

1

Titel van programma, activiteit, maatregel of project

Ontvangend land/regio

Bedrag voor het jaar X-1

Status (3)

Soort ondersteuning (4)

Sector (5)

Financieel instrument (6)

Uitvoerende instantie

Opmerkingen

2

   

1 000 EUR

1 000 in nationale valuta (7)

Aankruisen in geval van rapportering als “financiële waarde-equivalent”

kies: vastgelegd/uitgekeerd

kies: mitigatie, adaptatie, REDD+, horizontaal, overig, informatie niet beschikbaar

kies: energie, vervoer, industrie, landbouw, bosbouw, water en sanitaire voorzieningen, sectoroverschrijdend, overig, informatie niet beschikbaar

kies: subsidie, zachte lening, harde lening, aandelenkapitaal, directe investeringen in projecten, investeringsfondsen, fiscaal ondersteuningsbeleid, financieel ondersteuningsbeleid, overig, informatie niet beschikbaar

Bv. overheidsministerie

bv. verklaring van hiaten, kwalitatieve informatie over specifiek soorten gebruik indien kwantitatieve informatie ontbreekt en alle overige begeleidende informatie

3

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

4

       

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

Maak een keuze.

   

(Voeg zo nodig rijen toe)

5

Totaal bedrag voor ondersteuning van ontwikkelingslanden langs bilaterale weg of als regionale ondersteuning

 

Som van Kolom D

Som van Kolom D

           

Notatie: x = jaar van verslaglegging

Voetnoten:

 

(1)

De lidstaten zorgen ervoor dat dubbeltellingen van bedragen in deze tabel worden vermeden. Indien een specifiek gebruik in meerdere rijen zou passen, wordt de meest geschikte gekozen, en wordt het desbetreffende bedrag slechts één keer opgetekend. Begeleidende informatie in tekstvorm kan zo nodig meer uitleg over die toewijzingsbesluiten geven.

 

(2)

Deze tabel wordt alleen gerapporteerd indien zij van toepassing is.

 

(3)

Informatie over de status wordt ten minste verstrekt in tabel 3; zij zou ook in deze tabel moeten worden verstrekt, indien beschikbaar, uitgesplitst. Als de lidstaten geen onderscheid kunnen maken tussen vastgelegde en uitgekeerde bedragen, moet voor de opgegeven bedragen de passende categorie worden gekozen.

 

(4)

Alleen klimaatspecifieke financiële steun, zoals bv. aangegeven door OESO/DAC-indicatoren, wordt opgenomen in deze tabel.

 

(5)

Verschillende toepasselijke sectoren kunnen worden gekozen. De lidstaten kunnen de sectorale onderverdeling vermelden, indien die gegevens beschikbaar zijn. “Informatie niet beschikbaar” kan alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(6)

Kies het passende financiële instrument. Verschillende categorieën kunnen worden gekozen als verschillende financiële instrumenten relevant zijn voor de desbetreffende rij. “Informatie niet beschikbaar” mag alleen worden gekozen als er voor de desbetreffende rij absoluut geen informatie beschikbaar is.

De code “Informatie niet beschikbaar” kan worden gebruikt als er voor het desbetreffende vak absoluut geen informatie beschikbaar is.

 

(7)

Voor de omrekening tussen de valuta wordt een gemiddelde jaarlijkse wisselkoers voor het jaar X-1 of de voor het uitgekeerde bedrag gehanteerde reële wisselkoers gebruikt.

 

BIJLAGE XX

Rapportering over geboekte emissies en verwijderingen op grond van artikel 24

Tabel 1a: Broeikasgasemissies en -verwijderingen in de LULUCF-sector, zoals gerapporteerd in de nationale broeikasgasinventaris (1) (2)

 

Deel 1: LULUCF-broeikasgasemissies en -verwijderingen op het niveau van de inventaris en dat van de overeenkomstige boekhoudkundige categorie

Netto-emissies en -verwijderingen uitgesplitst naar CO2, CH4, N2O

(kiloton CO2-eq.)

Netto-emissies en -verwijderingen

(kiloton CO2-eq.)

(automatisch berekend)

Subcategorieën bronnen en putten van broeikasgassen

Categorieën bronnen en putten van broeikasgassen

Boekhoudsubcategorie volgens

LULUCF-verordening

Boekhoudcategorie volgens

LULUCF-verordening

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal

4.A.1.

Bosgrond die bosgrond blijft

4.A

Bosgrond

Bosgrond die bosgrond blijft

Beheerde bosgrond

                       

4.A.2.1

Bouwland dat in bosgrond wordt omgezet

4.A

Bosgrond

Bouwland dat in bosgrond wordt omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.2

Grasland dat in bosgrond wordt omgezet

4.A

Bosgrond

Grasland dat in bosland wordt omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.3

Wetlands die in bosgrond worden omgezet

4.A

Bosgrond

Wetland dat in bosgrond wordt omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.4

Woongebieden die in bosgrond worden omgezet

4.A

Bosgrond

Woongebieden die in bosgrond worden omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.5

Overig land dat in bosgrond wordt omgezet

4.A

Bosgrond

Overig land dat in bosgrond wordt omgezet

Bebost land

                       

4.B.1.

Bouwland dat bouwland blijft

4.B.

Bouwland

Bouwland dat bouwland blijft

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.1

Bosgrond die in bouwland wordt omgezet

4.B.

Bouwland

Bosgrond die in bouwland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.B.2.2

Grasland dat in bouwland wordt omgezet

4.B.

Bouwland

Grasland dat in bouwland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.3

Wetlands die in bouwland worden omgezet

4.B.

Bouwland

Wetland dat in bouwland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.4

Woongebieden die in bouwland worden omgezet

4.B.

Bouwland

Woongebieden die in bouwland worden omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.5

Overig land dat in bouwland wordt omgezet

4.B.

Bouwland

Overig land dat in bouwland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.C.1.

Grasland dat grasland blijft

4.C.

Grasland

Grasland dat grasland blijft

Beheerd grasland

                       

4.C.2.1

Bosgrond die in grasland wordt omgezet

4.C.

Grasland

Bosgrond die in grasland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.C.2.2

Bouwland dat in grasland wordt omgezet

4.C.

Grasland

Bouwland dat in grasland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.C.2.3

Wetlands die in grasland worden omgezet

4.C.

Grasland

Wetland dat in grasland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.C.2.4

Woongebieden die in grasland worden omgezet

4.C.

Grasland

Woongebieden die in grasland worden omgezet

Beheerd grasland

                       

4.C.2.5

Overig land dat in grasland wordt omgezet

4.C.

Grasland

Overig land dat in grasland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.1.

Wetlands die wetlands blijven

4.D.

Wetlands

Wetland dat wetland blijft

Beheerd wetland

                       

4.D.2.1.1

Bosgrond die in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.D.2.1.2

Bouwland dat in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.D.2.1.3

Grasland dat in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Grasland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.2.1.4

Woongebieden die in turfwinningsgrond worden omgezet

4.D.

Wetlands

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.1.5

Overig land dat in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Overig land dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.2.1

Bosgrond die in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.D.2.2.2

Bouwland dat in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.D.2.2.3

Grasland dat in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Grasland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.2.2.4

Woongebieden die in ondergelopen land worden omgezet

4.D.

Wetlands

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.2.5

Overig land dat in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Overig land dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.3.1

Bosgrond die in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.D.2.3.2

Bouwland dat in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.D.2.3.3

Grasland dat in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Grasland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.2.3.4

Woongebieden die in overige wetlands worden omgezet

4.D.

Wetlands

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.3.5

Overig land dat in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Overig land dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.E.1.

Woongebieden die woongebieden blijven

4.E.

Woongebieden

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.E.2.1

Bosgrond die in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

Bosgrond die in woongebieden wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.E.2.2

Bouwland dat in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

Bouwland dat in woongebieden wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.E.2.3

Grasland dat in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

Grasland dat in woongebieden wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.E.2.4

Wetlands die in woongebieden worden omgezet

4.E.

Woongebieden

Wetland dat in woongebied wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.E.2.5

Overig land dat in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.F.2.

Overig land dat overig land blijft

4.F.

Overig land

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.F.2.1

Bosgrond die in overig land wordt omgezet

4.F.

Overig land

Bosgrond die in overig land wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.F.2.2

Bouwland dat in overig land wordt omgezet

4.F.

Overig land

Bouwland dat in overig land wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.F.2.3

Grasland dat in overig land wordt omgezet

4.F.

Overig land

Grasland dat in overig land wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.F.2.4

Wetlands die in overig land worden omgezet

4.F.

Overig land

Wetland dat in overig land wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.F.2.5

Woongebieden die in overig land worden omgezet

4.F.

Overig land

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van beheerde bosgrond (2)

4.G.

Geoogste houtproducten

Geoogste houtproducten van beheerde bosgrond

Beheerde bosgrond

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van bebost land (2)

4.G.

Geoogste houtproducten

Geoogste houtproducten van bebost land

Bebost land

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van ontbost land

4.G.

Geoogste houtproducten

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van overig land

4.G.

Geoogste houtproducten

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.H.

Overige (preciseren)

4.H.

Overige

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       
                               
 

Tabel 1a deel 2: samenvatting ter vergelijking met CRT (automatisch berekend)

Netto-emissies en -verwijderingen uitgesplitst naar CO2, CH4, N2O

(kiloton CO2-eq.)

Netto-emissies en -verwijderingen

(kiloton CO2-eq.)

(automatisch berekend)

 

Categorieën bronnen en putten van broeikasgassen

   

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal

 

4.A

Bosgrond

                           
 

4.B.

Bouwland

                           
 

4.C.

Grasland

                           
 

4.D.

Wetlands

                           
 

4.E.

Woongebieden

                           
 

4.F.

Overig land

                           
 

4.G.

Geoogste houtproducten

                           
 

4.H.

Overige

                           
 

Tabel 1a deel 3: samenvatting in boekhoudcategorieën (automatisch berekend)

Netto-emissies en -verwijderingen uitgesplitst naar CO2, CH4, N2O

(kiloton CO2-eq.)

Netto-emissies en -verwijderingen

(kiloton CO2-eq.)

(automatisch berekend)

     

Boekhoudcategorie volgens

LULUCF-verordening

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal

     

Som bebost land

                       
     

Som ontbost land

                       
     

Som beheerd bouwland

                       
     

Som beheerd grasland

                       
     

Som beheerde bosgrond:

                       
     

Som beheerd wetland

                       
     

Som niet in boekhouding opgenomen

                       

Voetnoten:

 

(1)

Emissies aanduiden als negatieve waarden (+), verwijderingen als (-).

 

(2)

Geoogste houtproducten, met inbegrip van de in artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2018/841 bedoelde categorie papier.

Tabel 1b: Boekhoudtabel

 
 

Boekhoudcategorieën voor land

NETTO-EMISSIES/-VERWIJDERINGEN (10)

Boekhoudkundige parameters

Boekhoudkundige hoeveelheid (3)

 

2021

2022

2023

2024

2025

Totaal (2)

A

Verplichte boekhoudcategorieën

               

A.1

Beheerde bosgrond

               
 

waarvan Bosgrond die Bosgrond blijft

overgebracht uit tabel 1a

   
 

waarvan Geoogste houtproducten van Beheerde bosgrond (8) (9)

overgebracht uit tabel 1a

   
 

waarvan Dood hout (8)

               
 

uitgesloten emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen (4)

               
 

uitgesloten latere verwijderingen op land waar natuurlijke verstoringen zijn opgetreden (5)

               
 

Referentieniveau voor bossen (FRL) (6)

               
 

Technische correctie(s) van het FRL (7)

               
 

Bovengrens bosbeheer (8)

               

A.2

Bebost land

overgebracht uit tabel 1a

   
 

waarvan Geoogste houtproducten van Bebost land (9)

               
 

uitgesloten emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen (4)

               
 

uitgesloten latere verwijderingen op land waar natuurlijke verstoringen zijn opgetreden (5)

               

A.3

Ontbost land

overgebracht uit tabel 1a

   

A.4

Beheerd bouwland (1)

overgebracht uit tabel 1a

   

A.5

Beheerd grasland (1)

overgebracht uit tabel 1a

   

B

Gekozen boekhoudcategorieën

               

B.1

Beheerd wetland (indien gekozen)

overgebracht uit tabel 1a

   
 

TOTAAL

               

Voetnoten:

 

(1)

De boekhoudkundige parameter voor de categorieën beheerd bouwland, beheerd grasland en/of beheerd wetland (indien gekozen): gemiddelde van de referentieperiode 2005-2009 overeenkomstig artikel 7, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EU) 2018/841.

 

(2)

Cumulatieve netto-emissies en -verwijderingen voor alle jaren van de in de huidige indiening gerapporteerde nalevingsperiode.

 

(3)

De boekhoudkundige hoeveelheid is de som van de totale emissies en de totale verwijderingen op zijn grondgebied in de in artikel 2 bedoelde boekhoudcategorieën voor land samengenomen, zoals geboekt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/841.

 

(4)

Een lidstaat die heeft aangegeven voornemens te zijn de bepalingen inzake natuurlijke verstoringen toe te passen, kan ervoor kiezen emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen op enig moment voorafgaand aan het einde van de nalevingsperiode uit te sluiten, vgl. artikel 10 van Verordening (EU) 2018/841.

 

(5)

Alle daaropvolgende verwijderingen op land waar emissies van natuurlijke verstoringen zijn uitgesloten, worden afgetrokken van de boekhoudkundige hoeveelheden van de respectievelijke activiteit.

 

(6)

Referentieniveau voor bossen zoals bepaald in de krachtens artikel 8, leden 8 en 9, van Verordening (EU) 2018/841 vastgestelde gedelegeerde handeling, in kiloton CO2-eq. per jaar.

 

(7)

Technische correcties overeenkomstig artikel 8, lid 11, van Verordening (EU) 2018/841 en gerapporteerd in kiloton CO2-eq. per jaar.

 

(8)

Overeenkomstig artikel 8, lid 2, niet meer dan het equivalent van 3,5 % van de emissies van de lidstaat in zijn referentiejaar of -periode zoals gespecificeerd in bijlage III bij Verordening (EU) 2018/841. Er gelden uitzonderingen voor dood hout en geoogste houtproducten, met uitzondering van de in artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2018/841 bedoelde categorie papier.

 

(9)

Deze emissies zijn niet opgenomen in de emissies van de desbetreffende boekhoudkundige categorie (d.w.z. bebost land en beheerde bosgrond). Ramingen voor geoogste houtproducten worden afzonderlijk verstrekt, overeenkomstig bijlage IV, deel A, onder d), bij Verordening (EU) 2018/841: het referentieniveau omvat het koolstofreservoir van geoogste houtproducten, waarbij een vergelijking wordt geboden tussen de situatie met aanname van instantane oxidatie en de situatie waarin voor verval een eersteordefunctie en standaardhalfwaardetijden worden toegepast.

 

(10)

Emissies aanduiden als negatieve waarden (+), verwijderingen als negatieve waarden (-).

Tabel 2: Informatie over emissies en verwijderingen door natuurlijke verstoringen (1)

 

Identificatiecode van de geografische locatie (2)

IDENTIFICATIE VAN DOOR NATUURLIJKE VERSTORINGEN GETROFFEN

GEBIED WAAR NATUURLIJKE VERSTORINGEN ZIJN OPGETREDEN IN HET JAAR WAARIN HET VOOR HET EERST WERD GERAPPORTEERD

EMISSIES UIT DOOR NATUURLIJKE VERSTORINGEN GETROFFEN GEBIEDEN

Achtergrondniveau (7)

Marge (7)

Triggertest (8)

BOEKHOUDKUNDIGE HOEVEELHEDEN

Gebied waar natuurlijke verstoringen zijn opgetreden in het jaar waarin het voor het eerst werd gerapporteerd

Gebied waarvoor in het inventarisjaar natuurlijke verstoringen zijn opgetreden

Totale emissies (4)

Reddingskap (5)

Emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen (6)

Emissies in het inventarisjaar, die in het inventarisjaar kunnen worden uitgesloten (9)

Latere verwijderingen in het inventarisjaar (10)

     

Jaar van de natuurlijke verstoringen (3)

Soort verstoring

CO2

CH4

N2O

Emissies

Verwijderingen

(kha)

(kiloton CO2-eq.)

(kiloton CO2 eq.)

(kiloton CO2-eq.)

(Ja/Nee)

(kiloton CO2-eq.)

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2021 (11), (12)

Jaar: 2021

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2021 (11), (12)

                       

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2022 (11), (12)

Jaar: 2022

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2022 (11), (12)

                       

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2023 (11), (12)

Jaar: 2023

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2023 (11), (12)

                       

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2024 (11), (12)

Jaar: 2024

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2024 (11), (12)

                       

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2025 (11), (12)

Jaar: 2025

Totaal voor natuurlijke verstoringen 2025 (11), (12)

                       

Documentatievak

De partijen moeten gedetailleerde uitleg verschaffen over de wijze waarop de volgende verwijderingen die van de boekhouding moeten worden uitgesloten, in de desbetreffende bijlage bij het NIR worden berekend. Gebruik dit documentatievak om te verwijzen naar de relevante onderdelen van het NIR, indien aanvullende details nodig zijn voor het begrip van de inhoud van deze tabel.

Documentatievak

 

Voetnoten:

 

(1)

Rapportering in deze tabel is verplicht voor lidstaten die de bepaling toepassen om emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen uit te sluiten overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) 2018/841.

 

(2)

De geografische locatie heeft betrekking op de grenzen van de gebieden die land omvatten waar afzonderlijk natuurlijke verstoringen zijn opgetreden op Bebost land en Beheerde bosgrond. De informatie wordt, in voorkomend geval, verstrekt in het documentatievak. Overeenkomstig bijlage V, deel 3, bij Verordening (EU) 2018/1999 moet de noodzaak van geografisch uitdrukkelijke gegevens worden overwogen.

 

(3)

Jaar waarin de natuurlijke verstoring optrad.

 

(4)

De lidstaat dient hier de emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen te rapporteren. De hier gerapporteerde waarden moeten ten minste in overeenstemming zijn met internationale rapporteringsvereisten, bv. in het kader van de Overeenkomst van Parijs. Ongeacht de methode die wordt gebruikt om de wijzigingen in koolstofvoorraden te ramen, moet de lidstaat, in voorkomend geval, in het NIR informatie verstrekken over hoe de CO2-emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen afzonderlijk zijn vastgesteld.

 

(5)

Emissies ten gevolge van reddingskap in het inventarisjaar (in het NIR moet informatie worden verstrekt over hoe de emissies ten gevolge van reddingskap zijn geraamd).

 

(6)

De hier gerapporteerde emissies zijn exclusief de emissies ten gevolge van reddingskap.

 

(7)

In het NIR moet Informatie over de berekening van het achtergrondniveau en de marge worden opgenomen, met inbegrip van eventuele herberekeningen van het achtergrondniveau en de marge om de methodologische consistentie met de gerapporteerde emissies te handhaven.

 

(8)

Indien de emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen groter zijn dan het achtergrondniveau, indien noodzakelijk vermeerderd met de marge, moet in deze cel “ja” worden vermeld.

 

(9)

Emissies die in het inventarisjaar kunnen worden uitgesloten van de boekhouding, stemmen overeen met “emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen”, verminderd met het “achtergrondniveau”.

 

(10)

De lidstaten moeten in het documentatievak hieronder en in het NIR documenteren hoe de van de boekhouding uit te sluiten latere verwijderingen worden berekend. De lidstaten moeten tevens documenteren dat de gebruikte methodologie consistent is met die welke is gebruikt voor het achtergrondniveau en de marge, indien van toepassing. De lidstaten moeten in het documentatievak aangeven waar deze informatie in het NIR kan worden gevonden.

 

(11)

Storingen moeten worden vermeld per jaar en soort storing (in deze volgorde, inclusief de totalen aan natuurlijke verstoringen per jaar). Meerdere natuurlijke verstoringen van hetzelfde soort, zoals branden als gevolg van een periode van ernstige droogte, kunnen worden gegroepeerd mits alle relevante informatie in het NIR of de bijlagen bij het NIR wordt verstrekt. Ook in het geval dat een gebied door verschillende soorten verstoringen wordt getroffen, moet in het NIR aanvullende informatie worden verstrekt over de wijze waarop dubbeltelling van emissies en verwijderingen wordt vermeden. Ook in het geval dat het gebied gedurende meerdere jaren door verstoringen wordt getroffen, moet in het NIR aanvullende informatie worden gegeven over de wijze waarop dubbeltelling van emissies en verwijderingen uit deze gebieden wordt vermeden.

 

(12)

De lidstaten moeten de emissies rapporteren ten gevolge van natuurlijke verstoringen die zich in het inventarisjaar hebben voorgedaan. De lidstaten kunnen ook uitgestelde emissies ten gevolge van natuurlijke verstoringen die zich in voorgaande jaren hebben voorgedaan, rapporteren, voor zover zij in overeenstemming zijn met de methode die is gebruikt voor de berekening van het achtergrondniveau.

 

BIJLAGE XXI

Tijdschema’s voor de samenwerking en coördinatie bij het opstellen van het broeikasgasinventarisatierapport van de Unie op grond van artikel 25, lid 1

 

Onderdeel

Wie

Wanneer

Wat

1.

Indiening van de jaarlijkse inventarissen (volledige CRT en elementen van het nationale inventarisatierapport) door de lidstaten

Lidstaten

Jaarlijks, uiterlijk 15 januari

In artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1999 vermelde criteria

2.

“Eerste controle” van de door de lidstaten verstrekte informatie

Commissie (incl. DG ESTAT (Eurostat), DG JRC), met hulp van het Europees Milieuagentschap (EMA)

Voor het verslag van de lidstaat van 15 januari tot uiterlijk 28 februari

Controles om de transparantie, nauwkeurigheid, consistentie, volledigheid en vergelijkbaarheid van de inventarissen van de lidstaten te verifiëren (door het EMA). Vergelijking van door lidstaten in de CRT verstrekte energiegegevens met energiegegevens van Eurostat (sectorale en referentiebenadering) door Eurostat en het EMA. Controle van de landbouwinventarissen van de lidstaten door het JRC (in overleg met de lidstaten). Controle van inventarissen van landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) van de lidstaten door JRC (in overleg met het JRC en de lidstaten). De resultaten van de eerste controles worden gedocumenteerd.

3.

Opstelling van ontwerpen van inventaris en inventarisatierapport van de Unie (elementen van het inventarisatierapport van de Unie)

Commissie (incl. Eurostat, JRC), met hulp van het EMA

Uiterlijk 28 februari

Ontwerpen van inventaris en inventarisatierapport van de Unie (verzameling van informatie van de lidstaten) op basis van inventarissen van de lidstaten en waar nodig van aanvullende informatie (zoals ingediend op 15 januari).

4.

Rondsturen van resultaten van “Eerste controles”, inclusief kennisgeving van eventueel aan te vullen lacunes

Commissie met hulp van EMA

28 februari

Rondsturen van resultaten van “Eerste controles”, inclusief kennisgeving van eventueel aan te vullen lacunes en terbeschikkingstelling van resultaten.

5.

Rondsturen van ontwerpen van inventaris en inventarisatierapport van de Unie

Commissie met hulp van EMA

28 februari

Rondsturen van de ontwerpinventaris van de Unie aan de lidstaten op 28 februari. De lidstaten controleren de gegevens.

6.

Indiening van geactualiseerde of aanvullende inventarisgegevens en volledige nationale inventarisatierapporten door de lidstaten

Lidstaten

Uiterlijk 15 maart

Indiening door de lidstaten van bijgewerkte of aanvullende inventarisgegevens (om tegenstrijdigheden te verwijderen of lacunes aan te vullen) en volledige nationale inventarisatierapporten.

7.

Lidstaat becommentarieert ontwerpinventaris van de Unie

Lidstaten

Uiterlijk 15 maart

Zo nodig gecorrigeerde gegevens en opmerkingen over het ontwerp van de inventaris van de Unie verstrekken.

8.

Reacties van de lidstaten op de “Eerste controles”

Lidstaten

Uiterlijk 15 maart

De lidstaten reageren in voorkomend geval op de “Eerste controles”.

9.

Rondsturen van follow-up van resultaten van eerste controles

Commissie met hulp van EMA

15 maart – 31 maart

Evaluatie van de antwoorden van de lidstaten op de bevindingen van de “Eerste controles” en voorlegging van vervolgvragen aan de lidstaten.

10.

Ramingen voor gegevens die in een nationale inventaris ontbreken

Commissie met hulp van EMA

31 maart

De Commissie stelt uiterlijk op 31 maart van het jaar van verslaglegging ramingen voor ontbrekende gegevens op en deelt deze mee aan de lidstaten.

12.

Opmerkingen van de lidstaten over de ramingen van de Commissie voor ontbrekende gegevens

Lidstaten

7 april

De lidstaten dienen opmerkingen over de ramingen van de Commissie voor ontbrekende gegevens in, die door de Commissie worden beoordeeld.

13.

Reacties van de lidstaten op follow-up van de “Eerste controles”

Lidstaten

7 april

Lidstaten reageren op follow-up van de “Eerste controles”.

14.

De lidstaten dienen verslagen in bij het UNFCCC

Lidstaten

15 april

Indiening van verslagen bij het UNFCCC (met een kopie aan het EMA).

15.

Definitieve jaarlijkse inventaris van de Unie (incl. het inventarisatierapport van de Unie)

Commissie met hulp van EMA

15 april

Indiening van de definitieve jaarlijkse inventaris van de Unie bij het UNFCCC.

16.

Indiening van eventuele andere herindieningen na de fase van eerste controles

Lidstaten

Wanneer er sprake is van andere herindieningen

De lidstaten zenden de Commissie eventuele andere herindieningen (CRT of nationaal inventarisatierapport) die zij na de fase van eerste controles bij het secretariaat van het UNFCCC indienen.

 

BIJLAGE XXII

Tijdschema en procedure voor de uitvoering van de algehele evaluatie op grond van artikel 30

In artikel 30, lid 2, bedoelde secretariaatstaken:

 

de voorbereiding van het werkprogramma voor de algehele evaluatie (of “evaluatie”);

 

het verzamelen en beschikbaar stellen van de informatie die het beoordelingsteam van technische deskundigen voor zijn werkzaamheden nodig heeft;

 

de coördinatie van de in deze verordening bedoelde beoordelingsactiviteiten, met inbegrip van de communicatie tussen het beoordelingsteam van technische deskundigen en de contactpersoon of -personen van de betrokken lidstaat, en het treffen van andere praktische regelingen;

 

het toezicht op de voortgang van de beoordeling en het informeren van de lidstaten over gevallen waarin de broeikasgasinventarissen van de lidstaten significante problemen in de zin van artikel 31 aan het licht brengen, in overleg met de Commissie;

 

de opstelling, kwaliteitscontrole en redactie van de ontwerp- en de uiteindelijke beoordelingsverslagen, en de mededeling ervan aan de betrokken lidstaat en de Europese Commissie.

In artikel 30 bedoelde controles:

 

een gedetailleerd onderzoek van de inventarisramingen, inclusief de methodologieën die de lidstaat heeft gebruikt bij de opstelling van inventarissen;

 

een gedetailleerde analyse van de uitvoering door de lidstaat van de aanbevelingen voor de verbetering van de inventarisramingen in het recentste jaarlijkse beoordelingsverslag van de UNFCCC dat die lidstaat vóór de indiening van de beoordeelde inventaris ter beschikking werd gesteld; indien er aanbevelingen niet zijn uitgevoerd,

 

een gedetailleerde analyse van de door de lidstaat daarvoor verstrekte motivering;

 

een gedetailleerde beoordeling van de consistentie van de tijdreeksen voor de ramingen van de broeikasgasemissies;

 

een gedetailleerde beoordeling of de herberekeningen door een lidstaat in de ingediende inventaris ten opzichte van de vorige inventaris op transparante wijze zijn gerapporteerd en in overeenstemming zijn met de richtsnoeren voor de inventarisering van broeikasgassen;

 

een follow-up van de resultaten van de eerste controles en van alle aanvullende informatie die de lidstaat waarop de beoordeling betrekking heeft, heeft verstrekt in antwoord op vragen van het beoordelingsteam van technische deskundigen, en van andere relevante controles;

 

andere relevante controles ter aanvulling van de eerste controles.

Nadere bijzonderheden over technische correcties op grond van artikel 31:

 

in het in artikel 32 van deze verordening bedoelde beoordelingsverslag worden alleen technische correcties van emissieramingen buiten de LULUCF-sector en noodzakelijke technische correcties van geboekte LULUCF-emissies en -verwijderingen opgenomen, samen met een op bewijsmateriaal gebaseerde motivering. Tijdens de evaluatie in 2027 hebben de technische correcties betrekking op de emissies en verwijderingen in de jaren 2021-2025 en de LULUCF-boekhoudperiode 2021-2025;

 

tijdens de evaluatie in 2032 hebben de technische correcties betrekking op de emissies en verwijderingen in de jaren 2026-2030 en de LULUCF-boekhoudperiode 2026-2030.

 

Indien een technische correctie van een emissieraming buiten de LULUCF-sector gedurende ten minste één jaar van de inventarisatie waarop de beoordeling betrekking heeft, maar niet voor alle jaren van de tijdreeks de significantiedrempel overschrijdt, wordt de technische correctie met het oog op de consistentie van de tijdreeksen berekend voor alle andere jaren waarop de beoordeling betrekking heeft.

Tabel: Tijdschema voor de in artikel 34 bedoelde algehele evaluaties voor 2027 en 2032

 

Activiteit

Beschrijving van de taak

Tijdschema

Voorbereiding van evaluatiemateriaal voor de algehele inventarisevaluaties voor de jaren 2027 en 2032

Het materiaal voor de algehele inventarisevaluaties voor de jaren 2027 en 2032 wordt voorbereid op basis van hetgeen op 15 april door de lidstaten is ingediend.

15 april — 25 april

Beoordeling op basis van stukken en mededeling van vragen aan de lidstaten

Het beoordelingsteam van technische deskundigen (BTTD) verricht controles en bereidt op basis van hetgeen op 15 april door de lidstaten is ingediend vragen aan de lidstaten voor. De vragen worden aan de lidstaten toegezonden.

25 april — 13 mei

Antwoord op vragen naar aanleiding van de beoordeling op basis van stukken

De lidstaten beantwoorden de vragen die het BTTD naar aanleiding van de beoordeling op basis van stukken heeft gesteld.

13 mei — 27 mei

Gecentraliseerde beoordeling en mededeling van aanvullende vragen aan de lidstaten

Het BTTD vergadert over de antwoorden van de lidstaten, brengt horizontale kwesties in kaart, zorgt voor consistentie van de bevindingen in de verschillende lidstaten, komt aanbevelingen overeen, bereidt mogelijke technische correcties voor, enz. Aanvullende vragen worden geformuleerd en meegedeeld aan de lidstaten.

Eén week in de periode 25 mei — 15 juni

Antwoord op aanvullende vragen en mogelijke technische correcties

De lidstaten verstrekken antwoorden op aanvullende vragen en tijdens de gecentraliseerde beoordeling aan het licht gekomen mogelijke gevallen van technische correcties.

Tijdens de gecentraliseerde beoordeling

Mededeling van het ontwerp van technische correcties

Ontwerpen van technische correcties worden aan de lidstaten toegezonden.

Eén dag na het einde van de gecentraliseerde beoordeling

Reactie op het ontwerp van technische correcties

De lidstaten reageren op de ontwerpen van technische correcties of verstrekken herziene ramingen.

15 dagen na het einde van de gecentraliseerde beoordeling.

Redactie van ontwerpbeoordelingsverslagen

Het BTTD stelt ontwerpbeoordelingsverslagen op, met inbegrip van eventuele onopgeloste kwesties en ontwerpaanbevelingen en, in voorkomend geval, details en motivering van ontwerpen van technische correcties.

21 dagen na het einde van de gecentraliseerde beoordeling

Eventueel bezoek ter plaatse

In uitzonderlijke gevallen, waarin aanzienlijke kwaliteitsproblemen met betrekking tot de door de lidstaten ingediende inventarissen blijven bestaan of het BTTD de openstaande kwesties niet kan oplossen, kan een ad-hocbezoek ter plaatse worden ondernomen.

29 juni — 9 augustus

Mededeling van de ontwerpbeoordelingsverslagen aan de lidstaten

De ontwerp-beoordelingsverslagen worden aan de lidstaten toegezonden.

21 dagen na het einde van de gecentraliseerde beoordeling.

Opmerkingen over de ontwerpbeoordelingsverslagen

De lidstaten delen hun opmerkingen over de ontwerpbeoordelingsverslagen mee, onder vermelding van eventuele opmerkingen die zij wensen op te nemen in het uiteindelijke beoordelingsverslag.

40 dagen na ontvangst van het ontwerpbeoordelingsverslag

Afronding van de beoordelingsverslagen

Zo nodig, informeel overleg met lidstaten over eventuele nog openstaande kwesties. Het BTTD rondt de beoordelingsverslagen af. De beoordelingsverslagen worden aan een kwaliteitscontroles en redactie onderworpen.

75 dagen na het einde van de gecentraliseerde beoordeling.

Indiening van uiteindelijke beoordelingsverslagen

De uiteindelijke beoordelingsverslagen worden aan de Commissie en de lidstaten toegezonden.

83 dagen na het einde van de gecentraliseerde beoordeling.

 

BIJLAGE XXIII

Formaat voor de rapportering over nationale systemen voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses op grond van artikel 36

Het eerste overeenkomstig artikel 36 ingediende verslag moet een volledige beschrijving en alle in de onderstaande tabel vermelde informatie omvatten. Voor de daaropvolgende jaren van verslaglegging hoeven alleen wijzigingen van het nationale systeem voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses te worden gerapporteerd.

 

Rapporteringsverplichting

Velden informatie in tekstvorm

Voorbeelden van nadere gegevens die in het kader van deze specifieke rapporteringsverplichting kunnen worden gerapporteerd

Naam en contactgegevens van de entiteiten die de algemene verantwoordelijkheid dragen voor de nationale systemen voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses

 

Vermeld de verantwoordelijke entiteit(en) en hun specifieke rollen en verantwoordelijkheden. Noem de hoofdentiteit.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de naam en de contactgegevens.

Bestaande institutionele regelingen voor de opstelling van verslagen over beleidslijnen en maatregelen en prognoses, alsmede voor de rapportering daarover, met inbegrip van een organogram

 

Definieer de algemene structuur/inrichting van uw nationale systeem. Geef een lijst van alle organisaties die betrokken zijn bij de opstelling van het verslag over beleidslijnen en maatregelen en prognoses, en bij het archiveren van informatie, hun verantwoordelijkheden en hun interacties.

 

Geef een beschrijving van het organogram om de organisatorische structuur van het nationale systeem voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses, met inbegrip van de functionele en hiërarchische relaties tussen organisaties, weer te geven.

 

Indien een dergelijke beschrijving van het nationale systeem reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de institutionele regelingen en licht deze toe.

Bestaande wettelijke regelingen voor de opstelling van verslagen over beleidslijnen en maatregelen en prognoses

 

Bestaan er wettelijke regelingen om te waarborgen dat de rapportering wordt uitgevoerd en/of dat de gegevens worden verstrekt? Vermeld de wetgeving en het toepassingsgebied ervan.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de bestaande wettelijke regelingen voor de opstelling van het verslag over beleidslijnen en maatregelen en prognoses.

Bestaande procedurele en administratieve regelingen en termijnen voor de opstelling van verslagen over beleidslijnen en maatregelen en prognoses, teneinde de tijdige voltooiing, transparantie, nauwkeurigheid, consistentie, vergelijkbaarheid en volledigheid van de gerapporteerde informatie te waarborgen.

 

Rapporteer de cyclus voor de opstelling van verslagen over beleidslijnen en maatregelen en prognoses.

 

Geef een samenvatting van de methoden en mechanismen waarmee de tijdige voltooiing, transparantie, nauwkeurigheid, consistentie, vergelijkbaarheid en volledigheid van de gerapporteerde informatie worden gewaarborgd.

 

Rapporteer over hoe de consistentie met de opstelling van verslagen over beleidsinitiatieven en maatregelen, indien van toepassing, en van prognoses uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/2284 wordt geborgd.

 

Verstrek eventueel diagrammen die de processen in het nationale systeem weergeven. Deze diagrammen kunnen de informatiestromen via het systeem omvatten en de punten waarop kwaliteitscontrole- en kwaliteitsborgingsmaatregelen worden toegepast.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de procedurele en administratieve regelingen.

Beschrijving van het proces van informatieverzameling

 

Geef een samenvatting van het proces voor het verzamelen van informatie voor de ontwikkeling van beleidslijnen en maatregelen, het evalueren van beleidslijnen en maatregelen en het ontwikkelen van prognoses. Leg uit of en hoe consistente processen worden gebruikt voor het verzamelen en gebruiken van informatie voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in het proces van informatieverzameling.

Beschrijving van de afstemming op het nationale inventarisatiesysteem

 

Geef informatie over de afstemming van het nationale systeem voor de BKG-inventaris, zoals processen om de consistentie van de gebruikte gegevens te waarborgen.

 

Voor zover relevant kan ook nadere informatie worden gegeven over koppelingen met andere systemen voor klimaatrapportering.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de koppelingen met het nationale systeem voor broeikasgasinventarissen.

Beschrijving van de koppelingen met de regelingen inzake geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2018/1999

 

Geef een samenvatting van de koppelingen tussen de processen die worden gebruikt voor het verzamelen van gegevens over beleidslijnen en maatregelen en prognoses, en relevante processen om te rapporteren over de voortgang met betrekking tot de andere dimensies van de energie-unie, bv. processen om een consistent gebruik van energiegerelateerde gegevens voor de ontwikkeling van beleidslijnen en maatregelen en prognoses en voor geïntegreerde voortgangsrapportering te bevorderen.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de koppelingen met energiegerelateerde rapporteringssystemen.

Beschrijving van de kwaliteitsborgings- en kwaliteitscontroleactiviteiten voor de rapportering van beleidslijnen en maatregelen en prognoses

 

Geef een samenvatting van de kwaliteitscontroleactiviteiten die worden toegepast om de nauwkeurigheid en volledigheid van de verslagen over beleidslijnen en maatregelen en prognoses te waarborgen. Rapporteer over de bestaande kwaliteitsborgingsactiviteiten.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in de kwaliteitscontrole- en kwaliteitsborgingsactiviteiten.

Beschrijving van het proces voor de selectie van aannames, methoden en modellen voor het maken van prognoses van antropogene emissies van broeikasgassen

 

Beschrijf het proces voor de selectie van de gebruikte aannames, methoden en modellen. De lidstaten kunnen ook de motivering van hun keuze vermelden, of een kruisverwijzing opnemen naar andere verslagen die deze informatie bevatten.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in deze processen.

Beschrijving van de procedures voor de officiële beoordeling en goedkeuring van het nationale systeem van de lidstaat voor beleidslijnen en maatregelen en prognoses

 

Beschrijf het proces voor de officiële goedkeuring van het nationale systeem of wijzigingen van het nationale systeem.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in dit proces.

Informatie over relevante institutionele, administratieve en procedurele regelingen voor de binnenlandse uitvoering van de nationaal bepaalde bijdrage van de EU, of wijzigingen van dergelijke regelingen

 

Verwijs naar de regelingen voor de uitvoering van beleidslijnen en maatregelen als middel voor de binnenlandse uitvoering en naar de regelingen voor nationale prognoses van antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van broeikasgassen als middel om de binnenlandse vooruitgang te volgen.

 

Indien deze beschrijving reeds is verstrekt, rapporteer wijzigingen in die regelingen.

Beschrijving van de manier waarop belanghebbenden zijn betrokken bij de voorbereiding van beleidslijnen en maatregelen en prognoses

 

Geef een beschrijving van de samenwerking met belanghebbenden in verband met de voorbereiding van beleidslijnen en maatregelen en prognoses. Geef aan welke belanghebbenden zijn geraadpleegd en welke wijzigingen of verbeteringen zijn aangebracht.

 

BIJLAGE XXIV

Rapportering over nationale beleidslijnen en maatregelen op grond van artikel 37

Tabel 1: Sectoren, gassen en type beleidsinstrument

 

Nummer van beleidslijn of maatregel

Naam van beleidslijn of maatregel

Enkelvoudige of gegroepeerde beleidslijn of maatregel

In het geval van een gegroepeerde beleidslijn of maatregel, welke afzonderlijke beleidslijnen of maatregelen vallen hieronder?

Geografisch toepassingsgebied (a)

Betrokken sector(en) (b)

Betrokken BKG(’s) (c)

Doelstelling (d)

Gekwantificeerde doelstelling (e)

Korte beschrijving

Beoordeling van de bijdrage van de beleidslijn of de maatregel tot de verwezenlijking van de in artikel 15 van Verordening (EU) 2018/1999 bedoelde langetermijnstrategie

Type beleidsinstrument (f)

Beleid van de Unie dat leidde tot uitvoering van de beleidslijn of maatregel

Stand van uitvoering (h)

Uitvoeringsperiode

Prognosescenario waarin beleidslijn of maatregel is opgenomen

Entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de beleidslijn (i)

Indicatoren voor monitoring en evaluatie van de geboekte vooruitgang (j)

Verwijzing naar beoordelingen en ondersteunende technische verslagen

Algemene opmerkingen

Beleid van de Unie (g)

Overig

Begin

Einde

Soort

Naam

Omschrijving

Jaar

Waarde

                                                 

Voetnoten: Afkortingen: BKG = Broeikasgas; LULUCF = landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw.

 

(a)

De lidstaten kiezen uit de volgende categorieën: twee of meer landen, nationaal, regionaal, lokaal.

 

(b)

De lidstaten kiezen uit de volgende sectoren (voor sectoroverschrijdende beleidslijnen en maatregelen kan meer dan één sector worden geselecteerd): energievoorziening (omvat de winning, het vervoer, de distributie en de opslag van brandstoffen, alsmede de omzetting van energie voor verwarming en koeling en elektriciteitsopwekking); energieverbruik (omvat het verbruik van brandstoffen en elektriciteit door eindverbruikers zoals huishoudens, de dienstensector, de overheid; diensten, industrie en landbouw); vervoer; industriële processen (omvat industriële activiteiten waarbij materialen chemisch of fysisch worden getransformeerd en waarbij broeikasgassen vrijkomen, het gebruik van broeikasgassen in producten en het gebruik van koolstof uit fossiele brandstoffen voor niet-energetische doeleinden); de landbouw; LULUCF; afvalbeheer/afval; en overige sectoren,

 

(c)

De lidstaten kiezen uit de volgende BKG’s (er kan meer dan één BKG worden gekozen): koolstofdioxide (CO2); methaan (CH4); stikstofoxide (N2O); fluorkoolwaterstoffen (HFK’s); perfluorkoolwaterstoffen (PFK’s); zwavelhexafluoride (SF6); stikstoftrifluoride (NF3).

 

(d)

Onder doelstelling wordt verstaan: “de oorspronkelijke verklaring ten aanzien van de uitkomsten (met inbegrip van de resultaten en effecten) die met de maatregel worden beoogd”. De lidstaten dienen te kiezen uit de volgende doelstellingen (er kan meer dan één doelstelling worden gekozen; er kunnen extra doelstellingen worden toegevoegd en gespecificeerd onder “overige”):

Voor energievoorziening — vergroting van het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitssector; vergroting van het aandeel van hernieuwbare energie in de sector verwarming en koeling; overgang op minder koolstofintensieve brandstoffen; meer niet-hernieuwbare koolstofarme opwekking (nucleair); beperking van verliezen; verbeterde efficiëntie in de sectoren energie en transformatie; koolstofafvang en -opslag of koolstofafvang en -benutting; beperking van diffuse emissies bij energieproductie; energievoorziening — andere doelstellingen.

Voor energieverbruik — verbeterde efficiëntie van gebouwen; verbeterde efficiëntie van apparaten; verbeterde efficiëntie in de diensten-/tertiaire sector; verbeterde efficiëntie in sectoren van industrieel eindgebruik; beheersing/vermindering van de vraag; energieverbruik — andere doelstellingen.

Voor vervoer — verbeterde efficiëntie van voertuigen; modale verschuiving naar openbaar vervoer of niet-gemotoriseerd vervoer; koolstofarme brandstoffen; elektrisch wegvervoer; beheersing/vermindering van de vraag; beter gedrag; betere vervoersinfrastructuur; vermindering van de emissies van het internationale lucht- en zeevervoer; vervoer — andere doelstellingen.

Voor industriële processen — installatie van reductietechnologieën; betere inperking van diffuse emissies bij industriële processen; betere inperking van diffuse emissies van gefluoreerde gassen en de emissies bij de productie en verwijdering van deze gassen; vervanging van gefluoreerde gassen door gassen met een lager aardopwarmingsvermogen; industriële processen — andere doelstellingen.

Voor afvalbeheer/afval — beheersing/vermindering van de vraag; betere recycling; meer opvang en gebruik van CH4; betere behandelingstechnologieën; beter beheer van stortplaatsen; afvalverbranding met energierecuperatie; betere systemen voor het beheer van afvalwater; minder storten; afval — andere doelstellingen.

Voor landbouw — minder gebruik van meststoffen/mest op bouwland; andere activiteiten ter verbetering van het beheer van bouwland; beter beheer van de veestapel; betere systemen voor het beheer van dierlijk afval; activiteiten ter verbetering van het beheer van weidegrond of grasland; beter beheer van organische bodems; landbouw — andere doelstellingen.

Voor LULUCF — bebossing en herbebossing; behoud van koolstof in bestaande bossen; uitbreiden van de productie in bestaande bossen; vergroten van de houtproductenpool; beter bosbeheer; preventie van ontbossing; betere bescherming tegen natuurlijke verstoringen; vervanging van broeikasgasintensieve grondstoffen en materialen door geoogste houtproducten; preventie van ontwatering of vernatting van wetlands; herstel van aangetaste grond; LULUCF — andere doelstellingen.

Voor Overige geven de lidstaten een korte beschrijving van de doelstelling.

 

(e)

Voor gekwantificeerde doelstellingen vermelden de lidstaten ten minste de aantallen en eenheden, het eindjaar en het referentiejaar. Gekwantificeerde doelstellingen dienen specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden te zijn.

 

(f)

De lidstaten kiezen uit de volgende types beleid: economisch; fiscaal; vrijwillige/onderhandelde overeenkomsten; regelgeving; informatie; onderwijs; onderzoek; planning; overig.

 

(g)

Vermeld hier alleen beleid van de Unie dat ten uitvoer gelegd wordt door middel van het nationale beleid of het nationale beleid is rechtstreeks gericht op de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleid van de Unie. De lidstaat dienen een of meer beleidslijnen te kiezen uit de in de elektronische versie van het tabelformaat aangeboden lijst, of “overig” te kiezen en de naam van de beleidslijn van de Unie op te geven. De lidstaten dienen Richtlijn (EU) 2016/2284 te kiezen indien de beleidslijnen en maatregelen uit hoofde van die richtlijn zijn gerapporteerd.

 

(h)

De lidstaten kiezen uit de volgende categorieën: voorgenomen; goedgekeurd; uitgevoerd; afgelopen. Afgelopen beleidslijnen en maatregelen worden slechts in het model vermeld als zij een gevolg hebben of naar verwachting zullen blijven hebben voor de emissie van broeikasgassen.

 

(i)

De lidstaten dienen uit de volgende opties te kiezen en de naam/namen van de entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de beleidslijn of de maatregel (er kan meer dan één entiteit worden geselecteerd): nationale overheid; regionale entiteiten; lokale overheid; ondernemingen/bedrijven/ondernemersverenigingen; onderzoeksinstellingen; andere, niet opgenomen entiteiten.

 

(j)

De lidstaten vermelden elke gebruikte indicator (m.i.v. de eenheid) en de waarden voor die indicatoren die zij gebruiken om de voortgang van de beleidslijnen en maatregelen te monitoren en te beoordelen. Deze waarden kunnen ex-post- of ex-antewaarden zijn; de lidstaten vermelden het jaar of de jaren waarvoor de waarde van toepassing is. Er kunnen waarden voor meerdere indicatoren en jaren worden gerapporteerd. De door de lidstaten vastgestelde prestatie-indicatoren moeten relevant, aanvaard, geloofwaardig, eenvoudig en robuust zijn.

Tabel 2: Beschikbare resultaten van beoordelingen vooraf en achteraf van de effecten van een beleidslijn of maatregel, of groepen van beleidslijnen of maatregelen betreffende mitigatie van de klimaatverandering (a)

 

Nummer van beleidslijn of maatregel

Beleidslijn met gevolgen voor EU-ETS-, LULUCF- en/of ESD/ESR-emissies

Beoordeling vooraf

Beoordeling achteraft (e)

Vermindering van BKG-emissies in jaar t (kiloton CO2-equivalent per jaar)

Vermindering van BKG-emissies in t + 5 (kiloton CO2-equivalent per jaar)

Vermindering van BKG-emissies in t + 10 (kiloton CO2-equivalent per jaar)

Vermindering van BKG-emissies in t + 15 (kiloton CO2-equivalent per jaar)

Beschrijving van de basis voor de ramingen van de mitigatie

Door beleidslijn of maatregel beïnvloede factoren

Documentatie/bron voor raming indien beschikbaar (geef een weblink van het verslag waaruit het cijfer afkomstig is)

Vermindering van BKG-emissies (kiloton CO2-equivalent per jaar) (b)

Beschrijving van de basis voor de ramingen van de mitigatie

Door beleidslijn of maatregel beïnvloede factoren

Documentatie/bron voor raming indien beschikbaar (geef een weblink van het verslag waaruit het cijfer afkomstig is)

EU-ETS

ESR

LULUCF (c)

Totaal (d)

EU-ETS

ESR

LULUCF (c)

Totaal (d)

EU-ETS

ESR

LULUCF (c)

Totaal (d)

EU-ETS

ESR

LULUCF (c)

Totaal (d)

Jaar waarvoor vermindering geldt

EU-ETS

ESD/ESR

LULUCF (c)

Totaal (d)

                                                         

Afkortingen: EU-ETS = EU-regeling voor de emissiehandel ESR = verordening inzake de verdeling van de inspanningen (Verordening (EU) 2018/842); ESD = beschikking inzake de verdeling van de inspanningen (Beschikking nr. 406/2009/EG); LULUCF = landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw.

Voetnoten:

 

(a)

De lidstaten rapporteren over alle beleidslijnen en maatregelen of groepen van beleidslijnen en maatregelen waarvoor die beoordeling beschikbaar is. Notatie: t is het eerste jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar van verslaglegging en eindigt op 0 of 5.

 

(b)

De lidstaten mogen beoordelingen achteraf voor meerdere jaren rapporteren; voor zover mogelijk dient de rapportering toegespitst te worden op jaren die op 0 of 5 eindigen.

 

(c)

Toegenomen verwijderingen of verminderde emissies van broeikasgassen worden uitgedrukt als een positief getal. Verminderde verwijderingen of toegenomen emissies worden uitgedrukt als een negatief getal.

 

(d)

In dit veld dient het totaal van de EU-ETS- en de ESR-sectoren ingevoerd te worden als er geen informatie voorhanden is over de uitsplitsing tussen EU-ETS en ESR.

 

(e)

Beoordelingen achteraf omvatten alle beoordelingen op basis van de resultaten van delen van de uitvoeringsperiode, of van de uitvoeringsperiode als geheel.

Tabel 3: Beschikbare verwachte en werkelijke kosten en baten van een beleidslijn of maatregel, of groepen van beleidslijnen of maatregelen, betreffende mitigatie van de klimaatverandering (a)

 

Nummer van beleidslijn of maatregel

Verwachte kosten en baten

Werkelijke kosten en baten

Jaar/jaren waarvoor de kosten zijn berekend

Brutokosten in EUR per ton CO2-equivalent die is verminderd/opgeslagen

Absolute brutokosten per jaar in EUR

Baten (b) in EUR per ton CO2-equivalent die is verminderd/opgeslagen

Absolute baten (b) per jaar in EUR

Nettokosten in EUR per ton CO2-equivalent die is verminderd/opgeslagen

Absolute nettokosten per jaar in EUR

Prijsjaar

Beschrijving van de kostenramingen (grondslag voor de kostenraming, welke kosten zijn opgenomen in de raming, methodologie) (c)

Documentatie/bron voor kostenraming

(geef een weblink van het verslag waaruit het cijfer afkomstig is)

Beschrijving van de niet op broeikasgasgerelateerde mitigatie van de klimaatverandering terug te voeren baten

Jaar/jaren waarvoor de kosten zijn berekend

Brutokosten in EUR per ton CO2-equivalent die is verminderd/opgeslagen

Absolute brutokosten per jaar in EUR

Baten (b) in EUR per ton CO2-equivalent die is verminderd/opgeslagen

Absolute baten (b) per jaar in EUR

Nettokosten in EUR per ton CO2-equivalent die is verminderd/opgeslagen

Absolute nettokosten per jaar in EUR

Prijsjaar

Beschrijving van de kostenramingen (grondslag voor de kostenraming, welke kosten zijn opgenomen in de raming, methodologie) (c)

Documentatie/bron voor kostenraming (geef een weblink van het verslag waaruit het cijfer afkomstig is)

Beschrijving van de niet op broeikasgasgerelateerde mitigatie van de klimaatverandering terug te voeren baten.

                                             

Voetnoten:

 

(a)

De lidstaten rapporteren over alle beleidslijnen en maatregelen of groepen van beleidslijnen en maatregelen waarvoor die beoordeling beschikbaar is.

 

(b)

Een baat wordt in het model vermeld als negatieve kosten.

 

(c)

De beschrijving omvat het soort kosten en baten waarmee rekening is gehouden, de belanghebbenden die in aanmerking zijn genomen bij de beoordeling van de kosten en baten, de referentiewaarden waarmee de kosten en baten zijn vergeleken, en de methodologie.

 

BIJLAGE XXV

Rapportering over nationale prognoses op grond van artikel 38

Tabel 1a: Prognoses van broeikasgassen per gas en categorie (1)

 

Categorie (2)

Uitgesplitst naar: CO2, CH4, N2O, SF6, NF3, (kiloton) en HFK’s, PFK’s, niet-gespecificeerd mengsel van HFK’s en PFK’s-(kiloton CO2-eq.) (3)

Totale BKG-emissies (kiloton CO2-eq.)

ETS-emissies (kiloton CO2-eq.) (4)

ESR-emissies (kiloton CO2-eq.) (5)

 

Jaar

Jaar

Jaar

Jaar

 

prognose referentiejaar (6)

t - 5 (7)

t

t + 5

t + 10

t + 15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

prognose referentiejaar

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

prognose referentiejaar

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

Totaal exclusief LULUCF

                                               

Totaal inclusief LULUCF

                                               

1.

Energie

                                               

A.

Verbranding van brandstoffen

                                               

1.

Energie-industrieën

                                               

a.

Publieke opwekking van elektriciteit en warmte

                                               

b.

Raffinage van aardolie

                                               

c.

Productie van vaste brandstoffen en andere energiebedrijven

                                               

2.

Be- en verwerkende industrie en bouw

                                               

3.

Vervoer

                                               

a.

Binnenlandse luchtvaart

                                               

b.

Wegvervoer

                                               

c.

Spoorwegen

                                               

d.

Binnenlandse scheepvaart

                                               

e.

Overig vervoer

                                               

4.

Overige sectoren

                                               

a.

Commercieel/institutioneel

                                               

b.

Huishoudens

                                               

c.

Landbouw/bosbouw/visserij

                                               

5.

Overig

                                               

B.

Diffuse emissie door brandstoffen

                                               

1.

Vaste brandstoffen

                                               

2.

Olie en aardgas en andere emissies uit de productie van energie

                                               

C.

Vervoer en opslag van CO2

                                               

2.

Industriële processen

                                               

A.

Delfstoffenindustrie

                                               

waarvan 2.A.1 (cementproductie)

                                               

B.

Chemische industrie

                                               

C.

Metaalindustrie

                                               

waarvan 2.C.1 (Productie van ijzer en staal)

                                               

D.

Niet-energetische producten uit brandstoffen en gebruik van oplosmiddelen

                                               

E.

Elektronica-industrie

                                               

F.

Gebruik van producten als vervangers van OAS (8)

                                               

G.

Vervaardiging en gebruik van andere producten

                                               

H.

Overig

                                               

3.

Landbouw

                                               

A.

Darmgisting

                                               

B.

Mestbeheer

                                               

C.

Rijstteelt

                                               

D.

Landbouwgrond

                                               

E.

Verplicht afbranden van savannes

                                               

F.

Verbranding van landbouwresten op het veld

                                               

G.

Kalken

                                               

H.

Toediening van ureum

                                               

I.

Andere koolstofhoudende meststoffen

                                               

J.

Overige (preciseren)

                                               

4.

Landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF, gerapporteerde emissies en verwijderingen) (9)

                                               

A.

Bosgrond

                                               

B.

Bouwland

                                               

C.

Grasland

                                               

D.

Wetlands

                                               

E.

Woongebieden

                                               

F.

Overig land

                                               

G.

Geoogste houtproducten

                                               

H.

Overig

                                               

5.

Afval

                                               

A.

Verwijdering van vast afval

                                               

B.

Biologische behandeling van vast afval

                                               

C.

Verbranding en openluchtverbranding van afval

                                               

D.

Behandeling en lozing van afvalwater

                                               

E.

Andere, namelijk

                                               

Memorieposten

                                               

Internationale bunkers

                                               

Luchtvaart

                                               

Scheepvaart

                                               

CO2-emissies uit biomassa

                                               

CO2-afvang

                                               

Indirect CO2 (indien beschikbaar) (10)

                                               

Notatie: t is het eerste jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar van verslaglegging en eindigt op 0 of 5.

Voetnoten:

 

(1)

Consistentie met de krachtens artikel 8 van deze verordening gerapporteerde gegevens wordt aangemoedigd.

 

(2)

Gebruik van codes: wat betreft de voorwaarden voor gebruik in de IPCC-richtsnoeren voor nationale inventarissen van broeikasgassen van 2006 (hoofdstuk 8: richtsnoeren voor rapportage en tabellen), kan in voorkomend geval gebruik worden gemaakt van de codes IE (included elsewhere; elders opgenomen), NO (not occurring; geen), C (confidential; vertrouwelijk) en NA (not applicable; niet van toepassing) indien prognoses geen gegevens op een specifiek rapportageniveau opleveren (zie IPCC-richtsnoeren van 2006).

De code NE (not estimated; niet geraamd) wordt enkel gebruikt wanneer een onevenredige inspanning nodig zou zijn om gegevens te verzamelen voor een categorie of een gas van een specifieke categorie die niet significant zouden zijn voor de totale omvang en de tendens van de nationale emissies. In dat geval vermeldt een lidstaat alle om die reden uitgesloten categorieën en gassen van die categorieën, samen met een rechtvaardiging van de uitsluiting op grond van het waarschijnlijke niveau van emissies of verwijderingen en moet de als “niet geraamde” categorie in de rapporteringstabellen worden aangegeven met de code “NE”.

 

(3)

“Niet-gespecificeerd mengsel van HFK’s en PFK’s” moet alleen worden gerapporteerd als er emissies worden geprognosticeerd waarvoor het niet mogelijk is ze onder HFK’s of PFK’s te rapporteren.

 

(4)

Emissies die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG vallen.

 

(5)

Emissies die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2018/842 vallen.

 

(6)

Er dient te worden gerapporteerd ten opzichte van welke ingediende inventaris (jaar, versie) het referentiejaar gekalibreerd was.

 

(7)

Waarden voor t - 5 worden alleen verstrekt wanneer t - 5 na het referentiejaar van de prognose ligt.

 

(8)

OAS — ozonafbrekende stoffen.

 

(9)

Ten behoeve van de rapportering zijn de tekens voor verwijdering altijd negatief (-) en de tekens voor emissies positief (+). Indien de in tabel 1b gevraagde informatie volledig is verstrekt, hoeft dit onderdeel niet te worden gerapporteerd.

 

(10)

De geprognosticeerde indirecte CO2-emissies zoals in deze tabel gerapporteerd maken deel uit van de geprognosticeerde totale broeikasgasemissies (exclusief en inclusief LULUCF) en worden als zodanig gerapporteerd, indien zij beschikbaar zijn en afzonderlijk van de andere gerapporteerde emissies geprognosticeerd.

Tabel 1b: Prognoses van gerapporteerde broeikasgasemissies en -verwijderingen in de LULUCF-sector, zoals gerapporteerd in de nationale broeikasgasinventaris (te rapporteren indien tabel 5a niet volledig wordt ingevuld) (1) (2)

 

Deel 1: LULUCF-broeikasgasemissies en -verwijderingen op het niveau van de inventaris en dat van de overeenkomstige boekhoudkundige categorie

uitgesplitst naar CO2, CH4, N2O (kiloton CO2-equivalent)

Totale BKG-emissies

(kiloton CO2-eq.)

categorieën bronnen en putten van broeikasgassen

Categorie zoals gebruikt in tabel 1a

Boekhoudsubcategorie volgens

LULUCF-verordening

(als tabel 5a)

Boekhoudcategorie volgens

LULUCF-verordening

referentiejaar van de prognose (3)

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

4.A.1.

Bosgrond die bosgrond blijft

4.A

Bosgrond

Bosgrond die bosgrond blijft

Beheerde bosgrond

                       

4.A.2.1

Bouwland dat in bosgrond wordt omgezet

4.A

Bosgrond

Bouwland dat in bosgrond wordt omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.2

Grasland dat in bosgrond wordt omgezet

4.A

Bosgrond

Grasland dat in bosland wordt omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.3

Wetlands die in bosgrond worden omgezet

4.A

Bosgrond

Wetland dat in bosgrond wordt omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.4

Woongebieden die in bosgrond worden omgezet

4.A

Bosgrond

Woongebieden die in bosgrond worden omgezet

Bebost land

                       

4.A.2.5

Overig land dat in bosgrond wordt omgezet

4.A

Bosgrond

Overig land dat in bosgrond wordt omgezet

Bebost land

                       

4.B.1.

Bouwland dat bouwland blijft

4.B.

Bouwland

Bouwland dat bouwland blijft

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.1

Bosgrond die in bouwland wordt omgezet

4.B.

Bouwland

Bosgrond die in bouwland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.B.2.2

Grasland dat in bouwland wordt omgezet

4.B.

Bouwland

Grasland dat in bouwland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.3

Wetlands die in bouwland worden omgezet

4.B.

Bouwland

Wetland dat in bouwland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.4

Woongebieden die in bouwland worden omgezet

4.B.

Bouwland

Woongebieden die in bouwland worden omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.B.2.5

Overig land dat in bouwland wordt omgezet

4.B.

Bouwland

Overig land dat in bouwland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.C.1.

Grasland dat grasland blijft

4.C.

Grasland

Grasland dat grasland blijft

Beheerd grasland

                       

4.C.2.1

Bosgrond die in grasland wordt omgezet

4.C.

Grasland

Bosgrond die in grasland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.C.2.2

Bouwland dat in grasland wordt omgezet

4.C.

Grasland

Bouwland dat in grasland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.C.2.3

Wetlands die in grasland worden omgezet

4.C.

Grasland

Wetland dat in grasland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.C.2.4

Woongebieden die in grasland worden omgezet

4.C.

Grasland

Woongebieden die in grasland worden omgezet

Beheerd grasland

                       

4.C.2.5

Overig land dat in grasland wordt omgezet

4.C.

Grasland

Overig land dat in grasland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.1.

Wetlands die wetlands blijven

4.D.

Wetlands

Wetland dat wetland blijft

Beheerd wetland

                       

4.D.2.1.1

Bosgrond die in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.D.2.1.2

Bouwland dat in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.D.2.1.3

Grasland dat in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Grasland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.2.1.4

Woongebieden die in turfwinningsgrond worden omgezet

4.D.

Wetlands

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.1.5

Overig land dat in turfwinningsgrond wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Overig land dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.2.1

Bosgrond die in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.D.2.2.2

Bouwland dat in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.D.2.2.3

Grasland dat in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Grasland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.2.2.4

Woongebieden die in ondergelopen land worden omgezet

4.D.

Wetlands

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.2.5

Overig land dat in ondergelopen land wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Overig land dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.3.1

Bosgrond die in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.D.2.3.2

Bouwland dat in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.D.2.3.3

Grasland dat in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Grasland dat in wetland wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.D.2.3.4

Woongebieden die in overige wetlands worden omgezet

4.D.

Wetlands

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.D.2.3.5

Overig land dat in overige wetlands wordt omgezet

4.D.

Wetlands

Overig land dat in wetland wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.E.1.

Woongebieden die woongebieden blijven

4.E.

Woongebieden

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.E.2.1

Bosgrond die in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

Bosgrond die in woongebieden wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.E.2.2

Bouwland dat in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

Bouwland dat in woongebieden wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.E.2.3

Grasland dat in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

Grasland dat in woongebieden wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.E.2.4

Wetlands die in woongebieden worden omgezet

4.E.

Woongebieden

Wetland dat in woongebied wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.E.2.5

Overig land dat in woongebieden wordt omgezet

4.E.

Woongebieden

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.F.1.

Overig land dat overig land blijft

4.F.

Overig land

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.F.2.1

Bosgrond die in overig land wordt omgezet

4.F.

Overig land

Bosgrond die in overig land wordt omgezet

Ontbost land

                       

4.F.2.2

Bouwland dat in overig land wordt omgezet

4.F.

Overig land

Bouwland dat in overig land wordt omgezet

Beheerd bouwland

                       

4.F.2.3

Grasland dat in overig land wordt omgezet

4.F.

Overig land

Grasland dat in overig land wordt omgezet

Beheerd grasland

                       

4.F.2.4

Wetlands die in overig land worden omgezet

4.F.

Overig land

Wetland dat in overig land wordt omgezet

Beheerd wetland

                       

4.F.2.5

Woongebieden die in overig land worden omgezet

4.F.

Overig land

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van beheerde bosgrond

4.G.

Geoogste houtproducten

Geoogste houtproducten van beheerde bosgrond

Geoogste houtproducten

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van bebost land

4.G.

Geoogste houtproducten

Geoogste houtproducten van bebost land

Geoogste houtproducten

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van ontbost land

4.G.

Geoogste houtproducten

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.G

Geoogste houtproducten; waarvan: Geoogste houtproducten van overig land

4.G.

Geoogste houtproducten

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       

4.H.

Overige (preciseren)

4.H.

Overig

niet in de boekhouding opgenomen in het kader van Verordening (EU) 2018/841

                       
 

Tabel 1b deel 2: samenvatting voor tabel 1 a (automatisch berekend)

uitgesplitst naar

CO2, CH4, N2O (kiloton CO2-eq.)

Totale BKG-emissies (kiloton CO2-eq.)

 

categorieën bronnen en putten van broeikasgassen (als tabel 1 a)

   

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

 

4.A.

Bosgrond

                           
 

4.B.

Bouwland

                           
 

4.C.

Grasland

                           
 

4.D.

Wetlands

                           
 

4.E.

Woongebieden

                           
 

4.F.

Overig land

                           
 

4.G.

Geoogste houtproducten

                           
 

4.H.

Overig

                           
 

Tabel 1b deel 3: samenvatting voor tabel 5a (automatisch berekend)

uitgesplitst naar

CO2, CH4, N2O (kiloton CO2-eq.)

Totale BKG-emissies (kiloton CO2-eq.)

     

Boekhoudcategorie volgens

LULUCF-verordening

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

     

Som bebost land

                       
     

Som ontbost land

                       
     

Som beheerd bouwland

                       
     

Som beheerd grasland

                       
     

Som beheerde bosgrond:

                       
     

Som beheerd wetland

                       
     

Som geoogste houtproducten

                       
     

Som niet in boekhouding opgenomen

                       

Voetnoten:

 

(1)

Rapportering tot t - 10 op jaarbasis is facultatief.

 

(2)

Emissies worden uitgedrukt als positieve waarden; verwijderingen worden uitgedrukt als negatieve waarden.

 

(3)

Waarden voor t - 5 worden alleen verstrekt wanneer t - 5 na het referentiejaar van de prognose ligt.

Tabel 2: Indicatoren voor de monitoring en evaluatie van de verwachte voortgang van de beleidslijnen en maatregelen, indien gebruikt

 

Indicator (1)/ teller/noemer

Eenheid

Richtsnoeren/definitie

Richtsnoeren/bron

Indicator gebruikt (ja/nee)

Met bestaande maatregelen

Met extra maatregelen

Referentiejaar

t

t + 5

t + 10

t + 15

Referentiejaar

t

t + 5

t + 10

t + 15

Koolstofintensiteit van de economie in het algemeen

ton CO2-eq./bbp

EUR (2016); Koolstofintensiteit te berekenen op basis van het bbp zoals door Eurostat gedefinieerd

                       

Broeikasgasintensiteit van binnenlandse elektriciteits- en warmteopwekking

ton CO2/MWh

MWh bruto-elektriciteits- en warmteopwekking zoals door Eurostat gedefinieerd

                       

Broeikasgasintensiteit van eindenergieverbruik per sector

   

Industrie

ton CO2-eq./toe

                         

Huishoudens

ton CO2-eq./toe

                         

Tertiair

ton CO2-eq./toe

                         

Vervoer

ton CO2-eq./toe

                         

Personenvervoer (indien beschikbaar)

ton CO2-eq./toe

                         

Vrachtvervoer (indien beschikbaar)

ton CO2-eq./toe

                         

Voeg een regel toe voor elke andere indicator

                           

Notatie: t is het eerste jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar van verslaglegging en eindigt op 0 of 5.

Voetnoten:

 

(1)

Voeg een rij bij voor elke bij de prognoses gebruikte indicator

Tabel 3: Rapportering over parameters/variabelen voor prognoses, indien gebruikt (1) (2)

 

Gebruikte parameter (3) (scenario “met bestaande maatregelen”)

 

Jaar

Waarden

Standaardeenheid

     

Sectorale prognoses waarvoor de parameter wordt gebruikt (6)

 

Parameter-/variabelegedeelte van prognoses (7)

Basis=referentiejaar

Basis=referentiejaar

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

Gegevensbron

Jaar van publicatie van gegevensbron

Jaar van publicatie van gegevensbron

1 A:1 Energie-industrieën

1:A:2 Be- en verwerkende industrie en bouw

1:A:3 Vervoer, met uitzondering van 1:A:3:a Binnenlandse luchtvaart

1:A:4:a Commercieel=institutioneel

1:a:4:b Huishoudens

1B Diffuse emissie door brandstoffen

2 Industriële processen en gebruik van producten

3 Landbouw

4 LULUCF

5 Afval

Internationale luchtvaart in EU-ETS 1:A:3:a

Binnenlandse luchtvaart

Opmerking ter indicatie

1.

Algemene parameters en variabelen

                                               

Bevolkingscijfer

               

Telling

                             

Bruto binnenlands product (bbp)

Reële groei

               

%

                           

EUR (2016) (8)

Constante prijzen

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - totaal

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - landbouw

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - bouw

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - diensten

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - energiesector

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - industrie

               

EUR miljoen

                           

EUR (2016)

Aantal huishoudens

               

Duizend

                             

Grootte van het huishouden

               

inwoners/huishouden

                             

Beschikbaar inkomen van huishoudens

               

EUR/jaar

                             

Aantal passagierskilometers (alle vervoerswijzen)

               

miljoen pkm

                             

Aantal afgelegde passagierskilometers – weg

               

miljoen pkm

                             

Waarvan openbaar vervoer over de weg

               

miljoen pkm

                             

Waarvan personenauto’s

               

miljoen pkm

                             

Waarvan motorfietsen

               

miljoen pkm

                             

Waarvan bussen

               

miljoen pkm

                             

Aantal passagierskilometers – spoor

               

miljoen tkm

                             

Aantal passagierskilometers – binnenlandse luchtvaart

               

miljoen tkm

                             

Aantal passagierskilometers – internationale luchtvaart

               

miljoen tkm

                             

Aantal passagierskilometers – binnenlandse scheepvaart

               

miljoen tkm

                             

Tonkilometers vrachtvervoer (alle vervoerswijzen)

               

miljoen tkm

                             

Tonkilometers vrachtvervoer – weg

               

miljoen tkm

                             

Tonkilometers vrachtvervoer – spoor

               

miljoen tkm

                             

Tonkilometers vrachtvervoer – binnenlandse luchtvaart

               

miljoen tkm

                             

Tonkilometers vrachtvervoer – internationale luchtvaart

               

miljoen tkm

                             

Tonkilometers vrachtvervoer – binnenlandse scheepvaart (binnenwateren en nationale zeevaart)

               

miljoen tkm

                             

Internationale (groothandels)prijzen voor brandstofinvoer

Steenkool

               

hetzij

EUR/GJ

                           

EUR (2016); Vermeld of de aanbeveling van de Commissie is gevolgd; gebruik de door Eurostat gepubliceerde waarden voor de calorische waarden

               

hetzij

EUR/toe

                           

Ruwe olie

               

hetzij

EUR/GJ

                           

EUR (2016); Vermeld of de aanbeveling van de Commissie is gevolgd

               

hetzij

EUR/toe

                           

Aardgas

               

hetzij

EUR/GJ

                           

EUR (2016); Vermeld of de aanbeveling van de Commissie is gevolgd; gebruik de door Eurostat gepubliceerde waarden voor de calorische waarden

               

hetzij

EUR/toe

                           

EU-ETS koolstofprijs

               

EUR/emissierecht

                           

EUR (2016); Vermeld of de aanbeveling van de Commissie is gevolgd

Wisselkoersen euro (voor landen die niet tot de eurozone behoren), indien van toepassing

               

EUR/valuta

                           

EUR (2016)

Wisselkoersen Amerikaanse dollar, indien van toepassing

               

USD/valuta

                           

USD (2016)

Aantal graaddagen (HDD)

               

Telling

                             

Aantal koeldagen (CDD)

               

Telling

                             

2.

Energiebalansen en indicatoren

   

gebruik de door Eurostat gepubliceerde waarden voor de calorische waarden

2.1

Energievoorziening

   

Binnenlandse productie per brandstoftype (totaal)

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Aardgas

               

ktoe

                             

Kernenergie

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energiebronnen

               

ktoe

                             

Afval en overig

               

ktoe

                             

Netto-invoer elektriciteit

               

ktoe

                             

Bruto binnenlands verbruik per brandstoftype bron (totaal)

               

ktoe

                             

Vaste fossiele brandstoffen

               

ktoe

                             

Ruwe olie en aardolieproducten

               

ktoe

                             

Aardgas

               

ktoe

                             

Kernenergie

               

ktoe

                             

Elektriciteit

               

ktoe

                             

Afgeleide warmte

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energie

               

ktoe

                             

Afval

               

ktoe

                             

Overig

               

ktoe

                             

2.2

Elektriciteit en warmte

   

Bruto-elektriciteitsproductie (totaal)

               

GWh

                             

Kernenergie

               

GWh

                             

Vaste brandstoffen

               

GWh

                             

Olie (m.i.v. raffinaderijgas)

               

GWh

                             

Aardgas (m.i.v. afgeleide gassen)

               

GWh

                             

Hernieuwbare energie

               

GWh

                             

Overige brandstoffen (waterstof, methanol)

               

GWh

                             

Warmte uit thermische energieopwekking

               

GWh

                             

Warmte uit warmtekrachtkoppelingcentrales, m.i.v. industriële afvalwarmte

               

GWh

                             

2.3

Omzettingssector

   

Brandstofinputs voor thermische energieopwekking

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Gas

               

ktoe

                             

Brandstofinputs voor andere omzettingsprocessen

               

ktoe

                             

2.4

Energieverbruik

   

Finaal energieverbruik

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Gas

               

ktoe

                             

Elektriciteit

               

ktoe

                             

Afgeleide warmte

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energie

               

ktoe

                             

Waarvan omgevingswarmte

               

ktoe

                             

Overig

               

ktoe

                             

Industrie

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Gas

               

ktoe

                             

Elektriciteit

               

ktoe

                             

Warmte

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energie

               

ktoe

                             

Overig

               

ktoe

                             

Huishoudens

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Gas

               

ktoe

                             

Elektriciteit

               

ktoe

                             

Warmte

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energie

               

ktoe

                             

Overig

               

ktoe

                             

Tertiair

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Gas

               

ktoe

                             

Elektriciteit

               

ktoe

                             

Warmte

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energie

               

ktoe

                             

Overig

               

ktoe

                             

Landbouw/bosbouw

               

ktoe

                             

Vervoer

               

ktoe

                             

Vaste brandstoffen

               

ktoe

                             

Olie

               

ktoe

                             

Gas

               

ktoe

                             

Elektriciteit

               

ktoe

                             

Warmte

               

ktoe

                             

Hernieuwbare energie

               

ktoe

                             

Overig

               

ktoe

                             

waarvan personenvervoer (indien beschikbaar)

               

ktoe

                             

waarvan vrachtvervoer (indien beschikbaar)

               

ktoe

                             

waarvan internationale luchtvaart

                                               

Overig

               

ktoe

                             

Niet-energetisch eindverbruik

               

ktoe

                             

2.5

Prijzen

   

Elektriciteitsprijzen per sector

   

Huishoudens

               

EUR(MWh)

                           

EUR (2016)

Industrie

               

EUR(MWh)

                           

EUR (2016)

Tertiair

               

EUR(MWh)

                           

EUR (2016)

Nationale retailprijzen van brandstoffen (m.i.v. belastingen, per bron en per sector)

   

Steenkool, industrie

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Steenkool, huishoudens

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Dieselolie, industrie

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Dieselolie, huishoudens

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Dieselolie, vervoer

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Dieselolie, particulier vervoer (indien beschikbaar)

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Dieselolie, openbaar vervoer (indien beschikbaar)

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Benzine, vervoer

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Benzine, particulier vervoer (indien beschikbaar)

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Dieselolie, openbaar vervoer (indien beschikbaar)

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Aardgas, industrie

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

Aardgas, huishoudens

               

EUR/ktoe

                           

EUR (2016)

3.

Niet-CO2-uitstootgerelateerde parameters

   

3.1

Landbouw

   

Veestapel

   

Melkvee

               

1 000 dieren

                             

Ander vee dan melkvee

               

1 000 dieren

                             

Schapen

               

1 000 dieren

                             

Varkens

               

1 000 dieren

                             

Pluimvee

               

1 000 dieren

                             

Toevoer van stikstof uit kunstmest

               

kiloton stikstof

                             

Toevoer van stikstof uit mest

               

kiloton stikstof

                             

Stikstof vastgelegd door stikstofbindende gewassen

               

kiloton stikstof

                             

Stikstof in weer in de bodem ingebrachte gewasresten

               

kilotoñ stikstof

                             

Oppervlakte beteelde organische bodems

               

1 000 hectare

                             

3.2

Afval

   

Productie van vast stedelijk afval (VSA)

               

t

                             

Gestort vast stedelijk afval (VSA)

               

ton

                             

Aandeel van CH4-terugwinning in totale CH4-productie van afvalstortplaatsen

               

%

                             

4.

LULUCF

   

4.1

Beheerde bosgrond:

   

Houtkap in bossen voor energiegerelateerd gebruik

               

1 000 kubieke meter

                             

Houtkap in bossen voor niet-energiegerelateerd gebruik

               

1 000 kubieke meter

                             

Bosaangroei

               

1 000 kubieke meter

                             

Bij de modellering in aanmerking genomen verstoringen in bossen

               

Ja / Nee

                             

Bosgrond die bosgrond blijft

               

1 000 hectare

                             

4.2

Bebost land

   

Houtkap in bossen voor energiegerelateerd gebruik

               

1 000 kubieke meter

                             

Houtkap in bossen voor niet-energiegerelateerd gebruik

               

1 000 kubieke meter

                             

Bosaangroei

               

1 000 kubieke meter

                             

Bouwland dat in bosgrond wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

Grasland dat in bosland wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

Wetlands die in bosgrond worden omgezet

               

1 000 hectare

                             

Woongebieden die in bosgrond worden omgezet

               

1 000 hectare

                             

Overig land dat in bosgrond wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

4.3

Ontbost land

   

Bosgrond die in bouwland wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

Bosgrond die in grasland wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

Bosgrond die in wetlands wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

Bosgrond die in woongebieden wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

Bosgrond die in overig land wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

4.4

Beheerd bouwland

   

Bouwland dat bouwland blijft

               

1 000 hectare

                             

In bouwland omgezet(te) grasland, wetland, woongebied of overig land

               

1 000 hectare

                             

Bouwland dat in wetland, woongebied of overig land (m.u.v. bosgrond) wordt omgezet

               

1 000 hectare

                             

4.5

Beheerd grasland

   

Grasland dat grasland blijft

               

1 000 hectare

                             

In grasland omgezet(te) bouwland, wetland, woongebied of overig land

               

1 000 hectare

                             

In wetland, woongebied of overig land omgezet grasland

               

1 000 hectare

                             

4.6

Beheerd wetland

   

Wetland dat wetland blijft

               

1 000 hectare

                             

In wetland omgezet woongebied of overig land

               

1 000 hectare

                             

In woongebied of overig land omgezet wetland

               

1 000 hectare

                             

4.7

Geoogste houtproducten

   

Gewonnen geoogste houtproducten (4)

               

kiloton C

                             

Verloren geoogste houtproducten (4)

               

kiloton C

                             

Halfwaardetijd van geoogste houtproducten (5)

               

jaar

                             

5.

Overige parameters en variabelen

                                               

Voor de belangrijkste relevante technologieën gebruikte aannames ten aanzien van de technologiekosten:

Voor elke relevante technologie een rij toevoegen

                                               

Voor elke andere relevante parameter een rij toevoegen

                                               

Voetnoten:

 

(1)

Gelieve aan het einde van de tabel een rij toe te voegen per landspecifieke parameter die in de prognoses is gebruikt. Dit omvat de term “variabelen”, omdat sommige van de parameters, afhankelijk van de gebruikte modellen, variabelen kunnen zijn voor sommige prognose-instrumenten.

 

(2)

Alleen parameters/variabelen die deel uitmaken van de prognoses (input of output), hoeven te worden gerapporteerd.

 

(3)

Gebruik van codes: in voorkomend geval kunnen de codes IE (elders opgenomen), NO (geen), C (vertrouwelijk), NA (niet van toepassing) en NE (niet geraamd/niet gebruikt) worden gebruikt. De code NE (niet geraamd) dient voor gevallen waarin de voorgestelde parameter geen drijvende kracht is, noch wordt opgegeven samen met de prognoses van de lidstaten. Notatie: t is het eerste jaar dat onmiddellijk volgt op het jaar van verslaglegging en eindigt op 0 of 5.

 

(4)

Kan geoogste houtproducten van beheerde bosgrond en bebost land omvatten.

 

(5)

Specificeer de soorten geoogste houtproducten in de rijen hieronder (onder “Voor elke andere relevante parameter een rij toevoegen”).

 

(6)

Invullen met Ja/Nee

 

(7)

Geef de bijkomende afwijkende waarden aan voor parameters die worden gebruikt in de modellen voor verschillende sectoren.

 

(8)

Een eventuele actualisering van dit referentiejaar voor het uitdrukken van de monetaire waarden vindt alleen plaats op basis van de aanbevelingen van de Commissie voor geharmoniseerde waarden voor de belangrijkste supranationaal vastgestelde parameters overeenkomstig artikel 38, lid 3, van deze verordening.

Tabel 4: Informatieblad over het model

 

Naam van het model (afkorting)

 

Volledige naam van het model

 

Versie en status van het model

 

Datum van laatste herziening

 

URL van beschrijving van het model

 

Soort model

 

Samenvatting

 

Beoogd toepassingsgebied

 

Beschrijving van belangrijkste categorieën inputgegevens en gegevensbronnen

 

Validering en evaluatie

 

Outputhoeveelheden

 

Bestreken BKG

 

Bestreken sectoren

 

Geografische reikwijdte

 

Dekking in de tijd (bv. tijdstappen, tijdspanne)

 

Andere modellen die met dit model interageren, en soort interactie (bv. gegevensinvoer naar dit model, gebruik van gegevensoutput van dit model)

 

Input uit andere modellen

 

Verwijzingen naar de beoordeling en de technische verslagen die aan de prognoses en de gebruikte modellen ten grondslag liggen

 

Modelstructuur (indien schematisch, bijvoegen bij het model)

 

Opmerkingen of overige relevante informatie

 

Voetnoten:

De lidstaten mogen deze tabel reproduceren voor het rapporteren van bijzonderheden over afzonderlijke modellen of submodellen die zijn gebruikt voor BKG-prognoses.

Tabel 5a: Prognoses van de gerapporteerde emissies en verwijderingen uit de LULUCF-sector per gas en boekhoudcategorie zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2018/841 (te rapporteren indien tabel 1b niet volledig wordt ingevuld)

 

Categorie

CO2 (kiloton)

CH4 (kiloton)

N2O (kiloton)

Totale BKG-emissies (kiloton CO2-eq.)

 

referentiejaar van de prognose

t - 5 (1)

t

t+5

t+10

t+15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t+5

t+10

t+15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t+5

t+10

t+15

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t+5

t+10

t+15

Beheerde bosgrond

                                               

Bosgrond die bosgrond blijft

                                               

Bebost land

                                               

Bouwland dat in bosgrond wordt omgezet

                                               

Grasland dat in bosland wordt omgezet

                                               

Wetland dat in bosgrond wordt omgezet

                                               

Woongebieden die in bosgrond worden omgezet

                                               

Overig land dat in bosgrond wordt omgezet

                                               

Ontbost land

                                               

Bosgrond die in bouwland wordt omgezet

                                               

Bosgrond die in grasland wordt omgezet

                                               

Bosgrond die in wetland wordt omgezet

                                               

Bosgrond die in woongebieden wordt omgezet

                                               

Bosgrond die in overig land wordt omgezet

                                               

Beheerd bouwland

                                               

Bouwland dat bouwland blijft

                                               

Grasland dat in bouwland wordt omgezet

                                               

Wetland dat in bouwland wordt omgezet

                                               

Woongebieden die in bouwland worden omgezet

                                               

Overig land dat in bouwland wordt omgezet

                                               

Bouwland dat in wetland wordt omgezet

                                               

Bouwland dat in woongebieden wordt omgezet

                                               

Bouwland dat in overig land wordt omgezet

                                               

Beheerd grasland

                                               

Grasland dat grasland blijft

                                               

Bouwland dat in grasland wordt omgezet

                                               

Wetland dat in grasland wordt omgezet

                                               

Woongebieden die in grasland worden omgezet

                                               

Overig land dat in grasland wordt omgezet

                                               

Grasland dat in wetland wordt omgezet

                                               

Grasland dat in woongebied wordt omgezet

                                               

Grasland dat in overig land wordt omgezet

                                               

Beheerd wetland

                                               

Wetland dat wetland blijft

                                               

Woongebied dat in wetland wordt omgezet

                                               

Overig land dat in wetland wordt omgezet

                                               

Wetland dat in woongebied wordt omgezet

                                               

Wetland dat in overig land wordt omgezet

                                               

Geoogste houtproducten

                                               

Beheerde bosgrond

                                               

Bebost land

                                               

Voetnoten:

 

(1)

Waarden voor t - 5 worden alleen verstrekt wanneer t - 5 na het referentiejaar van de prognose ligt.

Tabel 5b: Prognoses van geboekte emissies en verwijderingen uit de LULUCF-sector overeenkomstig Verordening (EU) 2018/841 en de sector waarvoor de inspanningsverdeling geldt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/842 (1) (2)

 

Categorie

2021-2025

2026-2030

 

Totale cumulatieve emissies/verwijderingen

(kiloton CO2-eq.)

Totale cumulatieve emissies/verwijderingen

(kiloton CO2-eq.)

Sectoren waarvoor de inspanningsverdeling geldt (3)

   

LULUCF: Bebost land

   

LULUCF: Ontbost land

   

LULUCF: Beheerd bouwland

   

LULUCF: Beheerd grasland

   

LULUCF: Beheerde bosgrond, met inbegrip van geoogste houtproducten (4)

   

LULUCF: Beheerde bosgrond, met inbegrip van geoogste houtproducten met aanname van instantane oxidatie

   

LULUCF: Beheerd wetland (5)

   

Voetnoten:

 

(1)

De boekhoudcategorieën voor LULUCF zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2018/841.

 

(2)

Geboekte LULUCF-emissies voor Beheerde bosgrond zijn gerapporteerde emissies/verwijderingen ten opzichte van het referentieniveau, berekend overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2018/841. De rapportering van deze geboekte waarden is alleen verplicht bij toepassing op de referentieniveau voor bossen zoals bepaald in de krachtens artikel 8, leden 8 en 9, van Verordening (EU) 2018/841 vastgestelde gedelegeerde handeling, voor de desbetreffende periode (2021-2025, 2026-2030).

 

(3)

Emissies die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2018/842 vallen.

 

(4)

De boekhouding van deze categorie voor de verbintenisperiode 2026-2030 zal alleen mogelijk zijn wanneer de definitieve referentieniveaus voor bossen beschikbaar zijn.

 

(5)

De boekhouding van deze categorie is vanaf 2026 verplicht, ongeacht een eventueel uitstel op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) 2018/841. Lidstaten die niet voornemens zijn deze categorie te kiezen voor de boekhouding in de periode 2021-2025, gebruiken de code “niet gekozen” voor die periode.

Tabel 6: Resultaten van de gevoeligheidsanalyse (voor elk berekend gevoeligheidscenario in te dienen)

 

Categorie

BKG-emissies/-verwijderingen (kiloton CO2-eq.)

 

referentiejaar van de prognose

t - 5

t

t + 5

t + +10

t + +15

Totaal exclusief LULUCF

           

Totaal ETS stationair

           

Totaal inspanningsverdeling (ESR)

           

LULUCF (gerapporteerd)

           

Rijen toevoegen voor andere relevante sectoren/categorieën (indien beschikbaar)

           

Tabel 7: De belangrijkste parameters waarin in de gevoeligheidsanalyse variaties werden aangebracht

(indienen voor elk berekend gevoeligheidsscenario). Alleen de parameters waarin in een specifiek scenario variaties werden aangebracht, moeten worden gerapporteerd.

 

Parameterwaarden in het gevoeligheidsscenario

 

Jaar

Waarden

Standaardeenheid

 

Parameter waarin variaties werden aangebracht (1)

Basis=referentiejaar

Basis=referentiejaar

t - 5

t

t + 5

t + 10

t + 15

Opmerking ter indicatie

Algemene parameters en variabelen

                   

Bevolkingscijfer

               

Telling

 

Bruto binnenlands product (bbp)

Reële groei

               

%

 

Constante prijzen

               

EUR miljoen

EUR (2016) (2)

Bruto toegevoegde waarde - totaal

               

EUR miljoen

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - landbouw

               

EUR miljoen

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - bouw

               

EUR miljoen

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - diensten

               

EUR miljoen

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - energiesector

               

EUR miljoen

EUR (2016)

Bruto toegevoegde waarde - industrie

               

EUR miljoen

EUR (2016)

Internationale (groothandels)prijzen voor brandstofinvoer

Steenkool

               

EUR/GJ

EUR (2016)

                 

EUR/toe

EUR (2016)

Ruwe olie

               

EUR/GJ

EUR (2016)

                 

EUR/toe

EUR (2016)

Aardgas

               

EUR/GJ

EUR (2016)

                 

EUR/toe

EUR (2016)

EU-ETS koolstofprijs

               

EUR/emissierecht

EUR (2016)

Aantal graaddagen (HDD)

               

Telling

 

Aantal koeldagen (CDD)

               

Telling

 

Aantal passagierskilometers (alle vervoerswijzen)

               

miljoen pkm

 

Tonkilometers vrachtvervoer (alle vervoerswijzen)

               

miljoen tkm

 

(Rijen toevoegen voor andere parameters waarin variates werden aangebracht)

                   

Voetnoot: aan het einde van de tabel rijen toevoegen voor andere parameters waarin variaties werden aangebracht. Regels waarvoor geen variaties in de parameters werden aangebracht leeg laten.

 

(1)

Aangeven met Ja / Nee.

 

(2)

Een eventuele actualisering van dit referentiejaar voor het uitdrukken van de monetaire waarden vindt alleen plaats op basis van de aanbevelingen van de Commissie voor geharmoniseerde waarden voor de belangrijkste supranationaal vastgestelde parameters overeenkomstig artikel 38, lid 3, van deze verordening.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.