Gemeenschappelijk Optreden 2006/419/GBVB van de Raad van 12 juni 2006 ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de VN en in het kader van de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens
17.6.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 165/30 |
GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2006/419/GBVB VAN DE RAAD
van 12 juni 2006
ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en in het kader van de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens aangenomen, waarvan hoofdstuk III een lijst van maatregelen ter bestrijding van deze verspreiding bevat die zowel binnen de EU als in derde landen dienen te worden genomen. |
(2) |
De Unie geeft momenteel actief uitvoering aan deze strategie en aan de in hoofdstuk III ervan genoemde maatregelen, met name via de financiering van specifieke projecten die worden uitgevoerd door multilaterale instellingen, de verstrekking van technische bijstand en deskundigheid aan staten die behoefte hebben aan een breed scala van non-proliferatiemaatregelen, en bevordering van de rol van de VN-Veiligheidsraad. |
(3) |
De VN-Veiligheidsraad heeft op 28 april 2004 met eenparigheid van stemmen Resolutie 1540 (2004) aangenomen; dit is het eerste internationale instrument dat op geïntegreerde en alomvattende wijze massavernietigingswapens, de overbrengingsmiddelen ervoor en daarvoor bestemde materialen bestrijkt. Er worden dwingende verplichtingen voor alle staten vastgesteld om te voorkomen dat niet-overheidsactoren toegang krijgen tot dergelijke wapens en daarvoor bestemd materiaal. |
(4) |
In Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad wordt de staten verzocht bij het door deze resolutie ingestelde Comité van de Veiligheidsraad (hierna „Comité 1540” genoemd) een verslag in te dienen over de maatregelen die zij hebben genomen of van plan zijn te nemen tot uitvoering van de resolutie. Het voorzitterschap heeft derhalve namens de EU op 28 oktober 2004 het verslag van de Europese Unie over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad ingediend, en de EU-lidstaten hebben elk afzonderlijk hun verslag doen toekomen. |
(5) |
De EU heeft bij derde staten demarches ondernomen om de indiening van nationale verslagen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad aan te moedigen. De opstelling van deze nationale verslagen vereist een aanzienlijke inspanning en een technische kennis van deze staten. Derhalve kunnen technische bijstand en uitwisseling van ervaringen met de opstelling van nationale verslagen en de aanneming van maatregelen ter uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad er rechtstreeks toe bijdragen dat de verslagleggingsverplichting uit hoofde van deze resolutie beter wordt gehonoreerd en de resolutie daadwerkelijk wordt uitgevoerd. |
(6) |
De VN-Veiligheidsraad heeft op 27 april 2006 met eenparigheid van stemmen Resolutie 1673 (2006) aangenomen, waardoor het mandaat van het Comité 1540 met twee jaar wordt verlengd, en hij heeft besloten dat het Comité zijn inspanningen ter bevordering van de volledige uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad moet opvoeren door middel van een werkprogramma, outreach-activiteiten, bijstand en samenwerking. Hij heeft het Comité 1540 tevens verzocht om met de staten en internationale, regionale en subregionale organisaties na te gaan of ervaringen kunnen worden uitgewisseld en er programma's beschikbaar zijn die de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad kunnen vergemakkelijken. |
(7) |
In het verslag van Comité 1540 werd aanbevolen de regionale en subregionale outreach-activiteiten te verruimen en te intensiveren, teneinde de staten op gestructureerde wijze sturing te geven bij het nakomen van de verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad; hierbij dient er rekening mee te worden gehouden dat 62 staten nog steeds hun eerste nationale verslag moeten indienen en dat 55 staten die hun eerste nationale verslag hebben ingediend, nog de aanvullende gegevens en verduidelijkingen moeten verstrekken waar het Comité 1540 om heeft gevraagd. |
(8) |
In het verslag van het Comité 1540 wordt tevens geconcludeerd dat, buiten de landen die geen verslag hebben ingediend, 32 staten in hun nationale verslag om bijstand hebben verzocht bij de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad. |
(9) |
De Veiligheidsraad heeft op 9 juni 2004 het VN-departement Ontwapening (VN-secretariaat) opdracht gegeven het Comité 1540 en zijn deskundigen inhoudelijk en logistieke ondersteuning te verlenen. |
(10) |
In de financiële en administratieve kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de VN wordt voor beide partijen een kader vastgesteld om hun samenwerking te verbeteren, onder andere door een programmapartnerschap. Deze kaderovereenkomst moet worden uitgevoerd door middel van de bijdrageovereenkomst als omschreven in dit gemeenschappelijk optreden. |
(11) |
De Commissie wordt belast met het toezicht op de correcte implementatie van de financiële bijdrage van de EU, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.In overeenstemming met de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, die ten doel heeft de rol van de VN-Veiligheidsraad te bevorderen en zijn deskundigheid te vergroten om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen inzake proliferatie, steunt de EU de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad.
-
2.De projecten ter ondersteuning van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad, die aansluiten bij maatregelen van de EU-strategie, zijn erop gericht:
— |
de verplichtingen in verband met Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad en het belang van dit internationale non-proliferatie-instrument meer onder de aandacht te brengen; |
— |
de nationale bestuurlijke capaciteiten voor de opstelling van nationale verslagen over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad te helpen versterken in derde landen uit drie regio's (Azië en de Stille Oceaan, Afrika, en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied). |
In de bijlage gaat een nadere omschrijving van bovenbedoelde projecten.
Artikel 2
-
1.Het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB, draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden. De Commissie wordt ten volle bij de werkzaamheden betrokken.
-
2.De Commissie oefent toezicht uit op de correcte implementatie van de financiële bijdrage als bepaald in artikel 3.
-
3.De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten wordt toevertrouwd aan het VN-secretariaat (departement Ontwapening) (hierna „VN-secretariaat (DDA)” genoemd). In deze hoedanigheid voert het deze taak uit onder verantwoordelijkheid van het voorzitterschap en onder toezicht van de SG/HV. Daartoe treft de SG/HV de nodige regelingen met het VN-secretariaat (DDA).
Artikel 3
-
1.Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten bedraagt 195 000 EUR.
-
2.De in lid 1 genoemde uitgaven die gefinancierd worden uit de algemene begroting van de Europese Unie, worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van de Gemeenschap die van toepassing zijn op de begroting, met dien verstande dat eventuele voorfinanciering niet het eigendom van de Gemeenschap blijft.
-
3.Voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde uitgaven sluit de Commissie een bijdrageovereenkomst met het VN-secretariaat (DDA) overeenkomstig de voorschriften en regels van deze organisatie. Daarin wordt bepaald dat het VN-secretariaat (DDA) er zorg voor draagt dat de EU-bijdrage zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.
Artikel 4
Het voorzitterschap, bijgestaan door het secretariaat-generaal van de Raad/de hoge vertegenwoordiger voor het GBVB, brengt bij de Raad verslag uit over de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden op basis van regelmatige verslagen die door het VN-secretariaat (DDA) worden opgesteld. De Commissie wordt hier volledig bij betrokken en verstrekt informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten.
Artikel 5
Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.
Het verstrijkt op 12 juni 2008.
Artikel 6
Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 12 juni 2006.
Voor de Raad
De voorzitster
-
U.PLASSNIK
BIJLAGE
EU-STEUN AAN DE UITVOERING VAN RESOLUTIE 1540 (2004) VAN DE VEILIGHEIDSRAAD VAN DE VERENIGDE NATIES
-
1.Omschrijving
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 28 april 2004 met eenparigheid van stemmen Resolutie 1540 (2004) aangenomen; dit is het eerste internationale instrument dat op geïntegreerde en alomvattende wijze massavernietigingswapens, de overbrengingsmiddelen ervoor en daarvoor bestemde materialen bestrijkt. Alle EU-lidstaten waren een groot voorstander van dit non-proliferatie-instrument. De resolutie voorzag in de oprichting van een Comité van de Veiligheidsraad dat werd belast met de verslaglegging aan de Veiligheidsraad over de uitvoering van de resolutie op basis van nationale verslagen. De nationale verslagen moeten betrekking hebben op de maatregelen die de staten hebben genomen of van plan zijn te nemen voor de uitvoering van de resolutie.
De EU heeft bij derde staten demarches ondernomen om de indiening van nationale verslagen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad aan te moedigen. In de resolutie van de VN-Veiligheidsraad wordt erkend dat sommige staten mogelijkerwijs hulp nodig hebben bij de uitvoering van de bepalingen van deze resolutie. Derhalve kunnen technische bijstand en de uitwisseling van ervaringen met de opstelling van nationale verslagen en de aanneming van maatregelen tot uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad er rechtstreeks toe bijdragen dat de verslagleggingsverplichting uit hoofde van deze resolutie beter wordt gehonoreerd en de resolutie daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
De VN-Veiligheidsraad heeft op 27 april 2006 met eenparigheid van stemmen Resolutie 1673 (2006) van de VN-Veiligheidsraad aangenomen, waarin wordt besloten dat het Comité 1540 zijn inspanningen ter bevordering van de volledige uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad moet opvoeren door middel van outreach-activiteiten, bijstand en samenwerking. In zijn verslag van april 2006 concludeert het Comité 1540 dat de 62 staten die hun eerste nationale verslag nog moeten indienen en de 55 staten die, ofschoon zij dat al gedaan hebben, nog aanvullende informatie en verduidelijking moeten geven, zich voornamelijk in drie geografische zones bevinden (Afrika, het Caribisch gebied en de zuidelijke Stille Oceaan) en dat de lacunes in de nationale verslagen bepaalde regionale patronen volgen. Derhalve moeten activiteiten ter ondersteuning van staten bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad worden toegespitst op regio's en gebieden waar specifieke behoeften zijn vastgesteld.
-
2.Beschrijving van de projecten
De projecten ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad zijn gericht op drie aspecten van de uitvoering: de eisen en verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad meer onder de aandacht brengen, de nationale capaciteiten voor de opstelling van nationale verslagen over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad helpen versterken in drie doelregio's (Azië en de Stille Oceaan, Afrika, en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied), en ervaringen uitwisselen met betrekking tot de vaststelling van de vereiste nationale maatregelen voor de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad.
In de projecten moet rekening worden gehouden met de conclusies en aanbevelingen van het verslag van het Comité van de Veiligheidsraad dat overeenkomstig Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad is ingesteld, met name wat betreft de regionale behoeften en lacunes bij de uitvoering van deze resolutie, alsmede, in voorkomend geval, met de behoefte aan technische bijstand van sommige landen. Om EU-steun te kunnen genieten is het absoluut noodzakelijk dat bij het Comité van de Veiligheidsraad officieel blijk wordt gegeven van belangstelling om een outreach-activiteit in een van de doelregio's te organiseren.
Project met betrekking tot Azië-de Stille Oceaan
Het project bestaat voornamelijk in het organiseren van een outreach-activiteit, in de vorm van een seminar, teneinde de verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad meer onder de aandacht te brengen en de nationale capaciteiten voor de uitvoering van deze resolutie in de doelstaten te helpen versterken. Het seminar kan leiden tot het in kaart brengen van bijstandsbehoeften waarop verder kan worden ingespeeld door middel van toekomstige EU-initiatieven op het gebied van technische bijstand. In de begunstigde landen moet de aandacht uitgaan naar deelnemers op beleidsbepalingsniveau. In de agenda van de outreach-activiteit moeten de regionale kenmerken inzake de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad tot uiting komen, en moeten de algemene doelstellingen van het gemeenschappelijk optreden worden geëerbiedigd.
China heeft bij het Comité van de Veiligheidsraad belangstelling getoond om nog in de eerste helft van 2006 een regionaal seminar over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad te organiseren, met bijzondere aandacht voor exportcontroles.
Project met betrekking tot Afrika
Het project bestaat voornamelijk in het organiseren van een outreach-activiteit, in de vorm van een seminar, teneinde de verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad meer onder de aandacht te brengen en de nationale capaciteiten voor de uitvoering van deze resolutie in de doelstaten te helpen versterken. Het seminar kan leiden tot het in kaart brengen van bijstandsbehoeften waarop verder kan worden ingespeeld door middel van toekomstige EU-initiatieven op het gebied van technische bijstand. In de begunstigde landen moet de aandacht uitgaan naar deelnemers op beleidsbepalingsniveau. In de agenda van de outreach-activiteit moeten de regionale kenmerken inzake de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad tot uiting komen, en moeten de algemene doelstellingen van het gemeenschappelijk optreden worden geëerbiedigd.
Ghana heeft positief gereageerd op in het Comité van de Veiligheidsraad geformuleerd verzoek om een regionaal seminar over de uitvoering van Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad te organiseren; dit seminar zal op zijn vroegst eind 2006 plaatsvinden.
Project met betrekking tot Latijns-Amerika en het Caribisch gebied
Het project bestaat voornamelijk in het organiseren van een outreach-activiteit, in de vorm van een seminar, teneinde de verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad meer onder de aandacht te brengen en de nationale capaciteiten voor de uitvoering van deze resolutie in de doelstaten te helpen versterken. Het seminar kan leiden tot het in kaart brengen van bijstandsbehoeften waarop verder kan worden ingespeeld door middel van toekomstige EU-initiatieven op het gebied van technische bijstand. In de begunstigde landen moet de aandacht uitgaan naar deelnemers op beleidsbepalingsniveau. In de agenda van de outreach-activiteit moeten de regionale kenmerken inzake de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad tot uiting komen, en moeten de algemene doelstellingen van het gemeenschappelijk optreden worden geëerbiedigd.
Peru heeft zich bereid verklaard om eind 2006 een regionaal seminar over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad te organiseren.
Projectresultaten:
— |
een grotere bewustwording in de doelstaten en -regio's van hun verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad en van de mogelijkheden voor technische bijstand; |
— |
de nationale bestuurlijke capaciteiten voor de verslaglegging over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad in de doelstaten en -regio's helpen versterken; |
— |
de opstelling van verslagen over de stand van zaken bij de outreach-activiteiten, bijvoorbeeld seminars en een beoordelingsdocument inzake behoeften aan technische bijstand. |
-
3.Duur
De totale duur van de projecten wordt op 24 maanden geraamd.
-
4.Begunstigden
De begunstigden van het seminar zijn voornamelijk landen uit drie doelregio's die hun nationale verslagen over de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad niet hebben ingediend. Staten die reeds aan hun verslagleggingsverplichting uit hoofde van Resolutie 1540 (2004) van de VN-Veiligheidsraad hebben voldaan maar nog niet de aanvullende gegevens of verduidelijkingen hebben verstrekt waar het Comité van de Veiligheidsraad om heeft gevraagd, moeten ook in aanmerking worden genomen.
De definitieve keuze van begunstigden zal worden gemaakt door het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger via diens persoonlijke vertegenwoordiger inzake non-proliferatie van massavernietigingswapens, op voorstel van het uitvoeringsorgaan overeenkomstig artikel 2, lid 3, van dit gemeenschappelijk optreden.
De eventuele donoren van regionale en extraregionale technische bijstand, alsmede betrokken internationale, regionale en subregionale organisaties, worden eveneens verzocht deel te nemen.
-
5.Uitvoeringsorgaan
Aan het VN-secretariaat (departement Ontwapening) wordt de technische uitvoering van de projecten toevertrouwd in het kader van de politieke coördinatie door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger via diens persoonlijke vertegenwoordiger inzake non-proliferatie van massavernietigingswapens. Het VN-secretariaat (DDA) zal een overeenkomst inzake gastlandsteun ondertekenen met de staten die als gastland worden aangemerkt. Het gastland zal aan de uitvoering van het project deelnemen. De aanbesteding van goederen, werken of diensten door het VN-secretariaat (DDA) in de gastlanden in het kader van dit gemeenschappelijk optreden geschiedt volgens de toepasselijke VN-regels en -procedures, als beschreven in de EU-bijdrageovereenkomst met het VN-secretariaat (departement Ontwapening).
-
6.Geraamde financiële bijdrage van de EU
De projecten worden gecofinancierd door de EU en andere donoren. De EU moet zich toespitsen op uitgaven in verband met de deelname van doelstaten aan de seminars, alsmede op conferentie-uitgaven en uitgaven voor deskundigen. Uitgaven van betrokken regionale en subregionale organisaties kunnen ook worden gefinancierd, voor zover deze rechtstreeks verband houden met de deelname aan en de organisatie van activiteiten in het kader van de projecten. Het VN-secretariaat (departement Ontwapening) is verantwoordelijk voor de algemene coördinatie van de bijdragen van andere donoren die de resterende kosten van de projecten zullen financieren. Sommige donoren kunnen hun bijdrage aan de uitvoering van het project rechtstreeks aan het gastland doen toekomen. De totale financiële bijdrage van de EU aan de uitvoering van projecten in Azië en de Stille Oceaan, Afrika, en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied wordt geraamd op 195 000 EUR. De overdracht van middelen van het ene project naar het andere is toegestaan indien specifieke behoeften in geselecteerde regio's dit rechtvaardigen.
Voorts is er een noodreserve voor onvoorziene uitgaven opgenomen ten belope van ongeveer 3 % van de in aanmerking komende kosten (in totaal 3 395 EUR).
-
7.Financieel referentiebedrag voor de kosten van de projecten
De totale kosten van de projecten bedragen 195 000 EUR.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.