Integratieproblemen en werkloosheid aanpakken

Met dank overgenomen van Tweede Kamerfractie Groep-Bontes/Van Klaveren (GrBvK) i, VoorNederland (VNL) i, gepubliceerd op dinsdag 1 december 2015, 11:40.

Voorzitter, professor Huntington stelde in de jaren negentig al: “integratie zal één van de belangrijkste vraagstukken van onze moderne tijd zijn. Het hangt met alles samen: immigratiebeleid, botsende culturen, radicalisering en meer fundamenteel: de toekomst van Westerse samenlevingen”. Om te weten waar we heen gaan is het ook altijd goed om te kijken waar we vandaan komen en hoe we in de huidige situatie terecht zijn gekomen.

Voorzitter, in 1985 werd voor het eerst in de wet gesproken over ‘voldoende inburgering’. Dit hing toen nog direct samen met het verkrijgen van het Nederlanderschap. Het was voldoende als men ‘redelijke’ kennis van de Nederlandse taal had en zich in de samenleving had doen opnemen. Wat dit precies inhield, werd echter nooit uitgewerkt. Wat wel expliciet werd genoemd, is dat de schriftelijke taalkennis werd uitgesloten. Een kort gesprekje met een gemeenteambtenaar was voldoende.

Het was wettelijk zelfs toegestaan om te concluderen dat ouderen, analfabeten en mensen met een beperkte opleiding voldoende waren ingeburgerd, ook, bij slechte beheersing van de taal. Hoe giftig cultuurrelativisme kan zijn, blijkt uit het gegeven dat aan vrouwen nog lagere eisen gesteld konden worden omdat - en ik citeer, “de rol die vrouwen in sommige culturen nu eenmaal hebben”, de uiteindelijke naturalisatie niet in de weg mocht staan, aldus de handleiding van de rijkswet uit 1985.

Het was de omgekeerde wereld. Niet de immigranten pasten zich aan Nederland aan, maar Nederland paste zich aan de cultuur van de immigranten aan, en nog wel op een kernwaarde van onze samenleving: de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Hier bleef het helaas niet bij. Zo stelden de Partij van de Arbeid in 1996 dat de schriftelijke beheersing van de taal door immigranten helemaal niet nodig was. Voor de PvdA was alfabetisering blijkbaar niet nodig om mee te draaien in een moderne samenleving. Schrijven en lezen waren in de ogen van deze partij een overbodige luxe.

Helaas waren er meer partijen die cultuurrelativisme belangrijker achten dan zelfredzaamheid en werkelijke integratie. Zo stelden D66 en GroenLinks dat kennis van de samenleving helemaal niet nodig was. Zaken als de vrijheid van meningsuiting, de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, hetero’s en homo’s en de scheiding van kerk en staat waren niet relevant in de ogen van deze partijen.

Als het aan links lag, kon je als immigrant prima en volwaardig burger worden zonder dat je kon schrijven, lezen of ook maar enig idee had van de hier geldende waarden en normen. Welkom in Nederland.

Voorzitter, de gevolgen van dit desastreuze beleid zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar. Een enorme oververtegenwoordiging van niet-Westerse allochtonen in de bijstand, schooluitval en criminaliteit. Maar zeker ook taalachterstanden, de botsende opvattingen ten opzichte van Westerse kernwaarden, het feit dat er zelfs jongeren uit Nederland zijn die zich vrijwillig aansluiten bij jihadistische organisaties in het Midden-Oosten, illustreren het enorme probleem. Dit in combinatie met een immigratierecord en de tienduizenden asielzoekers die ons land binnenkomen, vormt een gevaarlijke cocktail.

En het establishment, voorzitter, stelt nog altijd niet de juiste diagnose. Men komt aan met de-radicaliseringstrajecten en sociaal-economische verklaringen voor islamitisch extremisme. Men verspreidt een fabel dat sociale wanhoop de oorzaak is van terreur. Dat de samenleving te weinig heeft gedaan. Men stelt dus eigenlijk dat het de schuld is van onszelf. Voorzitter, een volstrekt onjuiste, maar vooral ook uitermate riskante redenatie.

De Franse integratiedeskundige, mevrouw Malika Sorel, wijst in haar boek ‘De ontbinding van Frankrijk’ op de culturele oorzaak van radicalisering. En wijst de sociaal-economische verklaringen van de hand. En dat doet ze onderbouwd. Het Franse anti-terrorismecentrum UCLAT geeft namelijk aan dat liefst 67 procent van jihadisten uit het Westen afkomstig zijn uit de middenklasse. Niet de onderklasse.

Het is geen materiële kwestie, het gaat om cultuur. Een botsing der beschavingen. Want waarom doen Japanners en Zuid-Koreanen het vaak uitstekend in onze samenleving en Somaliërs en Marokkanen vaak niet? Kan de minister daar op ingaan? En, Voorzitter, zeker niet allemaal maar grote groepen islamitische immigranten staan afwijzend tegenover het Westen.

En in die afwijzing nog eens versterkt worden door een establishment dat voortdurend wijst op zogenaamd slachtofferschap van immigranten. Bij werkloosheid, bij criminaliteit en zelfs het deelnemen aan de jihad horen we journalisten, politici en sociale wetenschappers wijzen op de fouten van de Westerse samenleving. Op discriminatie en uitsluiting.

Voorzitter, de verantwoordelijkheid van de immigrant wordt bij hem weggehaald. Hij is immers een slachtoffer. En juist dit slachtoffer-denken is de beste brandstof voor wrok en haat. Gevoeld door de immigrant, gepredikt door een laffe politiek die niet houdt van de eigen cultuur en daarom de immigrant eigenlijk niets te bieden heeft. En daarom ook geen antwoord heeft op dit groeiende probleem.

Voorzitter, wat Nederland, en het hele Westen, moet doen is haar open en vrije samenleving beschermen. Maar vrijheid is iets anders dan vrijblijvenheid, waar ik in het begin van mijn betoog reeds op wees. Stel zware eisen, onder meer op het gebied van taal, en integreer immigranten daadwerkelijk. Stop met de prediking van slachtofferschap. Treedt hard op bij criminaliteit en overtredingen. Voer een Australisch immigratiemodel in. Vang asielzoekers enkel op in de eigen regio. Onderwijs alle jeugd de meerwaarde en verworvenheden van het Westen. Zet mensen uit die hier niet willen zijn of oproepen tot geweld en extremisme en voer opnieuw de dienstplicht in. De sociale stabiliteit van het land staat op het spel. Graag een reactie van de minister op de aangedragen maatregelen.

Voorzitter, een ander zeer groot probleem is de torenhoge werkloosheid. Nog steeds hebben we meer dan 600.000 werklozen in Nederland, alle banenplannen en re-integratietrajecten ten spijt. Als dit kabinet daadwerkelijk wil zorgen voor minder werklozen en meer economische groei dan moet zij de belastingen fors verlagen, dereguleren en het geld teruggeven aan de burger. Het beste banenplan is verlaging van de belastingen.

Werk toe naar een vlaktaks van 23 procent, uniformeer de BTW-tarieven op 15 procent, verlaag de tarieven in de vennootschapsbelasting, verlaag de accijnzen en flexibilseer de arbeidsmarkt. En het kan voorzitter, onze fiscale plannen zijn keurig doorgerekend door het CPB. Maar voorzitter, dit kabinet kiest niet voor economische groei en werkgelegenheid maar voor links gedefinieerde rechtvaardigheid. Voor bijstand, voor toeslagen en voor aanvullingen. Dit kabinet houdt deze mensen gevangen in hun inkomensgroep. Meer werken betekent immers het verlies van toeslagen. Dit kabinet doet niets om de marginale druk te verlagen. En dat is kwalijk.

Voorzitter, mijn fractie pleit voor de ontmanteling van het toeslagencircus, voor het werkelijk lonend maken van meer werken, voor economische groei en dus voor veel meer banen door het fors verlagen van de belastingen. Voorzitter, ik rond af. Nederland heeft behoefte aan een heldere en stevige koers op het gebied van integratie. Nederland heeft behoefte aan meer banen, aan veel lagere belastingen en aan veel meer economische vrijheid. Kortom, Nederland heeft behoefte aan een ander kabinet.

Dank u wel.