Investeren in Europese projecten: Raad en Parlement komen regels overeen voor Europees Fonds voor strategische investeringen

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op donderdag 28 mei 2015.

Het Letse voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement hebben op 28 mei 2015 een voorlopig akkoord bereikt over een Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), dat de economie moet stimuleren.

Het akkoord moet nog worden bevestigd door de Raad zodra de volledige tekst van de verordening op technisch niveau is afgerond. Vervolgens zal de verordening naar het Europees Parlement gaan voor een stemming in eerste lezing, en naar de Raad voor de definitieve aanneming.

"Het positieve resultaat van vandaag zal ons helpen om in juni een algemeen akkoord te bereiken en zal de weg vrijmaken voor nieuwe investeringen, die reeds deze zomer van start kunnen gaan", aldus Jānis Reirs, de Letse minister van Financiën en voorzitter van de Raad.

Het akkoord werd bereikt tijdens een trialoogvergadering in Brussel. Het voorzitterschap en het Parlement zijn sinds 23 april 2015 in 8 trialogen bijeengekomen, en kwamen hun respectieve onderhandelingsstandpunten in maart en april overeen.

Een breed scala aan projecten

Het EFSI zal worden opgezet binnen de Europese Investeringsbank, door middel van een overeenkomst tussen de Commissie en de EIB. Voor een initiële investeringsperiode van 3 jaar zal uit het fonds steun worden verleend aan projecten in zeer uiteenlopende domeinen, waaronder vervoer, energie en breedbandinfrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg, onderzoek en risicofinanciering voor kleine en middelgrote ondernemingen. Het fonds zal gericht zijn op in maatschappelijk en economisch opzicht haalbare projecten zonder sectorale of regionale onderverdeling, met name om marktfalen aan te pakken. Het EFSI zal de lopende EU-programma's en traditionele activiteiten van de EIB vervolledigen en aanvullen.

Levensduur van het fonds

Vóór het einde van de initiële investeringsperiode zal de Commissie een onafhankelijke evaluatie voorleggen, waarin wordt nagegaan of het EFSI de doelstellingen van de verordening heeft bereikt. Op basis van de conclusies van haar verslag zal de Commissie een voorstel indienen om een nieuwe investeringsperiode te bepalen, of om het EFSI te beëindigen.

Financiering

Het fonds zal worden opgebouwd uit € 16 miljard aan garanties uit de EU-begroting en € 5 miljard van de EIB. Om de betaling van potentiële garantieverzoeken te vergemakkelijken, zal er een garantiefonds worden opgezet. Dat zal geleidelijk aangroeien tot € 8 miljard in 2020 (d.w.z. 50% van de totale garantieverplichtingen van de EU).

De EU-financiering zal afkomstig zijn uit een herschikking van middelen uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (vervoer, energie en digitale netwerken) en het programma Horizon 2020 (onderzoek en innovatie), en ook uit niet-gebruikte marges in de jaarlijkse begroting van de EU. Het voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement zijn echter overeengekomen dat het financieringsaandeel van niet-gebruikte marges zal worden opgetrokken in vergelijking met wat de Commissie heeft voorgesteld. Op die manier worden de bijdragen van Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) verlaagd.

Over de financiering is de volgende overeenstemming bereikt:

  • De herschikking bedraagt € 5 miljard, waarvan € 2,8 miljard van het CEF en € 2,2 miljard van Horizon 2020;
  • Financiering uit niet-gebruikte marges zal oplopen tot € 3 miljard in de periode 2016-2020. De bron van deze financiering omvat € 543 miljoen en € 457 miljoen die specifiek zijn gereserveerd uit de overkoepelende marge voor vastleggingen voor de begrotingen voor respectievelijk 2014 en 2015.
  • Verlenging van de betalingen tot 2023 voor de voorziening van het EFSI-garantiefonds.

Voorts is afgesproken dat € 500 miljoen van de financiële instrumenten van CEF-vervoer zal worden herschikt voor CEF-vervoerssubsidies.

Het EFSI zal een grotere risicodragende capaciteit hebben. Door een gedeelte van het risico van nieuwe projecten op zich te nemen in de vorm van een eerstverliesblootstelling, zal het fonds particuliere investeerders gunstiger voorwaarden bieden. Het globale multiplicatoreffect van het EFSI zou naar schatting 1:15 in reële investeringen bedragen. Deze hefboomwerking zal uiteindelijk meer dan € 300 miljard aan extra investeringen mogelijk maken, die gedurende de investeringsperiode van 3 jaar kunnen worden gemobiliseerd.

Governance van het fonds

Het EFSI zou een tweeledige governancestructuur krijgen:

  • Een bestuur, dat de algemene strategie, het investeringsbeleid en het risicoprofiel van het fonds zal bepalen. Om de onpartijdigheid van het bestuur te waarborgen en politieke inmenging bij de selectie van projecten te voorkomen, zal het bestuur louter bestaan uit vertegenwoordigers van de Commissie en van de EIB. Hun aantal zal in verhouding staan tot de omvang van de bijdragen van beide instellingen in de vorm van contanten of garanties. Het bestuur zal bij consensus besluiten. Het zal regelmatig overleg plegen met de belanghebbenden.
  • Een onafhankelijk investeringscomité, dat zal uitmaken welke projecten EFSI-steun krijgen. Dit comité, bestaande uit 8 onafhankelijke deskundigen en een directeur, zal verantwoording moeten afleggen aan het bestuur. De directeur zal verantwoordelijk zijn voor het dagelijks bestuur van het EFSI en zal de vergaderingen van het investeringscomité voorbereiden en voorzitten. De besluiten van het investeringscomité worden bij gewone meerderheid genomen. Voor ieder door het EFSI ondersteund project is toestemming van de EIB vereist.

Bijdragen aan het fonds

Lidstaten kunnen bijdragen aan het EFSI in de vorm van garanties of contanten, en derden kunnen bijdragen in contanten. De bijdragen zullen echter geen invloed hebben op de governance van het fonds.

Derden, waaronder nationale stimuleringsbanken van de lidstaten, zullen samen met het EFSI projecten kunnen financieren, op projectbasis of via investeringsplatformen.

Nieuwe projecten in kaart brengen

De verordening voorziet ook in de oprichting van een "Europees investeringsadviescentrum". Dat zal advies verstrekken voor de identificatie, voorbereiding en ontwikkeling van projecten in de hele EU. Ook zal er een "Europees investeringsprojectenportaal" worden opgericht om de kennis bij investeerders over bestaande en toekomstige projecten te vergroten.