Artikel 90: Internationale rechtsorde
De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
De regering i heeft tot taak de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen. Hierbij valt te denken aan
-
-de vreedzame beslechting van internationale geschillen
-
-het waarborgen van mensenrechten
-
-goede verhoudingen met andere staten
-
-goede internationale wetgeving en de naleving daarvan
-
-duurzame internationale vrede en veiligheid.
-
-Nederland als gastland voor internationale hoven en tribunalen
Artikel 90 bevat de algemene bepaling dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert. Hieronder valt bij voorbeeld ook de bevordering van de rechten van de mens.
De regering probeert de internationale vrede en veiligheid te bevorderen en de mensenrechten te beschermen.
Uitleg
Nederland vindt het belangrijk dat alle landen en alle mensen in vrede en veiligheid kunnen leven. De regering moet daarom proberen oorlogen te voorkomen. En als er oorlogen zijn, moet de regering proberen de vrede en veiligheid te herstellen.
Nederland doet dit niet alleen door ons leger te sturen naar gebieden waar oorlog is of dreigt. Nederland doet dit ook door ontwikkelingshulp te geven en de mensenrechten te beschermen.
In Den Haag staat het Internationaal Gerechtshof. Dat is de belangrijkste rechtbank van de Verenigde Naties. Bijna alle landen in de wereld zijn lid van de Verenigde Naties. Het Internationaal Gerechtshof beslist welk land gelijk heeft als twee landen een verschil van mening of ruzie hebben.
De laatste jaren komen er ook steeds meer internationale strafhoven naar Den Haag. Bijvoorbeeld het Joegoslavië-tribunaal.
-
Grondwet en internationale rechtsorde (thema)
De Grondwet wordt vaak de hoogste wet genoemd. Sinds de jaren vijftig erkent de grondwet zelf echter het bestaan van nog hoger recht: het internationaal recht. De introductie van grondwetsbepalingen hierover in 1953 besliste juridische debatten die al lang gaande waren.
Aan dit Lichaam behoort, uitsluitender wijze:
-
a.De Magt van Wetgeving, benevens het verklaren, verbeteren, opschorten en afschaffen der Wetten, alles naar en behoudens het voorschrift der Staatsregeling.
-
b.Het besluiten tot Oorlog.
-
c.Het ratificeeren en bekragtigen van alle Tractaaten en Alliantiën met vreemde Mogendheden.
-
d.Het bepaalen der sterkte, aanwerving, afdanking en bezoldiging der Armeën te Lande, van den aanbouw, het equipeeren der Schepen, en het afdanken der Equipagiën, alsmede het in dienst nemen en licentiëeren van vreemde Troepen.
-
e.Het toestaan van verblijf of doortogt aan vreemde Troepen op of over het grondgebied der Republiek, benevens de toelating van vreemde Zeemagt of gewaapende Scheepen in derzelver Havens, beiden op voordragt van het Uitvoerend Bewind i.
-
f.Het kennis nemen van den Staat van 's Lands Fortificatiën, Magazijnen, Arsenaalen, Werven enz., jaarlijks intezenden door het Uitvoerend Bewind i.
-
g.Het kennis nemen van den staat van 's Lands Financiën; van zes tot zes Maanden, mede door het Uitvoerend Bewind inteleveren.
-
h.Het beëordeelen en vaststellen der jaarlijksche begrootingen van Staatsuitgaven, zoo gewoone als buitengewoone, en het aan zig doen verändwoorden van zoodanige sommen, als het Uitvoerend Bewind, geduurende het afgelopen jaar uit 's Lands Kas ontvangen en uitgegeven heeft.
-
i.Het arresteeren der nodige Reglementen i, betrekkelijk de Algemeene Gewaapende Burgermagt.
-
k.Het bepaalen der Tractementen, Defroijementen, en andere toelagen van alle Ambtenaren, zoo Burgerlijke als Militaire, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, voor zoo veel dezelven bij de Staatsregeling niet bepaald zijn.
-
m.Het, des nodig, maaken van nieuwe Ambten, zoo Burgerlijke als Militaire, met bepaaling van derzelver Tractementen en Voordeelen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind.
-
n.Het maaken van de nodige wetten en bepaalingen omtrend den Muntslag i en het generaale Muntwezen.
-
o.Het vaststellen van algemeene, zoo gewoone als buitengewoone, belastingen, naar het voorschrift der Staatsregeling, en het maaken van Financiëele Inrigtingen.
-
p.Het vaststellen van eenen algemeenen voet op het werk der Posterijen, door de geheele Republiek, en het bepaalen van algemeene voorzieningen dien aangaande.
-
q.Het verleenen van gratie, na ingenomen consideratiën, en op gunstig bericht van den Regter, aan wien de zaak behoort.
-
r.Het toestaan van remissie van gratie aan Schuldenaaren van den Staat.
-
s.Het toeleggen van belooningen, en verleenen van van Pensioenen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, mids volgende het voorschrift art. 57 i en 58 i der Burgerlijke en Staatkundige Grondregelen.
-
t.Eindelijk, het bepaalen en regelen van alles, waarin door de Staatsregeling, en de voorhanden zijnde Wetten, niet mogt voorzien zijn.
Het Staats-Bewind sluit alle Tractaten, het zy van Vrede, Alliantie, Neutraliteit, Koophandel of andere, doch niet dan onder opvolgende bekrachtiging van het Wetgevend Lichaam, met uitzondering echter van zodanige geheime Articulen, als by dezelve Tractaten gevoegd zouden mogen worden, mits dezelve niet strydig zyn, met de openbare Articulen of plaatshebbende Tractaten, en niet strekken tot afstand van eenig Grondgebied der Republiek. Ten aanzien van het verklaren van Oorlog mag hetzelve geen Besluit nemen, zonder Decreet van het Wetgevend Lichaam.
Het regt van bekrachtiging van Tractaten van Vrede, Alliantie en Koophandel, behoort bij uitsluiting aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden. De geheime Artikelen, tot zoodanig een tractaat behoorende, zijn aan deze bekrachtiging niet onderworpen. Deze geheime Artikelen mogen echter niet strijdig zijn met de openbare Artikelen, niet strekken tot afstand van eenig grondgebied van het Bataafsch Gemeenebest.
De Koning bekrachtigt alle Tractaten en Overeenkomsten met vreemde Mogendheden. Dezelve worden als Wetten afgekondigd, na door den Koning aan de Vergadering van Hun Hoog Mogenden te zijn mede gedeeld.
De geheime artikelen zijn onder deze mededeeling niet begrepen: zij mogen echter niet strijdig zijn met de openbare Artikelen.
Aan Hem alleen is, behoudens de kennisgeving daarvan aan de Staten Generaal, opgedragen het regt, om alle verbonden en verdragen te doen sluiten en te bekrachtigen; aan Hem behoort dienvolgens het bestuur der buitenlandsche betrekkingen mitsgaders het benoemen en herroepen van Gezanten en Consuls.
De Koning heeft het bestuur der buitenlandsche betrekkingen. Hij benoemt en herroept de Gezanten en Consuls.
De Koning heeft het opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen.
De Koning heeft het opperbestuur der buitenlandse betrekkingen.
Hij bevordert de ontwikkeling der internationale rechtsorde.
De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.