Artikel 16: Geen straf zonder wet; Nulla poena-beginsel
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
Als een gedraging strafbaar wordt gesteld geldt dat alleen vanaf het moment dat de strafbaarstelling is ingegaan. Dus wie een inmiddels strafbaar feit pleegde voordat het strafbaar was, kan niet worden gestrafd.
Additioneel artikel IX i bepaalt dat artikel 16 niet van toepassing is op de oorlogsmisdrijven tegen de menselijkheid, bedoeld in het Besluit Buitengewoon Strafrecht.
Geen enkele gedraging mag met terugwerkende kracht strafbaar worden gesteld. Dit beginsel vindt men ook terug in artikel 1, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Additioneel artikel IX i bepaalt dat artikel 16 niet van toepassing is op de oorlogsmisdrijven tegen de menselijkheid, bedoeld in het Besluit Buitengewoon Strafrecht.
De overheid mag een burger alleen straffen voor zaken die in de wet staan.
Uitleg
De overheid kan je alleen straffen voor zaken die in de wet staan. Dit is een belangrijk principe van onze rechtsstaat. Waarom?
Ten eerste heb je er als burger recht op om vooraf te weten wat wel en niet mag. Daarom moet precies in de wet staan wat niet mag. Staat in de wet dat iets niet mag en je doet het toch, dan mag de rechter je straffen.
Ten tweede mag de rechter je alleen straffen voor iets dat in de wet staat. Anders gezegd, de rechter mag niet zelf bedenken wat strafbaar is. Wat strafbaar is, moet in de wet staan.
Ten derde mag de rechter je ook niet straffen voor iets dat nog niet in de wet stond toen je het deed. De rechter mag je alleen straffen voor iets dat in de wet stond op het moment dat je het deed.
Dit artikel geeft je als burger het recht te weten wat wel en niet mag. Je weet ook waarvoor de overheid je wel en niet kan straffen. En je weet hoe hoog de straf kan zijn.
Via de Rijksoverheid komen veel vragen over werken bij de overheid binnen, zoals:
Hebt u een andere vraag? Bel 1400 (U betaalt alleen de gebruikelijke belkosten).
Niemand mag beschuldigd of in verzekering genomen worden, dan uit kragt der Wet, in de gevallen, en volgends de wijze, door Haar voorgeschreven. Niemand kan gevonnisd worden, dan na alvoorens wettig te zijn geroepen, en alle de middelen van verdediging te hebben kunnen bezigen, die bij de Wet bepaald zijn. Elk Burger, alzoo opgeroepen, of in verzekering wordende genomen, is verpligt te gehoorzamen.
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.