Grondwet van 1840: België afgesplitst
Inhoudsopgave van deze pagina:
Pas in 1840 werd de afscheiding van België uit 1830 in de Grondwet vastgelegd. Koning Willem I i had zich daar lange tijd niet bij willen neerleggen. Daardoor bestond 10 jaar de vreemde situatie dat er een parlement was met slechts de helft van het voorgeschreven aantal leden.
Door de herziening werd het maximale aantal leden van de Eerste Kamer gehalveerd en ging dat van de Tweede Kamer van 110 naar 58. Voorheen waren er 55 Noord-Nederlandse vertegenwoordigers geweest in de Tweede Kamer. In 1840 kreeg (Nederlands) Limburg drie afgevaardigden en kwam het totale aantal leden op 58.
Door deze Grondwet werd ook de strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid i ingevoerd. Hoewel ministers i formeel nog niet politiek verantwoordelijk werden voor hun daden, leidde dit er toch toe dat ministers in het parlement directer konden worden aangesproken op besluiten.
Op initiatief van enkele Tweede Kamerleden werd wettelijke regeling van het kiesrecht voor de besturen van gemeenten en provincies vereist.
De herziening regelde ten slotte de splitsing van de provincie Holland in Noord- en Zuid-Holland. Er bestonden in die provincies overigens al twee afzonderlijke besturen.