Tweede Hoofdstuk. Van den Staten-Generaal
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 52: Staten-Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk
- 53: Nederlandsche Volk bestaat uit Ingezetenen der Provinciën of Landschappen
- 54: Grensscheidingen Provinciën en Landschappen
- 55: Grensscheidingen tusschen Provinciën of Landschappen
- 56: Aantal en herkomst Leden Staten Generaal
- 57: Roulatie Leden
- 58: Mogelijke wet voor opname Edelen of Ridderschappen in Staten Generaal
- 59: Voorwaarden Lidmaatschap
- 60: Incompatibiliteiten
- 61: Titulatuur, inkomen
- 62: Stemmingen zonder last of ruggespraak
- 63: Procedure aflegging eed
- 64: Frequentie bijeenkomsten
- 65: Opening en sluiting vergadering
- 66: President; Griffier
- 67: Stemprocedure
- 68: Goed- of afkeuring voorstellen; formulieren
- 69: Regt van voordragt
- 70: Inwilliging op de jaarlijksche begrooting
- 71: Form van de begrooting; Procedure na vaststelling
- 72: Verantwoording uitgaven van ingewilligde penningen
52: Staten-Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk
De Staten-Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk.
53: Nederlandsche Volk bestaat uit Ingezetenen der Provinciën of Landschappen
Het Nederlandsche Volk bestaat uit de Ingezetenen der volgende negen Provinciën of Landschappen, welke te zamen het tegenwoordige grondgebied der Vereenigde Nederlanden in Europa uitmaken, als:
Gelderland,
Holland,
Zeeland,
Utrecht,
Vriesland,
Overijssel,
Groningen,
Braband en
Drenthe.
54: Grensscheidingen Provinciën en Landschappen
Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Overijssel, Groningen en Drenthe behouden hunne oude grensscheidingen, onder de volgende bepalingen:
Kuilenburg en Buren behooren onder Gelderland.
Vianen, Ameiden, Leerdam, Langerak, Sommelsdijk behooren onder Holland.
IJsselstein, mitsgaders Benschop, Noordpolsbroek en Jaarsveld behooren onder Utrecht.
Ameland en Schiermonnikoog behooren onder Vriesland.
Wedde en Westwoldingerland behooren onder Groningen.
Braband bestaat provisioneel uit alle de Landen en Steden, voormaals bekend onder den naam van Generaliteits Landen en uit zoodanige andere, als in lateren tijd verkregen en daarbij gevoegd zijn.
55: Grensscheidingen tusschen Provinciën of Landschappen
De wet bepaalt de verdere grensscheidingen tusschen de Provinciën of Landschappen, gelijk mede aan welke van deze zullen worden toegevoegd zoodanige andere districten en plaatsen, welke bevorens tot geen derzelver hebben behoord, welke nader verkregen, of welker jurisdictie tusschen onderscheidene Provinciën of Landschappen is verdeeld of in verschil geweest.
56: Aantal en herkomst Leden Staten Generaal
De vergadering der Staten Generaal bestaat uit vijf en vijftig leden.
Deze worden benoemd door de Staten der bovengemelde Provinciën of Landschappen in de volgende evenredigheid:
Uit Gelderland 6.
Uit Holland 22.
Uit Zeeland 3.
Uit Utrecht 3.
Uit Vriesland 5.
Uit Overijssel 4.
Uit Groningen 4.
Uit Braband 7.
Uit Drenthe 1.
57: Roulatie Leden
Zij hebben zitting gedurende drie jaren. Een derde van hen valt jaarlijks uit volgens een daarvan te maken rooster.
De eerste aftreding zal plaats hebben met den 1 November 1817. De uitvallende zijn dadelijk weder verkiesbaar.
58: Mogelijke wet voor opname Edelen of Ridderschappen in Staten Generaal
Het blijft aan den Souvereinen Vorst voorbehouden, om in het vervolg eene wet voor te dragen, waardoor aan de Edelen of Ridderschappen uit elke Provincie of Landschap een zeker evenredig aandeel onder het getal der leden van de Staten Generaal wordt verzekerd, ten minste een vierde van het geheele getal
59: Voorwaarden Lidmaatschap
Tot leden der vergadering van de Staten Generaal zijn alleenlijk verkiesbaar Nederlanders, bereikt hebbende den vollen ouderdom van dertig jaren en daar te boven, zijnde Ingezetenen van de Provincie of Landschap waaruit zij worden genoemd. Zij mogen elkanderen niet nader bestaan dan in den derden graad van bloedverwantschap of zwagerschap.
60: Incompatibiliteiten
De leden der Staten Generaal kunnen niet te gelijk zijn leden van eenig regterlijk kollegie of van de Rekenkamer, noch ook eenigen aan den Lande comptabelen post bekleeden.
De leden der Staten Provinciaal, in de Staten Generaal geroepen wordende, houden op leden der Staten Provinciaal te zijn.
Voorts kunnen tot de Staten Generaal niet benoemd worden Zee- of Land-Officieren, welke eenen minderen rang dan dien van Hoofdofficier hebben. Geene der andere hooge ambtenaren zijn van die benoeming uitgesloten.
61: Titulatuur, inkomen
De titel van de vergadering der Staten Generaal is: Edel Mogende Heeren.
De leden der vergadering genieten 's jaars f 2500.
62: Stemmingen zonder last of ruggespraak
Alle de leden der Staten Generaal stemmen voor zich zelven en zonder last van of ruggespraak met de vergadering, door welke zij benoemd zijn.
Bij het aanvaarden hunner functiën doen zij, ieder op de wijze zijner godsdienstige gezindheid, den navolgenden eed:
"Ik zweer, (belove) dat ik eerst en boven al de grondwet der Vereenigde Nederlanden zal onderhouden en handhaven; dat ik wijders de onafhankelijkheid van den Staat, de vrijheid en de welvaart van deszelfs Ingezetenen, met alle mijne krachten, bevorderen zal, zonder aanzien van provinciale of van eenige andere dan algemeene belangen.
Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig. "
Zij worden tot dien eed toegelaten, na alvorens te hebben afgelegd den volgenden eed van zuivering:
"Ik zweer, (verklaar) dat ik, om tot lid van de vergadering der Staten Generaal te worden benoemd, directelijk of indirectelijk, aan geene personen, 't zij in of buiten het bestuur, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven heb beloofd of gegeven, nochte beloven of geven zal.
Ik zweer, (belove) dat ik mij exactelijk zal gedragen naar den inhoud van het plakkaat bij de Staten Generaal op den 10 December 1715, tegen het geven en nemen van verboden giften, gaven en geschenken, gearresteerd.
Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig. "
63: Procedure aflegging eed
Deze eeden worden afgelegd in handen van den Souvereinen Vorst in den Raad van State, ofte, bij Deszelfs afwezendheid, in handen van den Raad zelven, welke die in zijnen naam ontvangt.
Van deze beëediging wordt door of van wege den Souvereinen Vorst aan de vergadering der Staten Generaal behoorlijk kennis gegeven, waarna het nieuw verkoren lid dadelijk zitting neemt.
64: Frequentie bijeenkomsten
De Staten Generaal vergaderen ten minste eens in het jaar, en wijders op beschrijving van den Souvereinen Vorst, zoo dikwijls, als Hij zulks noodig oordeelt.
Hunne gewone vergadering wordt geopend op den eersten maandag in November.
65: Opening en sluiting vergadering
De vergadering van de Staten Generaal wordt door den Souvereinen Vorst of door eene commissie Zijnentwege geopend, en op dezelfde wijze gesloten, wanneer Hij oordeelt, dat het belang van den Lande niet vordert de vergadering langer bijeen te houden.
66: President; Griffier
Het beleid van de vergadering der Staten Generaal wordt opgedragen aan eenen President, die door den Souvereinen Vorst benoemd wordt uit eene nominatie van drie leden, door hen te maken, en zulks gedurende den tijd van het openen tot het sluiten dier vergadering.
De Staten Generaal hebben de aanstelling van hunnen Griffier.
67: Stemprocedure
De Vergadering der Staten Generaal doet alle zaken af bij meerderheid van stemmen.
68: Goed- of afkeuring voorstellen; formulieren
De Staten Generaal raadplegen over alle voorstellen hun door den Souvereinen Vorst gedaan, en zenden aan Denzelven hun besluit door eene commissie.
De toestemming wordt in het volgende formulier vervat:
"De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden betuigen den Souvereinen Vorst hunnen dank voor Deszelfs ijver in het bevorderen van 's Lands belangen, en vereenigen zich met het voorstel."
Wanneer eenig voorstel niet mogt worden aangenomen, wordt daarvan bij het volgende formulier aan den Souvereinen Vorst kennis gegeven:
"De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden betuigen den Souvereinen Vorst hunnen dank voor Deszelfs ijver in het bevorderen van 's Lands belangen, doch verzoeken Denzelven eerbiediglijk het onderwerp van het gedane voorstel in nadere overweging te willen nemen."
69: Regt van voordragt
De Staten Generaal hebben het regt om aan den Souvereinen Vorst voordragten te doen, en zenden Hem dezelve door eene commissie.
70: Inwilliging op de jaarlijksche begrooting
De inwilliging der Staten Generaal wordt vereischt op de jaarlijksche begrooting der uitgaven van den Staat, welke hun door den Souvereinen Vorst wordt ingezonden. Zij raadplegen vervolgens over de voorgeslagen middelen tot vinding van dezelve.
71: Form van de begrooting; Procedure na vaststelling
De voordragt, welke door den Souvereinen Vorst opzigtelijk de financiën in het begin der eerste gewone vergadering van de Staten Generaal wordt ingeleverd, is gesplitst in twee hoofddeelen.
Het eene bevat alle zoodanige zekere en bepaalde uitgaven, welke, uit den gewonen loop der zaken voortvloeijende, in het bijzonder tot den staat van vrede betrekking hebben, en alzoo op eenen duurzamen voet dienen vastgesteld te worden.
Het tweede hoofddeel bevat die buitengewone en onzekere uitgaven, welke, inzonderheid in tijden van oorlog, naar voorkomende omstandigheden moeten worden geregeld.
Het eerste, door de Staten Generaal goedgekeurd zijnde, wordt toegestaan, om geen verandering te ondergaan, dan wanneer eenig deel der uitgaven mogt komen te veranderen of geheel te vervallen. Het tweede wordt slechts ingewilligd voor een jaar.
72: Verantwoording uitgaven van ingewilligde penningen
Alle de ingewilligde penningen worden gebruikt tot de vastgestelde posten, en geene anderen. De Souvereine Vorst doet van dat gebruik, gedurende het vorige jaar, aan de Staten Generaal een uitvoerig verslag geven.