Staatsregeling van 1798: eerste Grondwet met democratisch bestel
Staatsregeling voor het Bataafsche Volk
Het ontwerp dezer Staatsregeling voor het Bataafsche Volk is namens de Constitueerende Vergadering bekend gemaakt 23 Maart; door de Volksstemming is zij goedgekeurd 23 April; geproclameerd als zoodanig 1 Mei; in werking getreden 4 Mei 1798.
Het Bataafsche Volk, zig vormende tot eenen ondeelbaaren Staat, en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle Regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlijke en geheiligde regten van den Mensch in Maatschappij, verklaart de navolgende stellingen als den wettigen grondslag waarop Het zijne Staatsregeling vestigt, en als zoo veele regels, waarnaar Het zijne burgerlijke en staatkundige betrekkingen wil hebben gewijzigd.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Het Bataafsche Volk beveelt de getrouwe handhaving der Acte van Staatsregeling, met de Reglementen, en Additioneele Artikelen tot dezelve Acte behoorende, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, aan het Uitvoerend Bewind, aan de Regterlijke Magt, en aan de verdere Administrative Lichamen, en verklaard, dat alle inbreuk op dezelven is een aanslag op de veiligheid van den Staat.
De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk i van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland. Voor het eerst was er sprake van een eenheidsstaat, van burgerrechten en -plichten, en van een gekozen volksvertegenwoordiging. Uitgangspunt was de gelijkheid van alle burgers, ongeacht geboorte, bezitting of rang.
De Staatsregeling bevatte bepalingen over burgerrechten, staatsinstellingen en verdeling van de staatsmachten, het bestuur in provincies (departementen) en gemeenten, financiën, buitenlandse betrekkingen, rechterlijke macht en verandering van de Staatsregeling.
Met het ontwerpen van een Staatsregeling was in 1796 begonnen door de Nationale Vergadering i, die daartoe een constitutiecommissie in het leven was geroepen. Na afwijzing in een referendum van een eerste ontwerp en een staatsgreep in januari 1798 werd de (Tweede) Nationale Vergadering omgevormd tot Constituerende Vergadering i, die op 17 maart het ontwerp aanvaardde. Op 23 april stemden de burgers via een referendum eveneens in met de Staatsregeling.
In september 1801 werd na een staatsgreep de Staatsregeling afgeschaft en in oktober dat jaar vervangen door een nieuwe.