Artikel 55: Verkiezing Eerste Kamer
De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
De Eerste Kamer i wordt gekozen door de leden van Provinciale Staten i en voor wat betreft Caribisch Nederland door een kiescollege*. De verkiezing moet, behalve na tussentijdse ontbinding van de Eerste Kamer, binnen drie maanden na de verkiezingen voor Provinciale Staten plaatsvinden.
De zittingsduur van Provinciale Staten is vier jaar, behalve bij in de wet te bepalen uitzonderingen (artikel 129, vierde lid i). Als de wetgever van deze mogelijkheid gebruik maakt, wordt de zittingsduur van de Eerste Kamer aangepast aan die langere of kortere zittingsduur van Provinciale Staten (artikel 52 lid 2) i.
Indien slechts voor één of enkele provincies van de normale zittingsduur wordt afgeweken, bij voorbeeld bij een provinciale herindeling, zal echter geen verlenging of verkorting van de zittingsduur en geen tussentijdse verkiezing van de Eerste Kamer nodig zijn.
Het kiesrecht voor de Eerste Kamer is geregeld in de Kieswet i.
*Nadat op 10 okotber 2010 de Nederlandse Antillen waren opgeheven werden de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba als een openbaar lichaam - een soort gemeente - binnen Nederland opgenomen. Omdat de eilanden niet provinciaal werden ingedeeld waren de eilanden niet vertegenwoordigd in de Eerste Kamer. Bij de Grondwetswijziging in 2017 werd bepaald dat de kiesgerechtigden met de Nederlandse nationaliteit via een kiescollege invloed kunnen hebben op de samenstelling van de Eerste Kamer.
Voor de Eerste Kamer voorziet de Grondwet in een stelsel van indirecte verkiezing door de leden van Provinciale Staten (artikel 55). Voorgeschreven wordt dat de verkiezing, behoudens in geval van ontbinding van de Kamer, gehouden wordt binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van Provinciale Staten. Hierdoor is verzekerd dat de samenstelling van een nieuwe Eerste Kamer gebaseerd is op een recente uitspraak van de kiezers.
De zittingsduur van Provinciale Staten is op vier jaar gesteld, behoudens bij de wet te bepalen uitzonderingen (artikel 129, vierde lid i).
Ingeval de wetgever van deze mogelijkheid gebruik maakt, zal de zittingsduur van de Eerste Kamer aangepast moeten kunnen worden aan de eventuele verlenging of verkorting van de zittingsduur van de colleges van Provinciale Staten.
In artikel 52, tweede lid i, wordt deze afwijking van de normale zittingsduur van vier jaar mogelijk gemaakt. Indien slechts voor één of enkele provincies van de normale zittingsduur wordt afgeweken, bij voorbeeld bij een provinciale herindeling, zal echter geen verkorting van de zittingsduur en geen tussentijdse verkiezing van de Eerste Kamer nodig zijn.
Het kiesrecht voor de Eerste Kamer is geregeld in de Kieswet i.
De leden van provinciale staten kiezen de leden van de Eerste Kamer. De verkiezingen zijn binnen drie maanden na de verkiezingen van provinciale staten. Dit hoeft niet als de regering wil dat er eerder verkiezingen zijn.
Uitleg
De Nederlandse bevolking kiest zelf de leden van de Tweede Kamer. Maar we kiezen niet zelf de leden van de Eerste Kamer. We kiezen wel de leden van provinciale staten. En de leden van provinciale staten kiezen de leden van de Eerste Kamer. Dit noemen we 'getrapte verkiezingen'.
Provinciale staten doen dit binnen drie maanden nadat ze zelf zijn gekozen.
Het kan gebeuren dat de regering wil dat er eerder verkiezingen zijn. Bijvoorbeeld als de regering en de Eerste Kamer een groot verschil van mening hebben. Als de regering eerder verkiezingen wil, dan ontslaat de regering de Eerste Kamer. Hoe dit moet staat in artikel 64 van de Grondwet. In dit geval kunnen provinciale staten natuurlijk niet binnen drie maanden na hun eigen verkiezing stemmen.
-
Meer over verkiezing van de Eerste Kamer
De 75 leden van de Eerste Kamer i worden eens in de vier jaar door middel van 'getrapte verkiezingen' gekozen. Burgers kiezen de leden van de Provinciale Staten i of kiescolleges en zij kiezen op hun beurt de leden van de Eerste Kamer. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten. Sinds een Grondwetswijziging in 2017 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Aangezien de bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via afzonderlijk gekozen kiescolleges. In 2022 is er een vierde kiescollege toegevoegd, het kiescollege niet-ingezetenen. Door te stemmen voor dit kiescollege kunnen kiesgerechtigde Nederlanders die in het buitenland wonen, invloed uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer.
-
Geschiedenis Eerste Kamerverkiezingen
Sinds 1983 worden de 75 leden van de Eerste Kamer i iedere vier jaar gekozen via 'getrapte verkiezingen'. Burgers kiezen de leden van de Provinciale Staten i en zij kiezen op hun beurt de leden van de Eerste Kamer. De gedachte is dat Eerste Kamerleden daardoor wat verder af staan van de dagelijkse politiek en zich wat onafhankelijker kunnen opstellen.
Ter daarstellinge dezer verdeeling in twee Kamers, houden alle de Leden van dit Lichaam, jaarlijks, op den laatsten Dingsdag der maand Julij, eene algemeene Vergadering, kiezen alsdan, uit het volle getal van alle de verkozenen i tot het Vertegenwoordigend Lichaam, dertig Leden, welke de Tweede Kamer uitmaken, vormende de overige Leden te zamen de Eerste Kamer.
Aan de Staten der Provinciën of Landschappen wordt opgedragen het verkiezen der leden van de vergadering der Staten-Generaal, in of buiten hun midden, en zoo veel doenlijk, uit alle de oorden van hunne Provincie of Landschap.
De andere kamer, welke den naam van eerste draagt, is zamengesteld uit niet minder dan veertig en niet meerder dan zestig leden, den vollen ouderdom van veertig jaren bereikt hebbende, welke door den Koning voor hun leven benoemd worden, en gekozen uit hen die door diensten aan den Staat bewezen, door hunne geboorte of gegoedheid onder de aanzienlijksten van den lande behooren.
De andere kamer, welke den naam van Eerste draagt, is zamengesteld uit niet minder dan twintig en niet meerder dan dertig leden, den vollen ouderdom van veertig jaren bereikt hebbende, welke door den Koning voor hun leven benoemd worden, en gekozen uit hen, die door diensten aan den Staat bewezen, door hunne geboorte of gegoedheid onder de aanzienlijksten van den Lande behooren.
De Eerste Kamer bestaat uit 39 leden.
Zij moeten behooren tot de hoogst aangeslagenen in de rijks-directe belastingen. Het getal dezer hoogst aangeslagenen, waaruit zij worden gekozen, wordt in elke provincie zoo bepaald, dat op iedere drie duizend zielen één, die tevens de overige vereischten bezit om lid dezer Kamer te zijn, verkiesbaar is.
Deze overige vereischten zijn dezelfde, welke voor de leden der Tweede Kamer worden gevorderd.
Zij worden verkozen door de Provinciale Staten, in de volgende verhouding:
Noordbrabant 5
Gelderland 5
Zuidholland 7
Noordholland 6
Zeeland 2
Utrecht 2
Friesland 3
Overijssel 3
Groningen 2
Drenthe 1
Limburg 3
39 leden.
Ingeval van vereeniging of splitsing van provinciën voorziet dezelfde wet, die dit beveelt, in de wijziging, welke daardoor in deze verhouding noodig zal worden bevonden.
De Eerste Kamer bestaat uit vijftig leden.
Zij worden verkozen door de Provinciale Staten, in de volgende verhouding:
Noordbrabant 6
Gelderland 6
Zuidholland 10
Noordholland 9
Zeeland 2
Utrecht 2
Friesland 4
Overijssel 3
Groningen 3
Drenthe 2
Limburg 3
50 leden.
In geval van vereeniging, splitsing of grensverandering van provinciën of vorming van nieuwe voorziet de wet in de wijziging, welke daardoor in deze verhouding noodig zal worden bevonden.
De Eerste Kamer bestaat uit vijftig leden.
Zij worden verkozen door de Staten der provinciën op de wijze bij de wet te bepalen.
De Eerste Kamer bestaat uit vijftig leden.
Zij worden verkozen door de leden van de Staten der provinciën op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging.
De Eerste Kamer bestaat uit vijftig leden.
Zij worden verkozen door de leden van de Staten der provinciën op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.
De Eerste Kamer bestaat uit vijf en zeventig leden.
Zij worden verkozen door de leden van de Staten der provinciën op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.
De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.
De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van een kiescollege als bedoeld in artikel 132a, derde lid i. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.
-
1.De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van de kiescolleges, bedoeld in het tweede lid en artikel 132a, derde lid i. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.
-
2.Ten behoeve van Nederlanders die geen ingezetenen zijn en die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, worden verkiezingen gehouden voor een kiescollege voor de Eerste Kamer. De leden van dit kiescollege worden rechtstreeks gekozen door deze Nederlanders. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten. Artikel 129 i, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.